IJzerbedevaarten

Gebeurtenis
Evert Peeters (2023, herwerking), Annelies Beck (1998)

De IJzerbedevaart is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog, die ontstond omstreeks 1920. Dit voor de Vlaamse beweging erg symbolische gebeuren groeide gaandeweg uit tot een politieke massamanifestatie die, zeker vanaf de jaren 1930 en gedurende de jaren 1950, 1960 en 1970, vele tienduizenden op de been bracht.

Alternatieve naam
Bedevaarten naar de Graven aan de IJzer
Vredesdag aan de IJzer
Periode
1920
Leestijd: 25 minuten

De IJzerbedevaart, officieel de Bedevaart naar de Graven aan de IJzer, is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
. Zij groeide uit tot een politieke massamanifestatie die vele tienduizenden op de been bracht – zeker vanaf de jaren 1930 en van de jaren 1950 tot 1970. Toch bleef die weerklank tegelijk beperkt tot de Vlaamse minderheid die bereid was zichzelf in te schrijven in traditionalistische, katholieke en al snel exclusief Vlaams-nationalistische kaders. Op de bedevaart zelf bevoordeelden die kaders de meest radicale, anti-Belgische spelers, die de manifestatie bovendien naar de collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
leidden. Na een mislukte interventie van de Belgische regering na de bevrijding, was het de Vlaamse regering Vlaamse Regering
De Vlaamse regering is de uitvoerende macht van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest, geïnstalleerd na de staatshervorming van 1980 en aanvankelijk aangeduid met de term 'executie... Lees meer
die het ritueel vanaf de jaren 1980 stapsgewijze loswrikte uit de herinneringsgemeenschap die het altijd had gedragen. Daarop weken de meest radicale erfgenamen uit naar de nieuwe IJzerwake, terwijl de bedevaart zelf vervelde tot een pluralistische (maar steeds kleinere) vredesmanifestatie.

De opbouw van een nationale cultus rondom de IJzersymbolen

De IJzerbedevaart ontstond in het spoor van de Frontbeweging Frontbeweging
Aan het IJzerfront manifesteerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog flamingantisch verzet tegen de taaltoestanden in het leger. Naarmate het zich meer en meer organiseerde en groeide, vo... Lees meer
. Die kreeg vorm toen Vlaamse intellectuelen tijdens de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
in conflict kwamen met hun Franstalige oversten en zich om het lot van de Vlaamse soldaten bekommerden. Zo dienden gewezen Fronters als Frans Daels Daels, Frans
Frans Daels (1882-1974) vormde de spil van de Vlaamsgezinde organisaties aan het IJzerfront en groeide in het interbellum als voorzitter van het IJzerbedevaartcomité en voorvechter van N... Lees meer
en Hendrik Borginon Borginon, Hendrik
Hendrik Borginon (1890-1985) was lid van de leiding van de Frontbeweging en Vlaams-nationalistisch politicus in de Frontpartij en het Vlaamsch Nationaal Verbond. Tijdens de bezetting fung... Lees meer
jarenlang als voorzitters van het IJzerbedevaartcomité, terwijl Adiel Debeuckelaere Debeuckelaere, Adiel
Adiel Debeuckelaere (1888-1979) was een Vlaams-nationalistisch politicus. Hij zou zijn imago vooral opbouwen dankzij zijn leidende rol in de Frontbeweging. Lees meer
na de Tweede Wereldoorlog lange tijd ondervoorzitter was. Al in 1916 stichtten betrokkenen bij de Frontbeweging de vereniging Heldenhulde Heldenhulde
Het comité Heldenhulde wilde tijdens de Eerste Wereldoorlog de gesneuvelde Vlaamse frontsoldaten eren door het plaatsen van stenen grafzerken met een Keltisch kruis, het Vlaamsgezinde ops... Lees meer
, om geld in te zamelen voor grafzerkjes voor Vlaamse soldaten. Joe English English, Joe
Joe English (1882-1918) was een Brugse kunstschilder, die zijn grote faam binnen de Vlaamse beweging vooral ontleende aan zijn tekenwerk als frontkunstenaar. Lees meer
, een jong kunstenaar die na zijn dood bij de zogenaamde IJzersymbolen IJzersymbolen
Lees meer
zou worden opgenomen, ontwierp de zerk: een Keltisch kruis met het opschrift AVV-VVK (‘ Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus (AVV-VVK)
Deze leuze werd in 1881 gelanceerd door Frans Drijvers in het scholierentijdschrift De Student. Ze verwoordde de dubbele motivatie van Vlaamsgezindheid en ultramontaanse geloofsijver die ... Lees meer
’). Dat die letters op een aantal zerkjes werden dichtgemetseld in de nacht van 9 op 10 februari 1918, gold in de Frontbeweging meteen als eerste ‘Belgische’ schending van de Vlaamse graven. Er zouden er nog volgen.

Aan het graf van English werd in 1920, tijdens het eerste weekend van september, een herdenkingsplechtigheid gehouden die later als de eerste IJzerbedevaart zou worden gememoreerd. Als organisator trad het Comité op dat eerder dat jaar was opgericht onder het voorzitterschap van Daels en Sam de Vriendt De Vriendt, Sam
Lees meer
, met Oscar Dambre Dambre, Oscar
Oscar Dambre (1896-1972) was betrokken bij de Frontbeweging en droeg onder andere bij aan de herinneringscultus rond de gebroeders Van Raemdonck en Joe English. Tijdens de Tweede Wereldoo... Lees meer
en Dries Devos Devos, Dries
Dries Devos (1894-1960) speelde tijdens de jaren 1920 en begin jaren 1930 een prominente rol in het politieke Vlaams-nationalisme. Eind jaren 1930 en tijdens de Tweede Wereldoorlog was hi... Lees meer
als secretarissen. Een belangrijke ondersteunende rol speelde ook het Verbond der Vlaamse Oud-strijders Verbond VOS
Het Verbond der Vlaamse Oud-Strijders (VOS), opgericht in 1919, was een flamingantische vereniging voor oud-strijders van de Eerste Wereldoorlog, die in de loop van het interbellum tot ee... Lees meer
(VOS), in augustus 1919 gesticht door Debeuckelaere en Borginon, als flamingantisch alternatief voor de Belgisch-patriottische oud-strijdersverenigingen. Zo kreeg een gemeenschap van herdenkers vorm die de nationale en religieuze krijtlijnen vastlegde van een manifestatie die in vormelijk opzicht decennialang ongewijzigd zou blijven. De manifestatie vond plaats op de IJzervlakte, tussen Kaaskerke en Diksmuide, waar tijdens de Eerste Wereldoorlog zwaar slag geleverd was.

De vormentaal waarvan de bedevaarders zich bedienden, wortelde in de romantische, neo-traditionalistische verbeelding die in heel West-Europa de naoorlogse dodenherdenkingen kenmerkte. Zoals in Parijs een ‘onbekende soldaat’ werd bijgezet onder de Arc de Triomphe en in Brussel hetzelfde gebeurde onder de Congreskolom, zocht ook de flamingantische herinneringsgemeenschap in Diksmuide naar een manier om de gesneuvelden tot dragers te maken van een nationaal lijdensverhaal. Dat deden zij door de lichamelijke resten van negen gesneuvelden tot zogenaamde IJzersymbolen te verheffen. Deze ‘Vlaamse Doden’ - Renaat de Rudder De Rudder, Renaat
Renaat de Rudder (1897-1917) was actief in de Frontbeweging. Nadat hij werd gedood tijdens een verkenningstocht, ging De Rudder als een van de ‘IJzersymbolen’ deel uitmaken van de Vlaams-... Lees meer
, Joe English, de gebroeders Edward en Frans van Raemdonck Gebroeders van Raemdonck
De broers Edward en Frans van Raemdonck waren twee Vlaamsgezinde soldaten in het Belgische leger, die door hun gezamenlijke dood op het slagveld symbool gingen staan voor zowel de ideale ... Lees meer
, Lode de Boninge De Boninge, Lode
Lode de Boninge (1896-1918) was een brancardier tijdens de Eerste Wereldoorlog, die zich aansloot bij de Frontbeweging. De Boninge sneuvelde op 7 mei 1918 en werd na de oorlog verheven to... Lees meer
en Frans van der Linden Van der Linden, Frans
Frans van der Linden (1894-1918) speelde tijdens de Eerste Wereldoorlog een bedrijvige rol binnen de Frontbeweging. Na zijn overlijden aan het eind van de oorlog werd hij een van de zogen... Lees meer
, Firmin Deprez Deprez, Firmin
Firmin Deprez 1890-1916) speelde vóór de Eerste Wereldoorlog een belangrijke rol in de katholieke Vlaamsgezinde scholieren- en studentenbeweging. Hij sneuvelde in 1916 aan het IJzerfront ... Lees meer
, Bert Willems Willems, Bert
Bert Willems (1894-1918) sympathiseerde tijdens de Eerste Wereldoorlog met de Frontbeweging en was actief als medewerker van Ons Vaderland. Na zijn dood aan het front in september 1918 we... Lees meer
en Juul de Winde De Winde, Jules
Juul De Winde (1893-1918) was musicus, dichter en acteur. Hij sneuvelde tijdens de Eerste Wereldoorlog als luitenant aan het IJzerfront. Zijn stoffelijk overschot werd bijgezet in de cryp... Lees meer
– werden tussen 1930 en 1937 één na één herbegraven in de crypte van de IJzertoren IJzertoren
De IJzertoren is een Vlaamsgezind monument in Diksmuide, dat in 1928-1930 werd opgericht als eerbetoon aan de Vlaamse soldaten die sneuvelden aan het IJzerfront tijdens de Eerste Wereldoo... Lees meer
, die in 1930 op de IJzervlakte verrees.

Elk van de gesneuvelden werd voorzien van een sterk gemythologiseerde biografie, waarin zij vooral tot slachtoffers van Belgisch onrecht en geweld werden gemaakt. Zo wilde de overlevering dat sommigen stierven ‘door een kogel uit een Belgische post’ (De Rudder), werden klassenverschillen genuanceerd ten faveure van nationale samenhorigheid (Van der Linden en De Boninge) of werd broedertrouw tot een symbool van Vlaamse volharding gemaakt (de Van Raemdoncks). Dezelfde nationalisering van het lijden sprak uit een aantal relikwieën die in de crypte werden bijgezet, zoals de zogenaamde Steen van Merkem, waarop soldaten tijdens de oorlog met bloed de leuze ‘Hier ons bloed, wanneer ons recht’ zouden hebben geschreven.

Het ritueel dat rondom deze IJzersymbolen werd opgevoerd, wekte de hoop op een metaforische herrijzenis van de doden – een (her)opstanding van de Vlaamse natie. Ook dat beeld – een levée en masse van de gesneuvelden om het oorlogsonrecht uit te wissen – kon in die jaren in heel West-Europa worden teruggevonden in de patriottische herdenkingscultuur, in de literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
en in de film Film
Sinds het ontstaan van film eind 19de eeuw evolueerde het filmbedrijf in Vlaanderen van een Belgische, overwegend Franstalige sector naar een steeds meer onderscheidende Vlaamse filmsect... Lees meer
. Het beroemde vers van Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
dat boven de toegangsdeur naar de crypte werd aangebracht, kan worden gelezen als een sprekend citaat uit die romantische traditie: ‘Hier liggen hun lijken als zaden in ’t zand/ Hoop op den oogst, ô Vlaanderland’. Maar terwijl die retoriek de IJzerbedevaarders binnenleidde in een gedeelde en onveranderlijke (sub)nationale herinnering, bleef er tegelijk altijd onenigheid bestaan over de precieze politieke boodschap die de gesneuvelden hadden nagelaten – het zogenaamde IJzertestament dat met de IJzersymbolen werd verbonden. Als ordewoorden van dat testament golden: ‘Zelfbestuur, Nooit meer oorlog Nooit meer oorlog
‘Nooit meer oorlog’ is een leuze die bij de voltooiing van de IJzertoren in 1931 op de voet van het monument werd aangebracht. De spreuk was gangbaar in de hele Europese vredesbeweging v... Lees meer
en Godsvrede Godsvrede
Godsvrede is een middeleeuws begrip dat een schorsing van de vijandelijkheden tussen verschillende partijen inhoudt. In de geschiedenis van de Vlaamse beweging werd het begrip op verschil... Lees meer
’.

Strijd tussen ‘maximalisten’ en ‘minimalisten’ tijdens de jaren 1920

Die vlaggen dekten echter niet voor alle deelnemers aan de IJzerbedevaarten dezelfde lading. Op welke manier moest het Vlaamse zelfbestuur precies worden ingevuld? Waar moesten de grenzen van een principieel pacifisme Pacifisme
Lees meer
worden getrokken? En op welke manier moesten Vlamingen die over dat alles fundamenteel verschillende opvattingen huldigden zich – buiten de bedevaartsweide – tot elkaar verhouden? De uiteenlopende antwoorden lagen in het verlengde van de rivaliserende strategieën die de zelfverklaarde voormannen van de Vlaamse beweging tijdens de oorlogsjaren hadden toegepast. De zogenaamde activisten Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
schakelden zich in binnen de Duitse Flamenpolitik Flamenpolitik
Met het begrip ‘Flamenpolitik’ wordt verwezen naar de politiek die de Duitse bezetter voerde ten aanzien van de Vlaamse beweging tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Sommige aute... Lees meer
, in de hoop met de hulp van de bezetter hun eigen programma te realiseren. Daartegenover stonden de zogenaamde passivisten Passivisme
Het begrip ‘passivisme’ verwijst naar de Vlaamsgezinden die tijdens de Eerste Wereldoorlog verdere pogingen om de Vlaamse eisen te realiseren tot na het einde van het politiek-militair co... Lees meer
: flaminganten die loyaal bleven aan België en die de strijd voor de Vlaamse eisen ook na de oorlog binnen het Belgische staatsverband wilden voeren. Op dat schisma entte zich vanaf het interbellum een omvattender meningsverschil tussen ‘ maximalisten Maximalisten
‘Maximalisten’ was de benaming die de Vlaams-nationalisten zich tussen beide wereldoorlogen gaven. Ze gebruikten de term om zich te onderscheiden van de gematigdere Vlaamsgezinden die het... Lees meer
’ die een zo ruim mogelijke vorm van zelfbestuur bepleitten (en zo nodig separatisme) en ‘ minimalisten Minimalisten
De zogenaamd minimalistische flaminganten probeerden het eisenprogramma voor de Vlaamse beweging, dat tijdens de Eerste Wereldoorlog onder de leiding van Frans van Cauwelaert was tot stan... Lees meer
’, die in het spoor van Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
de klemtoon legden op het ‘onverminderbaar minimum’ van onmiddellijk noodzakelijke hervormingen die Vlamingen binnen het Belgische staatsverband ‘gelijkheid in rechte en in feite’ moesten garanderen.


De tot martelaar verheven Vlaamse soldaat Renaat de Rudder op de affiche van de twaalfde IJzerbedevaart, 23 augustus 1931. Ontwerp Jos de Swerts. (ADVN, VAFC8)
De tot martelaar verheven Vlaamse soldaat Renaat de Rudder op de affiche van de twaalfde IJzerbedevaart, 23 augustus 1931. Ontwerp Jos de Swerts. (ADVN, VAFC8)

Die tweespalt was tijdens de eerste edities nog niet zichtbaar – aanvankelijk toonde zich alleen het succes. Vanaf de vierde editie telde de bedevaart voor het eerst meerdere duizenden deelnemers. Via Edward Clauw Clauw, Eduard
Eduard Clauw (1884-1987) was een Diksmuidse soldaat tijdens de Eerste Wereldoorlog, die na de oorlog erg actief werd in het flamingantische oud-strijdersmilieu. Hij zette zich in voor de ... Lees meer
kon de vereniging zonder winstoogmerk ‘Bedevaarten naar de Graven van de IJzer’ een stuk grond aankopen in Diksmuide. Op die plaats werd in 1928 de eerste steen gelegd van een nieuw, 'onverwoestbaar' monument in de Diksmuidse weide: een 50 meter hoge toren, naar een ontwerp van de gebroeders Van Averbeke, bekroond met kruis en AVV-VVK-opschrift en omgeven met bas-reliëfs van Karel Aubroeck Aubroeck, Karel
Karel Aubroeck (1894- 1986) was een Vlaamsgezinde beeldhouwer, die de vier beelden van IJzersymbolen vervaardigde die eerst op de IJzertoren werden aangebracht en vervolgens, na de dynami... Lees meer
. In die toren zouden ook 226 van de bovengenoemde ‘Heldenzerkjes’ worden ingemetseld. Oorspronkelijk had het Comité een collectie van 559 soldatenzerken op die manier willen herbestemmen, maar een groot aantal zerken werd op 26 mei 1925 vernield bij de aanleg van lokale grintwegen – een gebeurtenis die voortaan als ‘tweede aanslag op Vlaanderen’ zou worden gememoreerd. De toren kon in 1930 worden afgewerkt, dankzij de verkoop van parafernalia, advertenties, tombola's, intekenlijsten en gepersonaliseerde bedelbrieven aan vooraanstaande en liefst kapitaalkrachtige Vlamingen.

Al in 1924 besliste het Comité om zich voortaan als geheel, en expliciet, tot het Vlaams-nationalisme te bekennen. Die beslissing vormde de opmaat tot een verdere radicalisering van een herinneringsmilieu dat tegelijk gestaag aan aanhang won. Het Comité met Daels als feitelijke leider, Clemens de Landtsheer De Landtsheer, Clemens
Clemens de Landtsheer (1894-1984) speelde als secretaris van het IJzerbedevaartcomité een grote rol in de organisatie van de vereniging en van de IJzerbedevaarten. Verder was deze belangr... Lees meer
als secretaris en Jef Rombouts Rombouts, Jef
Jef Rombouts (1893-1952) ijverde tijdens de Eerste Wereldoorlog als officier in het Belgische leger voor een verbetering van de situatie van de gewone Vlaamse soldaat. Hij lag mee aan de ... Lees meer
, Jeroom Leuridan Leuridan, Jeroom
Jeroom Leuridan (1894-1945), leraar en advocaat, was van 1929 tot 1944 parlementslid van het Vlaams Nationaal Verbond (VNV), en vanaf 1934 VNV-gouwleider van West-Vlaanderen. Hij was een ... Lees meer
en Michiel Bulckaert Bulckaert, Michiel
Michiel Bulckaert (1895-1968) was een VNV-politicus die als West-Vlaamse oorlogsgouverneur collaboreerde met de Duitse bezetter. De advocaat uit Veurne was oorlogsvrijwilliger tijdens Eer... Lees meer
als prominente leden, hielden de druk van nog radicalere Vlaams-nationalistische stemmen nog enige tijd af. Propagandisten zoals Cyriel Verschaeve probeerden vooral Daels, die het laatste woord had over de choreografie en de toespraken, te bewerken. Zij bepleitten een grotere rol voor de ‘ Dietse Diets
Het woord ‘Diets’ stamt uit het Middelnederlands. In de context van de Vlaamse beweging dook deze term voor het eerst op in de loop van de 19de eeuw, meestal als equivalent voor Nederlan... Lees meer
’ gedachte op de bedevaart, en een expliciete verdediging van de amnestie Amnestie
Lees meer
-eis voor de veroordeelde activisten. De toegevingen die daarop volgden, zoals de toevoeging van een Zuid-Afrika Zuid-Afrika
Deze bijdrage belicht de relatie tussen de Vlaamse beweging en Zuid-Afrika van de 19de tot de 21ste eeuw. Lees meer
anse spreker in 1928, stelden de radicalen niet tevreden. Dat Daels in 1929 weigerde August Borms Borms, August
August Borms (1878-1946) speelde een prominente rol in de activistische collaboratie tijdens de Eerste Wereldoorlog en groeide nadien uit tot hét symbool van de amnestiebeweging, die een ... Lees meer
te laten spreken op de IJzerbedevaart, net als de ‘ Groot-Nederland Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
ers’ Pieter Geyl Geyl, Pieter
Pieter Geyl (1887–1966) was een Nederlandse historicus met uitgesproken Groot-Nederlandse opvattingen, die een belangrijke rol speelde in het Vlaams-nationalisme tijdens het interbellum.... Lees meer
of Frederik C. Gerretson Gerretson, Frederik C.
Frederik Carel Gerretson (1884–1958) was een Nederlandse historicus, zakenman en politicus, die vanuit zijn Groot-Nederlandse overtuiging het Vlaams-nationalisme trachtte te beïnvloeden.... Lees meer
, vanwege hun uitgesproken anti-Belgische houding, vergrootte de onenigheid nog. Anderzijds kreeg Daels ook af te rekenen met kerkelijke weerstand. Vanaf het midden de jaren 1920 werd het alsmaar moeilijker om religieuze sprekers op de bedevaart te programmeren, omdat de bisschoppen Daels verweten zich net te toegeeflijk op te stellen tegenover het Vlaams-nationalisme. Die kerkelijke weerstand verloor echter haar betekenis toen Daels zelf overstag ging voor de radicale strekking in de Vlaamse beweging.

Radicalisering in de jaren 1930

De bedevaart van 1930 werd na afloop beschreven als de bedevaart van ‘de stormloop’. In het jaar dat België zijn 100-jarige bestaan vierde, stond op een reusachtig plakkaat aan de voet van de toren te lezen 'Nooit meer oorlog’. De klok Nele werd plechtig ingewijd en men maakte een begin met de herbegraving van de IJzersymbolen in de crypte van de toren. Onvoorzien werden vanuit een vliegtuigje Belgisch-patriottische pamfletten over de hoofden van de bedevaarders uitgestrooid. Daarop greep na de beëindiging van de plechtigheid een 'stormloop' plaats op de Grote Markt van Diksmuide. De radicale Vlaamsgezinden voelden zich alleen maar gesterkt door zulke ‘Belgische kaakslagen’ en drongen sterker aan op een duidelijke stellingname van het Comité naar buiten uit. In die stormloop – en in de algemene sfeer op de bedevaart – speelde ook de ordedienst een groeiende rol. De flamingantische turnkring Ganda had in de beginjaren, onder andere vanwege de persoonlijke vriendschap tussen Daels en Ganda-leider Maurits Verdonck Verdonck, Maurits
Lees meer
, die rol opgenomen. Maar die vriendschap bekoelde en vanaf 1932 nam Herman van Ooteghem Van Ooteghem, Herman
Herman van Ooteghem (1899-1962) was een Vlaamse architect. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stapte hij in de actieve collaboratie. Hij trad toe tot de leiding van de Dietsche Militie – Zwar... Lees meer
de ordedienst over, samen met diens Algemeen Vlaamsch Nationaal Jeugdverbond Algemeen Vlaamsch Nationaal Jeugdverbond
Het Algemeen Vlaamsch Nationaal Jeugdverbond (AVNJ) was een Vlaams-nationalistische jeugdbeweging en militie ontstaan in 1928. Van 1934 tot 1941 was het de jeugdbeweging van het Vlaamsch ... Lees meer
(AVNJ), de jeugdvereniging die in 1934 officieel zou ‘aanhaken’ bij het Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
(VNV).


Toespraak van voorzitter Frans Daels op de achtste IJzerbedevaart, 21 augustus 1927. Foto J. Hersleven. (ADVN, VFFY31/308)
Toespraak van voorzitter Frans Daels op de achtste IJzerbedevaart, 21 augustus 1927. Foto J. Hersleven. (ADVN, VFFY31/308)

Onder impuls van Daels vertoonden de bedevaarten van 1929 tot 1934 in sterke mate de invloed van het internationale pacifisme. Dat was niet naar de zin van een aantal comitéleden: voor hen ging pacifisme niet samen met de nationalistische boodschap, waarin net de krijgshaftige heroïek van het eigen volk centraal moest staan. Daels probeerde beide componenten te verzoenen, wat een erg hybride boodschap opleverde. Het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen
Het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) (1931-1941) was een fascistisch geïnspireerde beweging onder leiding van Joris van Severen, die een staats- en maatschappijherv... Lees meer
(Verdinaso) veroordeelde in 1935 de ‘sentimentele en bedrieglijke leuze’ ‘Nooit meer oorlog’, daarin bijgetreden door Verschaeve, die in het anoniem uitgegeven spreekkoor 'Laat ze niet rotten o Vlaanderenland’ zijn eigen 'Hier liggen hun zaden'-vers persifleerde en het gebrek aan strijdbaarheid hekelde. De kloof tussen het pacifisme en het verrechtsende Vlaams-nationalisme kon nog tijdelijk overbrugd worden door de campagne tegen het Frans-Belgisch Militair Akkoord van 1920 en de steun aan de Vlaams-nationalistische dienstweigeraarsbeweging.

In 1931 ontzegde Daels acht Weense nationaalsocialisten de toegang tot de tribune omdat ze een politiek uniform droegen. De familie Daels zou het voorval later, ten tijde van de repressie na de Tweede Wereldoorlog Repressie na de Tweede Wereldoorlog
De repressie na de Tweede Wereldoorlog omvat alle maatregelen en acties tegen personen die na de oorlog verantwoordelijk werden gehouden voor samenwerking met de nationaalsocialistische b... Lees meer
, aanhalen in een verweerschrift. Maar in de feiten nam de invloed van de radicalen op de bedevaart alleen maar verder toe; steeds openlijker profileerden zij zich niet langer alleen in anti-Belgische maar ook in fascistische zin. Dat bleek bijvoorbeeld uit de manier waarop Comitéleden Jan de Bondt De Bondt, Jan
Jan De Bondt (1884-1962) was nauw betrokken bij de bouw van de eerste IJzertoren, van het monument voor de gebroeders Van Raemdonck en later van de Pax-Poort. Hij was pacifist en lid van ... Lees meer
, Ward Hermans Hermans, Ward
Ward Hermans (1897-1992) was een Vlaams-nationalistische schrijver, journalist en politicus, die in de loop van het interbellum radicaliseerde in nationaalsocialistische zin. Tijdens de T... Lees meer
en Joris Lannoo Lannoo, Joris
Joris Lannoo (1891-1971) was een belangrijke drukker en uitgever van katholieke flamingantische signatuur. In het interbellum was hij lid van Verdinaso. Lees meer
zich met het Verdinaso associeerden, net zoals Verschaeve dat eerder al had gedaan. Lannoo nam ontslag in 1934; zijn Verdinaso-lidmaatschap was onverenigbaar met het lidmaatschap van het formeel nog steeds apolitieke Comité. Hermans verliet datzelfde jaar zowel het Comité als het in Belgisch-nationalistische richting evoluerende Verdinaso.


Charge van de Rijkswacht op de Grote Markt van Diksmuide tijdens de elfde IJzerbedevaart, 24 augustus 1930 (ADVN, VFAY240/1)
Charge van de Rijkswacht op de Grote Markt van Diksmuide tijdens de elfde IJzerbedevaart, 24 augustus 1930 (ADVN, VFAY240/1)

Daels wilde vasthouden aan dat partijverbod voor Comité-leden, maar kreeg nu binnen het Comité ook tegenwind van de leden Maurits Liesenborghs Liesenborghs, Maurits
Maurits Liesenborghs (1889-1946) was redacteur bij heel wat tijdschriften en was medestichter van verschillende culturele flamingantische groeperingen. Voor het Algemeen-Nederlands Verbon... Lees meer
en priester Jan Bernaerts Bernaerts, Jan
Jan P. Bernaerts (1879-1956) was een Vlaamsgezinde priester, actief in de katholieke Vlaamse studentenbeweging en de toneelliefhebbersbeweging. Hij was aalmoezenier aan het front tijdens ... Lees meer
, die de kant van de Verdinaso-gezinden kozen. De discussie spitste zich, zoals altijd, toe op een element van de programmering. De radicalen verzetten zich tegen het voornemen om de fysicus Albert Einstein als spreker op de bedevaart uit te nodigen, een voornemen dat zowel vanwege diens Joodse achtergrond als vanwege zijn socialistisch geïnspireerde pacifisme op weerstand stuitte. Een dergelijke uiting van ‘pluralisme’ ging de radicalen te ver en de uitnodiging werd niet verstuurd. De bedevaart van 1933 zou uiteindelijk vooral herinnerd worden als de editie waarop het gedenkteken voor Edward en Frans van Raemdonck werd onthuld. In zijn publieke communicatie over deze discussie legde het Comité onhandig uit dat het het midden moest bewaren tussen ‘pluralistische’ en ‘katholieke’ motieven. In werkelijkheid speelde binnen het Comité echter een machtsstrijd tussen verschillende Vlaams-nationalistische fracties die, elk op hun eigen manier, steeds duidelijker in fascistische richting evolueerden.

Behalve de sympathieën voor het Verdinaso, deed ook de invloed van het VNV zich op de IJzerbedevaart steeds duidelijker gelden. Er was niet alleen de rol van het genoemde AVNJ in de ordedienst. Go-betweens als Ernest van den Berghe Van den Berghe, Ernest (1897-1995)
Ernest van den Berghe (1897-1995) speelde een belangrijke rol in het Aalsterse Vlaams-nationalisme en trad op als nationaal algemeen secretaris van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV).... Lees meer
, secretaris van het VNV, zorgden ervoor dat de bedevaart ook vormelijk steeds meer ging lijken op de VNV-landdagen. Die landdagen – gehouden vanaf 1935 – waren strak geregisseerde partijbijeenkomsten rond vlag, groet en leider. De verkiezingen van 1936 toonden hoe groot de aantrekkingskracht van dat VNV inmiddels was geworden, ten nadele van de katholieke partij Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
. De nieuwe politieke krachtsverhoudingen versterkten verder de dominantie van de meest radicalen op de bedevaart. Deze radicalen schoven de amnestie-eis voor de veroordeelde activisten nog militanter naar voren, zoals bleek op de bedevaart van 1937. En op de krans die de Duitse delegatie tijdens de bloemenhulde van datzelfde jaar bij de toren neerlegde, prijkte een hakenkruis.

In die context werd de ruimte voor deelnemers die zichzelf niet expliciet als anti-Belgisch profileerden, alsmaar kleiner. Met name de leden van de Katholieke Actie (KA) zagen hun loutere aanwezigheid door Comitéleden veroordeeld als een 'aanslag op het Vlaams-nationalisme'. Uiteindelijk trok ook de leider van het Comité zijn conclusies uit de steeds nauwere verbinding tussen de anti-Belgische oriëntatie van de ‘maximalisten’ langs de ene kant en de fascistische ideologie van Verdinaso en VNV langs de andere. De Duitse inval – en de overgang van het VNV naar de collaboratie – maakte die beslissing, althans in de eigen ogen van de leider, onvermijdelijk. Daels trad in september 1940 toe tot de Raad van Leiding van het VNV. En vanaf dat ogenblik was de politieke collaboratie met de bezetter ook in het Comité totaal.

Collaboratie tijdens de bezetting

Weliswaar werden de IJzerbedevaarten tijdens de oorlogsjaren in beperkte kring gehouden; niet langer op de weide, maar in de crypte – Diksmuide lag immers in het spergebied. Maar Duitse officieren maakten prominent deel uit van dat beperkte publiek, Borms sprak tijdens de plechtigheid de hoop uit ‘dat de zon die daagt aan de Oosterkim licht en leven brengt voor ons heele volk’ en Daels besloot dat ‘wij uit alle krachten willen medewerken aan de nieuwe orde’. Hij plaatste zich ook vierkant achter de politieke repressie die door de bezetter werd uitgeoefend en die toch minstens gedeeltelijk dezelfde tegenstanders viseerde die het Comité altijd al had bevochten. In Daels’ woorden: ‘een eerste vereiste [voor de nieuwe orde] is dat onwaardigen, volksvreemden en volksvervreemden van alle kommandoposten verwijderd blijven’.


Mensenmassa aan de voet van de IJzertoren tijdens de twaalfde IJzerbedevaart, 23 augustus 1931. (ADVN, VFFY33/19)
Mensenmassa aan de voet van de IJzertoren tijdens de twaalfde IJzerbedevaart, 23 augustus 1931. (ADVN, VFFY33/19)

Die retoriek – live uitgezonden via de radio Radio
Lees meer
met het akkoord van de bezetter - werd tijdens de volgende edities alleen maar feller. Vanaf de Duitse inval in de Sovjetunie werd er op de bedevaart actief opgeroepen het Vlaamsch Legioen Vlaamsch Legioen
Het Vlaamsch Legioen (1941-1943) was een Vlaamse eenheid aan het oostfront tijdens de Tweede Wereldoorlog, die deel uitmaakte van de Waffen-SS. Lees meer
aan het oostfront te versterken en onder de bedevaarders kreeg het sterk vertegenwoordigde VNV het gezelschap van de Zwarte Brigade en de Nationaal-Socialistische Jeugd Vlaanderen Nationaal-Socialistische Jeugd Vlaanderen
Lees meer
, wier leden de ordedienst verzorgden. Op 3 april 1943 publiceerde Daels dan een open brief waarin hij zijn ontslag uit de Raad van Leiding van het VNV publiek maakte – een ontslag waartoe hij eind 1942 al had besloten. Als motivering verwees Daels naar de ‘toegevingen’ van het VNV aan de bezetter op het terrein van de Groot-Nederlandse gedachte en de werving voor het oostfront. Hij distantieerde zich echter niet van zijn geloof in de Nieuwe Orde.

Na de bevrijding zouden nieuwe en oude bedevaarders de houding van het Comité tijdens de bezetting uitleggen zoals zij ook het ontslag van Daels in 1943 verklaarden: als een passief verweer tegen de Gleichschaltung door de bezetter. Met name de leuze van de oorlogsbedevaarten – ‘Wij zijn een volk’ – kreeg in hun verdedigingsredes plots het karakter van een anti-Duitse slogan. In tempore non suspecto had het Comité zelf de zaak evenwel nog heel anders uitgelegd. In augustus 1940, alweer tijdens een radiotoespraak, had Comitélid Liesenborghs verklaard dat de nakende IJzerbedevaart in het teken zou staan van de diepe verwantschap tussen de Nederlandse en de Duitse stam. Op die verklaringen kwamen de bedevaarders na september 1944 liever niet meer terug. Aan de omarming van de ideologie van de bezetter door het Comité werden al helemaal geen woorden meer vuilgemaakt. Meest opvallend: de zogenaamde oorlogsbedevaarten werden na de Tweede Wereldoorlog door de bedevaarders eenvoudig uit de officiële telling – en daarmee uit de eigen geschiedenis – geschrapt. In de bredere samenleving zou de herinnering aan de collaboratie van het Comité minder snel vervagen.

Belgische interventies versus amnestiecampagne na de Tweede Wereldoorlog

Radicalisering vóór en collaboratie tijdens de oorlog plaatsten de IJzerbedevaart na de bevrijding in september 1944 in een politieke buitenspelpositie. De erfenis bleef onbeheerd achter, nu Daels zich in vrijwillige ballingschap in Zwitserland bevond, op de loop voor de Belgische justitie. In de maanden die volgden, werd een groot deel van de Comitéleden veroordeeld voor één of andere vorm van collaboratie. Tegelijk rekenden onbekend gebleven burgers ook materieel af met de IJzersymbolen. In de zomer van 1945 raakte de IJzertoren beschadigd door een aanslag met dynamiet, een tweede aanslag in maart 1946 legde de toren helemaal in puin. De lokale verzet Verzet
Het georganiseerde verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Vlaamse provincies was doorgaans altijd Belgisch verzet: zowel op het vlak van de ideologische oriëntatie, de motieven en he... Lees meer
sstrijders die al snel als verdachten werden gearresteerd, moesten bij gebrek aan bewijs opnieuw worden vrijgelaten. De boodschap van de onzichtbaar gebleven daders was echter duidelijk: voor minstens een deel van publieke opinie, ook de Vlaamse opinie, was de IJzerbedevaart sinds mei 1940 een symbool geworden van een nationaal verraad dat op een of andere manier moest worden bestraft. Misschien moest het symbool eenvoudig worden vervangen door een heel ander monument waar de doden van inmiddels twee bezettingen samen konden worden herdacht.


Frans Daels en August Borms tijdens de plechtigheid in de crypte van de IJzertoren op de tweeëntwintigste IJzerbedevaart, 24 august 1941. (ADVN, VFAY286/2)
Frans Daels en August Borms tijdens de plechtigheid in de crypte van de IJzertoren op de tweeëntwintigste IJzerbedevaart, 24 august 1941. (ADVN, VFAY286/2)

Dat was toch de boodschap die werd uitgedragen door nieuwe herinneringsgemeenschappen die zich naar de voorgrond van de publieke discussie drongen. Zo waren er de Belgisch-patriottische verenigingen van oud-strijders die sinds de jaren 1920 de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog herdachten als dragers van een Belgisch lijdensverhaal en die zich precies om die reden steeds buitengesloten hadden geweten van de manifestaties aan de IJzer. Zij kregen nu het gezelschap van de politiek zeer diverse gemeenschap van gewezen verzetsstrijders en politieke gevangenen. Samen riepen zij op om de IJzersymbolen te ‘herstellen’ door de IJzerbedevaart op een nieuwe leest te schoeien. De Vlaamse dodenherdenking, zo eisten zij, moest voortaan een ondubbelzinnig Belgisch-nationale betekenis krijgen en de vooroorlogse leiders van het Comité konden in dat nieuwe ritueel geen rol meer speelden. Deze herdenkers zetten vanaf 1946 hun eisen bij met een aantal zogenaamde Herstelbedevaarten naar de IJzer, waarin zij op hun manier ‘eerherstel’ vroegen voor de Vlaamse gesneuvelden wier nagedachtenis bezoedeld was geraakt door radicalisering en collaboratie van het Comité.

In die context groeide de druk op de Belgische overheid om in te grijpen in de verdere ontwikkeling van de IJzerbedevaart. De regering Pierlot plaatste de gronden van de IJzertoren ‘onder sekwester’, de linkse regering Van Acker Van Acker, Achille
Achille van Acker (1898-1975) was een socialistische politicus uit Brugge, die in het begin van zijn carrière een tijdlang lid was van de Frontbeweging. Na de Tweede Wereldoorlog bekleedd... Lees meer
legde bovendien extra voorwaarden op. Toekomstige bedevaarten mochten voortaan alleen nog plaatsvinden onder Belgische vlag, ‘anti-Belgische’ toespraken werden verboden en alleen wie een bewijs van burgerzin kon voorleggen (en dus niet door de naoorlogse repressie was getroffen), kon nog als organisator optreden. Liberaal minister van Binnenlandse Zaken Auguste Buisseret sprak bovendien de ambitie uit om op de IJzervlakte een geheel nieuw nationaal monument op te richten voor de slachtoffers van beide wereldoorlogen die voortaan ‘in een atmosfeer van wederzijdse waardering en eerbied tussen Vlamingen en Walen’ moesten worden herdacht.

Geconfronteerd met die plannen, zocht de katholieke rechterzijde – herenigd in de nieuwe Christelijke Volkspartij (CVP) – naar een compromis. Op haar beurt onder druk gezet door de beroering die de vernieling van de IJzertoren wekte bij de Vlaamse katholieke opinie, bezwoer de CVP de linkse regering om rekening te houden met ‘het gevaar van de symbolen’. In de senaat bepleitte Edgar de Bruyne De Bruyne, Edgar
Edgar de Bruyne (1898-1959) was een professor filosofie, die zich tevens in de politiek engageerde. De Bruyne was senator voor de katholieke partij en bekleedde na de oorlog een ministerp... Lees meer
de integrale heropbouw van het vernielde monument op staatskosten, waarna er vervolgens alleen nog maar een expliciet Belgische betekenis moest worden toegekend aan het oorspronkelijke monument, om op die manier ‘de terugkeer van zekere misbruiken te voorkomen’. Tegelijk nam de CVP het initiatief voor de herneming van de jaarlijkse IJzerbedevaarten. De partij nam resoluut de leiding over een nieuw, ‘voorlopig’ Comité met Jules Cardyn Cardyn, Jules
Lees meer
als voorzitter, waarin ook vooraanstaande CVP-politici als Paul-Willem Segers Segers, Paul-Willem
Paul-Willem Segers (1900-1983) was secretaris van het ACW en achtereenvolgens KVV- en CVP-politicus, die na de Tweede Wereldoorlog verschillende ministerposities bekleedde. Hij was betrok... Lees meer
en de voormalige politieke gevangene Louis Kiebooms Kiebooms, Louis
Louis Kiebooms (1903-1992) was een journalist en politicus. Hij was hoofdredacteur van de Gazet van Antwerpen, kamerlid voor de Christelijke Volkspartij en burgemeester van Wilrijk. Hij w... Lees meer
zetelden, net als de Kortrijkse industrieel Tony Herbert Herbert, Tony
Tony Herbert (1902-1959) was een aanvankelijk radicaal Vlaams-nationalistische en vanaf medio jaren 1930 Belgischgezinde ingenieur en textielindustrieel met autoritaire opvattingen. Hij ... Lees meer
.


Vlaamse én Belgische vlaggen op de zogenaamde Herstelbedevaart van 1946, aan de voet van de verwoeste IJzertoren. (ADVN, VFAY707)
Vlaamse én Belgische vlaggen op de zogenaamde Herstelbedevaart van 1946, aan de voet van de verwoeste IJzertoren. (ADVN, VFAY707)

Dat Comité fuseerde in de zomer van 1948 met het oude Comité – heropgericht in mei 1946 - waarvan behalve de hoogleraar Jan Frans Fransen Fransen, Frans
Geneesheer Jan Fransen (1886-1975) was hoogleraar aan de Gentse universiteit. Na de Tweede Wereldoorlog was hij voorzitter van het IJzerbedevaartcomité en het Vlaams Geneesherenverbond.... Lees meer
(voorzitter) ook de buiten de collaboratie gebleven oudgedienden Rombouts en Clauw deel uitmaakten. Het was dit verruimde Comité dat in augustus van dat jaar de eerste naoorlogse bedevaart inrichtte, nadat Leuvense studenten in het paasweekend van 1946 al een kleinere manifestatie hadden gehouden. In hun Jeugdbedevaart hadden ook zij eerherstel gezocht, maar dan niet ten aanzien van de collaboratie tijdens de oorlog, maar wel ten aanzien van de nieuwe, Belgische aanspraken die na de oorlog op de bedevaart werden gemaakt. In de loop van dat proces slaagde de CVP – opnieuw in de regering van 1947 tot 1954 – er wel in om de meest ingrijpende plannen van de linkerzijde af te weren en de ‘politionele’ verordeningen met betrekking tot het verloop van de plechtigheid grotendeels op te heffen. Op de IJzervlakte zelf kon de partij haar leiderschap echter niet duurzaam verankeren. Zij botste op het traditionele herinneringsmilieu, dat heel anders oordeelde over de mogelijkheid om de vaste vormen van de bedevaart te verzoenen met een nieuwe, pro-Belgische koers.

Fransen nam het stokje opnieuw over van Cardyn en zeker vanaf de oprichting van de Volksunie Volksunie
Tussen 1954 en 2001 bepaalde de Volksunie (VU) als Vlaams-nationalistische partij mee de politieke evolutie in België, van unitaire staat tot federaal koninkrijk. Ze groeide uit tot de tw... Lees meer
in 1954 maakten de Vlaams-nationalistische herdenkers komaf met de tegemoetkomingen ten aanzien van de Belgische restauratiepolitiek. In de plaats daarvan zetten zij de amnestie-eis opnieuw hoog op de agenda. Dat leidde in de tweede helft van de jaren 1950 niet alleen opnieuw tot onrust en verontwaardiging bij de politieke linkerzijde en bij de gewezen gevangenen en verzetslieden. Het zorgde ook opnieuw voor een interne verstrakking van het herinneringskader. Onder Fransen, maar later ook Hendrik Borginon Borginon, Hendrik
Hendrik Borginon (1890-1985) was lid van de leiding van de Frontbeweging en Vlaams-nationalistisch politicus in de Frontpartij en het Vlaamsch Nationaal Verbond. Tijdens de bezetting fung... Lees meer
(vanaf 1966) en Jozef Coene De Coene, Jozef
Jozef de Coene (1875-1950), oprichter en bedrijfsleider van de Kortrijkse Kunstwerkstede Gebroeders De Coene, was als kunstschilder de spil van een Vlaamsgezind literair-artistiek netwerk... Lees meer
(vanaf 1970) leek de bedevaart steeds meer een ritueel te worden waar alleen maar ‘slachtoffers van de repressie’ werden herdacht. In de achteruitkijkspiegel kregen deze veroordeelden de trekken van de miskende frontsoldaten uit de Eerste Wereldoorlog. Tegelijkertijd verzeilden de frontsoldaten zelf meer op de achtergrond, om plaats te maken voor een nieuwe generatie martelaars die, nog sprekender, als slachtoffers van een vermeend Belgisch onrecht konden worden opgevoerd. Hier werd een eindeloos heden gecreëerd, waarin heel verschillende ervaringen van miskenning en gevangenschap aan elkaar gelijk werden gemaakt.

Het was een mechanisme dat Daels zelf al in 1951 in werking had gezet, in een solidariteitsboodschap die hij verstuurde naar de studenten die de bedevaarttraditie nieuw leven hadden ingeblazen. In die verklaring presenteerde Daels zijn eigen lotgevallen als exponent van een ‘offervaardigheidsidealisme’ dat in de hele Vlaamse geschiedenis werkzaam was geweest en dat altijd opnieuw op ‘anti-Vlaamse repressie’ was gestoten. Twintig jaar later, in 1972, klonk het onveranderlijk, dit keer bij monde van Coene, dat ‘de Vlaming’ tijdens de oorlogsjaren een ‘stille werker op vele fronten’ was geweest. Coene schakelde de bijdragen van oostfronters Oostfronters
Het begrip oostfronters duidt in de context van de geschiedenis van de Vlaamse beweging op Vlamingen die als vrijwilliger aan de zijde van Duitsland vochten tegen het Sovjetrussische Rod... Lees meer
, oorlogsburgemeesters Oorlogsburgemeesters
De term ‘oorlogsburgemeesters’ verwijst naar de collaborerende burgemeesters die tijdens de Tweede Wereldoorlog werden benoemd en de hoeksteen vormden van de machtsgreep van het Vlaamsch ... Lees meer
en al wie geprobeerd had ‘de uitwassen van de bezetting te verhinderen, al dan niet in het verzet’, eenvoudig aan elkaar gelijk. De retoriek van het martelaarschap en die van de vergoelijking gingen hand en hand.


Affiche van de vierentwintigste IJzerbedevaart, 19 augustus 1951. Ontwerp Abel Claeys. (ADVN, VAFC68)
Affiche van de vierentwintigste IJzerbedevaart, 19 augustus 1951. Ontwerp Abel Claeys. (ADVN, VAFC68)

Toen de bouw van de nieuwe IJzertoren in 1965 werd voltooid, leek precies die boodschap uiteindelijk te verstenen. Terwijl de taalstrijd en de Marsen op Brussel Marsen op Brussel
De Mars(en) op Brussel waren twee flamingantische massabetogingen die in Brussel op 22 oktober 1961 en 14 oktober 1962 werden georganiseerd. Lees meer
nieuwe zuurstof gaven aan een steeds bredere Vlaamse beweging verstrakte de herinneringscultuur in Diksmuide alsmaar verder. Dat bleek paradoxaal genoeg toen de linkse jeugdradicalisatie vanaf 1968 ook de bedevaart bereikte – opnieuw via de relais met het Leuvense studentenmilieu. Binnen de schoot van de bedevaart stichtten Leuvense studenten een Jongerencomité, een Vredeswerkgroep en een Werkgroep Arbeid die elk op hun manier het IJzertestament wilden actualiseren met behulp van ‘de zogenaamde maatschappij-kritiek die vooral jongeren aangrijpt’. Hun pacifisme impliceerde voortaan ook kritiek op de Amerikaanse oorlogsvoering in Vietnam, hun anti-Belgische overtuiging werd voortaan ook gefundeerd in een kritiek van het Brusselse monopoliekapitalisme. Maar opvallend genoeg versterkte die nieuwe taal van de jeugd het eenzijdige verhaal dat op de bedevaart over de collaboratie werd verteld. Ook hun toespraken klonken het felst in de passages die – nog steeds - de ‘repressie zonder maat’ van een ‘harteloze staat’ tot onderwerp hadden.

Vlaamse ‘Monumentalisering’ en scheiding van de wegen vanaf de jaren 1980

Het was uiteindelijk niet de Belgische, maar de Vlaamse overheid die de betekenis van de IJzerbedevaart fundamenteel zou wijzigen. In een context van federalisering had ook de Vlaamse deelstaat – de samenvoeging van Gemeenschap en Gewest – nood aan ‘een’ symbool waar de gehechtheid aan het eigen verleden kon worden gevierd. Vanaf de jaren 1980 groeide in de schoot van de opeenvolgende Vlaamse regeringen de overtuiging dat de IJzertoren precies die rol kon vervullen. Op voorwaarde dat de referenties aan het ‘foute’ verleden op die plaats werden opgeruimd.

De eerste stap werd opnieuw gezet door de CVP. In de Vlaamse Raad Vlaams Parlement
Het Vlaams Parlement is de parlementaire vergadering van de Vlaamse deelstaat in het federale België. Zijn geschiedenis kent drie grote fasen: de periode van de Cultuurraad voor de Neder... Lees meer
diende volksvertegenwoordiger Zefa de Loore-Raeymaekers in 1980 een voorstel van decreet in om de IJzertoren te erkennen als ‘Memoriaal van de Vlaamse Gedachte’. Pas in 1987 werd een nieuwe versie van dat voorstel bekrachtigd door een meerderheid van de raadsleden – maar zonder liberalen en socialisten. Inmiddels ging het om een ‘Memoriaal van de Vlaamse Ontvoogding’. In 1992 werd de hele site erkend als beschermd monument. In dat lange proces was Paul Daels Daels, Paul
Paul Daels (1921-1989) werd na de Tweede Wereldoorlog voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging en van het IJzerbedevaartcomité. Ook was hij medeoprichter van het Overlegcentrum van Vlaamse... Lees meer
, de zoon-van die in 1981 Coene als Comitévoorzitter was opgevolgd, nauwelijks meer dan een commentator aan de zijlijn. Bij aanvang had hij wél een rol gespeeld. Het Comité had al sinds de tweede helft van de jaren 1970 immers gedurig opgeroepen om werk te maken van een permanente publieke financiering van de IJzertoren. Maar heel anders dan tijdens de jaren 1950, speelden de herinneringsgemeenschappen zelf geen sturende rol meer in de discussie. Dat gold net zo goed voor de IJzerbedevaarders als voor hun intussen weggedeemsterde Belgisch-patriottische uitdagers.

Toch bestond er ook een wisselwerking tussen de interventie van bovenaf en een langzame culturele verschuiving binnen de gemeenschap van de bedevaarders zelf. Anders dan tijdens de jaren 1950 werd de politieke discussie niet langer gevoerd in pro- versus anti-Belgische termen. Politici van de linkerzijde hadden nu vooral vragen gesteld bij de levensbeschouwelijke oriëntatie van het ijzerkruis. En omgekeerd hadden de voorstanders van de monumentalisering de Vlaamse ontvoogding voorgesteld als een zaak van universele mensenrechten. Dat bood kansen aan een nieuwe generatie in het Comité die zelf opnieuw op zoek ging naar manieren om de eigen boodschap te verruimen en op die manier de nieuwe status van de bedevaart, als herdenkingsritueel van álle Vlamingen, recht te doen. Anders dan de linkse flaminganten in het spoor van mei 1968, waren deze hervormers wél bereid om de eigen ‘zwarte’ erfenis in de ogen te kijken.


Naast prominente collaborateurs zoals Cyriel Verschaeve, Staf de Clercq en Reimond Tollenaere werd ook Hendrik Elias, van 1942 tot 1944 leider van het VNV, uitgebreid geëerd op de vierenzestigste IJzerbedevaart, 1 juli 1973. Aan de voet van de IJzertoren stond een berkenkruis opgesteld, symbool voor de gesneuvelde Oostfronters. (ADVN, VFFY16/229)
Naast prominente collaborateurs zoals Cyriel Verschaeve, Staf de Clercq en Reimond Tollenaere werd ook Hendrik Elias, van 1942 tot 1944 leider van het VNV, uitgebreid geëerd op de vierenzestigste IJzerbedevaart, 1 juli 1973. Aan de voet van de IJzertoren stond een berkenkruis opgesteld, symbool voor de gesneuvelde Oostfronters. (ADVN, VFFY16/229)

Lionel Vandenberghe Vandenberghe, Lionel
Lionel Vandenberghe (1943-2023) was voorzitter van het IJzerbedevaartcomité en senator voor Spirit. Lees meer
, opvolger van Daels sinds 1989, zette de koerswijziging in. Met de stille steun van de intussen veel sterkere progressieve vleugel van de Volksunie, hertaalden de Comitéleden de kernwoorden van het IJzertestament als ‘Vrede, Vrijheid, Verdraagzaamheid’. Op die manier haakten zij aan bij het nieuwe mensenrechtenvertoog dat in heel de Westerse wereld de oorlogsherinnering was gaan domineren. Met de verwijzing naar verdraagzaamheid leken zij zich ook aan te sluiten bij de brede maatschappelijke mobilisatie tegen extreemrechts die op de electorale doorbraken van het Vlaams Blok Vlaams Belang
Vlaams Belang is een radicaal-rechtse Vlaams-nationalistische partij, die in 1978 ontstond onder de naam ‘Vlaams Blok’, als verkiezingskartel van de Vlaamse Volkspartij en de Vlaams Natio... Lees meer
in 1988 en 1991 was gevolgd. Binnen deze partij hadden de radicale anti-Belgische flaminganten in die jaren hun toevlucht hadden gezocht. Zij ervoeren de actualisering van het IJzertestament als een aanslag op hun culturele erfenis én op hun politieke overtuiging. Nieuwe conservatieve platforms als Forum en Werkgroep Radicalisering gaven inhoud aan de onvrede. En op de bedevaart van 1996 voerden de landstrommels van het Vlaams Nationaal Jeugdverbond Vlaams Nationaal Jeugdverbond
Het Vlaams Nationaal Jeugdverbond is een Vlaams-nationalistische jeugdbeweging, die in 1960 werd opgericht door Jaak van Haerenborgh. Ze werd al snel de leidende en na verloop van tijd de... Lees meer
(VNJ) een charge uit op het podium.

Het bleek het begin van het einde. De modernisering van de traditionele vormentaal deed plots ook het dwingende verband verkruimelen dat ‘maximalisten’ en ‘minimalisten’ altijd gevangen had gehouden in dezelfde herinneringsgemeenschap. Het Comité keerde niet op zijn stappen terug. De vermelding van de IJzertoren in de UNESCO-lijst van Internationale Vredesmusea in 1997 sterkte het vertrouwen van de hervormers. Ook een nieuwe civil society van de herinnering die zich naast de traditionele herinneringsgemeenschap ontwikkelde, versterkte hun positie. In gelegenheidsgezelschappen als de nieuwe Voorwaartsgroep, gingen Vlaams-nationalisten en vertegenwoordigers van de politieke linkerzijde, opnieuw het gesprek aan over de oorlogserfenis. Opgezet door Frans-Jos Verdoodt Verdoodt, Frans-Jos
Historicus Frans-Jos Verdoodt (1939) specialiseerde zich in de geschiedenis van het daensisme en van de Vlaamse beweging. In 1984 was hij de gangmaker achter de oprichting van het ADVN, w... Lees meer
, historicus en lid van het Comité, omvatte de groep ook (gewezen) communisten, Vlaams-nationalisten en universitaire historici van de Vlaamse beweging. De groep publiceerde in 1999 een geruchtmakende oproep in de Vlaamse kranten om de Vlaamse collaboratie niet langer te vergoelijken.


Sinds 1989 werden de kernwaarden ‘Vrede, Vrijheid, Verdraagzaamheid’ centraal geplaatst bij de jaarlijkse herdenkingen. Foto Studio Dann. (ADVN)
Sinds 1989 werden de kernwaarden ‘Vrede, Vrijheid, Verdraagzaamheid’ centraal geplaatst bij de jaarlijkse herdenkingen. Foto Studio Dann. (ADVN)

Een jaar later werd ten slotte ook de meest symbolische horde genomen. Op de IJzerbedevaart van 2000 sprak Verdoodt een 'historisch pardon' uit voor de 'vergissing van de collaboratie'. Het gebaar was in het grootste geheim voorbereid. Binnen het Comité was overeengekomen dat Verdoodt een verklaring over het oorlogsverleden zou afleggen, zonder dat hij zijn geestesgenoten al wilde verklappen wát hij precies zou gaan zeggen. Verdoodt vreesde ook toen nog dat er van echte excuses niets terecht zou komen, als de andere leden mee de pen vasthielden. Toen ongeruste comitéleden en een aantal nieuwsgierige journalisten Comitévoorzitter Vandenberghe interpelleerden over de toespraak, verontschuldigde die zich onverwachts voor de oorlogsbedevaarten. De excuses van Verdoodt hadden echter een bredere draagwijdte. Verdoodt doorbrak immers de cultus van de collaboratie die een halve eeuw op de vlakte had geheerst. Zijn geste werd op boegeroep onthaald door het traditionele, anti-Belgische gedeelte van de toehoorders. Ongetwijfeld droeg het pardon bij tot de definitieve vervreemding van deze laatsten ten aanzien van de bedevaart.

De radicale, anti-Belgische bedevaarders vonden vanaf 2003 een nieuw onderkomen bij de IJzerwake IJzerwakes
De IJzerwake is een Vlaams-nationale manifestatie die, na een eerste editie in 1995, sinds 2003 plaatsvindt als radicaal alternatief voor de IJzerbedevaart. Lees meer
, een nieuwe manifestatie op een weide naast het monument voor de gebroeders Van Raemdonck in Steenstrate. Daar keerden de oude vormen terug; zowel in de romantische rituelen als in de portretten van de voormannen van de Vlaamse collaboratie. Op de weide in Diksmuide werden de laatste resten van de collaboratieherinnering opgeruimd, onder andere door nu ook de permanente tentoonstelling in de IJzertoren te moderniseren. De bedevaart maakte vanaf 2013 plaats voor een veel bescheidener bijeenkomst op 11 november en vanaf 2020, 100 jaar na de eerste bedevaart, op de eerste zondag van september. Een massamanifestatie is dat echt niet meer. Maar of de Vlaamse Doden daarmee hun laatste woord hebben gesproken, valt nog te bezien. Vooral op de IJzerwake blijft een gemeenschap van herdenkers aanwezig die goed begrijpt hoe politieke invloed kan worden opgebouwd met behulp van een rigide herinneringskader. Dat toekomstige (rechtse) meerderheden in Vlaanderen op een dag opnieuw in dat spoor zullen belanden, valt niet uit te sluiten.

Literatuur

— G. Provoost, De Vossen: 60 jaar Verbond van Vlaamse Oudstrijders, 1919-1979, Brussel, 1979.
— M. Lamot, Voorgeschiedenis en ontstaan van de pacifistische bewegingen in Vlaanderen (1919-1931), KUL, licentiaatsverhandeling, 1984.
— F. Weyns, De tussenoorlogse IJzerbedevaarten (1920-1939). Een onderzoek naar de politieke symboliek en mythevorming, RUG, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1992.
— A. Beck, De IJzerbedevaarten 1945-1965. Een politieke massamanifestatie, RUG, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1996.
— C. van Louwe en P.J. Verstraete, De Oorlogsbedevaarten. Kroniek van de vergeten IJzerbedevaarten 1940-1944, 2002.
— F. Seberechts (red.), Duurzamer dan graniet. Over monumenten en Vlaamse beweging (Bijdragen Museum van de Vlaamse Sociale Strijd, nr. 19), 2003.
— B. Bevernage, en K. Aerts. Haunting Pasts: Time and Historicity as Constructed by the Argentine Madres de Plaza de Mayo and Radical Flemish Nationalists, in: SOCIAL HISTORY , jg. 34, 2009, nr. 4, pp. 391-408.
— B. Benvindo en E. Peeters, Scherven van de oorlog. De strijd om de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog, 1945-2010, 2011.
— L. Lefranc, ‘Wilskrachtige mannen en medelijdende vrouwen’. Een discoursanalyse van Vlaams-nationalistische genderconstructies in herdenkingen van de Eerste Wereldoorlog op de Ijzerbedevaarten (1920-1944), UGent, onuitgegeven masterproef, 2014.
— A. Vrints en M. Schoups, De overlevenden. De Belgische oud-strijders tijdens het Interbellum, 2018.
— L. Vandeweyer, M. Scheerlinck e.a., 100 jaar IJzerbedevaarten in affiches, 1920-2020, Antwerpen, 2021.

Suggestie doorgeven

1973: Louis De Lentdecker (pdf)

1998: Annelies Beck

2023: Evert Peeters

Databanken

Inhoudstafel