Bomans, Godfried

Was de zoon van een katholiek politicus die rechten in Amsterdam (kandidaat) en psychologie in Nijmegen (doctorandus) studeerde. Bomans debuteerde op zeventienjarige leeftijd, in 1930, met een parodistisch toneelstuk. Na de Tweede Wereldoorlog was hij, tot 1948, kunstredacteur van De Volkskrant. In 1945 behoorde hij tot de stichters van Elseviers Weekblad. Aan beide bladen heeft hij lang als columnist meegewerkt. Talrijke kronieken en essays van zijn hand werden gebundeld. Zoals al zijn werk zijn ze gekenmerkt door hun lenige taal en humoristisch getinte visie. Bomans was een gevierd spreker en een populair televisie-interviewer. Als zodanig trad hij ook op in Vlaanderen. Bij zijn dood in 1971 noemde men hem de wellicht meest gelezen Nederlandse auteur.

Als kroniekschrijver, essayist en spreker toonde Bomans al vroeg zijn interesse voor Vlaanderen, onder meer door een verdediging van Felix Timmermans Timmermans, Felix
Felix Timmermans (1886-1947) is de auteur van een omvangrijk en veelgelezen oeuvre. Tot zijn bekendste romans horen Pallieter (1916) en Boerenpsalm (1935). Tijdens de Eerste Wereldoorlog ... Lees meer , in 1948. In 1967 publiceerde een Vlaamse uitgeverij zijn boek Denkend aan Vlaanderen, een bundel kronieken over Vlaamse mensen en toestanden, met ironie bekeken en wel eens kolderesk voorgesteld. In de lente van 1971 maakte hij voor de Vlaamse televisie naar aanleiding van het 25-jarige bestaan van het Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag
Het Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag regelde van 1946 tot 1995 de politieke en ambtelijke samenwerking tussen enerzijds Nederland en anderzijds België, en vooral Vlaanderen. Lees meer een serie programma's, gebaseerd op een dertigtal interviews met prominente Vlamingen, onder de titel: Een Hollander ontdekt Vlaanderen. Hij stelde vast dat men in Vlaanderen "elkaar meer ruimte laat" en dat er "meer warmte en liefheid" leeft, maar miste er kritiek, "het vermogen tot toetsen van werkelijke waarden". Bij deze en andere gelegenheden pleitte hij in het Noorden voor meer begrip voor de Vlamingen, die "vechten in de loopgrachten" voor het behoud van de Nederlandse cultuur en die "de kastanjes uit het vuur halen waar wij ons aan warmen".