Vlaemsche Commissie

Organisatie
Nico Van Campenhout (2023, aanvulling), Lode Wils (1998)

De Vlaemsche Commissie of Grievencommissie inventariseerde op vraag van de regering in 1856-1857 voor de eerste keer de problemen in verband met de positie van het Nederlands in Belgiƫ en formuleerde een aantal voorstellen om daaraan te verhelpen.

Alternatieve naam
Vlaamsche Commissie
Vlaemsche Tael-Commissie
Vlaamse Commissie
Commissie der Vlaemsche Grieven
Grievencommissie
Oprichting
27 juni 1856
Stopzetting
1859
Leestijd: 7 minuten

De Vlaemsche Commissie of Grievencommissie inventariseerde op vraag van de regering in 1856-1857 voor de eerste keer de problemen in verband met de positie van het Nederlands in Belgiƫ en formuleerde een aantal voorstellen om daaraan te verhelpen. De commissie telde negen leden. Lucien Jottrand was voorzitter en Ferdinand Augustijn Snellaert Snellaert, Ferdinand A.
Ferdinand Augustijn Snellaert (1809-1872) was een arts, filoloog, letterkundige en leidende figuur in de Vlaamse beweging. Lees meer
was de verslaggever. De commissie leverde rapporten af over de situatie op verschillende vlakken (onderwijs, leger, administratie). Het opzet evolueerde van het afleveren van een programma voor de minister, naar het opstellen van een globaal actieplan. De commissie ging uit van tweetaligheid in Vlaanderen en eentaligheid in Walloniƫ. Net na het eindverslag viel de regering van de katholieke Pieter De Decker De Decker, Pierre
Lees meer
. De liberale regering onder Charles Rogier Rogier, Charles
Charles Rogier (1800-1885) was een liberale politicus die meermaals een functie als minister of regeringsleider bekleedde. In zijn streven naar een sterke, geĆ¼nificeerde en op termijn een... Lees meer
was het initiatief niet genegen. De Commissie bleek wel een aanzet te geven tot flamingante actie en droeg bij aan de eerste administratieve maatregelen en taalwetgeving.

De Vlaemsche Commissie, beter bekend als de Grievencommissie, werd opgericht bij Koninklijk Besluit (KB) van 27 juni 1856 ā€˜teneinde maatregelen op te zoeken en aan het Staatsbestuur aan te wijzen, bekwaam om de ontwikkeling der Nederduitsche letterkunde te verzekeren en om het gebruik der Nederduitsche taal te regelen in hare betrekkingen met verschillige gedeelten van het openbaar bestuurā€™.

Oprichting en samenstelling

Toen de katholieke volksvertegenwoordiger Pieter de Decker De Decker, Pierre
Lees meer
op 30 maart 1855 een katholiek-unionistische regering had gevormd, drongen de Vlaamsgezinde pers en zijn flamingantische vrienden bij hem aan om zijn vroegere Vlaams voelende verklaringen in daden om te zetten. In de zomer van 1855 beloofde hij een commissie te benoemen om het Vlaamse vraagstuk te onderzoeken, maar om onbekende redenen werd het betreffende KB pas bijna Ć©Ć©n jaar later gepubliceerd en werd de zogeheten Grievencommissie pas op 8 oktober 1856 geĆÆnstalleerd. Van die datum tot 16 oktober 1857 werd er 16 keer vergaderd.

Zeven van de negen leden waren vooraanstaande flaminganten: Hendrik Conscience Conscience, Hendrik
Hendrik Conscience (1812-1883) was de eerste auteur die het in BelgiĆ« aandurfde een roman in het Nederlands te schrijven en te publiceren. Zijn oeuvre van zoā€™n 65 romans, dat ook een bred... Lees meer
, Jan-Baptist David David, Jan-Baptist
Jan-Baptist David (1801-1866) was een katholiek priester, en vanaf 1834 hoogleraar nationale taal, letterkunde en geschiedenis aan de Katholieke Universiteit in Mechelen en Leuven. Hij sp... Lees meer
, Frans Hendrik Mertens Mertens, Frans (1796-1867)
Frans Mertens (1796-1867) was stadsbibliothecaris van Antwerpen en auteur van Nederlandse literaire en historische teksten. Ook was hij lid van De Olijftak, de Nederduitsche Bond en van ... Lees meer
, Frans Rens Rens, Frans
De verdienste van de letterkundige Frans Rens (1805-1874) lag niet zozeer in zijn eigen poƫtische werk, maar wel in zijn inzet voor verschillende Vlaamsgezinde verenigingen en tijdschrift... Lees meer
, Ferdinand Augustijn Snellaert Snellaert, Ferdinand A.
Ferdinand Augustijn Snellaert (1809-1872) was een arts, filoloog, letterkundige en leidende figuur in de Vlaamse beweging. Lees meer
, Eugeen Eduard Stroobant Stroobant, Eugeen E.
Notaris Eugeen E. Stroobant (1819-1899) was katholiek volksvertegenwoordiger en lid van de Grievencommissie. Als voorzitter van de Brusselse toneelmaatschappij De Wijngaerd ijverde hij vo... Lees meer
en Michiel van der Voort. Ook Guillaume de Corswarem De Corswarem, Guillaume
Ridder J. de Corswarem (1799-1884) was een Limburgse politicus en volksvertegenwoordiger, die opkwam voor de rechten van Nederlandstaligen die openbare functies wilden uitoefenen. Hij was... Lees meer
, die van 1843 tot 1848 katholiek Kamerlid was geweest en die provincieraadslid was in Limburg en gemeenteraadslid in Hasselt, maakte deel uit van de Grievencommissie. Tenslotte was ook de Brusselse democratische en Vlaamsgezinde advocaat en publicist Lucien Jottrand Jottrand, Lucien
Lucien Jottrand (1804-1877) was een progressieve, Vlaamsgezinde democraat. Hij ijverde voor het algemeen stemrecht, waarin volgens hem de sleutel voor een complete Waalse en Vlaamse geli... Lees meer
, die in 1830-1831 lid was van geweest van het Nationaal Congres en die tot 1848 een van de boegbeelden was geweest van de republikeinse radicaal-liberalen, lid van de commissie.

Werking en conclusies

De Commissie koos Jottrand tot voorzitter, Snellaert tot verslaggever en Van der Voort tot secretaris. Er werd inzage gevraagd in tal van overheidsdocumenten. Er werd ook onderzoek verricht omtrent de taalsituatie op het toenmalige Belgische grondgebied vĆ³Ć³r de Franse Revolutie en betreffende de taalregeling in enkele andere Europese meertalige staten. Met name over Oostenrijk, dat samen met Hongarije de Habsburgse dubbelmonarchie vormde; SardiniĆ«, dat destijds met PiĆ«mont was verbonden in het koninkrijk SardiniĆ«; Sleeswijk, dat tot de Duitse Bond behoorde; en Zwitserland, dat sinds 1848 een federale republiek vormde.

Jottrand en De Corswarem dienden rapporten in over de rechtspleging, David en Mertens over het onderwijs, Conscience en Snellaert over het leger, Stroobant, Rens en Van der Voort over het bestuur en de administratie.

De Commissie pleitte voor de gelijkstelling van het Nederlands met het Frans als vak in het middelbaar onderwijs, evenals voor het gebruik van het Nederlands als voertaal in de laagste twee en de vrije taalkeuze voor de leraren in de hoogste vier klassen. Aangezien het parlement op dat moment een wetsontwerp in behandeling nam over de universitaire examenjuryā€™s, vroeg de commissie aan De Decker dat hij in de betreffende wet de gelijkstelling van beide talen ā€“ als vak en als voertaal ā€“ zou doen opnemen. De Decker kwam in die zin wel tussenbeide in het parlement, maar zonder resultaat.

Vervolgens radicaliseerde de Commissie haar houding. Het was haar voortaan niet meer te doen om een feitelijk programma dat de minister zou kunnen verdedigen voor het parlement, maar om een globaal actieplan dat de Vlaamse beweging op termijn zou dienen te verwezenlijken.

Het is opvallend dat geen officiƫle eentaligheid voor Vlaanderen werd gesuggereerd. De Commissieleden konden zich noch een splitsing in de Belgische natie voorstellen, noch het maatschappelijk en/of wettelijk marginaliseren van de Franstaligen in Vlaanderen. Ze eisten dus tweetaligheid in gerecht en administratie voor Vlaanderen en behoud van de eentaligheid in Walloniƫ. Hun meest vergaande voorstel betrof het leger. Aangezien van de Waalse officieren geen tweetaligheid kon worden geƫist, genoot een scheiding in afzonderlijke Nederlands- en Franstalige regimenten de voorkeur. Ter wille van de nationale eenheid zouden die telkens in het andere landsgedeelte gekazerneerd worden en bij voorkeur worden aangevoerd en gecommandeerd door officieren uit het andere landsgedeelte, mits die de taal van de soldaten kenden.

Na haar twaalfde vergadering, op 1 maart 1857, had de Commissie alle te bespreken themaā€™s behandeld. Op 15 juli werd het eindverslag, dat verslaggever Snellaert had opgesteld, goedgekeurd. Op 14 oktober overhandigde de Vlaemsche Commissie haar rapport aan de minister en verzocht hem het in beide talen uit te geven, inclusief de processen-verbaal en de bijlagen over de taaltoestanden op het toenmalige Belgische grondgebied tijdens het Ancien RĆ©gime en in enkele andere Europese landen of regioā€™s. De Decker liet weten dat hij deze documenten zou lezen om na te gaan of de publicatie geen onrust kon verwekken en verklaarde dat de Grievecommissie eventueel nog wijzigingen zou dienen aan te brengen.

Twee weken later viel echter de katholiek-unionistische regering De Decker en werd die opgevolgd door een liberale onder leiding van Charles Rogier Rogier, Charles
Charles Rogier (1800-1885) was een liberale politicus die meermaals een functie als minister of regeringsleider bekleedde. In zijn streven naar een sterke, geĆ¼nificeerde en op termijn een... Lees meer
.

Obstructie van regeringsleider Charles Rogier

Zoals de Commissieleden hadden verwacht en voorzien, wilde die het verslag in de doofpot stoppen. Pas nadat de felle politieke spanningen tussen liberalen en katholieken het volgende jaar enigszins waren geluwd en de Vlaamsgezinde opinie ongeduldig begon te worden, stelde de Commissie de vraag welke wijzigingen vereist waren vooraleer tot bekendmaking van de geformuleerde voorstellen kon worden overgegaan. Rogier ging niet in op die vraag, maar stond alleen toe dat het verslag van de Vlaemsche Commissie zou worden gedrukt ten behoeve van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, die er op 10 november en 10 en 18 december 1858 besprekingen aan wijdde. Begin 1859 bezorgde de commissie als tegenzet zelf een goedkope en volledige editie van haar verslag, in het Frans zowel als in het Nederlands.

Rogier counterde dat initiatief met de ruime en kosteloze verspreiding van een officieel tegenverslag, waarin hij het bestaan van Vlaamse grieven ontkende en de Commissieleden ervan beschuldigde de Belgische vaderlandsliefde te ondergraven en voor verdeeldheid te zorgen. Dat leidde tot flamingantische huldebetogingen aan het adres van de Grievencommissie in Brussel en Gent, waarbij Rogier en zijn ā€˜bastaardliberalismeā€™ het moesten ontgelden en waarin katholieken, radicaal-liberalen en de ontluikende arbeidersbeweging elkaar vonden. Het bekvechten tussen de regeringsleider en de Vlaamsgezinden over het verslag sleepte aan tot 1860.

Evaluatie

De Vlaemsche Commissie heeft de Vlaamse beweging een krachtige spoorslag gegeven en de samenwerking tussen katholieken en radicalen tegen de liberale regering mee uitgelokt. Die leidde tot Vlaamsgezinde verkiezingsoverwinningen in Gent (1861), Antwerpen (1862) en Brugge (1863). Onder die druk werd door de liberale regering uiteindelijk een niet onbelangrijk aantal administratieve maatregelen genomen ten voordele van het Nederlands en werd vanaf 1873 begonnen met een taalwetgeving.

Literatuur

ā€“ Vlaemsche Commissie. Instelling, beraedslagingen, verslag, officieele oorkonden. Onder toezigt van leden der commissie uitgegeven, 1859.
ā€“ Chambre des ReprĆ©sentants. SĆ©ance du 23 mars 1859. Langue flamande. Observations du Gouvernement sur le rapport de la commission chargĆ© d'examiner les dispositions Ć  prendre, dans l'intĆ©rĆŖt de la langue et de la littĆ©rature flamande, in: Documents parlementaires, nr. 123,1858-1859.
ā€“ Beschrijf van de betooging en het banket van den 25 April 1859, ter eere der Vlaemsche Tael-Commissie, 1859.
ā€“ L. Wils, Kanunnik Jan David en de Vlaamse Beweging van zijn tijd, 1956.
ā€“ M. de Vroede, De Vlaamsche Beweging in 1855-1856, 1960.
ā€“ H. J. Elias, Geschiedenis van de Vlaamse gedachte, 1963, dl. 2.
ā€“ L. Wils, Het ontstaan van de Meetingpartij te Antwerpen en haar invloed op de Belgische politiek, 1963.
ā€“ A. Deprez, Kroniek van Dr. F.A. Snellaert 1809-1872, 1972.
ā€“ W. Janssens, De strijd om een taalwet op het notariaat in 1857, in: De houding van de politieke partijen tegenover de Vlaamse beweging in de 19e eeuw, 1972, pp. 129-146.

Suggestie doorgeven

1975: Lode Wils (pdf)

1998: Lode Wils

2023: Nico Van Campenhout

Inhoudstafel