CVP-Jongeren

Organisatie
Oliver Bogaerts (2023, aanvulling), Johan De Donder (1998)

CVP-Jongeren was de jeugdafdeling van de Christelijke Volkspartij (CVP). De organisatie evolueerde geleidelijk van politieke leerschool naar autonome drukkingsgroep met een eigen programma.

Alternatieve naam
Christelijke Volkspartij-Jongeren
Jong CD&V [2001-heden]
Oprichting
1951
Leestijd: 7 minuten

CVP-Jongeren werd in 1951 opgericht met het doel de christelijke jeugd politiek te engageren en informeren. Aanvankelijk beperkte de partij zich hoofdzakelijk tot het bewaken van de CVP-grondbeginselen uit het Kerstprogramma, maar in de jaren 1960 traden ze duidelijk op het politieke voorplan. Vanaf dat moment deinsden de leden er niet voor terug om uit de pas van de moederpartij te lopen. Vooral inzake de Vlaamse kwestie en het federalisme hielden de jonge CVP’ers er meer autonome standpunten op na. Zo resulteerden de inspanningen en ideeën van CVP-Jongeren lid Martens in het Autonomiemanifest, dat vandaag nog steeds de basis van de huidige federale structuur van België vormt. De Jongeren verspreidden hun ideeën via tal van tijdschriften waaronder het Tijdschrift der Jongeren en Radikaal. Vandaag leeft de partij verder als Jong-CD&V, maar de invloed van politieke jeugdafdelingen in België is sinds de millenniumwissel sterk gedaald.

Ontstaan en grote lijnen

In de nasleep van de Tweede Wereldoorlog ontstonden er in 1946 studie- en actiegroepen met als doel christelijk geïnspireerde jongeren te bereiken en hen te betrekken bij de politiek. Deze initiatieven werden aangewakkerd door voorzitter Jozef Deschuyffeleer Deschuyffeleer, Jozef
Lees meer
en secretaris Frans Tanghe van de Vlaamse CVP Christelijke Volkspartij
Lees meer
-vleugel. Het is uit deze groepen dat in 1951 de CVP-Jongerenbeweging ontstond. Tot de eerste leiders behoorden Wim Verleysen, Maurits Dewulf, Marcel de Bruyne, Urbain Govaert, Leo Tindemans Tindemans, Leo
De Vlaamse christendemocraat Leo Tindemans (1922-2014) leidde vier Belgische regeringen. Hij werd nadien CVP-voorzitter en later ook minister van Buitenlandse Zaken. Als minister van Geme... Lees meer
en Lode Vanhove, de eerste nationale voorzitter.

De organisatie wilde in de eerste plaats jongeren tussen 17 en 35 jaar rekruteren en politiek vormen, met de nadruk op ideeën zoals een gedeconfessionaliseerd partijprogramma en het bevorderen van de parlementaire democratie. De methode die daarvoor gehanteerd werd, varieerde voortdurend in lijn met de tijdgeest en de politieke hangijzers van het moment. Over het algemeen evolueerde de beweging van een zuiver politieke leerschool, die elementaire politieke begrippen verklaarde en afhankelijk was van de partij, naar een autonome drukkingsgroep, die invloed uitoefende op dagelijkse politieke kwesties en ook onafhankelijke standpunten kon innemen, ook tegen de eigen partij. Enkele vooraanstaande voorzitters waren Valeer Pittomvils, Frank Swaelen, Wilfried Martens Martens, Wilfried
Lees meer
, Paul de Broe, Jan Huyghebaert, Eric van Rompuy Van Rompuy, Erik
De geactualiseerde versie van dit lemma wordt momenteel nog gereviseerd. In afwachting van de publicatie kan u hieronder het lemma uit de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging raad... Lees meer
, Johan van Hecke, Jaak Lambrecht, Ludwig Caluwé en Raf Vermeire.

De CVP-Jongeren beschouwden zichzelf als 'het levend geweten' van de CVP. Ze zagen het als hun missie om de partij trouw te houden aan haar fundamenten. Al van in de vroege jaren 1950, toen de katholieken politiek verzwakt waren als gevolg van de Koningskwestie Koningskwestie
Constitutioneel, politiek en maatschappelijk vraagstuk rond de persoon en de houding van koning Leopold III tijdens de Tweede Wereldoorlog. Lees meer
, namen de Jongeren een defensieve houding aan in het politieke strijdperk. Later, toen de moederpartij in hun opinie vooral bezig was met het veiligstellen van regeringszetels, wierpen de Jongeren zich dan opnieuw resoluut op als hoeders van de basisprincipes van de CVP, zoals geformuleerd in het Kerstprogramma van 1945.

Naar meer onafhankelijkheid: Vlaamse kwestie en federalisme

Vanaf de jaren 1960, geïnspireerd door de internationale jongerenbewegingen, wilden de CVP-jongeren niet langer genoegen nemen met het behoudsgezinde politieke bedrijf. Op verschillende terreinen werkten ze een eigen politiek programma uit en maakten ze zich klaar om een reële machtspositie binnen de moederpartij te verwerven. Hierbij deinsden ze er niet voor terug om de volgens hen verouderde structuren van de CVP te bekritiseren.

Met name inzake de Vlaamse kwestie namen de CVP-Jongeren radicalere standpunten in dan de CVP. Sinds het ontstaan van de Volksunie in 1954 – lange tijd snoepte die nogal wat CVP-Jongeren af – profileerden de jonge CVP'ers zich overwegend Vlaamsgezind. Al vanaf de jaren 1950 namen de Jongeren uitgesproken Vlaamsgezinde standpunten in, mede om de CVP een flamingantisch imago te bezorgen. Zo verzetten ze zich in 1960 tegen de talentelling, stapten ze in 1961 mee in de tweede Mars op Brussel Marsen op Brussel
De Mars(en) op Brussel waren twee flamingantische massabetogingen die in Brussel op 22 oktober 1961 en 14 oktober 1962 werden georganiseerd. Lees meer
, waren ze voorstanders van de splitsing van de Leuvense universiteit (zie Hoger onderwijs Hoger onderwijs
De evolutie van het Vlaamse hoger onderwijs werd gekenmerkt door een moeizame vernederlandsingspolitiek, gaande van het vroegste verschijnen van Nederlandstalig onderwijs tot de integrale... Lees meer
) en steunden ze de splitsing van de CVP-PSC in 1969.

Aan het begin van de jaren 1960 waren de CVP-Jongeren inzake de staatsstructuur voorstander van culturele autonomie voor Vlaanderen en verzetten zij zich tegen het federalisme Federalisme
Sinds het begin van de 20ste eeuw behoort federalisme tot het programma van eerst de Waalse en vervolgens ook de Vlaamse beweging. Vanaf 1970 is de transformatie van België van unitaire t... Lees meer
. Dit veranderde toen Martens in 1966 tot hun gelederen toetrad. In 1967 wist Martens als voorzitter de idee van het federalisme, taboe in de CVP, politiek te vertalen in het manifest Autonomie. Dat document bepleitte de federale staat als het einddoel, met culturele autonomie en decentralisatie als de eerste stappen in die richting. De CVP-Jongeren gingen ervan uit dat de Vlaamse en de Waalse gemeenschap in Belgisch staatsverband een eigen politieke gestalte moesten krijgen door de inrichting van volwaardige wetgevende, uitvoerende en rechterlijke organen. Maurits Coppieters Coppieters, Maurits
De progressieve Vlaams-nationalist en christelijke humanist Maurits Coppieters (1920-2005) was vanaf het midden van de jaren 1960 een van de boegbeelden van de Volksunie (VU). Lees meer
noemde dit het 'unionistisch federalisme'. Het Autonomiemanifest vormt nog steeds de basis van de huidige federale structuur van België.

Op het einde van de jaren 1970 en in het begin van de jaren 1980 bleek een federaal België op poten zetten echter niet zo vanzelfsprekend. Belangentwisten en Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
waren de struikelblokken. Het is in deze periode dat de wrevel tussen de moederpartij en de jongerenafdeling zich meer en meer op communautaire thema’s begon te enten. De toenmalige CVP-Jongeren, met Eric van Rompuy als voorzitter (1977-1983), waren gekant tegen het Egmontpact Gemeenschapspact
Het Egmontpact of Egmontakkoord maakt samen met de Stuyvenbergakkoorden deel uit van het zogenaamde Gemeenschapspact, dat de definitieve pacificatie van de communautaire problemen tot doe... Lees meer
(1979) en tegen de deelname van het Front démocratique des Francophones Démocrate féderaliste indépendant
Lees meer
(FDF) in de eerste regering-Martens. De CVP-Jongeren konden het idee van een federale staat, waarbij Brussel ook een eigen gewest zou vormen, niet aanvaarden. Na een hevige strijd binnen de CVP, waarbij de CVP-Jongeren de partij op een congres (december 1979) ertoe dwongen de drieledige staatshervorming Staatshervorming
Tussen 1970 en vandaag werden zes staatshervormingen doorgevoerd die België omvormden van een unitaire in een federale staat met drie gewesten, het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoo... Lees meer
te verwerpen, was het lot van het FDF en de regering-Martens I bezegeld.

Toen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd opgericht in 1989. Het wordt bestuurd door de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Brusselse regering. Lees meer
er uiteindelijk dan toch kwam, lieten de CVP-Jongeren niet na voortdurend te pleiten voor een herziening van de federale bevoegdheden, waarbij bijvoorbeeld belangrijke delen van de sociale zekerheid zouden worden overgeheveld. Hoewel de CVP-Jongeren principieel gekant bleven tegen separatisme, zouden zij wat betreft de volwaardige Vlaamse autonomie lange tijd een belangrijke rol blijven spelen als politieke drukkingsgroep.

Vanaf de jaren 1980 begonnen het belang en de invloed van de jongerenafdelingen in België echter te tanen. Door de verschuiving van massapartijen naar kaderpartijen, waarbij minder nadruk lag op het engageren van de achterban op basis van onveranderlijke partijpunten, hebben politieke families veel minder belang bij het goed functioneren van een jongerenafdeling. Zo leverde CVP-Jongeren in 2001, vanaf dan herdoopt tot Jong-CD&V, nog slechts 6% van het totale ledenaantal van moederpartij CD&V, terwijl dat in de jaren 1980 nog ruim 10% was. In het nieuwe millennium kwam de focus dan ook veel meer te liggen op thema’s als langeretermijnpolitiek, personalisme (eigenheid en verbondenheid) en rentmeesterschap.

CVP-Jongeren in de media

Van januari 1954 tot september 1969 was Tijdschrift der Jongeren het maandelijks ledenblad van de CVP-Jongeren. De voornaamste bezielers van het tijdschrift waren Lode Vanhove, Leo Tindemans en Leo Wuyts. Met de komst van deze periodiek liet de vereniging het educatieve karakter van de studiekringen steeds meer achter zich. Het blad werd in oktober 1969, onder impuls van Martens en onder invloed van de contestatiegeest, opgevolgd door Radikaal, onder redactie van Ward Bosmans. Radikaal was vooral bedoeld om kritische en vernieuwende ideeën de wereld in te sturen. Dit leidde regelmatig tot conflicten met het CVP-hoofdbestuur en resulteerde meermaals in discussies omtrent de onafhankelijkheid van de jongerenbeweging en haar tijdschrift. Bijgevolg ontsnapten de Jongeren-publicaties niet aan censuur van bovenaf. Dit veertiendaags blad, later maandblad, maakte kortstondig (1985-1988) deel uit van het CVP-ledenblad Zeg, maar is sinds 1989 opnieuw een afzonderlijk tijdschrift.

Met de komst van Radikaal verdween Tijdschrift der Jongeren niet helemaal. Het bleef tot 1979 voortbestaan als tweemaandelijks kaderblad. Eerder, van december 1952 tot januari 1961, was de informatie voor de jonge kaders opgenomen in het CVP-kaderblad Richtlijnen van de CVP aan de plaatselijke afdelingen. Van 1985 tot 1988 was er het CVP-Jongerenkaderblad Spil. Het verscheen driemaandelijks. Pas in mei 1995 kwam er opnieuw een volwaardig jongerenkaderblad met een eigen hoofdredacteur: Denk mee Krant (1995-2008). De ondertitel ‘Maandelijks opinieblad voor de CVP-Jongeren’ geeft aan dat deze periodiek niet alleen informatie verstrekte, maar ook ruimte liet voor opiniestukken van jongeren van binnen en buiten de beweging. Tot op heden brengt Jong-CD&V nog steeds een versie van Radikaal en Denk mee krant uit.

Literatuur

– J. de Groof, Ontstaan en start van de Vlaamse Jongeren van de CVP. Een inleiding tot de geschiedenis van de CVP-Jongeren, in: Politica, jg. 27, 1977, nr. 1, pp. 18-40.
– CVP-Jongeren: historiek, standpunten, werking en statuten, 1981.
– W. Martens, Een gegeven woord, 1985.
– Wonderbureau, speciaal nummer van De Nieuwe Maand, jg. 15, april, 1986.
– J. de Donder, Het Levend geweten, 40 jaar CVP-Jongeren in Vlaanderen, 1991.
– R. Mulier, Voor meer vrijheid en gelijkheid, in: TSGB, 4 2000, pp. 33-49.
– T. Hustinx, De houding van de CVP-Jongeren ten aanzien van de ontwikkelingsproblematiek, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Leuven, 2000.
– M. Hooghe & P. Stouthuysen, Jongerenafdelingen van politieke partijen, in: Res Publica, 1, 2003, pp. 67-93.
– https://www.jongcdenv.be [Geraadpleegd op 03/10/2023]

Suggestie doorgeven

1998: Johan De Donder (pdf)

2023: Oliver Bogaerts

Inhoudstafel