Göttingen

Plaats
Winfried Dolderer (2023, aanvulling), Winfried Dolderer (1998)

In Göttingen, gelegen in de hedendaagse Duitse deelstaat Nedersaksen, bestond tijdens de Eerste Wereldoorlog een activistisch propagandakamp voor krijgsgevangen Vlamingen.

Bovenliggend gebied
Duitsland
Leestijd: 6 minuten

Rond het Nederlandstalige kamptijdschrift Onze Taal ontstond reeds in de loop van 1915 een activistische kern onder de Vlaamse krijgsgevangenen die in de gemengde kampbevolking nog een minderheid waren naast Franstaligen en Britten. Dit gebeurde met de steun van Duitse particulieren en kampautoriteiten. Wellicht eind 1915 besliste het bezettingsbestuur in Brussel om in Göttingen een centraal propagandakamp in te richten voor het activisme. Vanaf april 1916 werden hier vooral academisch geschoolde Vlaamse krijgsgevangenen uit verschillende kampen in Duitsland bijeengebracht. In november 1916 werden Fransen, Walen en Britten uit Göttingen verwijderd. De Vlamingen konden er gebruik maken van een indrukwekkend aanbod aan onderwijs- en ontspanningsfaciliteiten. Göttingen werd zo een pleisterplaats voor vooraanstaande activisten uit bezet België. Sinds augustus 1917 was er ook een vaste vertegenwoordiger van de Raad van Vlaanderen aanwezig. Enkele betrouwbaar geachte krijgsgevangenen werden naar het bezette land gestuurd om daar de activistische gelederen te versterken.

Göttingen is een universiteitsstad in het zuiden van de Duitse deelstaat Nedersaksen. Tussen 1916 en 1918 was er een activistisch propagandakamp voor Vlaamse krijgsgevangenen.

In het kader van de Duitse Flamenpolitik Flamenpolitik
Met het begrip ‘Flamenpolitik’ wordt verwezen naar de politiek die de Duitse bezetter voerde ten aanzien van de Vlaamse beweging tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Sommige aute... Lees meer
van tijdens de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
maakte het kamp in Göttingen deel uit van een uitgekiend beleid met als doel een ‘Duitsvriendelijke’ Vlaamse elite te kweken met het oog op een duurzame Duitse invloed in het naoorlogse België. Vanaf april 1916 werden vooral academisch geschoolde Vlaamse gevangenen uit kampen in heel Duitsland in Göttingen bijeengebracht, waar hun een ‘vriendelijke behandeling in het belang van de Duitse zaak’ werd beloofd. Zij ondergingen een voorlichtingsprogramma dat bedoeld was om hun een ‘betere kennis van het Duitse volk en zijn cultuur’ bij te brengen en zodoende een ‘hechtere relatie van Vlamingen en Duitsers’ te bevorderen.

Göttingen was daarvoor bijzonder geschikt, omdat hier al in de loop van 1915 een kern van activistische krijgsgevangenen was gegroeid (zie: activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
). Dat was gedeeltelijk te wijten aan de humanitaire bemoeienissen van Carl Stange Stange, Carl
De protestantse theoloog Carl Stange (1870-1959) was professor aan de universiteit Göttingen en speelde vanaf 1915 een belangrijke rol in de opbouw van een activistisch propagandakamp voo... Lees meer
, professor voor protestantse theologie aan de universiteit van Göttingen. Al sedert september 1914 was hij begaan met de sociale hulpverlening aan de gevangenen, vooral via lectuur en ontspanning. Het kamp had op dat moment nog een gemengde bevolking: in meerderheid Fransen en Walen, naast een groep Britten en Vlamingen. Voor de Franstaligen verscheen vanaf begin 1915 het tijdschrift Le Camp de Goettingue. In maart ging ook een Vlaams kampblaadje van start onder de titel Onze Taal Onze Taal (1915-1918)
Onze Taal verscheen tussen 1915 en 1918 als tijdschrift voor de Vlaamse krijgsgevangenen in het kamp van Göttingen. Lees meer
. Het werd de bakermat van de activistische groep die geleidelijk tot stand kwam rond hoofdredacteur Godfried Rooms Rooms, Godfried
Godfried Rooms (1893-1968) was vanaf 1915 de kopman van de kern activistische krijgsgevangenen in het kamp van Göttingen en bleef als activistische balling in Duitsland ook in het interbe... Lees meer
.

De Duitse autoriteiten werkten dit proces uiteraard in de hand. Zo was ervoor gezorgd dat de activistische pers al in 1915 in Göttingen beschikbaar was. De politieke ontwikkeling van Onze Taal vertoont opvallende gelijkenissen met de gelijktijdige evolutie van De Vlaamsche Stem De Vlaamsche Stem (1915-1916)
De Vlaamsche Stem (1915-1916) was een Vlaamsgezind dagblad dat in Nederland verscheen en na een tijd in Duitse handen overging. De koerswijziging die het dagblad als gevolg daarvan onderg... Lees meer
in Nederland. In de eerste drie maanden van zijn bestaan beleed het kamptijdschrift een onvoorwaardelijk Belgisch patriottisme. De kentering kwam er vanaf eind juni 1915, enkele dagen na de activistische ommezwaai van De Vlaamsche Stem. Het blad vertolkte nu de eis voor een autonoom Vlaanderen, maar nog steeds binnen het kader van loyauteit aan de Belgische staat. Dat bleef de redactionele lijn tot begin 1917, toen Onze Taal de radicaal anti-Belgische toer opging.

Wellicht eind 1915 kwamen de Duitse autoriteiten in Brussel met het ministerie van oorlog in Berlijn overeen Göttingen uit te bouwen tot activistisch propagandakamp. Binnen het bezettingsbestuur in België werd een eigen afdeling opgericht voor krijgsgevangenenzaken. Die stond tot augustus 1917 onder leiding van Robert P. Oszwald Oszwald, Robert P.
Robert P. Oszwald (1883-1945) was een Duits ambtenaar. Hij was betrokken bij de Flamenpolitik tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ook tijdens het interbellum en het nationaalsocialistische re... Lees meer
, daarna van Wilhelm Kisky Kisky, Wilhelm
De historicus en archivaris Wilhelm Kisky (1881-1953) was vanaf juni 1916 verbonden aan het Duitse bezettingsbestuur in Brussel, ook met de bedoeling in de Flamenpolitik katholieke belang... Lees meer
. In Göttingen kreeg Stange in mei 1916 een officiële functie als 'wetenschappelijk adviseur' van de kampcommandant. Als vertegenwoordiging van de krijgsgevangenen zag in juli 1916 een Vlaams Middenkomiteit het licht, dat ook de belangen van Vlamingen in andere Duitse kampen behartigde.

Met de organisatie van ontspannings- en culturele activiteiten was vanaf november een speciale instelling belast, de Fürsorgeabteilung die, onder leiding van Stange, was samengesteld uit een vertegenwoordiger van de commandant, een tolk en de ‘wetenschappelijke medewerkers’ van het kamp. In februari 1917 ten slotte ging in Göttingen de Zentralstelle für Kriegsgefangenenfürsorge aan de slag, die vooral de taak had Vlaamse gevangenen in heel Duitsland Duitsland & Vlaanderen
Van de eerste helft van de 19de eeuw tot 1945 stond het Duitse beeld van Vlaanderen in het teken van etnisch-culturele verbondenheid. Die romantische perceptie leefde vooral bij een beper... Lees meer
van lectuur te voorzien. Dit was een gemengde instelling, waarin naast twee leden van de Fürsorgeabteilung ook vijf van het Vlaamse Middenkomiteit zitting hadden.

In november 1916 werden de Fransen en de Britten uit Göttingen verwijderd, in maart 1917 ook de Walen. In hun plaats kwamen er almaar meer Vlamingen. Hun aantal groeide tussen augustus 1916 en maart 1917 van 1125 tot 2302. Zij genoten in het kamp van indrukwekkende ontspannings- en culturele faciliteiten. In de zomer van 1916 ging een onderwijsprogramma van start met Nederlandstalige lessen op middelbaar niveau, gegeven door krijgsgevangenen, en lessen op universitair niveau, in het Duits gegeven door Göttingse hoogleraren en 'wetenschappelijke medewerkers' van het kamp. Een Vlaamse bibliotheek groeide tot het einde van de oorlog aan tot 9043 boekdelen. In het najaar van 1916 zagen een kunstambachtelijk atelier en een kunstschool het licht. Een Vlaamse toneelgroep en een Vlaams orkest gingen in november aan de slag. Vanaf eind 1916 bestond er ook een kampbioscoop.

Göttingen werd in die periode zienderogen een bedevaartsoord voor vooraanstaande activisten uit bezet Vlaanderen. Al in augustus 1916 brachten Hippoliet Meert Meert, Hippoliet
Hippoliet Meert (1865-1924) was de oprichter van het Algemeen-Nederlands Verbond. Hij ijverde voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit en engageerde zich tijdens de Eerste Were... Lees meer
en Edmond Fabri Fabri, Edmond
Ingenieur Edmond Fabri (1855-1927) engageerde zich van in zijn Leuvense studententijd in de Vlaamse beweging. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bekleedde hij als activist een professoraat a... Lees meer
als afgevaardigden van de activistische hulporganisatie Volksopbeuring Volksopbeuring
Volksopbeuring (1916-1918) was tijdens WOI een activistische caritatieve organisatie voor behoeftigen en krijgsgevangen Vlamingen. Lees meer
een bezoek aan het kamp. Jan D. Domela Nieuwenhuis Nyegaard Domela Nieuwenhuis Nyegaard, Jan
Jan Derk Domela Nieuwenhuis Nyegaard (1870-1955) was predikant en pangermanist. Tijdens beide wereldoorlogen collaboreerde hij met de Duitse bezetter met de bedoeling een zelfstandig Vlaa... Lees meer
, de leider van Jong-Vlaanderen Jong-Vlaanderen (1914-1918)
Jong-Vlaanderen (1914-1918) was een in Gent opgerichte activistische drukkingsgroep, die tijdens de Eerste Wereldoorlog een radicaal Vlaams-nationalistisch en anti-Belgisch politiek progr... Lees meer
, kwam er in januari 1917 ‘haat tegen België’ preken. August Borms Borms, August
August Borms (1878-1946) speelde een prominente rol in de activistische collaboratie tijdens de Eerste Wereldoorlog en groeide nadien uit tot hét symbool van de amnestiebeweging, die een ... Lees meer
was ten minste drie keer – in mei, juli en met Kerstmis 1917 – in Göttingen. Op zijn voorstel stuurde de Raad van Vlaanderen Raad van Vlaanderen (1917-1918)
De Raad van Vlaanderen (1917-1918) was een activistisch marionettenparlement tijdens de Eerste Wereldoorlog, dat onderdeel was van de Duitse plannen om in Vlaanderen een blijvende invloed... Lees meer
in augustus 1917 Cyriel Rousseeu Rousseeu, Cyriel
Cyriel Rousseeu (1882-1968) was een Vlaams activist, mede-oprichter van Pro Westlandia en betrokken bij de initiatieven van zijn vriend August Borms. Lees meer
als 'bestendig afgevaardigde' naar het kamp. Hij verbleef er, op enkele korte reizen naar België na, tot november 1918. In september 1917 was de Gentse professor Willem de Vreese De Vreese, Willem
Willem L. de Vreese (1869-1938) was een filoloog, bibliothecaris en Gentse hoogleraar, die tijdens de Eerste Wereldoorlog een prominente rol speelde in het activisme. Lees meer
in Göttingen te gast en in november de dichter René de Clercq De Clercq, René
Lees meer
. De laatste activistische bezoekers waren in juli 1918 Hector Plancquaert Plancquaert, Hector
Hector Plancquaert (1863-1953) was via zijn weekblad Het Recht een spilfiguur binnen de daensistische beweging. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij als radicale flamingant betrokken bi... Lees meer
en Alfons van Roy Van Roy, Alfons
Advocaat Alfons Van Roy (1882-1927) was in Gent politicus voor De Vlaamsche Blok. Tijdens WOI was hij lid van Jong Vlaanderen en lid van de Raad Van Vlaanderen. Hij overleed in Nederland... Lees meer
.

Over het succes van de heropvoeding bracht de Fürsorgeabteilung geregeld verslag uit bij het bezettingsbestuur in Brussel en bij het ministerie van oorlog. De Duitse waarnemers noteerden bij hun beschermelingen een ontwikkeling die in stijgende lijn ging: tot eind 1916 overwegend onverschilligheid en vijandigheid, in de eerste helft van 1917 een polarisering in de flamingantische Flamingant
Flamingantisme is een term die met verschillende betekenissen wordt toegekend aan actoren binnen de Vlaamse beweging en het Vlaams nationalisme. Lees meer
groep onder de krijgsgevangenen tussen Duits- en Belgischgezinden, daarna de doorbraak van de radicaal activistische strekking. Enkele betrouwbare krijgsgevangenen werden vanaf 1917 naar Vlaanderen gestuurd om daar de activistische gelederen te versterken. De voorkeursbehandeling die hun in Göttingen te beurt viel, was voor de gevangenen ongetwijfeld een sterk motief om activistische geestdrift te laten blijken, want ongewenst politiek gedrag werd gestraft. De betrokkenen werden uitgesloten van de ontspannings- en onderwijsfaciliteiten of weggestuurd naar andere kampen, waar het er minder gerieflijk aan toeging. Dat de betuigingen van activistische gezindheid die de Fürsorgeabteilung in haar rapporten optekende, allemaal gemeend waren, lijkt dus twijfelachtig. Volgens een Vlaamse waarnemer uit het krijgsgevangenenkamp Güstrow die in maart 1918 een bezoek aan Göttingen bracht, waren er hier hooguit twintig tot vijftig overtuigden.

Literatuur

– C. Stange, Das Gefangenenlager in Göttingen, 1915.
– Rudiger (= A. Wullus), Un livre noir de la trahison activiste, 1920.
Les Archives du Conseil de Flandre, 1928;
– W. Dolderer, Deutscher Imperialismus und belgischer Nationalitätenkonflikt, 1989, (Kasseler Forschungen zur Zeitgeschichte, nr. 7).
– K. Cool, Het leven van de Vlaamse krijgsgevangenen in Duitsland in de Eerste Wereldoorlog, 2002.

Suggestie doorgeven

1973: Jan Brans (pdf)

1998: Winfried Dolderer

2023: Winfried Dolderer

Databanken

Inhoudstafel