Schoonselhof

Bouwwerk
Andreas Stynen (2023)

Het Schoonselhof is een begraafplaats in de stad Antwerpen. Als laatste rustplaats van tal van culturele en politieke boegbeelden van de Vlaamse beweging speelt de begraafplaats een bijzondere rol in de collectieve nationale verbeelding.

Bouwjaar
1921
Plaats
Hoboken
Leestijd: 8 minuten

Het Schoonselhof, de 84 hectare grote begraafplaats van de stad Antwerpen Antwerpen
Lees meer
, geniet niet alleen de status van beschermd monument (sinds 2007) maar heeft ook een bijzondere reputatie in de Vlaamse beweging. De titel ‘sanctuarium van Vlaanderen’ die een VTB Vlaamse Toeristenbond
VTB-VAB (1922) was een cultureel-toeristische organisatie die bijdroeg aan de ontwikkeling van het toerisme en de mobiliteit in Vlaanderen. Ze was door haar financiële en culturele slagkr... Lees meer
-publicatie uit 1970 de plek toekende, gaat terug op het grote aantal culturele en politieke boegbeelden uit de Vlaamse emancipatiestrijd die er hun rustplaats vonden. De dynamiek waarmee deze faam tot stand kwam is echter anders dan bij het Campo Santo Campo Santo
Campo Santo, de begraafplaats van Sint-Amandsberg, geniet faam als ‘de merkwaardigste van Vlaanderen’, als gevolg van de vele Vlaamsgezinde boegbeelden die er, te beginnen met Jan-Frans W... Lees meer
, de Gentse begraafplaats waarmee flaminganten het Schoonselhof vaak in één adem noemen. Dit verschil houdt rechtstreeks verband met het specifieke ontstaan van het Schoonselhof.

Ontstaan

In 1911 kocht het Antwerpse stadsbestuur landgoed Schoonselhof aan, op de grens van Wilrijk en Hoboken. De ambitie was om het domein in te richten als een parkbegraafplaats: door de forse bevolkingstoename was de maximale capaciteit van de enige Antwerpse begraafplaats, op het Kiel, immers nagenoeg bereikt. Onder impuls van schepen Frans van Kuyck werden plannen opgemaakt om van het Schoonselhof een unieke dodenakker te maken, die tot de mooiste van Europa moest behoren en waar het aangenaam kuieren was. De publieke belangstelling was groot, maar de voorbereidingen werden brutaal verstoord door de Duitse inval. Bij hoogdringendheid besliste het stadsbestuur in augustus 1914 om delen van het domein als soldatenkerkhof in te richten, voor Belgische en Franse maar ook Duitse soldaten. De bezetting verstoorde het oorspronkelijke opzet nog meer toen in januari 1918 zonder overleg een massief monument voor de Duitse gesneuvelden werd opgericht, dat een jaar later met de grond gelijk werd gemaakt.

Terwijl na de oorlog in plechtigheden en monumenten voor de Belgische militairen en gefusilleerden een uitgesproken vaderlandslievende boodschap klonk, hernam het stadsbestuur de plannen voor een voornamelijk Antwerpse invulling van het Schoonselhof. De stadsarchitect tekende een ontwerp met ereperken voor ‘Antwerpen’s grootste mannen’, zoals kunstenaars, wetenschappers en verdienstelijk stadspersoneel. Het graf van liberaal burgemeester Jan van Rijswijck Van Rijswijck, Jan
De liberaal Jan van Rijswijck (1853-1906) was burgemeester van Antwerpen. Zijn inzet voor de rol van het Nederlands in de lokale politiek en het verenigingswezen alsook zijn volksgezinde ... Lees meer
, die sinds 1906 op de Kielbegraafplaats rustte, speelde in dit plan een centrale rol: in 1924 werd zijn lichaam naar ereperk N overgebracht, als enige eerder overledene op een plek waar almaar meer gerenommeerde Antwerpenaren hem zouden omringen. Het grote publiek kon vanaf september 1921 op de andere perken van het Schoonselhof terecht: de Kielbegraafplaats was overvol en alle teraardebestellingen dienden vanaf dan op het voormalige landgoed te gebeuren, dat zijn Antwerpse karakter zo zag aangescherpt.

Vlaamse reputatie

De eerste jaren na de opening van het Schoonselhof genoot de begraafplaats patriottische en stedelijke faam. Van bijzondere aandacht uit Vlaams-nationale hoek was logischerwijze geen sprake: de boegbeelden uit de vooroorlogse Vlaamse beweging hadden hun graf immers elders. Tot de jaren 1870 telde Antwerpen vier begraafplaatsen, met als gevolg dat prominenten niet zomaar in elkaars nabijheid rustten. Dat veranderde na de opening van de Kielbegraafplaats en vooral na het overlijden van Hendrik Conscience Conscience, Hendrik
Hendrik Conscience (1812-1883) was de eerste auteur die het in België aandurfde een roman in het Nederlands te schrijven en te publiceren. Zijn oeuvre van zo’n 65 romans, dat ook een bred... Lees meer
. In de jaren na zijn dood (1883) kreeg hij niet alleen een grafmonument dat onder grote belangstelling werd ingehuldigd, hij werd al snel ook omringd met andere Vlaamse coryfeeën als August Michiels Michiels, August
August Michiels (1822-1884) was een ondernemer en Vlaamsgezinde liberaal. Hij was onder meer voorzitter van het Willemsfonds Antwerpen, lid van de Liberale Vlaamsche Bond en stichtend bes... Lees meer
, Victor Driessens Driessens, Victor
Lees meer
en, wat later, Julius de Geyter De Geyter, Julius
Julius de Geyter (1830-1905) was een progressief-liberale en Groot-Nederlandse flamingant in Antwerpen, die Nederlandstalige gedichten, liederen en krantenartikelen schreef. Lees meer
. Het rondpunt met hun monumentale graven werd zorgvuldig onderhouden en kreeg de officieuze benaming van ‘Vlaamse Hoek’: onder meer Maria Conscience was erg ingenomen met deze ‘eerewacht’ van ‘trouwe medestrijders’ voor haar vader. Pol de Mont De Mont, Pol
Pol de Mont (1857-1931) was een dichter, essayist, folklorist, journalist, kunstcriticus en redenaar. In al zijn activiteiten gaf hij de Vlaamse strijd absolute prioriteit. Decennialang w... Lees meer
wijdde met Bezoek op ’t Kiel in 1916 een gedicht aan de plaats ‘waar zo veel kampers slapen’ en verzuchtte: ‘Ze rusten daar zo genoegelik, […] dat men ’t ook zelf zou willen.’

De situatie rond de Antwerpse begraafplaatsen veranderde medio jaren 1930, toen na de sluiting ook de opruiming van de Kielbegraafplaats in het vooruitzicht werd gesteld. In één beweging viel de beslissing om de graven op de ereperken van het Kiel, dus ook die op de Vlaamse Hoek, op stadskosten naar het Schoonselhof over te brengen. Voor elk van de erg verschillende grafmonumenten werd een passende plaats gekozen – niet op ereperk N. In november 1938 kwam het, onder persbelangstelling maar zonder plechtigheid, tot de overbrenging van Conscience, Peter Benoit Benoit, Peter
Peter Benoit (1834-1901) was een Vlaamsgezinde componist en muziekpedagoog. Lees meer
en Leopold de Wael. Voor Conscience koos men een brede dreef, waar later een nieuwe groepering kon plaatsvinden. De invulling daarvan werd een jaar later concreet met de heroprichting van de praalgraven van Driessens, De Geyter, Karel Torfs Torfs, Karel
Karel Torfs (1808-1868) was Vlaamse letterkundige en historicus die van 1845 tot 1853 een achtdelige geschiedenis van de stad Antwerpen publiceerde. Lees meer
en Frans Mertens Mertens, Frans (1796-1867)
Frans Mertens (1796-1867) was stadsbibliothecaris van Antwerpen en auteur van Nederlandse literaire en historische teksten. Ook was hij lid van De Olijftak, de Nederduitsche Bond en van ... Lees meer
aan de overzijde. Deze flamingantische dimensie van het Schoonselhof kreeg nog een extra impuls door een beslissing van oorlogsburgemeester Leo Delwaide Delwaide, Leo
Leo Delwaide (1897-1978) was advocaat en politicus voor achtereenvolgens de katholieke partij en de Christelijke Volkspartij. Als burgemeester van Antwerpen (1940-1944) speelde hij tijden... Lees meer
: Edward Coremans Coremans, Edward (1863-1926)
Edward Coremans (1863-1926) werd ambtenaar en bekleedde een hoge functie bij het ministerie van Kunsten en Wetenschappen. Hij zou de hoogste ambtenaar zijn die meeging in de politiek van ... Lees meer
, die op de Kielbegraafplaats geen plaats in de Vlaamse Hoek had gekregen, werd intussen als voorloper van het Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
(VNV) geroemd en kreeg in 1942 op het Schoonselhof een plek vlak naast Conscience. Anders verging het dichter Theodoor van Ryswyck Van Ryswyck, Theodoor
Theodoor van Ryswyck (1811-1849) was een Vlaamse dichter die in dichtbundels, kranten en tijdschriften een omvangrijk literair oeuvre bij elkaar schreef. Met zijn gedichten gaf hij vorm a... Lees meer
: zijn eenvoudige grafzerk was in 1893 nog naar de Vlaamse Hoek op het Kiel overgebracht, maar belandde nu op een veeleer anonieme plek.

Een overbrenging die duidelijk maakt hoezeer achter de flamingantische invulling van het Schoonselhof een bewuste strategie schuilging, is die van Herman van den Reeck Van den Reeck, Herman
Herman van den Reeck (1901-1920) was een Vlaamsgezinde links-radicale student, die zich van 1916 tot zijn overlijden in 1920 engageerde in de activistische jongerenbeweging. Toen Van den ... Lees meer
. In juli 1920 vond de student zijn schijnbaar laatste rustplaats op de Kielbegraafplaats. Zijn graf groeide uit tot een officieus bedevaartsoord waar vooral aanhangers van de Frontpartij Het Vlaamsche Front
Het Vlaamsche Front was een Vlaams-nationalistische partij, die werd opgericht in 1919 en ook bekend stond onder de couranter gebruikte officieuze benaming Frontpartij. Gesticht als een ... Lees meer
en andere maximalisten Maximalisten
‘Maximalisten’ was de benaming die de Vlaams-nationalisten zich tussen beide wereldoorlogen gaven. Ze gebruikten de term om zich te onderscheiden van de gematigdere Vlaamsgezinden die het... Lees meer
zich graag lieten horen (en fotograferen). In 1943 liet het stadsbestuur Van den Reecks graf overbrengen naar een ereperk op het Schoonselhof, maar al in 1945 volgde een nieuwe verhuis, naar een gewone concessie ditmaal: Van den Reeck werd uit de postume reünie van prominenten geweerd, een lot dat ook Raf Verhulst Verhulst, Raf
Raf Verhulst (1866-1941) was een Vlaamsgezinde schrijver, journalist en docent, die tijdens de Eerste Wereldoorlog een prominente rol opeiste in het activisme. Lees meer
te beurt viel. In het geval van Van den Reeck volgde echter een nieuwe rehabilitatie: in 1966 zette het stadsbestuur van Lode Craeybeckx Craeybeckx, Lode
Lode Craeybeckx (1898-1976) was een socialistische politicus, die zich in zijn jeugd engageerde in het activisme tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hoewel hij later afstand nam van het radic... Lees meer
hem bij aan de andere zijde van Conscience, tot algemene instemming in Vlaamsgezinde kringen. De Vlaamse reputatie van de begraafplaats was bezegeld.

Herdenkingen

De fysieke nabijheid van de stoffelijke resten van Vlaamsgezinde coryfeeën, doelbewust gestuurd op het Schoonselhof, vormt een krachtig potentieel dat zich vooral tijdens manifestaties laat voelen. Vlaamsgezinde sprekers lieten (en laten) tijdens grafplechtigheden zelden de kans liggen om de aanwezigheid van overleden flaminganten retorisch uit te spelen. Zoals Pol de Mont in zijn kortverhaal Een droom van Tijl Uilenspiegel en Lamme Goedzak (1919) de geesten van de Vlaamse Hoek op de Kielbegraafplaats liet verrijzen om de jongere generaties tot ‘Zeggen én Doen’ aan te sporen, hoopten grafredenaars het voorbeeld van de Vlaamse pioniers telkens nieuw leven in te blazen. Zelfs al gebeurde dat op het Schoonselhof doorgaans niet met het romantische pathos zoals op de eerdere, verdwenen begraafplaatsen – met de opening van het Kielpark in 1952 werd ook daar de vroegere funeraire invulling voltooid verleden tijd – toch werd de plek vaak opgevoerd als uitgelezen oord van herbronning.

Typerend is het huldebetoon aan, opnieuw, Van den Reeck. Vanaf 1960 verzamelde een Aktiekomitee gedurende ruim drie decennia jaarlijks voor een herdenking op het Schoonselhof: een optocht met vlaggen, een bloemenhulde, toespraken en muziek (vaak samenzang van liederen) vormden de ingrediënten van een ritueel dat vooral tot Vlaamse eenheid moest inspireren. De onmiddellijke relatie tot Coremans en Conscience maakte van het graf ‘een echt symbolische plek’, zoals de initiatiefnemers het omschreven. Een pluralistische boodschap moest flaminganten van alle strekkingen aanspreken, maar niettemin taande de belangstelling al na enkele jaren: in tijden waarin gezag en traditie onder vuur lagen, lieten met name jongeren zich nog moeilijk voor dergelijke hulde mobiliseren. Zeker nu vele Vlaamse eisen ingewilligd waren, was de emotionele binding met Vlaamse symbolen en collectieve rituelen minder dan voordien een evidentie. Begin jaren 1990 bloedde het initiatief helemaal dood.

Ook een andere herdenking op het Schoonselhof voelde de veranderende samenleving. Sinds 1963 organiseerde het Verbond van Vlaamse Cultuurverenigingen Antwerpen (VVCA) Verbond van Vlaamse Cultuurverenigingen Antwerpen
Het Verbond van Vlaamse Cultuurverenigingen Antwerpen (VVCA) was een pluralistische koepelorganisatie van Vlaamsgezinde socioculturele verenigingen in Antwerpen, die werd opgericht in 193... Lees meer
een eerbetoon op de begraafplaats, met jaarlijks op 11 juli een bloemenhulde aan enkele graven van ‘onze onsterfelijken uit het Antwerpse’. Al gauw trok het stadsbestuur deze hulde grotendeels naar zich toe. Ondanks het veeleer ingetogene (en officiële) karakter en de beperkte publieke belangstelling, zorgde de manifestatie sporadisch voor beroering: over de te herdenken voormannen was de consensus soms zoek. Kunstenaars lokten zelden of nooit controverse uit, maar politici of radicale nationalisten wekten wel eens deining. Bij herhaling werd het voortbestaan van deze officiële hulde in vraag gesteld, maar dankzij opeenvolgende bijsturingen van de formule houdt ze tot vandaag stand.

Was het achter de schermen vaak een moeilijk zoeken naar evenwicht bij Vlaams-nationale herdenkingen, dan ging dit nochtans niet ten koste van de publieke belangstelling voor het Schoonselhof. Dat was echter in toenemende mate vanwege de esthetische waarde van de begraafplaats en haar monumenten dan wegens de historische rol van wie er begraven was. Zelfs een Vlaamsgezinde organisatie als de VTB begon in zijn publicaties almaar vaker op de erfgoedwaarde van grafsculpturen te wijzen. Toch behoudt het Schoonselhof als een lieu de mémoire zijn betekenis in de Vlaamse collectieve herinnering: niet toevallig (en veelzeggend) nam schrijver Tom Lanoye Lanoye, Tom
Tom Lanoye (1958) is sinds de jaren 1980 een van de meest spraakmakende en bestverkopende schrijvers van het land, actief in alle literaire genres en via een niet aflatende stroom columns... Lees meer
in zijn roman De draaischijf (2022) de laatste rustplaats van het Vlaamsgezinde hoofdpersonage – tot diens teleurstelling niét op een ereplaats – als vertrekpunt voor een reflectie over de omgang met het Vlaams-nationale verleden.

Literatuur

– Multafero [= Pol de Mont], Een droom van Tijl Uilenspiegel en Lamme Goedzak. De geesten van de afgestorven Vlaamschgezinden op het Kielkerkhof, te Antwerpen, vergaderd in den nacht van 11 tot 12 Juli 1919, Brussel, [1919].
– P. de Mont, Bezoek op ’t Kiel, in: Zomervlammen. Verzen, Leiden – Antwerpen, 1922, pp. 175-180.
– A. Goovaerts, Schoonselhof, Antwerpen, 1970, (Vlaamse Toeristische Bibliotheek, nrs. 127-128).
– W. Moens e.a., Herman Van den Reeck. 1901-1920, Antwerpen, 1970, (De Groene Boekjes, nr. 1).
– J. Robert (red.), Schoonselhof nu! Een eigentijdse visie op de Antwerpse necropool, Antwerpen, 2005.
– A. Stynen, Een geheugen in fragmenten. Heilige plaatsen van de Vlaamse beweging, Tielt, 2005.
– A. Stynen, ‘Altars of the Flemish movement’. Tombstones and rituals of nation-building, in: M. Dovic & J.K. Helgason (red.), Great immortality. Studies on European cultural sainthood, Leiden, 2019, pp. 188-210.
– T. Lanoye, De draaischijf. Roman, Amsterdam, 2022.

Suggestie doorgeven

1975: Albert Goovaerts (pdf)

1998: Albert Goovaerts

2023: Andreas Stynen

Databanken
Digitaal

Inhoudstafel