Gerlo, Aloïs

Persoon
Nico Van Campenhout (2024, herwerking), Adriaan Verhulst (1998)

Aloïs Gerlo (1915-1998) was een Vlaamsgezinde communist en later socialist, die tijdens de jaren 1960 en 1970 een leidinggevende rol vertolkte in de niet-partijpolitieke Vlaamse beweging en die van 1969 tot 1974 de eerste rector was van de Vrije Universiteit Brussel, waarvan hij de totstandkoming in belangrijke mate mee mogelijk had gemaakt.

Geboorte
Middelburg, 29 januari 1915
Overlijden
Grembergen, 3 september 1998
Leestijd: 10 minuten

Aloïs Gerlo was de jongste van vijf uit een liberaal georiënteerd gezin in het Oost-Vlaamse Scheldedorp Baasrode. Zijn vader was huisschilder, glazenmaker en behanger, zijn moeder naaister; beiden waren artistiek begaafd.

Na de eerste vier jaren van het lager onderwijs in de gemeenteschool van zijn geboortedorp Baasrode te hebben gevolgd, stapte Gerlo – na een passage van drie maanden in een kostschool in Boom – over naar de rijksmiddelbare school van Dendermonde. De hoogste drie jaren van de middelbare school doorliep hij in het atheneum van Gent.

Studie en ontluikend professioneel en academisch leven

Vervolgens studeerde Gerlo klassieke filologie aan de Gentse universiteit, waar hij in 1936 het diploma van licentiaat behaalde en in 1938 promoveerde tot doctor. Ondertussen werkte hij vanaf 1937 als studiemeester-opvoeder, leraar en waarnemend prefect in de athenea van Ronse, Oostende en Vilvoorde. Deze loopbaan in het middelbaar onderwijs Middelbaar onderwijs
De geschiedenis van het middelbaar onderwijs is nauw verweven met die van de Vlaamse beweging. Tot diep in de 20ste eeuw bleef de middelbare school een grotendeels Franstalig bastion van ... Lees meer
onderbrak hij in 1938-1939, toen hij onmiddellijk na zijn huwelijk met een reisbeurs een jaar studeerde aan de Sorbonne-universiteit, de Ecole Pratique des Hautes Etudes en het Collège de France in Parijs. In 1941 behaalde hij aan de Université Libre de Bruxelles (ULB) het kandidaatsdiploma Slavische filologie.

Vanaf 1941 was Gerlo leraar aan de nieuw opgerichte Nederlandstalige afdeling van het atheneum van Etterbeek, een functie die hij behield toen hij in 1947 in een deeltijdse leeropdracht werd aangesteld aan de ULB, waar de colleges in de faculteit letteren en wijsbegeerte werden ontdubbeld en er voortaan ook cursussen in het Nederlands werden gegeven. Met ingang van het academiejaar 1956-1957 werd Gerlo er voltijds docent en later gewoon hoogleraar. Van 1956 tot 1960 vervulde hij een deeltijdse lesopdracht didactiek voor het middelbaar onderwijs aan de Rijkshandelshogeschool in Antwerpen en vanaf 1960 doceerde hij dat vak aan de Gentse rijksuniversiteit.

Gerlo’s wetenschappelijk werk, waarvoor hij in 1980 een eredoctoraat ontving van zijn Gentse alma mater, betrof vooral het humanisme in de Nederlanden tijdens de 16de en de 17de eeuw en in het bijzonder Desiderius Erasmus (ca. 1466/1469-1536), Filips van Marnix van Sint-Aldegonde (1540-1598) en Justus Lipsius (1547-1606).

Van de socialistische naar de communistische partij en terug

Na zijn Gentse studietijd sloot Gerlo, die in Parijs kennis had gemaakt met het marxisme, zich in zijn woonplaats Baasrode aan bij de plaatselijke afdeling van de Belgische Werkliedenpartij Belgische Werkliedenpartij
Lees meer
(BWP). Toen voorzitter Hendrik de Man De Man, Hendrik
Lees meer
met zijn manifest van 28 juni 1940 de partij ontbond, trad Gerlo kort daarna toe tot de Kommunistische Partij (KP).

Nog vóór de Duitse inval in de Sovjet-Unie stichtte hij in zijn woonplaats Vilvoorde in mei 1941 een afdeling van de sterk communistisch gekleurde verzetsorganisatie Onafhankelijkheidsfront (OF), sloot hij zich aan bij het gewapende verzet Verzet
Het georganiseerde verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Vlaamse provincies was doorgaans altijd Belgisch verzet: zowel op het vlak van de ideologische oriëntatie, de motieven en he... Lees meer
en trad hij toe tot de redactie van het OF-sluikblad Vrijheid. Nadat hij in februari 1944 was ondergedoken, werd Gerlo in mei van dat jaar aangesteld als nationaal adjunct-secretaris van het OF en op 4 september daaropvolgend tot nationaal secretaris voor Vlaanderen. Hij werd belast met het toezicht op de pers van het OF, onder meer op het weekblad Front, waarvan hij tot de opheffing in 1951 hoofdredacteur was.

Van 27 september 1944 tot diens ontslag op 16 november van dat jaar was Gerlo kabinetschef van Fernand Demany (1904-1977), de algemeen secretaris van het OF, die namens de KP minister zonder portefeuille was in de eerste naoorlogse regering. Op het congres van het OF van 18 februari 1945 werd Gerlo verkozen tot nationaal secretaris, maar al een week later nam hij ontslag omdat werd geoordeeld dat – met hem inbegrepen – vijf communisten aan het hoofd ervan de perceptie dat het OF communistisch was alleen maar leek te worden bevestigd.

Nadat hij van maart tot december 1945 in Berlijn een missie om vermiste Belgen op te sporen had volbracht in opdracht van het door de voormalige eerste minister Paul van Zeeland Van Zeeland, Paul
Toen hoogleraar en bankier Paul van Zeeland (1893-1973) tussen 1935 en 1937 aan het hoofd stond van de Belgische regering, werden onder andere de taalwet in rechtszaken en een amnestiewet... Lees meer
geleide Commissariaat voor de Repatriëring, nam Gerlo tot februari 1946 het hoofdredacteurschap op zich van de communistische partijkrant De Rode Vaan De Rode Vaan
Lees meer
. Van 1947 tot 1949 was hij communistisch gemeenteraadslid in Vilvoorde, waar hij zijn domicilie had, hoewel hij sinds 1945 eigenlijk in Schaarbeek woonde.

Tijdens het eerste decennium na de Tweede Wereldoorlog was Gerlo lid van het centraal comité van de KP en was hij actief in de communistisch geïnspireerde internationale vredesbeweging. Nadat hij de voorgaande jaren meer en meer was gaan twijfelen aan zijn communistische overtuiging en engagement, vormden onthullingen in februari 1956 van de Russische communistische partijleider Nikita Chroestjov (1894-1971) over de massaslachtingen en de andere misdaden van zijn voorganger Jozef Stalin (1878-1953), gevolgd door de militaire onderdrukking van de opstand tegen het door de Sovjetunie gecontroleerde communistische regime in Hongarije in oktober en november van dat jaar, voor Gerlo de aanleiding om de KP te verlaten. Hij stapte onmiddellijk over naar de Belgische Socialistische Partij (BSP). Of er tussen zijn keuze voor de BSP en de uitbreiding tot een voltijdse baan van zijn job aan de ULB enig verband was, zoals werd gesuggereerd, blijft vooralsnog onduidelijk.

Flamingant

Ondertussen was Gerlo tijdens in de jaren 1930 Vlaamsgezind geworden tijdens zijn studies in Gent. Aan het atheneum was hij lid was van de Heremans' Zonen Heremans' zonen
De Heremans’ Zonen was van bij de oprichting in 1884 tot haar wegdeemsteren in de late jaren 1930 een vereniging die leerlingen van het Gentse atheneum en later ook andere scholieren lite... Lees meer
en aan de universiteit engageerde hij zich in ’t Zal Wel Gaan 't Zal Wel Gaan
Lees meer
en het overkoepelende Gentsch Studentencorps Hou ende Trou Gentsch Studentencorps Hou ende Trou
Hou ende Trou – officieel het Gentsch Studentencorps Hou ende Trou (GSC) – was de overkoepelende studentenvereniging aan de door de Duitse bezetter vernederlandste Gentse universiteit (19... Lees meer
. Al in de eerste jaren na de Bevrijding in 1944 pleitte hij meermaals en heel expliciet voor federalisme Federalisme
Sinds het begin van de 20ste eeuw behoort federalisme tot het programma van eerst de Waalse en vervolgens ook de Vlaamse beweging. Vanaf 1970 is de transformatie van België van unitaire t... Lees meer
en voor meer aandacht voor de sociaaleconomische dimensie van de Vlaamse beweging. Van bij de oprichting in 1952 werkte hij ook mee met de Stichting Lodewijk de Raet Stichting Lodewijk De Raet
De Stichting Lodewijk de Raet is een vormingsinstelling die in 1952 werd opgericht vanuit een Vlaamse, democratische, emancipatorische en pluralistische maatschappijopvatting en die – zij... Lees meer
.

In 1964 richtte Gerlo mee de Vereniging van Vlaamse Professoren Vereniging van Vlaamse Professoren
De Vereniging van Vlaamse Professoren (1964-1970) was een drukkingsgroep aan de Nederlandstalige universiteiten. Doel was om de Vlaamse belangen in het universitaire onderwijs en het wete... Lees meer
(VVP) op, waarvan hij aanvankelijk secretaris en later voorzitter was. De VVP was een van de stuwende krachten achter de splitsing van de Leuvense en de Brusselse universiteit, die respectievelijk in 1968 en 1969 werden doorgevoerd. In november 1966 volgde Gerlo Achilles Mussche Mussche, Achilles
Achilles Mussche (1896-1974) was een socialistisch en flamingantisch geïnspireerde leraar en dichter, die zich in zijn jonge jaren engageerde in het activisme en begin jaren 1920 mee aan ... Lees meer
op als voorzitter van het August Vermeylenfonds August Vermeylenfonds
Het August Vermeylenfonds, opgericht in 1945 door Vlaamse socialisten, beoogde de versmelting van socialistische en Vlaamse idealen. In de jaren 1960 en 1970, onder leiding van Gerlo, koo... Lees meer
, waarvan hij kort na de oprichting in 1945 lid was geworden. Vanuit die hoedanigheid was hij in 1972-1973 en 1976-1977 voorzitter van het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen
Het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen (OVV) werd officieel opgericht op 13 mei 1966 en overkoepelt een hele reeks Vlaamsgezinde organisaties en verenigingen van uiteenlopende (ideol... Lees meer
(OVV). Gerlo had een belangrijk aandeel in de 5 november-betoging van het flamingantische middenveld in Antwerpen in 1967, die op instigatie van hem de uitbouw van de Nederlandstalige cursussen aan de ULB tot een autonome Vlaamse universiteit in haar eisenpakket opnam (zie Hoger onderwijs in Brussel Hoger onderwijs in Brussel
De Vrije Universiteit Brussel (VUB) is ontstaan uit de splitsing van de oudere ULB. Deze laatste werd opgericht kort na de Belgische onafhankelijkheid door vrijzinnige kringen uit vrees v... Lees meer
).

Eerste rector van de Vrije Universiteit Brussel

Nadat de raad van bestuur van de ULB op 20 juni 1968 het beginsel van twee autonome structuren had aanvaard en Gerlo het Vlaamse personeel ertoe had kunnen brengen zich uit te spreken voor twee volstrekt autonome universiteiten in plaats van voor één universiteit met twee ondergeschikte entiteiten, werd hij op 26 maart 1969 aangesteld als ondervoorzitter van een tijdelijke Nederlandstalige raad van beheer in de schoot van een bestuurlijke overgangsraad van de universiteit. Op 2 juli van dat jaar werd hij verkozen tot eerste rector van de geheel verzelfstandigde Vrije Universiteit Brussel (VUB). In die functie werd hij herkozen in juli 1970 en nogmaals in juli 1972. Hij bleef rector tot 30 september 1974. Van bij het begin in het midden van de jaren 1960 had Gerlo zich in woord en geschrift intussen fel afgezet tegen de studentencontestatie, die zich in Brussel – zoals elders in de Westerse wereld – manifesteerde en toonde hij zich een scherpe tegenstander van inspraak van studenten in het bestuur van de universiteiten (zie Studentenbeweging in Brussel Studentenbeweging in Brussel
De studentenbeweging in Brussel startte in 1856 met de oprichting van het Nederduitsch Taalminnend Genootschap Schild en Vriend aan de Université Libre de Bruxelles (ULB). Na vele heropri... Lees meer
). Hij dreigde in dat verband zelfs even met ontslag als rector.

Van 1974 tot 1998

In 1974 speelde Gerlo een prominente rol bij de organisatie van de flamingantische betoging van het OVV in Halle op 24 november en in de redactie van het manifest dat naar aanleiding daarvan werd uitgegeven, onder andere met betrekking tot de taalsituatie in Vlaams-Brabant Vlaams-Brabant
De naam van de provincie Brabant herinnert aan het vroegere gelijknamige hertogdom, dat tijdens de Middeleeuwen vorm had gekregen en waarvan het noordelijke deel een belangrijke rol speel... Lees meer
. In 1976 schaarde het OVV zich unaniem achter het tweeledig federalisme, dat Gerlo de voorbije decennia had bepleit.

In 1977 ging hij – mits het inschrijvingsrecht voor Franstaligen uit de Vlaamse rand Vlaamse Rand
De Vlaamse Rand omvat de negentien gemeenten grenzend aan Brussel of aan een faciliteitengemeente. De relatie tot Brussel leidt er tot specifieke uitdagingen. Lees meer
in Brussel bij verkiezingen Verkiezingen
Lees meer
uitdovend zou worden gemaakt – akkoord met de hervorming van de Belgische staat op basis van het Egmontpact Gemeenschapspact
Het Egmontpact of Egmontakkoord maakt samen met de Stuyvenbergakkoorden deel uit van het zogenaamde Gemeenschapspact, dat de definitieve pacificatie van de communautaire problemen tot doe... Lees meer
. Dat compromis was door de Belgische regering van christendemocraten en socialisten, aangevuld met de Volksunie Volksunie
Tussen 1954 en 2001 bepaalde de Volksunie (VU) als Vlaams-nationalistische partij mee de politieke evolutie in België, van unitaire staat tot federaal koninkrijk. Ze groeide uit tot de tw... Lees meer
(VU) en het Front Démocratique des Francophones Démocrate féderaliste indépendant
Lees meer
(FDF), overeengekomen maar zou uiteindelijk niet worden gerealiseerd. Dat was onder meer een gevolg van de acties van het Anti-Egmontkomitee Anti-Egmontkomitee
Het Anti-Egmontkomitee verenigde een 50-tal niet-partijpolitieke Vlaamse verenigingen in hun verzet tegen het Egmontpact. De uitgeoefende druk lag aan de basis van de val van de regering-... Lees meer
, dat buiten Gerlo om was opgericht door de andere hoofdbestuursleden van het OVV, die zijn standpunt in deze aangelegenheid niet deelden. Vervolgens nam hij op 18 juli 1977 ontslag als voorzitter van het OVV. Op 29 november 1979 stapte hij ook op als voorzitter van het Vermeylenfonds, na onenigheid binnen het bestuur over de plaatsing van Amerikaanse kruisraketten in België en een aantal andere West-Europese landen en over het al dan niet toetreden van het Vlaamsgezinde socialistische cultuurfonds tot de Unie van Vrijzinnige Verenigingen (UVV). Een jaar later verliet hij ook de Socialistische Partij (SP), de opvolger van de BSP, waarvan hij een kwarteeuw lid was geweest.

Gerlo, die – na Vilvoorde – in Schaarbeek woonde en later in Sint-Pieters-Leeuw, was sterk vertrouwd met de taalverhoudingen in Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
en het Brusselse. In 1964 richtte hij mee het Verbond van Vriendenkringen der Rijksscholen van het arrondissement Brussel op, waarvan hij voorzitter werd en in 1967 was hij in de hoofdstad medestichter van het pluralistische Vlaams Onderwijscentrum Vlaams Onderwijscentrum Brussel
Het Vlaams Onderwijscentrum (VOC) werd opgericht in 1967 om het Nederlandstalig onderwijs in Brussel te bevorderen en promoten. Initiatiefnemers waren o.a. Lode Craeybeckx en Hendrik Faya... Lees meer
(VOC). Ter gelegenheid van het tienjarige bestaan van het OVV in 1976 redigeerde hij als voorzitter een tekst over het statuut van Brussel in een gefederaliseerd België, die door acht gerenommeerde Vlaamse schrijvers met uiteenlopende ideologische achtergronden werd ondertekend en de geschiedenis inging als de Oproep van de acht. Eén van hen was Louis Paul Boon Boon, Louis Paul
In zijn streven naar zelfontwikkeling omarmde Louis Paul Boon (1912-1979) begin jaren 1930 de radicaal-linkse strekking binnen de Vlaamse beweging. Zijn ideaal – een republiek van vrije V... Lees meer
, die met Gerlo bevriend was sinds zij onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog allebei begonnen te werken voor Front en De Rode Vaan.

Voor zijn inzet in de Vlaamse beweging en ten behoeve van de Nederlandse cultuur ontving Gerlo onder meer de Visser-Neerlandiaprijs (1971), de Orde van de Vlaamse Leeuw (1977) en de Joost van den Vondelprijs (1977).

In de jaren 1980 en 1990 ontplooide Gerlo – nog meer dan vroeger – een intense activiteit als auteur van opiniestukken in kranten en tijdschriften, waarbij hij fulmineerde tegen zowat alles in de maatschappij dat niet evolueerde zoals hij het graag wilde, en dat was nogal wat. Hij was inmiddels een partijloze intellectueel, die zich wel dikwijls uitsprak over ontwikkelingen in de Vlaamse beweging en de communautaire toestanden in België, maar die niet meer bij organisaties en verenigingen betrokken was.

Twintig bijdragen over de Vlaamse beweging die Gerlo tussen 1945 en 1965 publiceerde werden in 1966 gebundeld in het boek De Vlaamse Beweging op nieuwe banen. Verzamelde opstellen. ‘Socialist zijn is voor mij tevens flamingant zijn, en andersom’, zo noteerde hij in de inleiding ervan. In een vervolg op deze bundel, Kroniek van de Vlaamse Beweging 1965-1980 uit 1988, werden zijn stukken en toespraken betreffende dat thema uit die periode samengebracht. Zijn persoonlijke en vooral publieke herinneringen spreidde hij over drie publicaties: Dagboek van een scholier. Koninklijk Atheneum Gent 1929-1932 (1988), Noch hoveling, noch gunsteling. Een levensverhaal (1989) en Universitaire kroniek (1962-1985). Een nieuwe Vlaamse universiteit te Brussel en andere universitaire problemen (1992).

Werken

De Vlaamse Beweging op nieuwe banen. Verzamelde opstellen, 1966.
Dagboek van een scholier. Koninklijk Atheneum Gent 1929-1932, 1988.
Kroniek van de Vlaamse Beweging, 1988.
Noch hoveling, noch gunsteling. Een levensverhaal, 1989.
Universitaire kroniek, 1992.

Literatuur

– R. de Smet, Bibliografie van Aloïs Gerlo, 1985.
– A. Verhulst, De autobiografie van Aloïs Gerlo, in: De Vlaamse Gids, 1990, nr. 1, pp. 8-10.
– E. de Maesschalck, Aloïs Gerlo, in: Ten huize van…, 1991, pp. 67-97.
– E. Witte en J. Tyssens (red.), De Tuin van Akademos. Studies naar aanleiding van de vijfentwintigste verjaardag van de Vrije Universiteit Brussel, 1995.
– C. Laporte, Il fût le premier recteur de la VUB. Aloïs Gerlo, un laïque au panthéon flamand, in: Le Soir, 5 september 1998.
– F. Hermans, Rector met ijzeren hand mag rusten, in: De Standaard, 5 september 1998.
– KoV, De communist die naar rechts zwenkte is niet meer. Eerste VUB-rector Aloïs Gerlo overleden, in: De Morgen, 5 september 1998.

Suggestie doorgeven

1973: Frans De Pauw (pdf)

1998: Adriaan Verhulst

2024: Nico Van Campenhout

Databanken

Inhoudstafel