Toepfer, Alfred C.

Persoon
Herwig De Lannoy (2023, herwerking), Gaston Durnez (1998)

Alfred C. Toepfer (1894-1993) was een succesvolle Duitse ondernemer en mecenas, wiens stichting in de jaren 1936-1944 de Rembrandtprijs uitreikte ter ondersteuning van Vlaamse letterkundigen. Zijn houding tegenover nazi-Duitsland was dubbelzinnig en is controversieel.

Volledige voornaam
Alfred Carl
Alternatieve naam
Töpfer
Geboorte
Hamburg, 13 juli 1894
Overlijden
Hamburg, 8 oktober 1993
Leestijd: 7 minuten

Alfred C. Toepfer (1894-1993) vergaarde als succesvol Duits groothandelaar een fortuin, dat ook na zijn overlijden besteed werd aan prijzen en beurzen voor natuurbescherming (de Lünenburger Heide) en cultuurdragers uit Noordwest-Europa en uit de Nederlanden ter bevordering van de Europese integratie. Als Nederduitser en mede door zijn aanwezigheid aan het IJzerfront had hij een bijzondere belangstelling voor Vlaanderen en hij legde nauwe contacten met Groot-Nederlanders en Vlaams-nationalisten. Zijn stichting reikte in 1936-1944 de Rembrandtprijs uit ter ondersteuning van Vlaamse letterkundigen. Door zijn dubbelzinnige en controversiële houding tegenover nazi-Duitsland werd de prijs na de oorlog afgeschaft, maar kreeg een wedergeboorte in 1960 met de Joost van den Vondel-prijs.

Succesvol ondernemer en mecenas

Alfred Carl Toepfer was de zoon van een kleine winkelier in het district Altona van Hamburg, een autodidact die zich opwerkte tot een internationale groothandelaar in graan en voedingswaren. Hij werd een van de meest succesvolle Duitse ondernemers van de twintigste eeuw, die miljoenen Duitse marken verdiende, een vermogen dat via zijn stichtingen ook na zijn dood aan werken van algemeen belang en openbaar nut besteed werd.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
vocht Toepfer als officier bij de Duitse infanterie onder andere bij Ieper en aan de Somme. Hij raakte meermaals gewond en werd met medailles vereerd. Nadat hij in januari 1919 uit het leger ontslagen was, werd hij lid van een Freikorps dat het parlement in Weimar moest beschermen tegen bolsjewieken en revolutionaire bendes, tot het vrijkorps opging in het Duitse leger.

Toepfer was sterk beïnvloed door de Wandervögel, waarvan hij in 1913 een enthousiast lid geworden was. Deze jeugdbeweging kantte zich tegen het militarisme, conservatisme en het Pruisische machtsstreven zoals dat door keizer Wilhelm II belichaamd werd. Trouw aan de romantische ideeën van deze beweging om los van het keurslijf van school en maatschappij in de vrije natuur een eigen levenswijze te ontwikkelen, gebruikte Toepfer het kapitaal dat hij intussen met zijn onderneming vergaard had, om in 1925 een aantal jeugdherbergen op te richten en aan natuurbescherming te doen. Dankzij hem kon het Naturschutzpark Lüneburger Heide tot stand komen.

In 1931 creëerde hij de Alfred Toepfer Stiftung F.V.S., genoemd naar Friedrich von Schiller, dichter en vertolker van de vrijheidsgedachte, en Freiherr von Stein, de grote staatsman van de Duitse vrijheidsoorlog in 1813 en sociaal hervormer. Het doel was kunstenaars, wetenschappers en natuurbeschermers te stimuleren. De stichting reikte studiebeurzen en tot vijftig prijzen per jaar uit aan cultuurdragers uit Noordwest-Europa en uit de Nederlanden ter bevordering van de Europese integratie. Dat leidde tot de oprichting van wetenschappelijke instituten, conferentieoorden en volkshogescholen die inmiddels wereldfaam genieten, zoals het Goethe Instituut in Zwitserland en de Humboldt Stichting in New York.

Nederduitser en Groot-Nederlander ?

Toepfer toonde grote belangstelling voor de Nederduitse culturele sfeer en dus ook voor Nederland en Vlaanderen. In zijn milieu was het romantische idee populair van een harmonieus groot Nederduits rijk, met de schitterende cultuur van Vlaanderen, de handel en koloniën van Nederland en een volkrijk achterland van boeren als reservoir van soldaten van Noord-Duitsland. Toepfer had van de jaren twintig tot na de oorlog nauwe contacten met Nederduitsers, Groot-Duitsers en Groot-Nederlanders.

Een van de bekendste initiatieven van de F.V.S. is de Rembrandtprijs Rembrandtprijs (1936-1943)
De Rembrandtprijs was een initiatief van graanhandelaar en mecenas Alfred Toepfer en moest de ‘Nederduitsche Literatuur en Kunst’ bevorderen. De prijs werd tussen 1936 en 1942 uitgereikt.... Lees meer
voor Nederlandstalige letterkundigen, die in 1936 voor het eerst uitgereikt werd aan René de Clercq De Clercq, René
Lees meer
, Stijn Streuvels Lateur, Frank
Lees meer
en Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
en de volgende jaren onder andere aan Raf Verhulst Verhulst, Raf
Raf Verhulst (1866-1941) was een Vlaamsgezinde schrijver, journalist en docent, die tijdens de Eerste Wereldoorlog een prominente rol opeiste in het activisme. Lees meer
(1940) en Felix Timmermans Timmermans, Felix
Felix Timmermans (1886-1947) is de auteur van een omvangrijk en veelgelezen oeuvre. Tot zijn bekendste romans horen Pallieter (1916) en Boerenpsalm (1935). Tijdens de Eerste Wereldoorlog ... Lees meer
(1942). De juryleden van de Rembrandtprijs behoorden tot de strekking van Groot-Nederlanders en de winnaars van de eerste, De Clercq, Streuvels en Verschaeve, worden tot de ‘Noord-Duitse Groep’ gerekend. De prijs werd door velen gezien als steun aan individuen en organisaties die het nationaalsocialisme gunstig gezind waren of minstens door dat regime erkend en gesteund werden. Op het einde van de oorlog werd de Rembrandtprijs opgedoekt. In 1960-2000 kende die toch een tweede leven met de vergelijkbare Joost van den Vondel-prijs van de Alfred Toepferstichting. Rob van Roosbroeck Van Roosbroeck, Rob
Robert van Roosbroeck (1898-1988) was een onderwijzer, publicist en historicus. Hij was betrokken bij het activisme en de collaboratie, onder andere als schepen van Antwerpen en lid van d... Lees meer
, de Vlaamse historicus, werd wegens zijn verregaande collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
geweigerd als lid van het curatorium, maar bleef desondanks jarenlang een vertrouwd raadgever van Toepfer wat betreft potentiële laureaten voor de prijs.

Dubbelzinnige en controversiële houding tegenover nazi-Duitsland

Toepfer werd nooit lid van de Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei (NSDAP). Integendeel, in 1936 werd hij door de Gestapo elf maanden in Hamburg gevangengezet onder verdenking van deviezensmokkel, hulp aan opposanten van het naziregime en verdediging van joden. Hij kon vrijkomen na bemiddeling van een bevriend generaal en professor, maar zijn firma en stichting werden overgedragen aan de NSDAP en pas kort voor het einde van de oorlog kon hij ze opnieuw in handen krijgen.

In het begin van de Tweede Wereldoorlog werd Toepfer als geheim agent ingezet bij de Duitse inlichtingendienst (Abwehr). Hij verbleef van mei tot juni 1940 in Nederland, waar hij meteen contact zocht met Groot-Nederlandse nationaalsocialisten als Antoon Mussert, wiens beweging hij kende van voor de oorlog omdat één van de leiders in het bestuur van de Rembrandtprijs zat. In Amsterdam legde hij ook contacten met de Vlaams-nationalisten van het Vlaams Verbond van Frankrijk, die een afscheiding van Noord-Frankrijk van Frans-Vlaanderen nastreefden. Hij bezocht enkele leiders van het Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
(VNV) met de bedoeling om separatistische flaminganten Flamingant
Flamingantisme is een term die met verschillende betekenissen wordt toegekend aan actoren binnen de Vlaamse beweging en het Vlaams nationalisme. Lees meer
tot collaboratie te bewegen met het Groot-Nederlandse ideaal en een snelle vervlaamsing als lokmiddelen.

Op last van de SS-leiding werd Toepfer in juli 1941 overgeplaatst naar Parijs, waar zijn eenheid mee het plan moest uitwerken voor het nieuwe Europa onder nazi-Duitsland, Franse separatisten tot collaboratie moest aanzetten en weerstandsgroepen moest infiltreren, verdelen en verzwakken. Gezien zijn ervaring als ondernemer werd hij in juli 1942 bevorderd tot kapitein, belast met de controle over de welig tierende zwarte markt in bezet Frankrijk en het uitrollen van een samenwerking met neutrale staten voor de handel, vooral in grondstoffen. Typisch voor de dubbelzinnige houding van Toepfer was dat hij tegelijk Ernst Jünger, die toen ook in Parijs verbleef, aanzette om het clandestiene werk Der Friede te schrijven. Toepfer was al sinds de jaren 1920 vriend en geestgenoot van Jünger. Het boek werd een scherpe veroordeling van de nazi’s, werd illegaal verspreid en geraakte pas na de oorlog met de financiële steun en bemiddeling van Toepfer uitgegeven.

Kort voor de bevrijding in augustus 1944 werd Toepfer van Parijs overgeplaatst naar het oostfront. Hij werd in april 1945 uit het Duitse leger ontslagen en wou meteen de bedrijfsleiding van zijn firma weer opnemen, maar werd door Britse militairen aangehouden en opgesloten tot 1947. Na zijn vrijlating financierde hij de verdediging voor de rechtbank van enkele vervolgde nazi-Duitsers die hij persoonlijk kende en bezorgde hen werk zodat ze een mildere straf kregen of de doodstraf konden ontlopen.

Als groot voorstander van de Europese integratie concentreerde Toepfer zich voor zijn handel vanaf 1952 op de landen die aansloten bij de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) die toen gesticht was. In 1959 ontving hij een eredoctoraat van de universiteit van Kiel. Toch is er nog steeds kritiek op zijn houding in nazi-Duitsland. Na zijn overlijden op honderdjarige leeftijd nam Straatsburg afstand van de Straatsburgprijs. Daarop stelde de Alfred Toepfer Stiftung in 1997 een onafhankelijke commissie van historici aan, die drie jaar later in een rapport oordeelde dat Toepfer geenszins de kerndoelen en motieven van het nationaalsocialisme deelde, niet van antisemitisme verdacht kon worden en zich gedurende de oorlog niet verrijkt had. Zijn bekommernissen waren de Europese eenheid, de vrede, het algemeen welzijn en de culturele ontwikkeling. Anderzijds gaf de commissie zijn intensieve inspanningen toe om contacten te leggen met Rudolf Hess, Joseph Goebbels, Heinrich Himmler en andere vooraanstaande nazi’s.

Op 8 oktober 1993 overleed Alfred Toepfer, op de hoogbejaarde leeftijd van 99, in zijn geboortestad Hamburg. Hij werd er geëerd als oprichter van zijn culturele stichting met talrijke prijzen en als beschermheer van het Lüneburger Heide natuurreservaat.

Literatuur

– A. Coolen, Bezoek uit Hamburg, in: Antoon Coolen: Bevrijd Vaderland, 1945.
– Die Welt im Gespräch. 'Ich bin kein Weltverbesserer-ich lebe bewusst', in: Die Welt, 10 juli 1989.
– A.P., DPA: Zum Tod des Hamburger Mäzens Alfred C. Toepfer. Der Beschützer der Erika, in: Rheinische Post, 9 oktober 1993.
– J. Ipema, Alfred Toepfer. Nederduitser, Pan-Germaan of Groot-Nederlander?, in: WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 53, 1994; nr. 1, pp. 34-54.
– G. Kreis e.a., Alfred Toepfer. Kritische Bestandsaufname, 2000.
– A. van Nimmen, Rob van Roosbroeck en tijdgenoten. Het verdriet van Vlaanderen, 2014.

Suggestie doorgeven

1998: Gaston Durnez

2023: Herwig De Lannoy

Databanken

Inhoudstafel