Vandenberge, Odila

Persoon
Elise Huughe (2023, aanvulling), Bruno De Wever (1998)

Odila Maréchal-Vandenberge (1881-1956) was sinds de jaren dertig lid van het VNV en werd in 1936 gecoöpteerd tot senator. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd ze leider van de vrouwenbeweging VNVV en collaboreerde ze met de bezetter.

Volledige voornaam
Maria Odile
Pseudoniem
Tila Berg
Alternatieve naam
Odila Maréchal-Vandenberge
Maria Odile Maréchal
Marie Odile Van den Berge
Odile Van den Berghe
Odette Vandenberghe
Odille Vandenberge
Geboorte
Steenhuize-Wijnhuize, 4 november 1881
Overlijden
Eeklo, 18 februari 1956
Leestijd: 6 minuten

Jeugd en kennismaking met de Vlaamse gedachte

Odila Vandenberge liep school tot twaalf jaar en verdiende daarna bij als dienstpersoneel. In 1901 was ze ingeschreven in Aalst en een jaar later trok ze naar Ukkel. Na de dood van haar vader in 1903 verhuisde het gezin naar Oudenaarde waar Vandenberge modiste opgaf als beroep aan de bevolkingsdienst. Ze werd lid van de nieuwe Tak Oudenaarde van het Algemeen Nederlands Verbond (ANV) Algemeen-Nederlands Verbond
Het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) werd in 1895 opgericht. Aanvankelijk behartigde het de belangen van de Nederlandse taal. Later en tot op de dag van vandaag ijvert het voor de brede ... Lees meer
. Binnen het verbond werd in 1905 een letterkundige afdeling opgericht. Vermoedelijk speelde Vandenberge hier een actieve rol in onder het pseudoniem Tila Berg. Ze koesterde op dat moment ook ambities als dichteres.

Toen ze in 1907 verhuisde naar Brugge vielen de activiteiten van Tak Oudenaarde stil. Ze richtte in Brugge samen met onder meer Cyriel Braeckman een lokale afdeling van het ANV op en nam het ondervoorzitterschap op. Binnen het Vlaamsgezinde milieu leerde ze haar toekomstige man kennen, Josse Maréchal uit Brugge. Ze trouwden in 1909 en kregen twee jaar later een zoon.

Radicalisering en eerste stappen in de politiek

Tijdens de Eerste Wereldoorlog radicaliseerde Vandenberge en zette ze de stap naar het activisme net zoals het merendeel van de leden van het ANV. Ze was in april 1919 aanwezig op de eerste openbare vergadering van de Brugse tak van het Vlaamse Front. In december datzelfde jaar werden zij en haar man verkozen in het bestuur. Het was de start van haar politieke carrière.

Vandenberge werd vrij vroeg weduwe van Maréchal. In 1921 kandideerde ze op een kartellijst van Fronters en de Christene Volkspartij Christene Volkspartij / Vlaamsche Front / Partij van Vlaamse Nationalisten
De Christene Volkspartij-Vlaamsche Front (1923-1933) uit Aalst ontstond uit de versmelting van deze beide partijen. In 1933 ging ze op in het pas opgerichte VNV. Lees meer
van Camiel Moeyaert. Ze werd verkozen en zetelde als eerste vrouw in de Brugse gemeenteraad tot 1926. Tijdens de campagne kwam ze eenmalig op voor vrouwenkiesrecht. Als mandataris had ze aandacht voor sociale thema’s, de vernederlandsing van het openbare leven en de eis voor amnestie. Dat laatste was ook haar opstap geweest naar de partijpolitiek. Na haar verkiezing werd ze benoemd tot ondervoorzitter.

In 1925 trad Vandenberge toe tot het Katholiek Vlaamsch Nationaal Verbond (KVNV) Katholiek Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Katholiek Vlaamsch Nationaal Verbond (1925-1933) was een Vlaams-nationalistische partij in West-Vlaanderen. Lees meer
, de West-Vlaamse Vlaams-nationalistische partij die uit de Frontpartij werd geboren. In 1929 en 1932 werd ze als lijsttrekker van de KVNV-lijst verkozen in de West-Vlaamse provincieraad waarin ze tot 1936 zetelde. In 1933 trad ze met het KVNV toe tot het pas opgerichte Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
.

Bij de parlementsverkiezingen van 1936 trok Vandenberge de senaatslijst van het Vlaamsch Nationaal Blok (VNB) Vlaamsch Nationaal Blok
Vlaamsch Nationaal Blok (VNB) was de benaming waaronder de Vlaams-nationalistische partij het Vlaamsch Nationaal Verbond bij de parlements- en provincieraadsverkiezingen van 1936 en de p... Lees meer
, de verkiezingsformatie van VNV. Bij eerdere nationale verkiezingen had ze slechts op lagere plaatsen van de lijst gefigureerd. In 1936 was ze een van de drie vrouwen op de VNB-lijsten en de enige die op een verkiesbare plaats stond. Ze behaalde 897 voorkeurstemmen, werd nationaal gecoöpteerd als senator en zo de tweede vrouwelijke senator in de Belgische geschiedenis. Haar coöptatie was een erkenning voor haar jarenlange politieke inzet, maar had ook te maken met de regionale verdeling van de mandaten, waarbij West-Vlaanderen een tweede mandaat in de senaat kreeg.

In het parlementaire halfrond stelde ze zich in de eerste plaats op als Vlaams-nationalist. Voorts had ze aandacht voor thema's als onderwijs, gezin, hygiëne en prostitutie. Ze engageerde zich ook in het IJzerbedevaartscomité IJzerbedevaartcomité
Lees meer
, de amnestiebeweging Amnestie
Lees meer
en in de Vlaamsche Meisjesstudiekring Meisjesstudiekringen
De Meisjesstudiekringen waren de Vlaamsgezinde verenigingen van vrouwelijke scholieren in het officieel middelbaar onderwijs. Lees meer
. Het thema van het vrouwenkiesrecht sneed ze niet meer aan.

Aanloop naar de Tweede Wereldoorlog en het VNVV

In 1939 trok ze opnieuw de senaatslijst in Brugge. Haar persoonlijke populariteit steeg tot 1517 voorkeurstemmen. De partij besliste echter om een man, Hendrik Borginon, nationaal te coöpteren als senator in plaats van Vandenberge. Dit leidde tot wrevel bij het Vlaamsch Nationaal Vrouwenverbond (VNVV), de vrouwenorganisatie die sinds 1934 tot het VNV behoorde. Vandenberge was eind de jaren dertig lid van het VNVV samen met ongeveer 2000  andere leden. De officiële reden die het VNV gaf voor de beslissing was dat Vandenberge het parlementaire leven moe was, wat volgens VNVV-leider Magda Haegens Haegens, Magda
Magda Haegens (1900-1992) had de leiding over de vrouwenorganisatie van het Vlaams Nationaal Verbond (VNV), tot ze in 1940 uit deze functie ontslagen werd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ... Lees meer
klopte. Vandenberge zelf aanvaardde de beslissing. Ze stelde zich steeds loyaal op ten opzichte van het VNV.

Toen in de herfst van 1940 een crisis uitbrak in het VNVV doordat Haegens met haar organisatie een onafhankelijke koers van het VNV wilde varen, kon de partij opnieuw rekenen op de loyauteit van Vandenberge. Ze behoorde toen tot de Hoofdraad van het VNVV. In november 1940 werd ze door VNV-leider Staf de Clercq De Clercq, Staf
Staf de Clercq (1884-1942) was een Vlaams-nationalistische politicus, die zijn politieke carrière begon als kamerlid voor de Frontpartij. Hij staat vooral bekend als stichter en eerste l... Lees meer
aangesteld als nieuwe VNVV-leider. Ze werd tevens uitgever van het VNVV-blad Vrouw en Volk Vrouw en Volk
Vrouw en Volk (juli 1941-juli 1944) was een geïllustreerd maandblad van het Vlaamsch Nationaal Vrouwenverbond (VNVV) en de Dietsche Meisjesscharen-DMS. Lees meer
, dat het door Haegens gecontroleerde Nele verving.

Vandenberge verstevigde de organisatorische band met het VNV en erkende dat de VNV-leider ook de hoogste leider van de vrouwen was. Toen die in 1941 de Dietsche Meisjesscharen Dietsche Meisjesscharen
Dietsche Meisjesscharen (DMS) was een Vlaams-nationalistische jeugdbeweging voor meisjes verbonden met het Vlaamsch Nationaal verbond (VNV). Lees meer
, tot dan een onderdeel van het VNVV, zelfstandigheid verleende, aanvaardde ze die beslissing hoewel ze zich aanvankelijk tegen die plannen had verzet. Onder het leiderschap van Vandenberge telde het VNVV circa 5000 leden. Het was een weinig dynamische vereniging. Volgens Vandenberge kwam dat omdat het VNVV stiefmoederlijk behandeld werd door het VNV. In 1943 ontving het VNVV slechts 4500 frank subsidie van de partij. Vandenberge stelde zichzelf en haar organisatie volledig ten dienste van de collaboratie van het VNV. Ze maakte onder meer propaganda voor de werving van Vlaamse vrouwen voor het Duitse Rode Kruis.
Bij de bevrijding dook ze onder en kon ze vluchten naar Zwitserland. Voor de krijgsraad van Brugge werd ze op 8 juli 1946 bij verstek ter dood veroordeeld. In 1954 keerde ze terug naar België, waar ze tot aan haar overlijden in 1956 bij haar zoon in Eeklo verbleef.

Werken

– Artikelen in Vrouw en Volk (1941-1944).
– De Vlaamsch-Nationale vrouw in onzen strijd, in: Het VNV Hou zee!, 1941, p. 38.

Literatuur

Vrouwen in de Vlaamse Beweging 1919- 1945, 1981.
– I. Gesquière, Odila Maria Maréchal-Van den Berghe (1881-1956), in: Tien vrouwen in de politiek. De gemeenteraadsverkiezingen van 1921, 1994, pp. 143-153.
– B. De Wever, Greep naar de macht. Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945, 1994.
– G. Maréchal, Gevormd door het daensisme of door het Algemeen Nederlands Verbond? Odila Maréchal-Vandenberge (1881-1956), in: WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 67, 2008, nr. 4, pp. 286-299.
– T. Cobbaert, Voor vrouw en volk. Odila Maréchal-Vandenberge’, in: ADVN-Mededelingen, 2008, nr. 21.
– M. Van Ginderachter, Gender, the Extreme Right and Flemish Nationalist Women’s Organisations in Interwar Belgium, in: Nations and Nationalism. Journal of the Association for the Study of Ethnicity and Nationalism, jg. 11, 2005, nr. 2, pp. 265-284.
– M. Van Ginderachter, ‘‘Dragen En Baren Willen We” of “Wij Zijn Zelf Mans Genoeg”? De Ambivalente Verhouding Tussen Vrouwen En Vlaams-Nationalisme Tijdens Het Interbellum, in: Revue Belge de Philologie et d’Histoire, jg. 80, 2002, nr. 2, pp. 531-561.

Suggestie doorgeven

1975: Marcel Boey (pdf)

1998: Bruno De Wever (pdf)

2023: Elise Huughe

Inhoudstafel