Van den Driessche, Jules

Afstammeling van een uit Belgisch-Vlaanderen afkomstige familie. Van den Driessche studeerde rechten aan de universiteit te Rijsel en werd advocaat aan de balie aldaar. In zijn studententijd was hij actief in de Jeunesses régionalistes du Nord de la France, een jongerenbeweging die zich verzette tegen de Franse centralisatiepolitiek en het belang van de eigen regio wenste te valoriseren. Hij studeerde ook Nederlands aan de Facultés catholiques te Rijsel. Op uitnodiging van Jozef Goossenaerts trad hij in 1926 op als spreker op de Vlaamsche Wetenschappelijke Congressen te Gent. Hij was in 1932-1956 algemeen secretaris van de Kamer van Koophandel van Tourcoing en conservator van de musea aldaar. Zijn veelzijdige belangstelling uitte zich in publicaties over streekeconomie, geschiedenis en kunst. Hierbij legde hij de nadruk op het Nederlandse cultuurgoed in Frans-Vlaanderen en het verband met de overige Nederlanden.

Van den Driessche was stichter-voorzitter van een Nederlandse Club te Tourcoing, stichtte er een Nederlandse afdeling van de Cercle polyglotte en beijverde zich voor een betere bekendmaking van de Nederlandse literatuur in Frans-Vlaanderen. In vrijwel alle tijdschriften van de Frans-Vlaamse beweging – naderhand ook in Ons Erfdeel – staan artikelen van zijn hand. In zijn engagement in de Frans-Vlaamse Beweging liet hij wetenschappelijke integriteit steeds voorgaan op polemiek. Hij had goede contacten met het Waregemse Komitee voor Frans-Vlaanderen en was in 1951 medestichter van het tijdschrift Notre Flandre. In 1961 werd hij geridderd tot officier in de Orde van Oranje-Nassau.