De Ridder, Alfons

Persoon
Matthijs de Ridder (2023)

Alfons de Ridder (1882-1960) verwierf als schrijver grote bekendheid onder het pseudoniem Willem Elsschot. Tijdens zijn school- en studiejaren was hij lid van diverse Vlaamse culturele verenigingen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog stelde hij zich grotendeels loyaal op, al tekende hij een aantal activistische pamfletten. Nadat Elsschot in zijn romans scherpe analyses had gemaakt van de Vlaamse gemeenschapsvorming verbaasde hij na de Tweede Wereldoorlog vriend en vijand met een lofdicht op August Borms.

Volledige voornaam
Alfons Jozef
Pseudoniem
Willem Elsschot
Geboorte
Antwerpen, 7 mei 1882
Overlijden
Antwerpen, 31 mei 1960
Leestijd: 8 minuten

Alfons de Ridder werd geboren in de Antwerpse De Keyserlei en groeide op in en rond de bakkerij van zijn vader. Hij bezocht het Koninklijk Atheneum van Antwerpen waar hij onder meer les kreeg van Pol de Mont De Mont, Pol
Pol de Mont (1857-1931) was een dichter, essayist, folklorist, journalist, kunstcriticus en redenaar. In al zijn activiteiten gaf hij de Vlaamse strijd absolute prioriteit. Decennialang w... Lees meer
en de in zijn ogen voorbeeldig Nederlands sprekende Maastrichtenaar Engelbert de Chateleux. Hoewel De Ridder een middelmatige leerling was, die vooral moeite had met het Frans en de vakken die in deze taal gegeven werden, werd hij gegrepen door de Nederlandstalige literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
. Onder invloed van Pol de Mont begon hij zich ook te interesseren voor de taalkwestie. Zo streefde hij al vroeg naar een zo zuiver mogelijk gebruik van zijn moedertaal. In 1898 werd hij enthousiast lid van de leesclub Flandria, opgericht door zijn vriend Ary Delen Delen, Ary
Ary Delen, kunsthistoricus en dichter, werkte bij Museum Plantin-Moretus, was conservator van het Stedelijk Prentenkabinet, het Rubenianum en hoofdconservator van het Koninklijk Museum vo... Lees meer
. Doel van de vereniging was om een bibliotheek van Nederlandstalige literatuur op te bouwen en deze werken gezamenlijk te lezen. De onvrede met het curriculum van het atheneum, waarin het Frans nog altijd dominant was leidde af en toe tot baldadige acties. Zo schilderde De Ridder eens de leus ‘In Vlaanderen Vlaamsch’ op de vloer van de turnzaal van de school.

De Ridder mislukte op het atheneum. Zijn vader trok zijn handen van hem af en dus was de opstandige jongeling met dichterlijke ambities verplicht om allerhande baantjes aan te nemen. De Ridder lonkte tegelijkertijd naar een loopbaan in de literatuur, maar had geen moment de illusie dat dit ook een maatschappelijke carrière zou kunnen zijn. Hij was amper zeventien toen Ary Delen hem introduceerde in De Kapel De Kapel
De Kapel (1890-?) was een vergaderplaats in Antwerpen van Vlaamsgezinde jongeren. Er vonden kunstavonden, lezingen en vormingscycli plaats. Lees meer
, een kring van kunstenaars en anarchisten, onder aanvoering van Frans Franck. De Kapel nodigde regelmatig sprekers uit variërende van August Vermeylen Vermeylen, August
August Vermeylen (1872-1945) was een schrijver, literatuur- en kunsthistoricus, en socialistisch senator. In het tijdschrift Van Nu en Straks, waarvan hij de leiding had, publiceerde hij ... Lees meer
en Emile Verhaeren Verhaeren, Emile
Emile Verhaeren (1855-1916) was een Vlaams-Belgische Franstalige auteur die zich als dichter onderscheidde door de sociale inslag van zijn poëzie, maar als poète flamand beroemde hij zic... Lees meer
, tot Frederik van Eeden en Ferdinand Domela Nieuwenhuis. In De Kapel ontstonden twee tijdschriften, Ontwaking Ontwaking
Ontwaking (1896-1910) was een anarchistisch tijdschrift dat sympathiseerde met de Vlaamse beweging. Het blad kwam op voor de Vlaamse taal en de ‘in het volk gewortelde’ Vlaamse literatuur... Lees meer
, waarin de meer politieke anarchisten zich verzamelden, en De Alvoorder De Alvoorder
Tweemaandelijks letterkundig tijdschrift (oktober 1900 – oktober 1901) waarin werk van jonge schrijvers werd gepubliceerd. Lees meer
dat de dichters, prozaïsten en schilders aantrok. In 1900 debuteerde De Ridder hier onder zijn eigen naam met twee tamelijk traditionele gedichten. De Ridder verwierf snel een reputatie als begenadigd dichter in de redactie van De Alvoorder, waarvan verder onder meer ook Ary Delen, Lode Baekelmans Baekelmans, Lode
Lode Baekelmans (1879-1965) was een Antwerpse schrijver en bibliothecaris. In 1933 werd hij de eerste conservator van het Museum van de Vlaamsche Letterkunde, nu het Letterenhuis, en werd... Lees meer
, Walter Vaes en Karel van den Oever Van den Oever, Karel
Karel Van den Oever (1879-1926) was de bezieler van het tijdschrift Vlaamsche Arbeid. Hij toonde zich in zijn literair proza een katholieke en strijdende flamingant. Lees meer
deel uitmaakten.

Studie en eerste stappen in de zakenwereld

Een ongepland vaderschap noopte De Ridder rond diezelfde tijd om zijn studie op te pikken. Hij blokte een jaar lang om in Brussel examen af te leggen voor de jury central en slaagde vervolgens voor het ingangsexamen van het Hooger Handelsgesticht in Antwerpen. Hier werd De Ridder in 1901 lid van de Nederlandsche Studentenkring Nederlandse Studentenkring
De Nederlandse Studentenkring (1884-1965) ontstond aan het Hooger Handelsgesticht in Antwerpen. In 1965 werd het omgevormd tot de faculteitskring van toegepaste economische wetenschappen ... Lees meer
(NSK), de flamingantische en grotendeels vrijzinnige tegenhanger van de Cercle Général des Étudiants de l’Institut supérieur de Commerce d’Anvers. De relatief kleine NSK had historisch gezien sterke banden met de Vlaamsche Kring Vlaamsche Kring (Antwerpen)
De Vlaamsche kring (1885) was een Vlaamsgezind en vrijzinnig genootschap van atheneumleerlingen van Antwerpen. In 1901 hield de kring op te bestaan. In 1916 herrees een activistische opv... Lees meer
, de Vlaamse leerlingenvereniging van het Koninklijk Atheneum. In de jaren 1890 waren de leden van de ene vereniging automatisch lid van de andere. Op die manier konden Marten Rudelsheim Rudelsheim, Marten
Marten Rudelsheim (1873-1920) was een progressief-liberale flamingant die tijdens de Eerste Wereldoorlog koos voor het activisme. Lees meer
en Pieter Tack Tack, Pieter
De vrijzinnige flamingant Pieter Tack (1870-1943) was tijdens de Eerste Wereldoorlog een van de leidende figuren van het activisme, onder andere als voorzitter van de Raad van Vlaanderen ... Lees meer
, die geen van beiden ooit aan het Handelsgesticht hebben gestudeerd, hun stempel drukken op de politieke uitgangspunten van de vereniging. Artikel 1 van de statuten luidde: ‘Politiek en taalstrijd zijn doel van ons streven’. Dit streven vertaalde zich vooral in het ijveren voor het gebruik van het Nederlands in het hoger onderwijs in het algemeen en in het Hooger Handelsgesticht in het bijzonder. Toch lijkt de NSK in de periode 1901-1904, toen De Ridder lid was, voornamelijk een gezelligheidsvereniging geweest te zijn. De Ridder mengde zich enthousiast in de drank- en zangavonden en breidde en passant het liederenrepertoire van de NSK uit. Ook na zijn studietijd bleef hij betrokken bij de vereniging. In 1910 nam De Ridder bijvoorbeeld deel aan het congres dat de NSK organiseerde ter gelegenheid van het vijfentwintigjarig bestaan. Partijpolitiek was op deze bijeenkomst volgens een circulaire uit den boze, maar naar aanleiding van de eerste, nog zeer voorzichtige stappen in de richting van de gedeeltelijke vernederlandsing van het curriculum van het Hooger Handelsgesticht, werden er grootse Vlaamse en Groot-Nederlandse Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
vergezichten geschilderd.

Na het Hooger Handelsgesticht met succes te hebben doorlopen, werkte De Ridder jarenlang in tal van bedrijven in binnen- en buitenland. Hij was onder meer secretaris van een Argentijnse zakenman in Parijs, klerk op een scheepswerf in Rotterdam en later boekhouder in een gelatine- en lijmfabriek in Brussel. In Brussel raakte hij ook betrokken bij het advertentieblad La Revue Générale, dat later model zou staan voor het Algemeen Wereldtijdschrift in de roman Lijmen (1924). Hoewel De Ridder af en toe nog wel wat gedichten publiceerde, stond zijn literaire loopbaan op een laag pitje. Pas toen hij op aandringen van Anna van der Tak, een Rotterdamse vriendin, zijn kleurrijke belevenissen op papier begon te zetten, vond hij zijn werkelijke genre: de korte roman, geschreven in een voor de tijd uiterst heldere en ironische stijl. Villa des roses (1913) de eerste tekst die hij onder het pseudoniem Willem Elsschot publiceerde, viel in beperkte kring op, maar echte literaire roem vergaarde hij voor de Eerste Wereldoorlog nog niet.

Tussen activisme en loyaal flamingantisme

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
was De Ridder weer in Antwerpen. In de loop van 1915 werd hij secretaris van het Provinciaal Oogstbureel, een onderafdeling van het Provinciaal Hulpkomiteit van Antwerpen. De dienst reguleerde de inkoop van graan en andere voedselproducten. Politiek stelde De Ridder zich tijdens de oorlog loyaal op, al tekende hij op 30 december 1915 de steunbetuiging voor René de Clercq De Clercq, René
Lees meer
en Antoon Jacob Jacob, Antoon
Antoon Jacob (1889-1947) was een atheneumleraar en later hoogleraar in Hamburg en Gent. Hij was actief bij activistische tijdschriften, nadien in de amnestiebeweging en later de culturele... Lees meer
, die naar aanleiding van het Bussumer Telegram Bussumer Telegram
Het Bussumer Telegram was een motie opgesteld door René de Clercq, gericht aan koning Albert I en verzonden op 11 juli 1915. Daarin werd aan de vorst gevraagd om ‘Vlaanderens volkomen gee... Lees meer
uit hun staatsbetrekking waren ontslagen. Net als honderden anderen toonde De Ridder zich geschokt door de onverzoenlijke houding van de regering, al verschool hij zich achter zijn pseudoniem Willem Elsschot. Dat was anders aan het eind van de oorlog toen hij in januari 1918 met zijn volledige naam een pamflet ondertekende waarin tientallen schrijvers, kunstenaars en wetenschappers protesteerden tegen de door de activistische Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
Raad van Vlaanderen Raad van Vlaanderen (1917-1918)
De Raad van Vlaanderen (1917-1918) was een activistisch marionettenparlement tijdens de Eerste Wereldoorlog, dat onderdeel was van de Duitse plannen om in Vlaanderen een blijvende invloed... Lees meer
uitgeroepen bestuurlijke scheiding van België.

De Ridder was tijdens de Eerste Wereldoorlog het toonbeeld van de loyale flamingant, die zijn bedenkingen tegen de Belgische staat ondergeschikt maakte aan de trouw aan zijn vaderland. Dat hij wel degelijk bedenkingen had bij de positie die de Nederlandstaligen in België toebedeeld kregen, bleek meteen na de oorlog toen hij als Antwerpse correspondent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant reportages maakte over het naoorlogse leven in de Scheldestad. In zijn kenmerkende ironische stijl fileerde hij ‘de toestand der Vlamingen’. Op een zelfde, onderkoelde manier verwerkte De Ridder het naoorlogse Vlaamse ongenoegen in zijn gedaante van Willem Elsschot in zijn roman Lijmen (1924). Behalve als een verhaal over een rücksichtsloze zakenman die er genoegen in schept zijn medemens op te lichten, is deze roman ook te lezen als een humoristische satire waarin twee Vlaamse ondernemers de Belgische staat en zijn handlangers bestrijden met de eigen, kapitalistische wapens. Het gaat verkeerd als deze Boorman en Laarmans even niet goed opletten en met de arme mevrouw Lauwereyssens iemand van de eigen gemeenschap ‘lijmen’.

Literaire canonisering

De definitieve doorbraak van Elsschot kwam er in de jaren 1930 toen de Nederlandse critici Jan Greshoff en Menno ter Braak de Antwerpse schrijver aanwezen als voorloper van een nieuwe stroming die de ‘nieuwe zakelijkheid’ werd genoemd. Elsschot werd omarmd door het invloedrijke Nederlands-Vlaamse tijdschrift Forum, waarin in 1933 zijn roman Kaas verscheen. In hun kritieken legden Greshoff en Ter Braak grote nadruk op de algemeen-Nederlandse en zelfs universele kwaliteiten van Elsschot, waardoor zijn bijdrage aan de analyse van de moeizame Vlaamse gemeenschapsvorming naar de achtergrond verdween. Dat is ook meteen de reden waarom Ter Braak Het been (1938), het vervolg op Lijmen dat Elsschot op zijn aandringen had geschreven, niet begreep. In dit boek probeert Boorman koste wat kost in het reine te komen met ‘moeder’ Lauwereyssens, hetgeen onbegrijpelijk is voor de wolf die Ter Braak in Boorman had gelezen, maar volstrekt begrijpelijk voor de flamingant die hij óók is.

Mede door de manier waarop Elsschot in de loop van de jaren 1930 gecanoniseerd raakte in de Nederlandstalige letteren als een universele, haast apolitieke schrijver, reageerde de literaire wereld na de Tweede Wereldoorlog verbaasd op Elsschots huldegedicht ‘Aan Borms’. Elsschot was in 1947 in de pen gekropen naar aanleiding van de executie van August Borms Borms, August
August Borms (1878-1946) speelde een prominente rol in de activistische collaboratie tijdens de Eerste Wereldoorlog en groeide nadien uit tot hét symbool van de amnestiebeweging, die een ... Lees meer
. Het gedicht, waaraan hij gedurende twee maanden in meer dan tien versies schaafde, lijkt naar inhoud en vorm gemodelleerd te zijn naar de Bormsgedichten uit de jaren 1920, toen de Vlaamse voorman nog in de gevangenis zat en onder de handen van menig dichter uitgroeide tot een martelaar die door de hartvochtige staat vanwege zijn idealen in de kerker was gegooid. Ook bij Elsschot is Borms een ‘dappere’ eenling die zich verzet tegen de ‘oude tyrannie’ die erop uit is het ‘lijdzaam volk’ te knechten. Dit oude beeld van Borms was echter hopeloos ingehaald door de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
. Elsschot oogstte met dit gedicht enerzijds verbazing, onder meer bij Louis Paul Boon Boon, Louis Paul
In zijn streven naar zelfontwikkeling omarmde Louis Paul Boon (1912-1979) begin jaren 1930 de radicaal-linkse strekking binnen de Vlaamse beweging. Zijn ideaal – een republiek van vrije V... Lees meer
die niet instemde met het voornemen om het lofdicht aan hem op te dragen. Toch toonden Gerard Walschap Walschap, Gerard
Gerard Walschap (1898-1989) was een Vlaamse auteur. Lees meer
en Maurice Gilliams begrip voor het sentiment dat erin vervat zat. Hun positieve beoordeling woog echter niet op tegen de afwijzingen van de meeste andere leden van de redactie van het Nieuw Vlaams Tijdschrift. Het gedicht bleef ongepubliceerd tot het satirische Vlaams-nationalistische tijdschrift Rommelpot Rommelpot
Lees meer
in april 1949 een vroege versie publiceerde onder de mystificatie ‘Willem’, een maand later gevolgd door de publicatie van een iets latere versie onder Elsschots volledige naam in De Voorpost. De publicatie deed Elsschots naam geen goed. Toch zou hij het gedicht en het erin vervatte flamingantisme nooit verloochenen. In 1957 gaf Elsschot de finale versie van het gedicht dat inmiddels ‘Borms’ heette een plek in zijn Verzameld werk.

Literatuur

— M. Somers, Het Borms-gedicht van Willem Elsschot en het Nieuw Vlaams Tijdschrift, in: Vlaanderen, jg. 45, 1996, nr. 263, november-december, pp. 268-273.
— L. van Dijck, “De Voorpost”, een nieuwe episode in het Elsschot-Bormsverhaal, in: Zacht Lawijd, jg. 1, 2001, nr. 1, oktober, pp. 40-57.
— M. de Ridder, Aan Borms. Willem Elsschot een politiek schrijver, Antwerpen, 2007.
— V. van de Reijt, Elsschot. Leven en werken van Alfons de Ridder, Amsterdam, 2011.

Suggestie doorgeven

1973: Raymond Vervliet (pdf)

1998: Raymond Vervliet

2023: Matthijs de Ridder

Databanken

Inhoudstafel