Dambre, Oscar

Persoon
Wouter Dambre / Jaap Grave (2023)

Oscar Dambre (1896-1972) was betrokken bij de Frontbeweging en droeg onder andere bij aan de herinneringscultus rond de gebroeders Van Raemdonck en Joe English. Tijdens de Tweede Wereldoorlog engageerde hij zich als lid van de DeVlag in de collaboratie.

Geboorte
Vlamertinge, 12 november 1896
Overlijden
Gent, 23 juni 1972
Leestijd: 14 minuten

Oscar Dambre was in 1914 een jonge oorlogsvrijwilliger. De vier jaar aan het IJzerfront waren een levensbepalende ervaring. Hij schreef voor Ons Vaderland Ons Vaderland (1914-1922)
Lees meer
en was actief in de Frontbeweging Frontbeweging
Aan het IJzerfront manifesteerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog flamingantisch verzet tegen de taaltoestanden in het leger. Naarmate het zich meer en meer organiseerde en groeide, vo... Lees meer
. Na de dood van de gebroeders Van Raemdonck Gebroeders van Raemdonck
De broers Edward en Frans van Raemdonck waren twee Vlaamsgezinde soldaten in het Belgische leger, die door hun gezamenlijke dood op het slagveld symbool gingen staan voor zowel de ideale ... Lees meer
, Joe English English, Joe
Joe English (1882-1918) was een Brugse kunstschilder, die zijn grote faam binnen de Vlaamse beweging vooral ontleende aan zijn tekenwerk als frontkunstenaar. Lees meer
en andere Vlaamsgezinden uit zijn kennissenkring, was hij medeoprichter van de ‘Bedevaarten naar de Graven van IJzer’. Na de oorlog studeerde Dambre germaanse filologie in Gent en promoveerde hij op de 17de-eeuwse dichter Justus de Harduwijn. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stapte Dambre als lid van het VNV Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
en de DeVlag Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap
De Duitsch-Vlaamsche Arbeidersgemeenschap (DeVlag) (1935-1945) was vóór de Tweede Wereldoorlog een organisatie van Vlaamse en Duitse studenten. Tijdens de oorlog ontpopte de DeVlag zich ... Lees meer
in de collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
. In 1942 ging hij doceren aan de universiteit van Hamburg. Na de oorlog wachtten hem tweeënhalf jaar gevangenschap en een veroordeling als politiek collaborateur. In 1955 kreeg hij eerherstel, hij kon ook opnieuw aan de slag in het Gentse Sint-Amandusinstituut.

Hij was de zoon van Camille Dambre, gemeentesecretaris van Vlamertinge. Oscar Dambre trad op 19 oktober 1914 vrijwillig in dienst bij het Belgische leger. Zo miste hij zijn retoricajaar aan het Sint-Amandscollege in Kortrijk, waar hij Caesar Gezelle Gezelle, Caesar
Caesar Gezelle (1875-1939) was een Vlaamse Rooms-katholieke priester, dichter en leraar. Hij behoorde tot de blauwvoeterijbeweging en was de beheerder van het archief van zijn oom Guido G... Lees meer
en Michiel English (broer van Joe English) als leraars had. Na vier jaar aan het IJzerfront studeerde Dambre vanaf 1919 Germaanse filologie in Gent. Via zijn mentor Karel van de Woestijne Van de Woestijne, Karel
Karel van de Woestijne (1878-1929) was een Gentse dichter, prozaïst, criticus en journalist. Hij engageerde zich als gematigd flamingant binnen de Vlaamse beweging en was tijdens de Eerst... Lees meer
promoveerde hij in 1922 op een proefschrift over de 17de-eeuwse priester-dichter Justus de Harduwijn.

Frontbeweging en beeldvorming

Aan het IJzerfront werd Dambre in augustus 1915 bevorderd tot korporaal. Hij verzorgde de rubriek ‘Sic vita fugit’ in de krant Ons Vaderland Ons Vaderland (1914-1922)
Lees meer
, de spreekbuis van de Frontbeweging Frontbeweging
Aan het IJzerfront manifesteerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog flamingantisch verzet tegen de taaltoestanden in het leger. Naarmate het zich meer en meer organiseerde en groeide, vo... Lees meer
. Hij publiceerde in frontblaadjes Frontblaadjes
Frontblaadjes waren krantjes die tijdens de Eerste Wereldoorlog onder de soldaten werden verdeeld, met als doel hun moraal op te krikken. Lees meer
zoals Onze Temschenaars en Kortrijksch Oorlogsblad, en ook in De Stem uit België De Stem uit België
De Stem uit België (1914-1919) was een Vlaams exilblad dat tijdens de Eerste Wereldoorlog werd uitgegeven vanuit Londen onder leiding van Floris Prims. Het weekblad was katholiek en Vlaam... Lees meer
. Eind 1916 startte Dambre met de voorbereidingen voor Yzerbloemen, een tijdschrift over Vlaamse kunst en letteren in het leger. Joe English English, Joe
Joe English (1882-1918) was een Brugse kunstschilder, die zijn grote faam binnen de Vlaamse beweging vooral ontleende aan zijn tekenwerk als frontkunstenaar. Lees meer
ontwierp de cover, en onder meer Daan Boens Boens, Daan
Daan Boens (1893-1977) was kunstenaar, dichter en journalist. Als socialistisch politicus ijverde hij voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit. Lees meer
, Ward Hermans Hermans, Ward
Ward Hermans (1897-1992) was een Vlaams-nationalistische schrijver, journalist en politicus, die in de loop van het interbellum radicaliseerde in nationaalsocialistische zin. Tijdens de T... Lees meer
, Karel van Lerberghe en Renaat de Rudder De Rudder, Renaat
Renaat de Rudder (1897-1917) was actief in de Frontbeweging. Nadat hij werd gedood tijdens een verkenningstocht, ging De Rudder als een van de ‘IJzersymbolen’ deel uitmaken van de Vlaams-... Lees meer
werkten mee. Hoewel Dambre van het leger de toestemming tot uitgave kreeg, bracht hij zijn geesteskind onder bij Nieuw Vlaanderen, een gelijkaardig project onder leiding van Dirk Vansina Vansina, Dirk
Dirk Vansina (1894-1967) was een schrijver en schilder. Hij was betrokken bij meerdere tijdschriften, Het Vlaamsche Volkstooneel en de kunstenaarbeweging De Pelgrim. Hij schreef veel en b... Lees meer
en Jozef Muls Muls, Jozef
Lees meer
. Een eerste gezamenlijke redactievergadering in maart 1918 vond plaats bij pastoor Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
in Alveringem. Redactieleden waren Hilarion Thans Thans, Hilarion
Hilarion Thans (1884-1963) was een minderbroeder, priester en auteur. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij verpleger en aalmoezenier en in het interbellum was hij leraar te Rekem. ... Lees meer
, Ernest Claes Claes, Ernest
Ernest Claes (1885-1968) was een schrijver van volkse romans en verhalen en een leidend ambtenaar in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij vervolgd wege... Lees meer
, August van Cauwelaert Van Cauwelaert, August
De Vlaamsgezinde katholiek August van Cauwelaert (1885-1945), die professioneel aan de slag was als advocaat en rechter, was ook literair actief als dichter en essayist. Hij was betrokken... Lees meer
en Filip de Pillecyn De Pillecyn, Filip
Filip De Pillecyn (1891-1962) was schrijver en journalist. Hij was actief in de Frontbeweging, werkte voor De Standaard en De Tijd en stichtte het satirisch weekblad Pallieter. Tijdens de... Lees meer
. Dambre en Vansina zouden beiden als redactiesecretaris fungeren. Het hele project mondde ten slotte uit in de voortzetting van het tijdschrift Vlaamsche Arbeid Vlaamsche Arbeid
Vlaamsche Arbeid was een katholiek en Vlaamsgezind literair tijdschrift dat in Antwerpen verscheen van 1905 tot 1914 en van 1919 tot 1930. Het was het geesteskind van Karel van den Oever ... Lees meer
onder de hoofdredactie van Muls, met een eerste nummer dat pas in november 1919 verscheen.

Aan het front leerde Dambre de Vlaamsgezinde broers Edward en Frans van Raemdonck Gebroeders van Raemdonck
De broers Edward en Frans van Raemdonck waren twee Vlaamsgezinde soldaten in het Belgische leger, die door hun gezamenlijke dood op het slagveld symbool gingen staan voor zowel de ideale ... Lees meer
kennen. Samen met hen nam hij in de nacht van 25 maart op 26 maart 1917 deel aan de raid op de Duitse linies bij Stampkot (een versterkte Duitse positie in Steenstrate). Vier Belgen sneuvelden, onder wie de beide broers, al was dat nog niet meteen bekend. Op 27 maart 1917 schreef Dambre een euforisch klinkende brief aan zijn oom en tante: ‘Ik kan niet alles vertellen, ik voel mij overvoldaan en nog nimmer voelde ik zo diep wat vaderlandsliefde en heldenmoed is’. Op 12 april 1917, één dag voor het terugvinden van de lijken van de gebroeders Van Raemdonck en van korporaal Fiévez, publiceerde Dambre zijn artikel ‘Broederliefde’ in Ons Vaderland, met daarin deze zin: ‘Zij zouden den een zonder den anderen niet terugkeren, al moesten zij sterven in malkanders armen!’ Een dag later werden de gesneuvelden effectief teruggevonden. Dambre zou samen met Clemens de Landtsheer De Landtsheer, Clemens
Clemens de Landtsheer (1894-1984) speelde als secretaris van het IJzerbedevaartcomité een grote rol in de organisatie van de vereniging en van de IJzerbedevaarten. Verder was deze belangr... Lees meer
, neef van de Van Raemdoncks, het beeld van de broederdood ‘in elkaars armen’ verder verspreiden. Voor de jonge Frontbeweging was het een sterk symbool van Vlaamse offerbereidheid. Joe English maakte een pentekening van de gesneuvelde broers, die onder impuls van Dambre en De Landtsheer aan het IJzerfront verspreid werd. Maar het beeld van de stervende broers kon de realiteitstoets niet doorstaan. Niet de beide broers, maar wel Frans van Raemdonck en de Waalse korporaal Fiévez stierven samen; broer Edward sneuvelde op enkele meters afstand. De Vlaamse versie van de feiten werd herhaaldelijk vanuit Belgisch-nationalistische Belgisch nationalisme
Lees meer
hoek aangevallen. Dambre bleef zijn versie publiek verdedigen. Zelfs enkele jaren voor zijn dood laaide de polemiek hierover opnieuw op.

In 1919 verzorgde Dambre de uitgave van een reeks gedichten van Frans van Raemdonck: De zielezang van Joris Sylphe. In 1933 ‘vereeuwigde’ hij de broers in De Offergang der Gebroeders Van Raemdonck. In datzelfde jaar publiceerde Dambre de novelle Stampkot, die hij zelf omschreef als de ‘fantasierijke herschepping’ van de raid uit 1917. Dambre was in 1919 volop betrokken bij de oprichting van de Bedevaarten naar de Graven van de IJzer. Hij was de eerste secretaris van het IJzerbedevaartcomité en bleef actief comitélid tot in 1942. De eerste bedevaart in 1920 ging naar het graf van Joe English in Steenkerke, het tweede jaar herdachten de bedevaarders de gebroeders Van Raemdonck in Steenstrate. Vanaf 1924 vonden de bedevaarten plaats in Diksmuide. Over de eerste vier IJzerbedevaarten IJzerbedevaarten
De IJzerbedevaart is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog, die ontstond omstreeks 1920. Dit voor de Vlaamse beweging erg symbolische gebeur... Lees meer
schreef Dambre het verslagboek In Bedevaart naar Vlaanderens Doodenveld.

Studie en letterkundige loopbaan

Dambre richtte als student Germaanse Filologie in Gent een Studiekring voor Kunst en Letteren op, onder de vleugels van het Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond
Het Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond (AVHV) was een overkoepeling voor Vlaamsgezinde studentenverenigingen van verschillende universiteiten, gesticht door Leuvense en Gentse Vlaamse... Lees meer
.  Leden waren onder meer Gaston van de Veegaete, Charles Debaive, Remi Sterkens, Joris van Severen Van Severen, Joris
Joris van Severen (1894-1940) is vooral bekend als de oprichter en leider van het fascistisch geïnspireerde Verdinaso (Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen). Medio jaren 1930 verru... Lees meer
en Hendrik de Vos De Vos, Rik
Hendrik De Vos (1902-1965) was een Vlaamsgezinde socialist, die aanvankelijk werkzaam was als leraar en later als onderwijsambtenaar. Hij engageerde zich ook in diverse sociale en culture... Lees meer
. Eind 1919 was Dambre in Gent ook medeoprichter van SV Uilenspiegel, ook wel Den Uil genoemd, een algemeen Vlaams contactcentrum. Andere initiatiefnemers waren Oskar de Gruyter De Gruyter, Oscar
Lees meer
, Jef Goossenaerts Goossenaerts, Jozef
Jozef Goossenaerts (1882-1963) was een Vlaams-nationalistische duivel-doet-al, die gedurende meer dan een halve eeuw betrokken was bij uiteenlopende socioculturele, (partij)politieke en i... Lees meer
, Hilaire Gravez Gravez, Hilaire
Hilaire Gravez (1889-1974) was een Vlaams-nationalistische politicus en arts, die tijdens de Eerste Wereldoorlog een prominente rol speelde in de Frontbeweging. Tijdens de jaren 1930 koos... Lees meer
en Van Severen.

Na afronding van zijn studie en doctoraat werkte Dambre als leraar Nederlands en Duits aan de koninklijke athenea van Thuin (1922-1927) en Gent (1927-1942). In 1927 werd hij lid van de Zuidnederlandsche Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, op voordracht van de Leuvense hoogleraar Arthur Boon Boon, Arthur
Priester en hoogleraar Arthur Boon (1883-1938) leverde een grote bijdrage aan de revitalisering van het Davidsfonds na de Eerste Wereldoorlog. Hij pleitte daarbij vooral voor een apolitie... Lees meer
. Op 9 november 1931 richtte Dambre een Vlaamsche Bond op in Gentbrugge, waar hij dan woonde. Vijf jaar lang was hij voorzitter, in 1936 volgde zijn schoonbroer Herman de Vleeschauwer De Vleeschauwer, Herman
Herman de Vleeschauwer (1899-1986) was filosoof, hoogleraar en bibliothecaris. Hij collaboreerde tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Vlaamsch Nationaal Verbond en week na de bevrijding ... Lees meer
hem op. In 1932 werd  Dambre lid van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde in Leiden. In datzelfde jaar was hij medestichter van de Bond van de Gentsche Oud-Germanisten.

Dambre verzorgde tientallen publicaties over de 17de-eeuwse Zuid-Nederlandse priester-dichter Justus de Harduwijn en gold ter zake als een autoriteit. In april 1942 organiseerde hij op de 360ste verjaardag van de dichter een herdenking in de Aula van de Gentse universiteit. Erevoorzitter was de Gentse oorlogsburgemeester Oorlogsburgemeesters
De term ‘oorlogsburgemeesters’ verwijst naar de collaborerende burgemeesters die tijdens de Tweede Wereldoorlog werden benoemd en de hoeksteen vormden van de machtsgreep van het Vlaamsch ... Lees meer
en VNV-kopstuk Hendrik Elias Elias, Hendrik
Hendrik Elias (1902-1973) was een historicus en Vlaams-nationalistisch politicus die als leider van het Vlaamsch Nationaal Verbond collaboreerde met de Duitse bezetter tijdens de Tweede W... Lees meer
. In 1954 lag Dambre aan de basis van een groot eerbetoon aan De Harduwijn in Oudegem en Mespelare, de dorpen waar hij priester was. De professoren Frank Baur, Edward Rombauts en Robert Foncke Foncke, Robert
Robert Foncke (1889-1975) was hoogleraar Duitse filologie en letteren aan de Rijksuniversiteit Gent, expert in de letterkunde van de Zuidelijke Nederlanden en volkskundige. Hij was ook a... Lees meer
kwamen er spreken. Nadien werd er een Justus de Harduwijn-genootschap opgericht onder voorzitterschap van O. de Vylder.

Oorlog en collaboratie

Onder de Duitse bezetting werd Dambre lid van het Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
(VNV) en de Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap
De Duitsch-Vlaamsche Arbeidersgemeenschap (DeVlag) (1935-1945) was vóór de Tweede Wereldoorlog een organisatie van Vlaamse en Duitse studenten. Tijdens de oorlog ontpopte de DeVlag zich ... Lees meer
(DeVlag). Hij was  medeondertekenaar van een manifest in de VNV-krant Volk en Staat Volk en Staat
Volk en staat (15 november 1936 - 3 september 1944) was een Vlaams-nationalistisch dagblad en orgaan van het Vlaamsch Nationaal Verbond. Het blad verscheen als opvolger van De Schelde (1... Lees meer
, waarin gepleit werd voor de staatkundige hereniging van de Nederlanden. In 1941 gaf hij een lezing in Siegen tijdens de Rubensfeesten die daar op 12 en 13 juli werden gehouden. Op 12 augustus 1941 verzorgde Dambre de in- en uitleiding van een radioluisterspel over de gebroeders Van Raemdonck. Hij riep er de Vlaamse jongeren op om zich in te schakelen in Waffen SS, Vlaamsch Legioen Vlaamsch Legioen
Het Vlaamsch Legioen (1941-1943) was een Vlaamse eenheid aan het oostfront tijdens de Tweede Wereldoorlog, die deel uitmaakte van de Waffen-SS. Lees meer
en Vlaamsche Wacht Vlaamsche Wacht
De Vlaamsche Wacht (1941-1944) was een collaborerende Vlaamse militaire formatie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze werd ingezet in België als hulptroep van het bezettingsleger. Lees meer
: 

Jonge Vlaamse vrienden … Gij hebt het recht niet u langer te onttrekken aan het dynamisme van de louterende strijd, die beslissend is voor de toekomst der mensheid en van uw volk. Kameraadschap betekent een moedig partij kiezen en een actief inschakelen van al uw krachten in de Vlaams-Germaanse strijd, en zulks niet met woorden maar metterdaad. ‘Nicht räsonnieren’ zei Rodenbach, maar ‘Weer u scherp, en eind als een soldaat’.

Op 13 januari 1942 begon Dambre aan een leeropdracht als docent Nederlandse taal- en literatuurgeschiedenis aan de universiteit van Hamburg. Hij volgde er Antoon Jacob Jacob, Antoon
Antoon Jacob (1889-1947) was een atheneumleraar en later hoogleraar in Hamburg en Gent. Hij was actief bij activistische tijdschriften, nadien in de amnestiebeweging en later de culturele... Lees meer
op. Dambre kreeg de baan na bemiddeling van Conrad Borchling Borchling, Conrad
De Nederduitse filoloog Conrad Borchling (1872-1946) toonde al vóór de Eerste Wereldoorlog belangstelling voor de Vlaamse beweging en was in oktober 1914 een van de eersten om een splitsi... Lees meer
, docent in Hamburg, en Hans Teske, die in Brussel doceerde. Borchling vermeldde in een brief aan de Rijksminister van Wetenschap, Onderwijs en Cultuur Bernhard Rust dat Dambre een ‘overtuigde nationaalsocialist’ was. In Volk en Staat verscheen een artikel over de aanstelling van Dambre als ‘tweede Dietse Diets
Het woord ‘Diets’ stamt uit het Middelnederlands. In de context van de Vlaamse beweging dook deze term voor het eerst op in de loop van de 19de eeuw, meestal als equivalent voor Nederlan... Lees meer
vertegenwoordiger’ – na Jacob – in Hamburg. In het artikel werd ook verslag uitgebracht over de eerste toespraak die hij voor ‘zijn Duitse toehoorders’ gaf. Daarin noemde Dambre zichzelf een ‘geestelijke gezant uit de Germaanse Nederlanden’ en een van de ‘geestdriftige medebouwers aan de Germaanse nieuwe ordening’. Naast zijn opdracht aan de universiteit gaf Dambre ook diverse lezingen in Duitsland. In 1943 sprak hij op de ‘Woche des deutschen Buches’ in Lüneburg over ‘ Hoffmann von Fallersleben Hoffmann, August
August Hoffmann Von Fallersleben (1789-1874) was een Duits filoloog en bibliothecaris. Hij ontwikkelde een nauwe band met de Vlaamse beweging vanuit zijn pan-Germaans en filologisch stand... Lees meer
und Flandern’. Op 27 april 1944 sprak Dambre in Hamburg op een herdenkingsavond voor de zeventigste verjaardag van de ‘grote Vlaamse dichter’ Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
. Het was een initiatief van DeVlag, de ‘Nordische Gesellschaft’ en de ‘Vereinigung Niederdeutsches Hamburg’. Dambre’s redevoering ‘Cyriel Verschaeve, der geistige Führer des ewigen Flandern’ werd uitgezonden door Rundfunk Hamburg én werd gepubliceerd, met aan het slot een geloofsbelijdenis van Verschaeve aan het adres van de Führer. Ook aan de universiteit geeft Dambre enkele colleges over de kapelaan: ‘Van Verlooy tot Verschaeve. Het volksch ontwaken in de moderne Vlaamsche literatuur’ (zomersemester 1942) en ‘Verschaeve, Vlaanderens ziener’ (wintersemester 1942-1943). 

Na de Tweede Wereldoorlog

Op 31 mei 1945 werd Dambre in Hamburg gearresteerd door Britse troepen en uitgeleverd aan de Belgische bezettingsmacht. Op 31 juli werd hij ontslagen door de universiteit van Hamburg. Intussen was Dambre half juli naar Leopoldsburg overgebracht voor een eerste verhoor door het Krijgsauditoraat. Van daar ging het naar het interneringscentrum in de Wollestraat in Gent, en eind 1945 naar het hechteniskamp van Lokeren Hechteniskamp Lokeren
Het hechteniskamp van Lokeren was een voormalig Duits gevangenkamp dat tussen september 1944 en oktober 1947 diende als interneringscentrum in het kader van de repressie. Lees meer
. Na meer dan twee jaar voorhechtenis volgde zijn proces, de Gentse stafhouder Albert Kluyskens Kluyskens, Albert
Albert Kluyskens (1885-1956) was een Gentse hoogleraar die van groot belang is geweest voor de ontwikkeling van de Nederlandstalige rechtswetenschap. Lees meer
was zijn advocaat. Op 2 september 1947 veroordeelde de Krijgsraad Dambre tot twee en een half jaar celstraf. In de motivatie stond dat hij de politiek van de vijand bewust gediend had en lid was van VNV en DeVlag. Hij werd eveneens ‘voor eeuwig’ uit zijn rechten ontzet. Op 16 oktober 1947 kwam hij terug thuis en op professioneel vlak volgde in de jaren nadien een erg moeizame herintegratie. In 1949 stuurde hij een brief aan de universiteit Hamburg met de vraag of hij zijn lesopdracht daar kon terugkrijgen. Op 8 december 1950 werd Dambre door de Epuratiekamer hersteld in zijn burgerrechten, op 15 maart 1955 werd hem door het Hof van Beroep volledig eerherstel verleend. In februari 1951 kon Dambre als leerkracht Nederlands en Duits aan de slag in het Gentse Sint-Amandusinstituut. Hij zou er nog zeventien jaar lang lesgeven. Oscar Dambre overleed in 1972 en ligt begraven op het Campo Santo Campo Santo
Campo Santo, de begraafplaats van Sint-Amandsberg, geniet faam als ‘de merkwaardigste van Vlaanderen’, als gevolg van de vele Vlaamsgezinde boegbeelden die er, te beginnen met Jan-Frans W... Lees meer
in Sint-Amandsberg.

Werken

– Artikels in Ons Vaderland, Onze Temschenaars, Kortrijksch Oorlogsblad, St.-Amands Studentenblad, De Stem uit België, Ons Leven, Ter Waarheid, Minerva. Algemeen Nederlandsch Studenten-Weekblad, Ons Vlaanderen, Vlaamsche Arbeid, De Standaard.
– De zielezang van Joris Sylphe. (Verzameld en ingeleid), Temsche, 1919.
– Joe English, in: Minerva, jg. 46, 1920, nr. 28, p. 343.
– Justus de Harduijn (1582-1641), in: Vlaamsche Arbeid, jg. 17, 1922, nr. 3, pp. 85-89.
– De Bronnen van Justus de Harduijn (1582-1641), in: Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde, jg. 41, 1922, afl. 1 en 2, pp. 133-141.
– Renaat de Rudder, de heilige van de IJzer, in: Onze Jeugd, jg. 3, 1922, nr. 6, pp. 283-288.
– De Zielezang van Frans van Raemdonck, Temsche, 1922 (tweede uitgave).
– De plaats en de beteekenis van J. De Harduijn in de Nederlandsche Literatuurgeschiedenis, in: Handelingen van het zesde Vlaamsch Philologencongres, 1923, pp. 100-121.
– De vriendenkring van Justus de Harduijn, in: Vlaamsche Arbeid, jg. 18, 1923, pp. 243-259 en pp. 334-350.
– Getuigenissen over Justus de Harduijn, in: Vlaamsche Arbeid, jg. 18, 1923, pp. 429-438.
– Bibliografie van de werken van Justus de Harduijn (Gent 1582-Oudegem 1641), in: Het Boek, 1924, pp. 171-200.
– Levensschets van Justus de Harduijn, in: Vlaamsche Arbeid, jg. 19, 1924, nr. 8 & 9, pp. 260-279.
– In Bedevaart naar Vlaanderens Doodenveld, Temse, 1924.
– De dichter Justus De Harduijn (1582-1641). Een biographische en letterkundige studie, 1926, (Recueil de Travaux publiés par la Faculté de Philosophie et Lettres de l’Université de Gand, Nr. 58).
– Cleyne proefstuxkens uit de Poëzie van Justus de Harduyn (1582-1641). Verzameld en toegelicht. Antwerpen, De Sikkel, 1927.
– Nederlandsch cultureel gemeenschapsgevoel in eeuwen van politieke gemeenschapsondermijning. (Inzonderheid van Zuid-Nederlandsch standpunt uit beschouwd), in: Album prof. Dr. J. Vercoullie, dl. I, Brussel, 1927, pp. 73-92.
– De betekenis van Jacob Ymmeloot’s versleer (1626), in: De Nieuwe Taalgids, jg. 22, 1928, pp. 181-193.
– Justus de Harduyn, Den val ende Op-stand van den Coninck ende Prophete David met By-voegh van de Seven Leed-tuygende Psalmen, Antwerpen, 1928.
– Karel van de Woestijne als Professor, in: Den Gulden Winckel, jg. 27, 1928, nr. 2, pp. 37-38.
– In Memoriam Prof. Karel van de Woestijne, in: Vandaag, 1 september 1929, nr. 14, p. 308.
– Renaat de Rudder, de reine Ridder van de IJzer, in: XXIIe Bedevaart naar Vlaanderens Doodenveld, Temsche, 1931, pp. 49-56.
– Stampkot, Antwerpen, 1933.
– De Offergang der Gebroeders Van Raemdonck, Antwerpen, 1933.
– Mijn Grootvader Jan Baptist Devenyn herdacht, in: Vlaamsche Arbeid, jg. 25, 1930, pp. 426-431. (zie ook de bijdrage in het Nationaal Biografisch Woordenboek, 1966, kol. 171-172).
– De Offergang van Lode de Boninge en Frans van der Linden, Antwerpen, 1934.
– Wapenstilstand. Herdenking, Langemark, 1938 (Radiotoespraak, 9 november 1938, radio Vlanara).
– Justus de Harduyn, Goddelicke Lof-Sanghen (1620). Uitgegeven en toegelicht, Antwerpen, De Sikkel, 1933.
– Marginalia bij Jacob van Zevecote’s Nederduytsche Dichten (1626/1638), in: Tijdschrift voor Taal en Letteren, jg. 26, 1939, pp. 45-69.
– Jacob van Zevecote’s Nederduytsche Dichten (1626-1638), Antwerpen, 1939.
– Marginalia bij Maria Pypelinckx’ Siegensche en Keulsche Troost- en Smeekbrieven (1571-1587). Bijdragen tot de Rubensherdenking, in: Dietsche Warande en Belfort, jg. 40, 1940, nr. 8-10, pp. 497-520.
– Prof. Dr. Fr. Daels en de IJzerbedevaarten, in: Prof. Dr. Frans Daels bij zijn vijftigste verjaardag, Gent, z.j., pp. 45-54.
– J. De Harduijn’s Sterfjaar, in: Wetenschappelijke Tijdingen, jg. 6, 1941, kol. 175.
– Justus de Harduwijn 1582-1636, (Bloemlezing), Diest, Kunstuitgeverij Pro-Arte, 1942.
– Justus de Harduijn’s Roose-Mond (1613). Fac-simile-druk. Bezorgd, Antwerpen, De Sikkel, 1942.
– Hoffmann von Fallersleben und Flandern, in: Niedersachsen Stürmer, 30 oktober 1943, p. 5.
– Cyriel Verschaeve, der geistige Führer des ewigen Flandern. Vortrag von Dr. Oskar Dambre, Hamburg, 1944.
– Cyriel Verschaeve. Gewissen, Gestalter rund Gesandter des ewigen Flandern, in: Der Norden, Monatsschrift der nordischen Gesellschaft, jg. 21, 1944, nr. 9, sept., pp. 200-205.
– Das Dunkel um Peter Paul Rubens’ Geburt, in: Europäischer Wissenschafts-Dienst, jg. 4, nr. 3-4, 1944, pp. 11-12.
– Jan van Barnsteen (pseudoniem), Pieter van Gent (1480-1572), de Vader van millioenen Indianen, Het Volk, Gent, 1948, 50 p.
– Justus de Harduwijn’s Testament en andere oorkonden uit het jaar 1636, Gent, 1952.
– Een Justus de Harduwijn-Afbeelding?, in: Kultureel Jaarboek voor de Provincie Oostvlaanderen, jg. 8, 1954, pp. 173-176.
– Lauwerkrans voor Justus de Harduwijn (Gent 1582 –Oudegem 1636). Feestrede, in: Gedenkschriften van de Oudheidkundige kring van het Land van Dendermonde, reeks 3, nr. 4, 1956, pp. 133-162.
– Justus de Harduwijn De weerliicke liefden tot Roose-Mond, 1613, 1956.
– Justus de Harduwijn, Alexipharmacum-Vertaling, 1630. Ingeleid en van aantekeningen voorzien, in: Gedenkschriften van de Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde, 1960, nr. 18.
– Maria-zangen van Justus de Harduwijn. Gent, Vereniging van Katholieke Oostvlaamse Schrijvers, 1962.
– Met Justus de Harduwijn op wandel. Bij de opening van het VTB-wandelpad Oudegem-Mespelare-Gijzegem, in: De Voorpost. Het Weekblad voor Dendermonde en Omliggende, 28 juli 1962.
– Justus de Harduwijn, in: Nationaal Biografisch Woordenboek, 1964, dl. I, kol. 599-604.
– Justus de Harduwijn, Der Liefden stille Krachten, 1967.
– Jacob van Zevecote, dichter en leraar in de welsprekendheid, in: Nationaal Biografisch Woordenboek, 1970, , dl. IV, kol. 987-996.
– Nog aanvullende wetenswaardigheden over Justus de Harduwijn, in: Spiegel der Letteren, jg. 13, 1970-1971, nr. 3, pp. 200-209.
– Justus de Harduwijn. Rechtzetting en Memoriaal, in: Spiegel der Letteren, 14, 1972, pp. 72-73.
– Justus de Harduwijn, De weerliicke liefden tot Roose-Mond, 1613, 1972.

Literatuur

– Over Ex-Libris-O. Dambre door Joe English, in: Boek en Kunst, jg. 2, 1924, nr. 1, pp. 19-20.
– F.A.J. Dambre, Bibliografie van Dr. O. Dambre, in: Wetenschappelijke Tijdingen, jg. 25, 1966, nr. 6, pp. 450-456.
– F. Bassleer, IJzertoren. La Tour en porte-à-faux. Démystification de la Belgique et défense d’un héros Wallon, september 1969.
– Herdenkingsnummer. Tijdingen. Mededelingsblad van het Justus de Harduwijn-genootschap, jg. 6, nr. 16, Oudegem, sept. 1972.
– F.A.J. Dambre, Dambre, Oscar, in Nationaal Biografisch Woordenboek, VI, 1974.
– Id., Oscar Dambre, een levensschets, in Wetenschappelijke Tijdingen, jg. 33, 1974, nr. 2, pp. 89-98.
– W. Bachofer en W. Beck, Deutsche und niederdeutsche Philologie. Das Germanische Seminar zwischen 1933 und 1945, in: Hochschulalltag im Dritten Reich. Die Hamburger Universität 1933-1945. II. Teil: Philosophische Fakultät, Rechts- und Staatswissenschaftliche Fakultät, 1991.
– L. de Ryck, Terug naar niemandsland. De geschiedenis van de gebroeders Van Raemdonck: mythe en werkelijkheid, Brugge, uitgeverij De Klaproos, 2013.
– J. Vanhecke, Dood door Wapenstilstand. Yzerbloemen en Nieuw Vlaanderen, in: Zuurvrij. Berichten uit het Letterenhuis, nummer 36, juni 2019.
– W. Dambre, Oscar Dambre 1896-1972. Grote ambities, gemiste kansen. Op zoek naar mijn grootvader, Gent, 2021 (uitgave in eigen beheer).
– Id., De Groote Oorlog van Oscar Dambre, in VIFF-magazine (IFFM), nr. 78, 2022, januari-maart, pp. 31-42.  
– Letterenhuis Antwerpen, archief Oscar Dambre (D. 154).
– Rijksarchief Brussel, archieven van de Krijgsraad Gent (Oscar Dambre, dossier 2685/47).
– ADVN Antwerpen (diverse archiefstukken over Oscar Dambre).
– Staatsarchiv Hamburg, personeelsdossier Oscar Dambre (PA Dambre).

Suggestie doorgeven

1973: Gilbert De Smet (pdf)

1998: Maarten Van Ginderachter (pdf)

2023: Wouter Dambre / Jaap Grave

Databanken

Inhoudstafel