De Gruyter, Oscar

Persoon
Frank Peeters (1998)
Volledige voornaam
Jan Oscar
Geboorte
Gent, 10 maart 1885
Overlijden
Nice, 27 februari 1929
Leestijd: 10 minuten

Oscar de Gruyter (1885-1929) was de zoon van een slager en studentenrestauranthouder, die later costumier voor theater- en operettegezelschappen werd; hij genoot enige bekendheid als amateurtenor in de Nieuwe Cirkusschouwburg in Gent. Vader De Gruyter was in mei 1918 in Gent betrokken bij de stichting van de activistische Vlaamsch-Nationale Partij Vlaamsch-Nationale Partij (1918)
De Vlaamsch-Nationale Partij (1918) uit Gent ontstond uit onvrede tegen het radicale Jong-Vlaanderen. Ze verdedigde als enige organisatie uit het activisme het Groot-Nederlandse ideaal.... Lees meer
, waarvan hij bestuurslid werd. De Gruyter junior volgde de moderne humaniora aan het atheneum van Gent en behaalde voor de Centrale Examencommissie het diploma oude humaniora dankzij de speciale lessen van Josué de Decker De Decker, Josué
Classicus Josué de Decker (1879-1953) was tijdens de Eerste Wereldoorlog een kopstuk van het activisme en hoogleraar aan de vernederlandste Gentse universiteit. Daarna week hij uit naar N... Lees meer
. Op 19 oktober 1903 werd hij ingeschreven als student Germaanse filologie aan de Gentse Rijksuniversiteit. De invloed van de professoren Willem de Vreese De Vreese, Willem
Willem L. de Vreese (1869-1938) was een filoloog, bibliothecaris en Gentse hoogleraar, die tijdens de Eerste Wereldoorlog een prominente rol speelde in het activisme. Lees meer
en Julius Mac Leod Mac Leod, Julius
Julius Mac Leod (1857-1919) was hoogleraar plantkunde aan de Gentse universiteit en een Vlaamsgezinde progressieve liberaal. Hij was een belangrijke pleitbezorger van de vernederlandsing ... Lees meer
was van doorslaggevend belang voor De Gruyters latere houding als strijdbaar Vlaams intellectueel. Alhoewel overtuigd vrijzinnige en flamingant Flamingant
Flamingantisme is een term die met verschillende betekenissen wordt toegekend aan actoren binnen de Vlaamse beweging en het Vlaams nationalisme. Lees meer
, stond De Gruyter in zijn streven en handelen altijd open voor andersdenkenden, voor maximalisten Maximalisten
‘Maximalisten’ was de benaming die de Vlaams-nationalisten zich tussen beide wereldoorlogen gaven. Ze gebruikten de term om zich te onderscheiden van de gematigdere Vlaamsgezinden die het... Lees meer
en minimalisten Minimalisten
De zogenaamd minimalistische flaminganten probeerden het eisenprogramma voor de Vlaamse beweging, dat tijdens de Eerste Wereldoorlog onder de leiding van Frans van Cauwelaert was tot stan... Lees meer
, activisten (activisme) en passivisten ( passivisme Passivisme
Het begrip ‘passivisme’ verwijst naar de Vlaamsgezinden die tijdens de Eerste Wereldoorlog verdere pogingen om de Vlaamse eisen te realiseren tot na het einde van het politiek-militair co... Lees meer
), Vlamingen en Nederlanders. Deze houding kwam in belangrijke mate voort uit zijn kennisname en assimilatie van De Vreeses en Mac Leods ideeën. In 1904 scheurde De Gruyter zich samen met Hendrik de Man De Man, Hendrik
Lees meer
, Paul Kenis Kenis, Paul
Lees meer
, de gebroeders Antoon en Leo Picard Picard, Leo
De vrijzinnige flamingant en journalist-publicist Leo Picard (1888-1981) engageerde zich in het activisme, maar sloeg al in de nazomer van 1915 een andere weg in en verhuisde naar Nederl... Lees meer
en Jules van Roy Van Roy, Jules
Arts Jules Van Roy (1880-1940) was tijdens WOI lid van de Gentse groep van Jong-Vlaanderen en redactielid van De Bestuurlijke Scheiding. Ook was hij actief in de Vlaams Nationale Partij ... Lees meer
af van het liberale studentengenootschap 't Zal wel gaan 't Zal Wel Gaan
Lees meer
. De dissidenten stichtten de kring Ter Waarheid Ter Waarheid
De Gentse studentenkring Ter Waarheid ontstond eind 1904 als een afsplitsing van het liberale studentengenootschap ’t Zal Wel Gaan. De groep combineerde radicaal-flamingantische met maats... Lees meer
. Zij konden zich niet langer verzoenen met het doctrinaire liberale antiklerikalisme en wilden over de ideologieën heen contact zoeken met geestesverwanten, zowel bij Vlaams voelende katholieken als socialisten. De Kritiek der Vlaamsche Beweging van August Vermeylen Vermeylen, August
August Vermeylen (1872-1945) was een schrijver, literatuur- en kunsthistoricus, en socialistisch senator. In het tijdschrift Van Nu en Straks, waarvan hij de leiding had, publiceerde hij ... Lees meer
, waarvan Ter Waarheid een nieuwe editie uitgaf, kan daarbij als programmaverklaring worden aangezien. Maar ook als socialist zou De Gruyter zich nooit scharen achter een partijdiscipline: conceptueel aufklärrisch-humanistisch, kleefde hij – ook later als theatermaker – een intuïtief-socialistische praxis aan. Binnen Ter Waarheid ging zijn aandacht op de eerste plaats uit naar de vernederlandsing van de Gentse universiteit. In mei 1905 debatteerde De Gruyter samen met De Man en Van Roy hierover met Edward Anseele Anseele, Edward
Edward Anseele (1856-1938) was een Gents socialist en lag in 1885 mee aan de basis van de Belgische Werkliedenpartij. Hij was decennialang een van de tenoren van het socialisme in België.... Lees meer
in het socialistische Ons Huis te Gent. Dat leidde tot een agenda waarin de gesprekspartners zich solidair verklaarden in deze strijd. In datzelfde jaar werd De Gruyter opgeroepen voor zijn militaire dienst en als kanonnier in Gent gekazerneerd, maar hij mocht tegelijkertijd verder studeren. In 1907 promoveerde hij tot doctor met het proefschrift Het Gentsch Dialect: Klank- en Vormleer, waarboven hij als motto schreef: "Liever Gentsch dan Fransch." Zijn reputatie als flamingant verhinderde zijn benoeming tot leraar en De Gruyter werd studiemeester aan de athenea van Chimay, Brussel, Antwerpen en Gent met als collega's René de Clercq De Clercq, René
Lees meer
, Adiel Debeuckelaere Debeuckelaere, Adiel
Adiel Debeuckelaere (1888-1979) was een Vlaams-nationalistisch politicus. Hij zou zijn imago vooral opbouwen dankzij zijn leidende rol in de Frontbeweging. Lees meer
, Hippoliet Meert Meert, Hippoliet
Hippoliet Meert (1865-1924) was de oprichter van het Algemeen-Nederlands Verbond. Hij ijverde voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit en engageerde zich tijdens de Eerste Were... Lees meer
en Jozef Goossenaerts Goossenaerts, Jozef
Jozef Goossenaerts (1882-1963) was een Vlaams-nationalistische duivel-doet-al, die gedurende meer dan een halve eeuw betrokken was bij uiteenlopende socioculturele, (partij)politieke en i... Lees meer
. Vooral deze laatste zou later een aanzienlijke rol spelen in het organisatorisch uitbouwen van Het Vlaamsche Volkstooneel Het Vlaamsche Volkstooneel (1920-1924)
Lees meer
(VVT), het gezelschap waarmee De Gruyter definitief een plaats veroverde in de Vlaamse theatergeschiedenis.

Een correcte evaluatie van De Gruyters theaterpraktijk is slechts mogelijk indien men zijn fundamentele levenshouding als flamingantisch intellectueel voldoende belicht. Ook De Gruyters esthetische en louter theatrale opvattingen werden maximaal door deze premisse bepaald. Van in het prille begin koos hij voor een hooggestemde opvoeringspraktijk, wars van het gemakkelijke succes en de volkse bijval. Zijn eerste podiumervaringen deed hij op als declamator in het Taalminnend Leerlingengenootschap De Heremans' Zonen Heremans' zonen
De Heremans’ Zonen was van bij de oprichting in 1884 tot haar wegdeemsteren in de late jaren 1930 een vereniging die leerlingen van het Gentse atheneum en later ook andere scholieren lite... Lees meer
van het Gentse atheneum; nadien, als student, trad hij op in de studentengenootschappen 't Zal wel gaan en Ter Waarheid. Zijn voorkeur ging uit naar het werk van de Tachtigers, Guido Gezelle Gezelle, Guido
Guido Gezelle (1830-1899) was een Vlaamse priester die de Vlaamse volkstaal verdedigde binnen het algemeen Nederlands. Hij verwierf grote bekendheid als lyrisch dichter van religieuze nat... Lees meer
en Alfred Hegenscheidt Hegenscheidt, Alfred
Lees meer
s Starkadd, dat hij regelmatig integraal voordroeg en dat in zijn hele verdere carrière een bevoorrechte plaats zou innemen. Zijn eerste leermeester in deze was de Nederlandse regisseur Arie vanden Heuvel, die op dat ogenblik verbonden was aan de Nederlandse Schouwburg van Gent en de leiding had van de declamatieklas van het Algemeen-Nederlands Verbond Algemeen-Nederlands Verbond
Het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV) werd in 1895 opgericht. Aanvankelijk behartigde het de belangen van de Nederlandse taal. Later en tot op de dag van vandaag ijvert het voor de brede ... Lees meer
(ANV), opgericht onder impuls van Meert uit onvrede met de bestaande opleiding aan het Gentse conservatorium. De overgang van het declamatorische solo-optreden naar de volwaardige theatervoorstelling maakte De Gruyter op 19 april 1909, met zijn aantreden als regisseur én titelvertolker in Starkadd door de Vlaamsche Vereeniging voor Tooneel- en Voordrachtkunst Vlaamsche Vereeniging voor Tooneel- en Voordrachtkunst
De Vlaamsche Vereeniging voor Tooneel- en Voordrachtskunst (VVTV) was een Gentse toneelvereniging die in 1909 werd opgericht door Oscar de Gruyter en bedoeld was als een instrument voor V... Lees meer
(VVTV) in de Gentse Minardschouwburg. Voor het eerst in de 20ste eeuw trad met de VVTV een gezelschap aan dat radicaal wilde breken met de bestaande theaterpraktijk. Een streng-klassiek repertoire in een uiterst verzorgde uitvoering voor een zo breed mogelijk publiek brengen: dát was het hooggestemde ideaal dat deze groep jonge, idealistische theaterenthousiastelingen dreef. Het theater als middel bij uitstek om het Vlaamse volk ethisch en esthetisch te verheffen was meer dan enig ander het motief dat De Gruyter zou bewegen. Vanuit de idee dat theater voor alles volksbeschavend moest zijn, koos men voor modelteksten uit het wereldrepertoire (Goethes Iphigeneia, Lessings Minna von Barnhelm, Hoofts Warenar, Sophocles' Philoctetes, d'Annunzio's De dode stad): het openluchttheater, als tegenpool en tegengif voor het verburgerlijkte en goeddeels Fransdolle schouwburgtheater, leek De Gruyter als het ware de 'natuurlijke' biotoop voor zijn theaterethiek. Ook later zou hij de combinatie van klassiek werk op locatie een bevoorrechte plaats toekennen in zijn programmatie. In 1911 werd De Gruyter aangezocht door Lodewijk Lievevrouw-Coopman Lievevrouw-Coopman, Lodewijk
Lodewijk Lievevrouw-Koopman (1862-1951) schreef toneelstukken en was acteur en regisseur. In 1911 richtte hij de Gentse Toneelschool op. Ook schreef hij een Gents Woordenboek. Lees meer
, medestichter van de Maatschappij tot Aanmoediging van de Vlaamsche Tooneelspeelkunst en initiatiefnemer van de Gentse Toneelschool, om naast de lessen "Nederlandsche phoniek en voordracht" ook het 'leiderschap' van de school op zich te nemen. De toneelschool wilde in avondonderwijs een alternatief bieden voor de bestaande conservatoriumopleidingen. De Gruyter, die ervan overtuigd was dat een toneelschool met een volledig leerplan broodnodig was voor de uitbouw van een volwaardige Vlaamse toneelcultuur, aanvaardde en bleef 'leider' tot 1914. Naast De Gruyter vinden we nogal wat leden van de VVTV als leraar: Luc Vandeputte, Frits van den Berghe Van den Berghe, Frits
Lees meer
, Vanden Heuvel. Als model diende de toneelschool van Amsterdam (1874). Het laatste vooroorlogs theaterinitiatief van De Gruyter was het medestichten van de Samenwerkende Vereeniging de Nederlandsche Kunstvoorstellingen, die zich ten doel stelde Nederlandse voorstellingen in Vlaanderen te organiseren. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog verijdelde de plannen, maar De Gruyters appreciatie van het Nederlandse theatergebeuren zou in meer dan één opzicht zijn activiteiten met het VVT (1920-1924) kleuren.

In 1914 werd De Gruyter gemobiliseerd; hij maakte als kanonnier de hele oorlog mee aan de IJzer. Hij werd achtereenvolgens foerier en tolk bij de Sûreté militaire, terwijl hij in briefwisseling was met De Clercq en Antoon Jacob Jacob, Antoon
Antoon Jacob (1889-1947) was een atheneumleraar en later hoogleraar in Hamburg en Gent. Hij was actief bij activistische tijdschriften, nadien in de amnestiebeweging en later de culturele... Lees meer
, en bevriend was met Joe English English, Joe
Joe English (1882-1918) was een Brugse kunstschilder, die zijn grote faam binnen de Vlaamse beweging vooral ontleende aan zijn tekenwerk als frontkunstenaar. Lees meer
en Debeuckelaere. Hij trad opnieuw op als declamator op ontspanningsavonden met Albrecht Rodenbach Rodenbach, Albrecht
Albrecht Rodenbach (1856-1880) was een West-Vlaams studentenleider en dichter, die een sleutelrol speelde in het ontstaan van de Blauwvoeterij en de katholieke Vlaamse studentenbeweging. ... Lees meer
s Klokke Roeland als felgesmaakt hoogtepunt. Maar De Gruyter wilde theater maken en in 1917 vroeg hij aan de legerleiding de toestemming om een Vlaams frontgezelschap op te richten. Aanvankelijk bleef dit zonder gevolg, al plagieerde men zijn initiatief met de stichting van het Franstalige Le Théâtre de la Reine. Onder druk van Vlaamse prominenten en de Vlaamse actie aan het front kwam men in het voorjaar van 1918 toch aan zijn wensen tegemoet en op 21 mei 1918 ging het Fronttoneel Fronttoneel
Het Fronttoneel was een Nederlandtalig toneelgezelschap aan het IJzerfront tijdens de Eerste Wereldoorlog. Lees meer
van start met Hoofts Warenar. In oktober van datzelfde jaar, vlak voor het grote offensief, volgde reeds de slotvoorstelling met Schnitzlers Minnespel. Kwantitatief kleinschalig en kwalitatief moeilijk te evalueren, zal dit 'wapenfeit' na de oorlog snel mythische proporties aannemen en zijn protagonist in Vlaams voelende kringen een zelden geziene aura bezorgen.

Na de wapenstilstand voltrok zich binnen de Gentse Toneelschool een epuratieproces, maar tegen De Gruyter werden geen expliciete maatregelen getroffen. Wel zou de leiding van de school zich in 1920 openlijk distantiëren van zijn naoorlogse activiteiten, zowel in het als 'activistisch lokaal' bestempelde Vlaams Huis Uilenspiegel te Gent als in het VVT.

De Gruyter trad op zondag 12 september 1920, na een korte terugkeer naar het atheneum van Gent als leraar Nederlands, in Maldegem voor het eerst na de oorlog opnieuw met een gezelschap op. Zijn sollicitatie naar het directeurschap van de Gentse Koninklijke Nederlandse Schouwburg eerder in datzelfde jaar was door het Gentse stadsbestuur met een verpletterende meerderheid afgewezen op grond van zijn flamingantische houding. Met Jozef Goossenaerts als organisatorisch factotum, Maurits Cottinie als toneelmeester-secretaris en de populaire acteur Staf Bruggen Bruggen, Staf
Staf Bruggen (1893-1964) was een Vlaamse acteur en regisseur die grote successen behaalde tijdens het interbellum. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij directeur van de Koninklijke Ned... Lees meer
als 'uithangbord' startte De Gruyter die twaalfde september met het gezelschap dat in het collectieve geheugen van de gemiddelde Vlaamse cultuurflamingant zou uitgroeien tot een irrationeel fenomeen: het VVT. Indien we het merendeel van de overgeleverde verhalen mogen geloven, dan was het VVT op alle vlakken een sindsdien ongeëvenaard cultureel hoogtepunt in de beschavingsgeschiedenis van het Vlaamse volk, een schoolvoorbeeld van demofilie, een zeldzame symbiose van elitarisme en egalitarisme, van intellectualisme en populisme.

Recent wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat het beeld genuanceerder is dan tot nog toe werd gedacht, maar het feit blijft overeind dat zo niet het VVT als zodanig dan toch de figuur van De Gruyter een unieke stempel heeft gedrukt op de ontwikkeling van het Vlaamse theater tijdens het interbellum. Wil men het belang van het VVT casu quo De Gruyter voor de V.B. correct inschatten, dan is het belangrijk te wijzen op een drietal premissen waarop al het artistiek handelen was gestoeld. In de eerste plaats wierp het VVT zich op als Messias voor een volk in nood, waarbij de schoonheid in dienst van de waarheid werd geplaatst. Nadat het VVT zichzelf deze taak had gesteld, werd het publiek voor zijn verantwoordelijkheid geplaatst: om te slagen moest het VVT op de steun van alle Vlamingen kunnen rekenen; het VVT steunen kreeg zo de dimensie van een ethische imperatief. Als middel om zijn Messiaanse opdracht te vervullen koos het VVT voor het theater; het instrument om dit theater in deze opdracht maximaal te doen slagen werd een hoogstaand repertoire dat in een onberispelijk Nederlands moest worden vertolkt. Hiermee is ook de hardnekkige opvatting weerlegd als zou De Gruyters theateresthetiek ondergeschikt zijn geweest aan zijn obsessie met 'het Woord'. Het woord vervulde slechts een dienende, zij het wezenlijke, functie in het voltooien van een in se ethisch project. Dat tussen droom en daad veel meer praktische bezwaren in de weg stonden dan de hagiografische overlevering ons heeft willen doen geloven, werd duidelijk toen het Goossenaerts-archief werd ontsloten. De voorstellingen waren niet altijd zo gaaf; het repertoire bestond niet uitsluitend uit hoogstaand werk; het klassieke werk genoot niet altijd de vermeende bijval; van een gemeenschapskunst die de verschillende maatschappelijke barrières slechtte, was nauwelijks sprake. Wat echter onaangetast blijft is de onverzettelijkheid waarmee De Gruyter zijn ideaal heeft trachten te verwezenlijken; de intentie bleef ongeschonden.

Beter dan wie ook besefte De Gruyter dat hij met het VVT nooit verder zou komen dan de coulissen van het culturele strijdtoneel. Na eerdere mislukte pogingen in 1914 en 1920 om benoemd te worden aan een conservatorium (te Brussel) of als schouwburgdirecteur (te Gent) werd hij op 13 maart 1922 door de Antwerpse coalitie van Vlaamsgezinde socialisten en christen-democraten met 23 stemmen tegen 20 benoemd als directeur van de Antwerpse Koninklijke Nederlandse Schouwburg Koninklijke Nederlandse Schouwburg
Lees meer
(KNS). Hij zou het blijven tot aan zijn overlijden.

Ondanks het feit dat De Gruyter formeel nog tot in 1924 de leiding van het VVT-gezelschap zou waarnemen, betekende zijn feitelijk vertrek het doodvonnis voor het VVT. Het aantrekken van Wies Moens Moens, Wies
Lees meer
, het heroriënteren van het repertoire in militant katholieke zin en het hanteren van een gematigd experimentele vormtaal door Moens en Michel van Vlaenderen Van Vlaenderen, Michel
Lees meer
als regisseur konden dat nauwelijks verhelpen. KNS-Antwerpen was voor het VVT de concurrent die het niet te boven zou komen. Slechts de radicale heroriëntering na de katholieke overname door Jan Boon Boon, Jan
Jan Boon (1898-1960) was tijdens de Eerste Wereldoorlog betrokken bij het activisme. Later was hij hoofdredacteur van De Standaard. Van 1939 tot aan zijn overlijden had hij de leiding van... Lees meer
c.s. in 1924 zou het een nieuwe adem geven, maar behalve de naamverwantschap hadden deze twee gezelschappen weinig met elkaar gemeen.

Bij acteur De Gruyter werd zijn gebrek aan natuurlijke begaafdheid niet altijd gecompenseerd door zijn intellect, al vertolkte hij met enige bravoure mannen op leeftijd, met glansrollen als hoofdspeler in Warenar (Hooft) en Het gezin van Paemel ( Cyriel Buysse Buysse, Cyriel
Cyriel Buysse (1859-1932) was een invloedrijk auteur van naturalistische romans en toneelstukken. Lees meer
). Als directeur van de Antwerpse stadsschouwburg zette De Gruyter zijn behoedzaam beschavingswerk voort, ondanks frequente tegenwerking van sommige oudere acteurs en een flink deel van de pers. Het modieuze, het momentane, het trendgevoelige werd niet per definitie van de hand gewezen, maar het werd geëvalueerd en desnoods onverbiddelijk afgewezen op grond van een Bildungsethos en een ideaal van burgerlijke beschaafdheid. Als cultuurflamingant had De Gruyter zijn wortels in een vooroorlogs paradigma, als theatermaker stond hij aan de wieg van het moderne, professionele Vlaamse theater in de 20ste eeuw.

Werken

– Over de toekomst van het toneel in Vlaanderen, z.j..
– 'Leidende gedachten bij het oprichten van de Gentse toneelschool', in Dr. Jan Oskar De Gruyter 1885-1929: zijn levenswerk, 1934, p. 371-375 en p. 376-384.

Literatuur

– Colloquium Dr. J.O. De Gruyter (1885-1929), z.j. (1979).
– Dr. Jan Oskar De Gruyter 1885-1929: zijn levenswerk, 1934.
– P. de Loore, Dr. Jan Oskar De Gruyter (1885-1929): vernieuwer van het toneelleven in Vlaanderen, RUG, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1978.
– F. Peeters, Jan Oscar De Gruyter en het Vlaamse Volkstoneel 1920-1924: een theaterhistoriografische studie, 1989.

Suggestie doorgeven

1973: Joos Florquin (pdf)

1998: Frank Peeters

Databanken

Inhoudstafel