Van Rossum, Willem

Persoon
Brian Heffernan (2023)

Willem Marinus van Rossum (1854-1932) was een Nederlands rooms-katholiek geestelijke, redemptorist en curiekardinaal die in 1917-1918 bij de Heilige Stoel bemiddelde ten gunste van de Frontbeweging.

Volledige voornaam
Willem Marinus
Geboorte
Zwolle, 3 september 1854
Overlijden
Maastricht, 30 augustus 1932
Leestijd: 4 minuten

Afkomstig uit de kleine middenstand en al vroeg wees, werd Willem van Rossum in 1873 redemptorist. Hij vertrok in 1895 naar Rome en werd het jaar daarna benoemd in de pauselijke curie als consultor van het Heilig Officie. Zijn felle antimodernisme bezorgde hem de gunst van paus Pius X, die hem in 1911 tot kardinaal benoemde, in 1914 tot president van de Pauselijke Bijbelcommissie en in 1915 tot grootpenitencier. Zijn afkomst uit een neutrale staat was er niet vreemd aan dat paus Benedictus XV hem in maart 1918 aanstelde tot prefect van de Congregatie voor de Voortplanting van het Geloof. Zijn programma was de uitbouw van de katholieke missie als een wereldwijd project onder Romeins-klerikale aanvoering, los van de koloniale mogendheden.

Bemiddeling ten gunste van de Frontbeweging

In sommige kringen in Vlaanderen leefde de hoop dat Van Rossum, als hoogste prelaat van de ‘Nederlandse stam’, voor de Vlaamse zaak gewonnen zou kunnen worden. In 1917 vatte Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
het plan op een memorandum van de Frontbeweging Frontbeweging
Aan het IJzerfront manifesteerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog flamingantisch verzet tegen de taaltoestanden in het leger. Naarmate het zich meer en meer organiseerde en groeide, vo... Lees meer
aan de paus aan te bieden, met het verzoek de Vlaamse belangen te bepleiten bij de toekomstige vredesbesprekingen.

Hoe het contact met Van Rossum precies is gelegd is niet geheel duidelijk. Er waren verschillende mogelijkheden: Van Rossums secretaris, pater Joseph Drehmanns, was een bewonderaar van Verschaeve; de Vlaamsgezinde, in Rome woonachtige bijbelgeleerde en dominicaan Frederic Vosté Vosté, Frederic
Frederic Vosté (1883-1949) was hoogleraar theologie en Bijbelexegese in Rome. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij een tussenpersoon tussen Cyriel Verschaeve, de Frontbeweging en de Hei... Lees meer
, die bevriend was met Verschaeve, verkeerde in kringen rond de kardinaal en besprak de Vlaamse kwestie soms met hem; en de Limburgse aalmoezenier Odilon Hanssens, door Verschaeve en de ondertekenaars van het memorandum gerekruteerd om het stuk naar Rome te brengen, zou een bekende zijn geweest van de Nederlandse redemptoristenbroeder Egidius Wedemeyer, die tot de huishouding van Van Rossum behoorde. Volgens een relaas dat Leo Dumoulin Dumoulin, Leo
Leo Dumoulin (1890-1942) was aalmoezenier tijdens de Eerste Wereldoorlog. Als overtuigd antibelgicist en Dietser werkte hij mee aan een aantal Vlaams-radicale bladen en schreef hij ook ee... Lees meer
in 1928 uit de mond van Verschaeve optekende en waaruit Luc Vandeweyer in 2008 citaten publiceerde, zou Hanssens het memorandum via broeder Egidius aan Van Rossum ter hand hebben gesteld. Die ontmoette de aalmoezenier vervolgens en arrangeerde een gesprek met kardinaal-staatssecretaris Pietro Gasparri, die Hanssens de tekst persoonlijk aan paus Benedictus XV liet voorleggen. Deze gang van zaken kon tot nu toe niet bevestigd worden door historisch onderzoek in andere bronnen. Wel blijkt uit Vaticaans archiefmateriaal dat Van Rossum in januari 1918 desgevraagd de aannemelijkheid van de Vlaamse grieven bepleitte bij de Congregatie degli Affari Ecclesiastici Straordinari, het curieorgaan belast met de ‘buitenlandse politiek’ van de Heilige Stoel, waarbij hij overigens waarschuwde voor Duitse recuperatie van de Vlaamse bezwaren. De Congregatie besloot echter dat interventie in de Vlaamse kwestie niet opportuun was. Er zijn aanwijzingen dat Verschaeve kort daarop een tweede poging deed, via de brancardier en dominicaan-novice Carlos van Sante Van Sante, Carlos
Carlos van Sante (1896-1947) was een Vlaamse dominicaan, die deel uitmaakte van het radicaal Vlaamsgezinde en pro-activistische milieu rond kapelaan Cyriel Verschaeve. Tijdens de Eerste ... Lees meer
, die in februari 1918 naar Rome ging, waar hij onder toezicht van Vosté een dossier samenstelde. Gustaaf Lambrecht, een andere Vlaamse aalmoezenier die in Rome vertoefde, zou deze stukken vervolgens aan Van Rossum hebben bezorgd. Ook over deze poging is weinig met zekerheid te zeggen; het archief van Van Rossum levert hiervoor evenmin ondersteunend materiaal op.

Van Rossums politieke overtuigingen

De Vlaamse verwachtingen ten spijt, was Van Rossum in feite een onwaarschijnlijke kandidaat om als voorspreker voor de Vlaamse zaak op te treden. Zijn eigen politieke overtuigingen waren eerder conservatief-monarchistisch (hij bewonderde de Habsburgmonarchie), en hij wantrouwde het nationalisme omdat het de universele missieactie doorkruiste. Zijn interesse in het memorandum van de Frontbeweging laat zich wellicht verklaren door de wens om Drehmanns of broeder Egidius ter wille te zijn; mogelijk appelleerde het aan de rol van aanklager van misstanden die hij gaarne speelde.

Er is nog een andere mogelijkheid. Hij was in 1915 getuige geweest van het ongemak dat de onverzoenlijke Belgisch-patriottische houding van de aartsbisschop van Mechelen, kardinaal Désiré Joseph Mercier Mercier, Désiré
Désiré Mercier (1851-1926) was van 1906 tot 1926 de kardinaal-aartsbisschop van het aarts­bisdom Mechelen. Hij was een vurig propagandist van het Belgisch patriottisme en leefde tijdens ... Lees meer
, had veroorzaakt in Rome. Wellicht stelde hij belang in de tekst van de Frontbeweging omdat die bruikbare elementen leverde voor de bepaling van toekomstig Vaticaans beleid ten aanzien van deze invloedrijke en onafhankelijke prelaat. Hoe dan ook, van Van Rossum is geen verdere pleitbezorging voor de Vlaamse beweging bekend; de notie dat die in hem een bijzondere vriend bezat lijkt voorbarig.

Literatuur

— Rudiger, Flamenpolitik. Het Duitsch annexionisme in België en het aktivistisch landverraad in hun waar daglicht, Brussel, 1922.
— D. Vansina, Verschaeve getuigt, Brugge, s.a. [1956].
— A.W. Willemsen, Het Vlaams-nationalisme. De geschiedenis van de jaren 1914-1940, Utrecht, 1969.
— R. Vanlandschoot, Kapelaan Verschaeve. Biografie, Tielt, 1998.
— L. Vandeweyer, Verschaeve schrijft paus Benedictus XV in naam van de Frontbeweging. De getuigenis in de schrijfboeken van Leo Dumoulin, in: WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 67, 2008, nr. 3, pp. 236-253.
— J. de Volder, Cardinal Mercier in the First World War. Belgium, Germany and the Catholic Church, Leuven, 2018.
— F.J. Verdoodt, Roma locuta, causa finita?, in: WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 77, 2019, nr. 3, pp. 253-268.
— V. Poels, De rode paus. Biografie van de Nederlandse curiekardinaal Willem van Rossum CSsR (1854-1932), Nijmegen, 2021.
— Brief Bestuur Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond aan Van Rossum, 1920, Archivalia W.M. van Rossum, Katholiek Documentatiecentrum Nijmegen.

Suggestie doorgeven

1975: Luc Schepens (pdf)

1998: Robrecht Boudens

2023: Brian Heffernan

Inhoudstafel