Spinoy, Erik

Persoon

Erik Spinoy (1960) introduceerde samen met Dirk van Bastelaere het postmodernisme in de Vlaamse literatuur. Hij schreef tot nu toe acht dichtbundels. In zijn academische publicaties legt Spinoy zich toe op discoursanalyse en ideologiekritiek.

Geboorte
Aalst, 22 mei 1960
Leestijd: 3 minuten

Erik Spinoy werd geboren op 22 mei 1960 in Aalst. Zijn middelbare school doorliep hij te Sint-Niklaas, waar hij in dezelfde klas zat als de latere dichter Dirk van Bastelaere Van Bastelaere, Dirk
Dirk van Bastelaere (1960) wordt, samen met Erik Spinoy, gezien als de voorman van het Vlaamse postmodernisme. Hij publiceerde meerdere dichtbundels en essays. Na zijn literaire carrière ... Lees meer
en les kreeg van priester-dichter en vertaler Anton van Wilderode Coupé, Cyriel
Cyriel Coupé (1918-1998), beter bekend onder zijn pseudoniem Anton van Wilderode, was priester, auteur, dichter en classicus. Lees meer
. Hij studeerde Germaanse filologie aan de KU Leuven, waar hij van 1987-1994 assistent was en promoveerde op een studie over Paul van Ostaijens Van Ostaijen, Paul
Paul van Ostaijen (1896-1928) was een schrijver die met zijn poëzie, proza en kritische werk grote invloed heeft uitgeoefend op de Nederlandstalige literatuur. Zijn zoektocht naar een nie... Lees meer
poëzie in het licht van het verhevene. Daarna werd hij docent en hoogleraar Nederlandse literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
aan de Université de Liège. Hij is de auteur van acht dichtbundels, twee essays in boekvorm over poëzie en vele literatuurwetenschappelijke artikelen.

Samen met Van Bastelaere richtte Spinoy het tijdschrift R.I.P. (1982-1983) op, waarin het postmodernisme geïntroduceerd werd in de Vlaamse literatuur. Ook met Van Bastelaere publiceerde hij in 1985 de duobundel Golden Boys, en in 1987 Twist met ons, een bloemlezing waarin naast beiden ook Bernard Dewulf en Charles Ducal vertegenwoordigd waren. Inleider Benno Barnard zette hen neer als een nieuwe generatie postmoderne dichters.

Na zijn neoromantisch te noemen debuutbundel De jagers in de sneeuw (1986), die geïnspireerd is op zijn studieverblijf in Wenen, volgden zeven bundels waarin de postmoderne poëtica consequent in de praktijk gebracht wordt. Zo wordt in Susette (1990) aan de hand van de biografie van Friedrich Hölderlin de romantische liefde ontmaskerd als een cliché. Ik, en andere gedichten (2007) is dan weer een deconstructie van het concept identiteit en Dode kamer (2011) pleit in het spoor van Slavoj Žižek (Looking Awry, 1991) voor de schuine blik omdat die onvermoede perspectieven kan tonen. In Nu is al te laat (2015) zijn een aantal gedichten te vinden die kritisch ingaan op de omgang met de collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
in het naoorlogse Vlaanderen.

In zijn academische publicaties legt Spinoy zich, in het verlengde van het werk van de politicologe Chantal Mouffe en de filosoof Jean-François Lyotard, toe op discoursanalyse en ideologiekritiek. Zijn belangrijkste onderzoeksobjecten zijn het werk van Guido Gezelle Gezelle, Guido
Guido Gezelle (1830-1899) was een Vlaamse priester die de Vlaamse volkstaal verdedigde binnen het algemeen Nederlands. Hij verwierf grote bekendheid als lyrisch dichter van religieuze nat... Lees meer
, Paul van Ostaijen, Hugo Claus Claus, Hugo
Lees meer
en Anton van Wilderode, die hij telkens kritisch benadert. Van die aanpak van literatuur getuigt ook het essay As/zteken (2012).

Met Hans Vandevoorde stelde Spinoy in 1993 Het beroep van dichter samen waarin het Vlaamse letterenbeleid kritisch tegen het licht wordt gehouden. In 2014 nam hij in De Morgen expliciet afstand van zijn weggenoot in de letteren Van Bastelaere nadat die, ondertussen woordvoerder van de Kamer- en Senaatsfractie van de N-VA Nieuw-Vlaamse Alliantie
De N-VA is op electoraal vlak de meest succesvolle Vlaams-nationalistische partij ooit en slaagde er ook in om de grootste Belgische partij te worden. Ze zit bijna 20 jaar in de Vlaamse R... Lees meer
, aan dezelfde krant een interview had gegeven waarin hij voor Spinoy ideologisch onaanvaardbare uitspraken deed.

Werken

Golden Boys, 1986 (met D. van Bastelaere).
De jagers in de sneeuw , 1986.
Twist met ons, 1987 (met B. Dewulf, C. Ducal en E. Spinoy).
Susette, 1990.
Fratsen, 1993.
Boze wolven, 2002.
L, 2004.
Ik, en andere gedichten, 2007.
Dode kamer, 2011.
As/zteken, 2012.
Nu is al te laat, 2015.
Geen delicatessen, 2017.

Literatuur

– H. Brems e.a., De “postmodernistische” dichters”, in: H. Brems e.a., ‘Opener dan dicht is toe’. Poëzie in Vlaanderen 1965-1990, 1991, pp. 85-92.
– H. Vandevoorde, Erik Spinoy, in: H. Brems e.a., Kritisch lexicon van de moderne Nederlandstalige literatuur, 1994, pp. 1-12.
– G. Buelens, een postmoderne pol, in: G. Buelens, Van Ostaijen tot heden. Zijn invloed op de Vlaamse poëzie, 2001, pp. 1007-1068.
– C. de Strycker, “Onfeilbaar schuin”. Over Dode kamer van Erik Spinoy, in: A. Holtrop e.a., Jan Campert-stichting Jaarboek 2011, 2012, pp. 18-27.
– E. Spinoy, Van Bastelaeres interview leest als een catalogus van clichés uit het N-VA-discours, in: De Morgen, 24 november 2014.
– E. Spinoy, Een repressie-trauma, in: J. Sonnenschein e.a., Barricadepoëzie. Lyrisch activisme sinds 1848, 2022, pp. 180-195.

Suggestie doorgeven

2023: Stefaan Goossens

Databanken

Inhoudstafel