Heldenhulde

Organisatie
Karla Vanraepenbusch (2023)

Het comité Heldenhulde wilde tijdens de Eerste Wereldoorlog de gesneuvelde Vlaamse frontsoldaten eren door het plaatsen van stenen grafzerken met een Keltisch kruis, het Vlaamsgezinde opschrift AVV-VVK (Alles voor Vlaanderen – Vlaanderen voor Kristus) en het symbool van de blauwvoet.

Oprichting
1916
Leestijd: 5 minuten

Heldenhulde ontstond in het milieu van de Vlaamsgezinde katholieke studenten die tijdens de Eerste Wereldoorlog vochten aan het IJzerfront. Deze intellectuelen beschouwden de officiële Belgische grafzerken met het opschrift ‘Mort pour la Patrie’ op de graven van Vlaamse soldaten als een belediging. De aalmoezenier Paul Vandermeulen klaagde in 1916 als eerste de situatie aan in zijn Limburgsch Studentenblaadje voor Oorlogstijd. Daarop richtten Frans van den Heuvel, Jozef Verduyn Verduyn, Jozef
Frontarts Jozef Verduyn (1884-1936) was een van de boegbeelden van Heldenhulde, een comité dat Vlaamse soldaten die tijdens de Eerste Wereldoorlog waren gesneuveld wilde eren met een Vlaa... Lees meer
, Hilaire Gravez Gravez, Hilaire
Hilaire Gravez (1889-1974) was een Vlaams-nationalistische politicus en arts, die tijdens de Eerste Wereldoorlog een prominente rol speelde in de Frontbeweging. Tijdens de jaren 1930 koos... Lees meer
en Filip de Pillecyn De Pillecyn, Filip
Filip De Pillecyn (1891-1962) was schrijver en journalist. Hij was actief in de Frontbeweging, werkte voor De Standaard en De Tijd en stichtte het satirisch weekblad Pallieter. Tijdens de... Lees meer
samen het comité Heldenhulde op, met de bedoeling de houten Belgische grafzerken op de graven van gesneuvelde Vlaamse frontsoldaten te vervangen door stenen Vlaamse exemplaren.

Het Heldenhuldecomité koos het ontwerp van  Joe English English, Joe
Joe English (1882-1918) was een Brugse kunstschilder, die zijn grote faam binnen de Vlaamse beweging vooral ontleende aan zijn tekenwerk als frontkunstenaar. Lees meer
 voor het graf van  Firmin Deprez Deprez, Firmin
Firmin Deprez 1890-1916) speelde vóór de Eerste Wereldoorlog een belangrijke rol in de katholieke Vlaamsgezinde scholieren- en studentenbeweging. Hij sneuvelde in 1916 aan het IJzerfront ... Lees meer
als model: een Keltisch kruis met als opschrift AVV-VVK (‘Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus') en daaronder de blauwvoet, het symbool van de Vlaamse katholieke scholieren Scholierenbeweging
Deze bijdrage onderzoekt de invoed die de scholierenbeweging in het officieel onderwijs heeft gehad op de Vlaamse beweging. Lees meer
- en studentenbeweging Studentenbeweging
Lees meer
. Op die manier verbond het comité de zerken van de gesneuvelde Vlaamse soldaten met een katholieke en Vlaamsgezinde boodschap.

Een actieve werking onder leiding van Jozef Verduyn

Heldenhulde werd geleid door een uitvoerend comité waarvan Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
voorzitter was. In werkelijkheid was het echter diens voormalige leerling, de arts Jozef Verduyn, die de praktische werking in handen had. Ook toen Verduyn in juli 1918 door de militaire veiligheidsdienst van het front verwijderd werd, bleef hij de drijvende kracht achter Heldenhulde.

Aanvankelijk kende Heldenhulde door een gebrek aan financiële middelen een moeizame start. Dankzij de frontblaadjes Frontblaadjes
Frontblaadjes waren krantjes die tijdens de Eerste Wereldoorlog onder de soldaten werden verdeeld, met als doel hun moraal op te krikken. Lees meer
slaagde Verduyn er echter in om meer zichtbaarheid en materiële steun te verkrijgen. Meestal waren het de frontsoldaten zelf die de zerken betaalden, maar ook gemeentebesturen en burgers deden schenkingen. In april 1917 plaatste het comité de eerste grafstenen. Historici schatten dat er uiteindelijk zo’n zevenhonderd heldenhuldezerken zijn geplaatst. Recent onderzoek toont aan dat ook enkele tientallen Franstalige gesneuvelden een heldenhuldezerk kregen, waarbij een Franstalig opschrift of een IHS-monogram de leuze AVV-VVK verving.

Inzet van een verbeten symbolenstrijd

Tijdens de Eerste Wereldoorlog ontstond er in Vlaamsgezinde kringen een dodencultus waarin het zogenaamde martelaarschap van de frontsoldaten centraal stond. Geleidelijk aan kregen de doden een steeds groter politiek belang. De hulde aan de Vlaamse helden groeide uit tot een tegenherinnering die botste met de Belgische patriottische herinnering. Het offer van de Vlaamse frontsoldaten raakte onlosmakelijk verbonden met frustraties over Vlaamsgezinde politieke eisen die niet ingewilligd werden. Rouwen en herdenken vormden steeds meer een bepalend element binnen het groeiende identiteitsbewustzijn van de Vlaamse beweging. Als tastbare herinnering aan het lijden van de frontsoldaten hadden de heldenhuldezerken een grote symboolwaarde. Ze wekten sterke emoties op – van afkeer tot verering – en vormden de inzet van een verbeten symbolenstrijd.

Nog tijdens de Eerste Wereldoorlog vond een eerste grafschennis plaats. Onbekenden brachten in de nacht van 9 op 10 februari 1918 op de heldenhuldezerken van het kerkhof in Oeren een cementlaag aan over de leuze AVV-VVK. Vijf jaar later, in 1923, herdacht de Vlaamse beweging deze gebeurtenis met een herstelbedevaart in Oeren. Intussen was de grafschennis geïntegreerd in het narratief van het onrecht dat de Vlaamse soldaten aan het IJzerfront was aangedaan. De propaganda rond de geschonden heldenhuldezerken miste zijn doel niet. De IJzerbedevaart IJzerbedevaarten
De IJzerbedevaart is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog, die ontstond omstreeks 1920. Dit voor de Vlaamse beweging erg symbolische gebeur... Lees meer
kende na drie tegenvallende edities in 1920, 1921 en 1922 eindelijk een doorbraak bij het grote publiek, en de heldenhuldezerken groeiden uit tot het voorwerp van een haast sacrale verering.

Van heldenhuldezerk naar heldenhuldetoren

De Belgische regering besloot in 1923 de heldenhuldezerken te verwijderen om alle militaire begraafplaatsen een uniforme aanblik te geven. Ze gaf bovendien de toestemming om de zerken te vernietigen als de familie van de gesneuvelden ze niet opeisten. In Adinkerke werden de verbrijzelde zerken herbruikt bij de aanleg van een weg, wat tot grote verontwaardiging leidde. Deze aantasting van het sacrale karakter en de symboolwaarde van de Vlaamse oorlogsgraven versterkte het beeld van de Belgische staat als antagonist. Het vormde de aansporing voor het pas opgerichte IJzerbedevaartcomité om de bedreigde heldenhuldezerken te redden en ze samen te brengen in Diksmuide.

Het nieuwe gedenkteken in Diksmuide moest een huldemonument voor de Vlaamse gesneuvelden worden naar het model van de heldenhuldezerken. Net als de zerken droeg het reusachtige kruis de leuze AVV-VVK. Cyriel Verschaeve wijdde in 1928 de eerste steen van het monument, en de toren werd ingehuldigd op 24 augustus 1930 tijdens de elfde IJzerbedevaart. Het IJzerbedevaartcomité liet in de jaren daarna de stoffelijke overschotten van een aantal IJzersymbolen IJzersymbolen
Lees meer
, martelaren die het lijden van de Vlaamse frontsoldaten symboliseerden, bijzetten in de crypte onder de toren waar zich ook de geredde heldenhuldezerken bevonden.

In de daaropvolgende decennia gaf de toren in toenemende mate uiting aan de IJzermythe, de breuk met België en de Vlaams nationale identiteit.

Literatuur

– C. van Everbroeck, Een bewustzijn geboren uit het vuur: Vlaamse slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog, in: A. Morelli, De grote mythen uit de geschiedenis van België, Vlaanderen en Wallonië, 1996, pp. 215-222.
– D. Vanacker, De Frontbeweging. De Vlaamse strijd aan de IJzer, 2000.
– J. Tyssens, Geene rouwplechtigheid, een feest der Onsterfelijkheid: de Vlaamse beweging en de cultus van de dood, in: F. Seberechts, Duurzamer dan grantiet: over monumenten en Vlaamse beweging, 2003, pp. 77-108.
– B. de Wever, Diksmuide: de IJzertoren. Strijd om de helden van de Oorlog, in: J. Tollebeek e.a., België: een parcours van herinnering, 2008, pp. 60-71.
– K. Shelby, Flemish Nationalism and the Great War: The Politics of Memory, Visual Culture and Commemoration, 2014.
– K. Shelby, National identity in First World War Belgian military cemeteries, in: First World War Studies, jg. 6, 2015, nr. 3, pp. 257-276.
– F. Seberechts, Onsterfelijk in uw steen. Soldatengraven, heldenhulde en de Groote Oorlog, 2016.

Suggestie doorgeven

1973: Luc Schepens (pdf)

1998: Filip Boudrez

2023: Karla Vanraepenbusch

Inhoudstafel