Martens, Wilfried

Persoon
Volledige voornaam
Wilfried Achiel Emma
Geboorte
Sleidinge, 19 april 1936
Overlijden
Lokeren, 9 oktober 2013
Leestijd: 3 minuten

Volgde de humaniora aan het Sint-Vincentiuscollege te Eeklo. Na rechtenstudie te Leuven vestigde Martens zich in 1959 als advocaat te Gent. Een jaar later behaalde hij in Leuven het diploma van licentiaat in het notariaat en in de thomistische wijsbegeerte. Hij raakte reeds als student bekend in de V.B., toen hij in 1957 voorzitter werd van het Vlaams Jeugdkomitee voor de Wereldtentoonstelling, dat opkwam voor de erkenning van het Nederlands op de Brusselse Wereldtentoonstelling van 1958 en daar een Vlaamse Dag deed organiseren. Hij was ook preses van de Vereniging van Vlaamse Studenten (1958-1959) en van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond-Leuven (1959-1960).

Van 1960 tot 1964 was Martens hoofdbestuurslid van de Vlaamse Volksbeweging (VVB). Op het VVB-congres van 4 februari 1962 pleitte hij als rapporteur voor wat hij een unionistisch federalisme noemde. In 1961 was hij penningmeester van het Vlaams Aktiekomitee voor Brussel en Taalgrens.

In 1962 trad Martens toe tot de Christelijke Volkspartij (CVP). Van 1965 af was hij werkzaam op diverse ministeriële kabinetten (achtereenvolgens bij Pierre Harmel, Paul vanden Boeynants en Leo Tindemans). Van 1967 tot 1972 was hij voorzitter van de CVP-Jongeren. Hij deed als zodanig een drietal geruchtmakende manifesten goedkeuren: voor Vlaamse autonomie en de regionalisering van België, voor de afbraak van de verzuiling en een pluralistisch schoolsysteem, voor samenwerking met de niet-katholieke progressieven. Hij beaamde toen de 1 mei-oproep van de socialistische partijvoorzitter Leo Collard ten gunste van een progressieve frontvorming.

In april 1969 werd hij lid van de CVP-leiding en op 4 maart 1972 koos een partijcongres hem met een grote meerderheid tot algemeen voorzitter (tot 1979). Hij slaagde erin de partij te reorganiseren en haar een vernieuwd uitzicht te geven. Het partijkader werd verjongd en de doctrine opgefrist. Onder zijn leiding boekte de CVP bij de parlementsverkiezingen van maart 1974 haar eerste vooruitgang sedert 1958. Martens kwam bij die verkiezingen op als afgevaardigde voor Gent in de Kamer.

Bij de vorming van het kabinet-Tindemans in april 1974, dat toenadering zocht tot de regionale partijen, was hij de promotor van een staatshervorming die de federalisering van België aankondigde. Hij was een van de vaders van het Egmontpact, dat hij evenwel niet kon doordrukken tegen premier Tindemans in.

Op 3 april 1979 werd hij zelf eerste minister. Hij oefende dat ambt – op een kort intermezzo van 6 april tot 21 september 1981 na – onafgebroken uit tot 6 maart 1992. In dat decennium zat hij coalitiekabinetten van verschillende makelij voor, die geconfronteerd werden met netelige kwesties als de plaatsing van de kruisraketten op Belgisch grondgebied en de groeiende schuldenlast van de staat. Zijn belangrijkste realisatie was een staatshervorming die het pad effende

voor de, na zijn heengaan als premier doorgevoerde, omvorming van België tot een federale staat. Martens kon koning Boudewijn winnen voor zijn unionistisch federalisme. Hij voorkwam een mini-Koningskwestie toen Boudewijn weigerde een abortus-wetsontwerp te ondertekenen dat in beide Kamers was goedgekeurd. Ook zette hij zich bij herhaling, maar tevergeefs, in voor een verbetering van de relaties met Zaïre. Na zijn afscheid als premier verliet hij de Belgische politiek. Hij werd minister van staat en werd verkozen voor het Europees parlement, waar hij Tindemans opvolgde als voorzitter van de christen-democratische fractie. Eerder al was hij verkozen tot voorzitter van de Europese Volkspartij.

Werken

– Een gegeven woord, 1985.

Literatuur

– H. Gaus (ed.), Politiek Biografisch Lexicon, 1989.
– H. de Ridder, Omtrent Wilfried Martens, 1991.

Suggestie doorgeven

1975: Manu Ruys (pdf)

1998: Manu Ruys

Databanken

Inhoudstafel