Vandervelde, Emile

Persoon
Amsab-ISG (2023, tekstredactie), Luc Peiren (1998)

Emile Vandervelde (1866-1936) was een socialistische partijleider en politicus die een vooraanstaande rol speelde in de Vlaamse vraagstukken van zijn tijd.

Volledige voornaam
Emiel Guillaume
Geboorte
Elsene, 25 januari 1866
Overlijden
Brussel, 27 december 1938
Leestijd: 6 minuten

Emile Vandervelde was de zoon van een liberaal advocaat en latere vrederechter van Elsene. In 1881 schreef Vandervelde zich in aan de Université libre de Bruxelles waar hij achtereenvolgens doctor in de rechten (1885), sociale wetenschappen (1888) en staatshuishoudkunde (1892) werd. Vanaf 1925 was hij hoogleraar aan dezelfde universiteit.

Zijn eerste politieke stappen zette Vandervelde in de Liberale Jonge Wacht, maar aan de universiteit maakte hij via figuren als Hector Denis en Guillaume Degreef kennis met het socialisme, van de geschriften van Proudhon tot die van Karl Marx. Zodoende sloot hij zich in 1885 aan bij de arbeidersliga van Elsene, een van de stichtende componenten van de Belgische Werkliedenpartij (BWP). In 1888 werd Vandervelde lid van de Cercle des Etudiants et Anciens Etudiants socialistes, waar hij zich in de studie van het socialisme vervolmaakte.

Vrij snel werkte Vandervelde zich op in de BWP en in 1894 maakte hij deel uit van het eerste contingent socialistische volksvertegenwoordigers. Hij ontwikkelde zich tot de onbetwiste leider van zijn fractie en daardoor de informele voorzitter, de 'patron', van zijn partij. In 1916 werd hij benoemd tot minister van staat en trad hij toe tot de regering die hij naar Le Havre gevolgd was. Tussen 1918 en 1921 was hij minister van justitie. Vanaf 1933 tot aan zijn overlijden in 1938 was hij partijvoorzitter terwijl Hendrik de Man De Man, Hendrik
Lees meer
ondervoorzitter werd.

1898-1919: gematigde steun aan de Vlaamse eisen

Vandervelde was van vaderszijde van Vlaamse komaf (zijn grootvader kwam uit Vossem), maar zelf sprak hij geen Nederlands. Dit wil echter niet zeggen dat Vandervelde geen oog had voor de Vlaamse eisen. Wel plaatste hij deze in een marxistische context van klassenstrijd en berispte hij Waalse socialisten die net als de burgerij de taal van arbeiders en boeren misprezen. Daarom verdedigde Vandervelde in 1898 de Gelijkheidswet Gelijkheidswet
De gelijkheidswet van 1898 stelde het Nederlands voor officiële publicaties gelijk aan het Frans. De wet werd vanuit de Vlaamse beweging breed ondersteund, en leidde, na de Waalse afwijzi... Lees meer
waardoor het Nederlands een officiële taal zou worden in België. Hoewel hij de natuurlijke dominantie van het Frans als internationale taal erkende, zocht hij naar bescherming voor het Nederlands als verdwijnende taal van een niet of weinig geprivilegieerd volk. Ook benadrukte hij het democratisch karakter van de Vlaamse beweging.

Hij steunde het in 1901 ingediende wetsvoorstel ter vernederlandsing van het vrij middelbaar onderwijs Middelbaar onderwijs
De geschiedenis van het middelbaar onderwijs is nauw verweven met die van de Vlaamse beweging. Tot diep in de 20ste eeuw bleef de middelbare school een grotendeels Franstalig bastion van ... Lees meer
van Edward Coremans Coremans, Edward (1835-1910)
Advocaat Edward Coremans (1835-1910) was politicus voor de Meetingpartij en voorzitter van de Nederduitsche Bond. Gedurende 42 jaar was Coremans als kamerlid een leidende figuur van de Vl... Lees meer
. Voorts toonde Vandervelde in 1911 begrip voor Camille Huysmans Huysmans, Camille
Camille Huysmans (1871-1968) was een Vlaamsgezinde socialistische politicus, die van 1933 tot 1940 burgemeester van Antwerpen was, tweemaal een ministerpositie bekleedde en een jaar lang ... Lees meer
' voorstel om de Gentse universiteit te vernederlandsen. Omgekeerd begreep hij ook de Waalse oppositie tegen het uitsluiten van Franstaligen die al studeerden en lesgaven in Gent. Daarom was Vandervelde in 1914 tegen de vernederlandsing van de Gentse universiteit, maar wel vóór een Vlaamse universiteit in Antwerpen Hoger onderwijs in Antwerpen
In Antwerpen klonk vanaf de tweede helft van de 19de eeuw herhaaldelijk de eis om een Vlaamse universiteit. In de jaren 1950 herwon dit pleidooi aan kracht, wat leidde tot de stichting va... Lees meer
. Vandervelde trachtte in de taaldebatten steeds begrip op te brengen voor beide standpunten terwijl hij zich boven de discussies wenste te stellen die de eenheid van de Belgische natie konden bedreigen. Desondanks wees de oorlog hem op de noodzaak om snel een oplossing te vinden voor de Vlaamse kwestie: ‘Les Flamands demandent et ne demandent pas autre chose que ce que demandent ailleurs, les Polonais, les Ruthènes et les Tchèques: le droit d'être jugés, administrés, instruits dans leur langue, dans la seule langue que comprend la majorité d'entre eux’ (‘De Vlamingen vragen en vragen niets anders dan wat de Polen, Roethenen en Tsjechen elders vragen: het recht om beoordeeld, bestuurd en opgeleid te worden in hun eigen taal, in de enige taal die de meerderheid van hen begrijpt’, vertaling redactie) (Dans la mêlée, 1919, p. 69).

Interbellum: patriottisme en groeiende betrokkenheid bij de Vlaamse kwestie

Zijn groeiende betrokkenheid bij de Vlaamse kwestie ging hand in hand met een sterk patriottisme. Tegenover de Duitse agressor identificeerde Vandervelde zijn socialisme met de nationale staat. De totale Duitse nederlaag moest worden nagestreefd. Daarom was hij tegen alle vredesvoorstellen en kwam hij in conflict met Huysmans. Na de oorlog stelde hij zich op als een onverbiddelijk tegenstander van amnestie Amnestie
Lees meer
voor het activisme.

Daartegenover staat dat Vandervelde na de Eerste Wereldoorlog wel voorstander was geworden van de vernederlandsing van de Gentse universiteit, hoewel hij daarin nog lang niet gevolgd werd door de BWP. In zijn argumentatie in de Kamer, waar hij meer in eigen naam sprak dan als partijvoorzitter, legde Vandervelde de nadruk op het democratische aspect van de Vlaamse eisen om zijn standpunt toe te lichten, terwijl hij zijn Waalse fractiegenoten ervan probeerde te overtuigen de vernederlandsing niet tegen te houden vermits zij geen direct belang hadden bij het taalstatuut van de Gentse universiteit. Hun voorstel om elders in Vlaanderen (Antwerpen) een Nederlandstalige universiteit op te richten, keurde hij onder andere om financiële redenen af.

Geheel in de lijn van al het voorgaande was Vandervelde in 1929 voorstander van het Compromis des Belges Compromis des Belges
Lees meer
, hoewel hij het zelf niet ondertekende, evenmin als een aantal Vlaamsgezinde BWP'ers (zoals Willem Eekelers Eekelers, Willem
Willem Eekelers (1883-1954) was een Antwerpse socialistische vakbondsleider en politicus die gedurende zijn carrière radicale Vlaamse standpunten innam. Lees meer
en Frans Gelders (sr.) Gelders, Frans (sr.)
Frans Gelders (1874-1949) was achtereenvolgens gemeenteraadslid, schepen, provincieraadslid en volksvertegenwoordiger voor de socialistische partij. Lees meer
), omdat het niet voldoende aan de Vlaamse eisen tegemoetkwam.

Hoewel hij ook toen beklemtoonde dat de taalkwestie nooit het sociale vraagstuk mocht overvleugelen, bleef hij het als een zeer belangrijk knelpunt beschouwen. In 1930 stelde hij zelfs: ‘Le seul moyen, peut-être, d'éviter le séparatisme, c'est de faire à l'autonomisme une très large concession’ (‘Misschien is een zeer brede toegeving aan het autonomiestreven de enige manier om separatisme te voorkomen’, vertaling redactie) (Le Soir, 29 december 1930). Daarbij vroeg hij zich af of het niet tijd was om na te denken over een eventuele wijziging van de grondwet betreffende de bevoegdheden van het centrale, lokale, provinciale en regionale gezag, waarbij rekening zou worden gehouden met het dualisme resulterend uit de verschillen inzake taal, cultuur en zelfs het collectief bewustzijn tussen Vlamingen en Walen. Deze gedachtegang is allicht een uiting van Vanderveldes vrees voor de eenheid van het land en de partij. In december 1931 namen Vandervelde en Louis de Brouckère zelfs even ontslag uit de partijleiding toen de communautaire tweespalt in de algemene raad van de BWP zo hoog opliep dat Waalse afgevaardigden ermee dreigden afzonderlijke congressen te houden. Ondanks zijn aanhoudende bezorgdheid om de eenheid van de partij bleef Vandervelde de Vlaamse zaak toch nog enigszins genegen, zoals bijvoorbeeld bleek op het buitengewoon BWP-congres van 1936 toen hij de strenge toepassing van de taalwetten eiste, en in 1937 toen hij het amnestieontwerp steunde.

Werken

— Verschillende teksten van zijn hand in A. Musick (red.), Inventaire des archives d'Emile Vandervelde, 3 dln.
— Souvenirs d'un militant socialiste, 1939.

Literatuur

— M. van Haegendoren, Een onderzoek naar de politieke houding der Belgische Werkliedenpartij en vooral der Vlaamse socialisten tegenover de Vlaamse Beweging van 1919 tot 1929, KUL, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1963.
— H. van Velthoven, De Vlaamse kwestie 1830-1914. Macht en onmacht van de Vlaamsgezinden, 1982.
— G. Spitaels, Emile Vandervelde, Josph Wauters, Achille Delattre, 1990.
— L. Wils, Bormsverkiezing en Compromis des Belges. Het aandeel van regerings- en oppositiepartijen in de taalwetgeving tussen beide Wereldoorlogen, in: L. Wils, Vlaanderen, België, Groot-Nederland. Mythe en Geschiedenis, 1994, pp. 321-383.
— K. Ceuppens, De Belgische Werkliedenpartij en de Taalkwestie 1929-1935, Erasmus Hogeschool Brussel, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1995.
— H. Vertongen, Houding van de BWP tegenover de taalproblematiek anno 1936-1937, Erasmus Hogeschool Brussel, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1995.
— J. Polasky, The Democratic Socialism of Emile Vandervelde. Between Reform and Revolution, 1995.
— M. van Ginderachter, Het rode vaderland. De vergeten geschiedenis van de communautaire spanningen in het Belgische socialisme voor WOI, Tielt, 2005.
— H. van Velthoven, Bevriende vijanden, Hoe de Belgische socialisten uit elkaar groeiden, Polis, 2019.

Suggestie doorgeven

1975: Mieke Van Haegendoren (pdf)

1998: Luc Peiren

2023: Amsab-ISG

Databanken

Inhoudstafel