Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen

Organisatie
Romain Vanlandschoot (2023, herwerking), Romain Vanlandschoot (1998)

Het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) (1931-1941) was een fascistisch geïnspireerde beweging onder leiding van Joris van Severen, die een staats- en maatschappijhervorming in rechts-revolutionaire zin wenste door te drukken, met een Dietse nationaalstaat als einddoel. Het Verdinaso ontstond in de context van het politieke Vlaams-nationalisme, maar evolueerde vanaf 1934 steeds meer in een Belgisch-nationalistische richting.

Afkorting
Verdinaso
Alternatieve naam
Verbond van Dietse Nationaal-Solidaristen
Verbond van Dietsche Nationaalsolidaristen
Dinaso
Oprichting
6 oktober 1931
Stopzetting
10 mei 1941
Leestijd: 45 minuten

Het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) was een op 6 oktober 1931 door Joris van Severen opgerichte organisatie, die een einde wilde stellen aan de onmacht van de versplinterde Vlaams-nationalistische groepen en een staats- en maatschappijhervorming in rechts-revolutionaire zin wenste door te drukken, met een Dietse nationaalstaat als einddoel. Het Verdinaso heeft een kortstondige bloei gekend in het midden van de jaren 1930, maar is ten onder gegaan aan interne tegenstellingen en de onrealiseerbaarheid van zijn utopische programma, de vroegtijdige dood van zijn leider Van Severen (20 mei 1940) en de chaotische toestanden binnen de organisatie van het eerste oorlogsjaar tot aan de start van door de Duitsers opgelegde Eenheidsbeweging op 10 mei 1941. Een deel van de leden stapte in de collaboratie of in het verzet. De meesten kozen voor een afwachtende houding. Zowel tijdens als in de eerste decennia na de oorlog bleven allerlei groepen zich beroepen op Joris van Severen en vasthouden aan het Dietse Rijk, alsmede varianten van het politiek-maatschappelijke corporatisme van het Verdinaso.

Voorgeschiedenis: Groot-Nederland en de chaos binnen het Vlaams-nationalisme (1928-1932)

Aan de oprichting van het Verdinaso ging een langere periode vooraf waarin de Groot-Nederlandse gedachte een impuls beleefde (zie Groot-Nederland Groot-Nederland
Groot-Nederland is een politiek en cultureel begrip dat respectievelijk staat voor een staatkundige vereniging van België of Vlaanderen met Nederland en de culturele en taalkundige samen... Lees meer
). Het verlangen naar een staatkundige eenmaking van Vlaanderen en Nederland had niet alleen een antidemocratische inslag, maar ook een nadrukkelijk anti-Belgisch accent, en kon daardoor gemakkelijk doordringen in Vlaams-nationalistische kringen. De nationalistische volksvertegenwoordiger en toekomstige leider van het Verdinaso Joris van Severen Van Severen, Joris
Joris van Severen (1894-1940) is vooral bekend als de oprichter en leider van het fascistisch geïnspireerde Verdinaso (Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen). Medio jaren 1930 verru... Lees meer
versmolt dit politieke ideaal met twee andere elementen: het solidaristische maatschappijmodel en een militie (militaire eenheid bestaande uit burgers) als instrument om de macht te veroveren. Al op het Groot-Nederlands Studentencongres Groot-Nederlandse Studentencongressen
De Groot-Nederlandse Studentencongressen waren bijeenkomsten van Vlaamse en Nederlandse studenten, gericht op het versterken van de onderlinge banden - vanuit de overtuiging dat Vlamingen... Lees meer
in Gent op 21 maart 1926 formuleerde hij deze nieuwe doelstellingen. Twee jaar later, tijdens een parlementaire ‘brandrede’ op 28 november 1928, drong hij aan op de radicale en onmiddellijke realisering ervan.

Het was niet zozeer het Groot-Nederlandse programma van Van Severen, als wel zijn stellingnames over het solidarisme en de militie die in 1928 de chaotische toestand van het Vlaams-nationalisme nog vergrootten. Toen dat jaar het Algemeen Vlaamsch Nationaal Verbond Algemeen Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Algemeen Vlaamsch Nationaal Verbond (1928) was een Vlaams-nationalistische partij die kortstondig de versnipperde katholieke Vlaams-nationalistische partijgroeperingen probeerde te v... Lees meer
(AVNV) werd opgericht in een poging om de verschillende groepen binnen het partijpolitieke Vlaams-nationalisme te verenigen in een overkoepelende organisatie, bleken deze standpunten struikelstenen. In de leiding (het ‘Directorium’) van het AVNV werden de meer gematigden zoals Herman Vos Vos, Herman
Herman Vos (1889-1952) engageerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog in het activisme. Vanaf 1925 was hij parlementslid voor de Frontpartij. Toen het Vlaams-nationalisme zich in de jaren... Lees meer
en Hendrik Borginon Borginon, Hendrik
Hendrik Borginon (1890-1985) was lid van de leiding van de Frontbeweging en Vlaams-nationalistisch politicus in de Frontpartij en het Vlaamsch Nationaal Verbond. Tijdens de bezetting fung... Lees meer
het maar niet eens met Van Severen, die binnen het AVNV het West-Vlaamse Katholiek Vlaamsch Nationaal Verbond Katholiek Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Katholiek Vlaamsch Nationaal Verbond (1925-1933) was een Vlaams-nationalistische partij in West-Vlaanderen. Lees meer
(KVNV) vertegenwoordigde. Op 25 maart 1931 sprak Van Severen zich uit tegen het door Vos (en Pieter Geyl Geyl, Pieter
Pieter Geyl (1887–1966) was een Nederlandse historicus met uitgesproken Groot-Nederlandse opvattingen, die een belangrijke rol speelde in het Vlaams-nationalisme tijdens het interbellum.... Lees meer
) geconcipieerde Federaal Statuut. Veel meer dan het Grootneerlandisme zou de discussie over staats- en maatschappijordening de kloof onoverbrugbaar maken.

Solidarisme, corporatisme en de oprichting van het Verdinaso

Het solidarisme, dat op het einde van de jaren 1920 in vele Vlaamse tijdschriften opdook, was eigenlijk niet nieuw. Het katholieke solidarisme had zijn wortels diep in de negentiende eeuw en werd aan het einde van die eeuw bevestigd door de encycliek Rerum novarum (15 mei 1891), die de motor zou vormen van de christelijke arbeidersbeweging Christelijke arbeidersbeweging
In de christelijke arbeidersbeweging heeft steeds een uitgesproken belangstelling voor de Vlaamse kwestie bestaan. De groeiende invloed van deze beweging, in het kielzog van de democratis... Lees meer
en het christendemocratische daensisme Daensistische beweging
Daensistische beweging is de verzamelnaam voor een geheel van feiten, opvattingen, organisaties, personen en strijdmiddelen die tijdens de late 19de en de vroege 20ste eeuw een onderdeel... Lees meer
. Laatstgenoemde stromingen beriepen zich vooral op de Duitse moraaltheoloog-economist Heinrich Pesch, uit wiens werk ook Van Severen herhaaldelijk citeerde. Het ene solidarisme was echter het andere niet. Dat bleek bijvoorbeeld uit de reacties op de nieuwe encycliek van paus Pius XI, Quadragesimo anno (15 mei 1931), die niet alleen de basisideeën van de katholieke sociale leer bevatte, maar ook een aantal nieuwe beschouwingen over ‘beroepsverenigingen’, ’corporaties’ en ‘publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie’, termen die door het Verdinaso veelvuldig zouden worden gebruikt. Waar de christelijke arbeidersbeweging de encycliek eerder koel onthaalde en vreesde dat deze het pad zou effenen voor het fascistische staats corporatisme Corporatisme
Het corporatisme was in het interbellum, vooral in de crisisjaren 1930, een wijdverspreid, maar tegelijk vaag alternatief maatschappelijk en politiek model. Na de Tweede Wereldoorlog zou ... Lees meer
, ging Van Severen bewust de weg op van het Italiaanse fascistische model.

Nadat de eerste sporen van het solidaristische en corporatistische gedachtegoed omstreeks 1924 al waren opgedoken in drie artikelen van Van Severen in zijn tijdschrift Ter Waarheid Ter Waarheid (1921-1924)
Ter Waarheid was een tijdschrift dat in 1921 werd opgericht door Joris van Severen en Achilles Mussche. Het zocht aansluiting bij het humanitaire expressionisme. Humanitaire en pacifistis... Lees meer
(‘Vlaamsch nationalisme. Een essay’, 1924), droeg ook het radicaal-rechtse weekblad Jong Dietschland Jong Dietschland (1926-1933)
Jong Dietschland (1926-1933) was een radicaal Vlaamsgezind en Groot-Nederlands weekblad met veel interesse voor kunst en literatuur en met aandacht voor de Nieuwe Orde-stromingen. Het bla... Lees meer
(1926-1935) bij aan de verspreiding ervan, doordat auteurs als Odiel Spruytte Spruytte, Odiel
Odiel Spruytte (1891-1940) was een ‘petit vicaire’ en een dwarsdenker in het bisdom Brugge. Als Vlaams-nationalist behoorde hij tot de kernredactie van het weekblad Jong Dietschland, en w... Lees meer
, Leo Dumoulin Dumoulin, Leo
Leo Dumoulin (1890-1942) was aalmoezenier tijdens de Eerste Wereldoorlog. Als overtuigd antibelgicist en Dietser werkte hij mee aan een aantal Vlaams-radicale bladen en schreef hij ook ee... Lees meer
en Victor Leemans Leemans, Victor
Victor Leemans (1901-1971) was een politiek en sociaaleconomisch theoreticus, die het gedachtegoed van de revolutie van rechts introduceerde in de Vlaamse beweging. Tijdens de Tweede Were... Lees meer
van juni 1928 tot eind 1932 in bijna elk nummer uitvoerige artikelen aan het onderwerp wijdden. Op 30 augustus 1930 tekende Van Severen in Izegem de grondtrekken van een Vlaams nationaal solidarisme, en op 16 november 1930 vroeg Emiel Thiers Thiers, Emiel
Emiel Thiers (1890-1981) was van 1925 tot 1932 provicieraadslid voor het Katholiek Vlaamsch Nationaal Verbond en van 1931 tot 1941 lid van de Raad van Leiding van het Verdinaso, waarvan h... Lees meer
tijdens een vergadering van het Directorium van het KVNV aandacht voor Franse solidaristische voorbeelden. Het waren deze toespraken die bij andere Vlaams-nationalistische leiders, ook binnen het KVNV, kwaad bloed zetten. Van Severen bereidde de breuk voor. Op 3 mei 1930 had hij al ontslag genomen als KVNV-Hoofdman en op 6 oktober 1931 liet hij deze partij definitief achter zich om samen met Wies Moens Moens, Wies
Lees meer
en Juul De Clercq De Clercq, Juul
Juul Declercq (1897-1955) was in de jaren 1920 actief in het Algemeen Christelijk Vakverbond en pleitte voor een toenadering tot de katholieke Vlaams-nationalisten. Vanaf 1931 vervulde h... Lees meer
het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen op te richten.

Een aantal medestanders van Van Severen, onder anderen Jef de Langhe De Langhe, Jef
Lees meer
, Pol le Roy Le Roy, Pol
Dichter Pol le Roy (1905-1983) speelde tot 1941 een prominente rol binnen het Verdinaso en engageerde zich vervolgens in de Duitsch-Vlaamsche Arbeidersgemeenschap. Na de oorlog werd hij v... Lees meer
en Wies Moens, schreven in de winter van 1931-1932 enkele brochures om het Verdinaso in zijn corporatistische aspecten voor te stellen. Het Verbond zag drie natuurlijke levensgemeenschappen als fundamenten van de solidaristische orde: de familie, de beroepsorganisatie en, overkoepelend, een gesloten volksgemeenschap. De meeste aandacht ging uit naar de beroepsorganisatie, die als de organische grondslag van het maatschappelijke bestel werd gezien. Ze moest als alternatief dienen voor de sinds enkele decennia sterk gegroeide christelijke en socialistische vakbonden, die het Verdinaso als verderfelijke apparaten van de klassenstrijd beschouwde. De corporatieve opbouw van de maatschappij zou bovendien de politieke democratie overbodig maken en zou zorgen voor een nieuwe vorm van lokaal medezeggenschap, elk in zijn beroepsvereniging.

Al deze brochures losten evenwel de Babylonische spraakverwarring niet op die Van Severens solidarisme en termen als corporatisme veroorzaakten. Dat bleek onder meer uit enkele sceptisch getoonzette bijdragen die in de loop van 1932 verschenen in Jong Dietschland, dat in de regel afwijzend reageerde op Van Severens beweging.

Hoewel de doctrine van het Verdinaso vooral negatieve kritiek uitte op het bestaande maatschappijmodel en niet echt gebouwd was op een realistische constructie, heeft de beweging toch geprobeerd om haar solidaristische en corporatistische ideeën om te zetten in economische en politieke organisaties.


Als medeoprichter van het Verdinaso werkte Wies Moens mee de ideolgische onderbouw van de beweging uit in meerdere brochures, 1933. (ADVN, VBRB1146)
Als medeoprichter van het Verdinaso werkte Wies Moens mee de ideolgische onderbouw van de beweging uit in meerdere brochures, 1933. (ADVN, VBRB1146)

De uitbouw van het Verdinaso

De nieuwe beweging van Van Severen was aanvankelijk een amalgaam van allerlei groepen die in 1931-1932 aansluiting zochten bij het verbond. Het dichtst stond het Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
van Wies Moens en Jef François François, Jef
Jef François (1901-1996) was als leider van de Dinaso Militanten Orde een kopstuk van het Verdinaso. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hij commandant van de Dietsche Militie – Zwarte Br... Lees meer
. Daarnaast vond het initiatief onmiddellijk gehoor bij het door Juul Declercq en Pol le Roy gerunde Verbond van Nationale Arbeiderssyndicaten Verbond van Nationale Arbeiderssyndicaten
Het Verbond van Nationale Arbeiderssyndikaten (NAS, augustus 1931–augustus 1934) was de vakbondsorganisatie van het Verdinaso en tevens de belangrijkste wervingsbasis van deze beweging. E... Lees meer
(NAS). Declercq leunde sinds 1929 steeds dichter aan bij de ideeën van Van Severen en had met Le Roy Izegem uitgebouwd tot centrum van het NAS, bakermat dus van de Dinaso-corporaties. Uit Harelbeke trad de oud-socialist Jan Rijckoort Rijckoort, Jan
Jan Rijckoort (1889-1940) was een dichte medewerker van Verdinaso-leider Joris van Severen. Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog werd hij samen met Van Severen naar Frankrijk gebracht... Lees meer
toe. In Antwerpen sloot de Vlaamsche Militie Vlaamsche Militie
Lees meer
van Jef Missoorten Missoorten, Jef
Jef Missoorten (1897-1964) was oprichter en leider van de Antwerpse Vlaamsche Militie die zich in november 1931 aansloot bij de Dinaso-Militie. Vanaf 1932 leidde hij de Dinaso-Militie maa... Lees meer
aan. Van de afkondiging af in oktober 1931 tot midden 1932 vond een aantal afdelingen van het KVNV aansluiting, alsook groepjes Vlaamsche Wachten en leden van Vlaams-nationalistische studiekringen. Dat gebeurde niet alleen in West-Vlaanderen, maar ook in Brussel, Hasselt en het Waasland. Voorts waren er jongeren uit de rangen van het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond
Het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (1903-1935) was de organisatorische vormgeving van de katholieke Vlaamse studentenbeweging: een jeugdbeweging met plaatselijke bonden van ka... Lees meer
(AKVS) of uit het Algemeen Vlaamsch Hoogstudenten Verbond Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond
Het Algemeen Vlaamsch Hoogstudentenverbond (AVHV) was een overkoepeling voor Vlaamsgezinde studentenverenigingen van verschillende universiteiten, gesticht door Leuvense en Gentse Vlaamse... Lees meer
(AVHV), waar de invloed van Reimond Tollenaere Tollenaere, Reimond
Reimond Tollenaere (1909-1942) was een Vlaams-nationalistisch studentenleider in Gent en politicus in het VNV. Hij was parlementair (1936-1942) en propagandaleider. Hij stuurde het VNV in... Lees meer
en Moens zeer groot was, die de overstap maakten. Tot slot vond ook de nationalistische volksvertegenwoordiger Ward Hermans Hermans, Ward
Ward Hermans (1897-1992) was een Vlaams-nationalistische schrijver, journalist en politicus, die in de loop van het interbellum radicaliseerde in nationaalsocialistische zin. Tijdens de T... Lees meer
, die in mei 1932 uit zijn fractie was gesloten, met zijn Mechelse aanhang de weg naar het Verdinaso.

Van Severen had voor zijn initiatief, zo had hij op 6 oktober 1931 al verkondigd voor de gouwraad van het KVNV in Brugge, een vierledig organogram voor ogen: het Verdinaso als nieuwe politieke beweging (1), geruggensteund door solidaristische corporaties (2), een eigen jeugdverbond (3) en een eigen militie (4). Dit organogram werd door van Severen in september 1934 aangevuld met een Verbond van Dinaso Vrouwen en Meisjes (5). Van 1931 tot 1937 lag de financiële verantwoordelijkheid bij Pol van Herzeele Van Herzeele, Pol
Pol van Herzeele (1897-1975) werd kort na de Eerste Wereldoorlog actief binnen de Frontpartij, later bij het Katholiek Vlaamsch Nationaal Verbond en vanaf 1931 bij het Verdinaso. Als lid ... Lees meer
(Roeselare).

1) De politieke lijn werd bepaald door het weekblad Hier Dinaso! Hier Dinaso!
Lees meer
, een versmelting van de Vlaams-nationalistische tijdschriften De West-Vlaming De West-Vlaming
Lees meer
en De Vlag De Vlag
De Vlag (1936-1938; 1940-1944) was het maandblad van de gelijknamige Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap (DeVlag). Lees meer
van Moens. De eerste jaren leidde Van Severen het weekblad; vanaf 1936 trad een meer onafhankelijke redacteur op, Willem Melis Melis, Willem
Willem Melis (1907-1984) was een advocaat, ambtenaar en journalist, vooral bekend als Verdinaso-lid, als directeur van de Dienst pers en propaganda van de Nationale Landbouw en Voedingsco... Lees meer
. Het maandblad Orde! Orde!
Orde! was het blad van het Verbond voor Dinaso-Corporaties (VDC). Het verscheen onder verschillende vormen van 1935 tot 1941. Lees meer
, orgaan van het Verbond van Dinaso Corporaties Verbond van Dinaso Corporaties
Het Verbond van Dinaso Corporaties (VDC) was een corporatieve deelorganisatie van het Verdinaso, opgericht in 1934. Lees meer
(VDC), werd als bijlage toegevoegd en ook De Dinaso-Student De Dinaso-student
De Dinaso Student (1934-1936) was het maandblad van het Verbond van Dinaso Studenten, de studentenorganisatie van het Verdinaso. Lees meer
versmolt in januari 1937 met het weekblad.

De beweging, die in november 1931 uit enkele honderden leden bestond, groeide traag, maar kon nooit echt doorbreken. In 1934 telde ze naar schatting 2000 leden. Dit aantal zou stijgen tot een kleine 2500 in 1937, om nadien gestaag weer af te nemen. Het Verdinaso had evenwel een ruime kring sympathisanten. De zeven Landdagen werkten als sterke blikvangers. De eerste drie werden in de regionale achterban van Van Severen georganiseerd (Roeselare, 10 juli 1932; Tielt, 10 september 1933 en 7 oktober 1934). Emiel Thiers en Juul Declercq waren de grote gangmakers, maar de ideologische inbreng van Moens, die het programma van 10 juli 1932 schreef, mag niet worden onderschat. De Landdagen in Brugge (4 augustus 1935 en 9 augustus 1936) waren een spraakmakende illustratie van de eigen militaristische stijl van het Verdinaso. De laatste twee Landdagen in Antwerpen op 29 augustus 1937 en in Gent op 11 september 1938 stonden volledig in het teken van de door Van Severen afgekondigde Nieuwe Marsrichting (zie verder). De achtste Landdag, voorzien in Brussel op 10 september 1939 ging vanwege de internationale omstandigheden niet door.


Aankomst van de leiding op de vijfde Landdag van het Verdinaso, Sint-Kruis Male, 9 augustus 1936. Vooraan: Joris van Severen en Jef François; daarachter Ernest Voorhoeve en Emiel Thiers; laatste rij van links naar rechts Gerard van der Horst, Pol van Herzeele, Juul de Clercq, Cecilia de Langhe, Pol le Roy en Leo Poppe. (ADVN, VFA1303)
Aankomst van de leiding op de vijfde Landdag van het Verdinaso, Sint-Kruis Male, 9 augustus 1936. Vooraan: Joris van Severen en Jef François; daarachter Ernest Voorhoeve en Emiel Thiers; laatste rij van links naar rechts Gerard van der Horst, Pol van Herzeele, Juul de Clercq, Cecilia de Langhe, Pol le Roy en Leo Poppe. (ADVN, VFA1303)

De Dietse nationaalstaat zoals de Verdinaso-leider die zijn aanhangers bijna week na week in Hier Dinaso! voorspiegelde, moest niet door een politieke partij tot stand worden gebracht, maar door een ‘orde’. Deze orde keerde zich resoluut tegen het democratisch bestel. Het Verdinaso-programma van 10 juli 1932 opende de weg naar het fascisme. Nadat Van Severen in de jaren 1920 al onverbloemd lucht had gegeven aan zijn bewondering voor het regime van Mussolini, werd in Hier Dinaso! geregeld met veel enthousiasme gerapporteerd over het nieuwe tijdperk in Duitsland na de machtsovername door Hitler. Het blad vond in het nationaalsocialistische regime vele voorbeelden van nationale ‘herwording’ en gedurfde sociale rechtvaardigheid. Bij herhaling werd nochtans beklemtoond dat het Verdinaso fascistisch noch nationaalsocialistisch was. Nog op 24 april 1937 verklaarde Van Severen: ‘Geen Duitse orde, geen Italiaanse orde, geen Engelse en geen Franse orde, neen. De dietse orde, en orde aangepast aan ons wezen en aan deze tijd.’ Ondanks deze verklaringen duidden de vele bewonderende bijdragen zowel in Hier Dinaso! als in Dietbrand Dietbrand
Dietbrand (1932-1939) was een Groot-Nederlandsgezind tijdschrift gesticht door Wies Moens. Tot 1934 steunde het blad het Verdinaso. Na de Nieuwe Marsrichting stelde de redactie zich onafh... Lees meer
, het officieuze culturele orgaan van de beweging, op zijn minst op een ontvankelijkheid voor de nationaalsocialistische ideologie. Dat het Verdinaso fascistische trekken bezat, is duidelijk. De antikapitalistische woordenschat, het solidaristische experiment, de nauwelijks door antisocialisme versluierde droom van een klassenloze maatschappij, het antibolsjewisme gestoeld op integralistische theorie, de dubbelzinnige combinatie van een conservatieve, op het verleden gerichte reflex en een revolutionair toekomstplan: het zijn ideologische ingrediënten die de latere collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
van een deel van de beweging mee verklaren.

Het Verdinaso was bovendien radicaal antisemitisch Antisemitisme
Lees meer
en speelde begin jaren 1930 een sleutelrol in het aanwakkeren van de onverdraagzaamheid jegens Joden in katholieke Vlaams-nationalistische middens. Zo gaf Jef de Langhe vanaf maart 1933 lezingen over het ‘Joodse vraagstuk’. In diezelfde periode publiceerden hij en Hermans brochures waarin vreemdelingen en in de eerste plaats Joden werden uitgesloten uit de Dietse eenheidsstaat. Ook Van Severen zelf nam in Hier Dinaso! een racistisch Racisme
Lees meer
standpunt in ten aanzien van Joden: ‘Het Verdinaso beschouwt de Joden als volksvreemde elementen, als vreemdelingen, en behandelt ze als vreemdelingen, en zal ze morgen, in de Dietsche nationaalsolidaristische Staat als vreemdelingen beschouwen’ (25 november 1933). Toen in latere jaren zowel Hermans als De Langhe uit het Verdinaso verdwenen (respectievelijk in 1934 en 1937), bleef de beweging gekenmerkt door een antisemitisch en racistisch gedachtegoed. In de optredens en Hier Dinaso!-bijdragen van kopstukken zoals Paul Persyn Persyn, Paul
Na een prominente rol te hebben gespeeld in de Gentse studentenbeweging werd Paul Persyn (1912-1976) actief in het Verdinaso in Antwerpen, waar hij in toenemende mate een leidende functie... Lees meer
(‘hoofdman’ voor Antwerpen-stad) bleef antisemitisme een rode draad of minstens een prominent thema. Waarschuwingen voor Joodse samenzweringen wisselden zich af met oproepen om tot zuiveringsmaatregelen over te gaan. Het Verdinaso kantte zich eind jaren 1930 tegen organisaties zoals het Katholiek Bureau voor Israël (KBI), die ijverden voor de rechten van de Joden, en hardde haar leden in haatgevoelens voor Joodse vluchtelingen die in diezelfde periode massaal in Antwerpen toestroomden.


Antisemitisme in het partijweekblad Hier Dinaso!, 15 september 1934. (Universiteitsbibliotheek Gent)
Antisemitisme in het partijweekblad Hier Dinaso!, 15 september 1934. (Universiteitsbibliotheek Gent)

2) Het tweede deel van Van Severens organogram betrof de corporatistische beroepsorganisatie, die als belangrijk novum aan het Vlaams-nationalisme werd toegevoegd. Het NAS was vóór de stichting van het Verdinaso hoofdzakelijk een werklozenkas. Onder druk van het Algemeen Christelijk Werk(nem)ersverbond Algemeen Christelijk Werknemersverbond
Het Algemeen Christelijk Werkersverbond werd gesticht op 17 juli 1921 en in 1991 herdoopt als ACW Koepel van Christelijke Werknemers. In 2014 werd de organisatie omgevormd tot Beweging.ne... Lees meer
(ACW), dat zijn ministers in de regering- Charles de Broqueville de Broqueville, Charles
Graaf Charles de Broqueville (1860-1940) was een katholiek politicus, regeringsleider (1911-1918) en minister van Oorlog (1912-1917). Hij werd na de oorlog nog enkele keren minister en wa... Lees meer
aansprak ( Hendrik Heyman Heyman, Hendrik
Hendrik Heyman (1879-1958) engageerde zich in de christelijke vakbeweging en in de katholieke partij. Hij was onder meer de voorzitter van het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV) en va... Lees meer
en Philip van Isacker Van Isacker, Philip
Philip van Isacker (1884-1951) was een Vlaamsgezind historicus, advocaat, katholiek minister en bankier. Hij drukte mee de democratisering en vervlaamsing van de katholieke partij en van ... Lees meer
), werd in de zomer van 1934 de financiële basis van het NAS ondergraven. Een Koninklijk Besluit (KB) van 29 augustus schrapte de toelagen en decreteerde de ontbinding van de organisatie. Aan Le Roy werd opgedragen een Verbond van Dinaso Corporaties Verbond van Dinaso Corporaties
Het Verbond van Dinaso Corporaties (VDC) was een corporatieve deelorganisatie van het Verdinaso, opgericht in 1934. Lees meer
(VDC) op te richten om de corporatieve gedachte te verspreiden en concreet aan de basis uit te bouwen. Veel corporaties zijn echter papieren constructies gebleven. De corporatistische experimenten waren duidelijk het zwakste onderdeel van de beweging.

3) De derde pijler van de beweging waren de Dinaso-jongerengroepen (zie Jong Dinaso Jong Dinaso
Jong Dinaso (1931-1941) was de jeugdbeweging van het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso), aanvankelijk Verbond van Dinaso Knapenvendels (Verdinasok) genaamd. De organi... Lees meer
). In 1931 stelde Van Severen Leo Poppe Poppe, Leo
Leo Poppe (1911-1997) was eerst actief als journalist en werd vervolgens jeugdleider bij het Verdinaso. Tijdens de bezetting vervulde hij die functie binnen de Eenheidsbeweging-VNV. Na d... Lees meer
aan als leider van het Verbond van Dinaso Knapenvendels (in 1935 herdoopt als Verbond van Jong Dinasovendels); het jaar daarop stak onder diens redactie het tijdschrift Jong Dinaso van wal. Poppe was organisator van de Jong Dinasokampen, waar de soldateske stijl van de beweging met succes werd ingeoefend.

Ondertussen kreeg ook de Verdinasowerking aan de universiteiten een zekere omvang (zie De Dinaso-Student De Dinaso-student
De Dinaso Student (1934-1936) was het maandblad van het Verbond van Dinaso Studenten, de studentenorganisatie van het Verdinaso. Lees meer
), met Norbert de Witte De Witte, Norbert
Norbert de Witte (1911-1983) liet zich opmerken in Dinaso-kringen, onder andere in de studentenwerking van het Verdinaso. Later kwam hij bij Nederland Eén!, Het Spoor voor de Lage Landen,... Lees meer
en Lode Claes Claes, Lode
Lode Claes (1913-1997) was een Vlaams-nationalistisch politicus, publicist en zakenman die een Vlaamse elite wilde vormen om de Vlaamse demografische meerderheid de leiding te laten nemen... Lees meer
als drijvende krachten in Gent en Jef van Bilsen Van Bilsen, Jef
Jef van Bilsen (1913-1996) speelde tijdens de jaren 1930 en in de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog een leidende rol in het Verdinaso en stapte na de ontbinding van deze beweging in... Lees meer
in Leuven. Van de Jong Dinaso-leden werd verwacht dat zij een vlotte overstap zouden maken naar de Dietsche Militie.

4) De vierde, wellicht meeste betwiste en zeker de meest fascistoïde pijler van de beweging was de militie. Van Severen had in 1926 en 1929 onomwonden voor de oprichting ervan gepleit. De eerste groepen werden samengesteld onder leiding van Jef Missoorten Missoorten, Jef
Jef Missoorten (1897-1964) was oprichter en leider van de Antwerpse Vlaamsche Militie die zich in november 1931 aansloot bij de Dinaso-Militie. Vanaf 1932 leidde hij de Dinaso-Militie maa... Lees meer
. Van 1932 af waren er knokpartijen met socialistische tegenbetogers, die de Verdinaso-militie als een kopie van de nazistische organisaties zagen. Op 1 augustus 1934 werd de Dietsche Militie omgevormd tot Dinaso Militanten Orde Dinaso Militanten Orde
Lees meer
(DMO), als gevolg van de bepalingen van de wet van 29 juli 1934 die privémilities verbood. De nieuwe wet van 4 mei 1936 stelde ook het dragen van uniformen strafbaar. De oude DMO-uniformen verdwenen meteen. Geleidelijk werd de invloed van Jef François op de militaristische groepen van het Verdinaso groter dan die van Missoorten en Paul Persyn. In februari 1937 nam hij de leiding van de DMO over en vanaf mei 1938 gaf hij het maandblad Recht en Trouw uitgaf, met medewerking van M.H. Seys en Luc Delafortrie Delafortrie, Luc
Lees meer
.


Mars van DMO-militanten tijdens de zevende Landdag van het Verdinaso, Gent, 7 september 1938. (ADVN, VFA849)
Mars van DMO-militanten tijdens de zevende Landdag van het Verdinaso, Gent, 7 september 1938. (ADVN, VFA849)

Het Verdinaso ontwikkelde een geheel eigen stijl die sterk verschilde van die van andere Vlaams-nationalistische organisaties. Deze stijl kwam het sterkst tot uitdrukking in de DMO, die steeds dominanter werd binnen de beweging. De leiding van de strijdorganisatie kon zich echter moeilijk bij de ideologische evolutie in het Verbond neerleggen (zie verder). Naarmate de ideeën van Joris van Severen een meer burgerlijke allure kregen en de leider zijn contacten uitbreidde tot de adel en tot verschillende politieke figuren, groeide de spanning tussen de politieke en militaire vleugel van het Verdinaso, wat als een voorbode kan worden gezien van de crisis van 1940-1941, die tot het einde van de beweging leidde.

5) Ten slotte richtte het Verdinaso zich ook op vrouwen. In september 1934 werd op aangeven van Van Severen het Verbond van Dinaso Vrouwen en Meisjes Verbond van Dinaso Vrouwen en Meisjes
Het Verbond van Dinaso Vrouwen en Meisjes (1934-1941), afgekort als Verdivro, was de vrouwenvereniging van het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso). Lees meer
(Verdivro) opgericht, met als doel ‘de intellectueele en lichamelijke ontwikkeling van de Dietsche vrouwen’. Het Verbond werd geleid door Cecilia de Langhe (1912-2001, de zus van Jef), en genoot enige autonomie binnen de structuur van de beweging. Verdivro kwam echter nooit echt van de grond.

Het symbool van het Verdinaso was een cirkel met daarin een ploeg, een tandwiel en een zwaard. Waar deze drie iconen respectievelijk de landbouw, de industrie en militaire weerbaarheid vertegenwoordigden, stond de cirkel voor autarkie (nationale zelfvoorziening).

De reactie op het Verdinaso

De stichting van het Verdinaso vergrootte de tegenstellingen in het Vlaams-nationalistische kamp. Nadat eind 1931 zonder succes een ultieme verzoeningscommissie door het KVNV ( Berten Catry Catry, Berten
Berten (Albert) Catry (1896-1941) was een Vlaams-nationalistische studentenleider tijdens het interbellum en fungeerde als beheerder van De Vlaamsche Vlagge (1875-1933) en van Jong Diets... Lees meer
, Kamiel de Vleeschauwer De Vleeschauwer, Kamiel
Kamiel de Vleeschauwer (1873-1975) was een schoolinspecteur voor het lager onderwijs, die zich in de jaren 1920 en 1930 engageerde in het partijpolitieke Vlaams-nationalisme en betrokken ... Lees meer
, Jeroom Leuridan Leuridan, Jeroom
Jeroom Leuridan (1894-1945), leraar en advocaat, was van 1929 tot 1944 parlementslid van het Vlaams Nationaal Verbond (VNV), en vanaf 1934 VNV-gouwleider van West-Vlaanderen. Hij was een ... Lees meer
en Emiel Thiers) werd ingesteld, verlegde de discussie zich naar de nationalistische parlementaire groep die, onder leiding van Staf de Clercq De Clercq, Staf
Staf de Clercq (1884-1942) was een Vlaams-nationalistische politicus, die zijn politieke carrière begon als kamerlid voor de Frontpartij. Hij staat vooral bekend als stichter en eerste l... Lees meer
en Herman Vos, het Verdinaso afwees. Ward Hermans volgde daarbij het partijconsigne niet en zocht toenadering tot Van Severen.

In het bijzonder Hendrik Elias Elias, Hendrik
Hendrik Elias (1902-1973) was een historicus en Vlaams-nationalistisch politicus die als leider van het Vlaamsch Nationaal Verbond collaboreerde met de Duitse bezetter tijdens de Tweede W... Lees meer
reageerde in 1932 scherp op de stichting van het Verdinaso. In een memorandum over een nieuw unificatie-initiatief, onder de titel ‘De Vlaamsch Nationale Volkspartij’, verzette hij zich heftig tegen het nationaal-solidarisme, dat hij als camouflage van fascisme, nationaalsocialisme en Action Française Action Française
De Action française was een Franse monarchistisch-nationalistische beweging uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Binnen de Vlaamse beweging was de ontvankelijkheid voor haar ideeëngoed ... Lees meer
beschouwde. Deze ondubbelzinnige stellingname van Elias werd niet geheel gevolgd: het KVNV weigerde op het memorandum in te gaan. Bij de Vlaams-nationalistische leiders groeide de angst dat het gedachtegoed en het imago van het Verdinaso aansloegen bij hun eigen achterban. De onderhandelingen die op 10 juli 1933 zouden leiden tot de stichting van het Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
(VNV) werden er door overschaduwd. Het VNV nam tot op zekere hoogte het Dietse en antidemocratische gedachtegoed van het Verdinaso over (met name leden als Paul-Felix Beeckman Beeckman, Paul-Felix
Paul-Felix Beeckman (1900-1978) was als student actief in het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond en het KVHV. Later engageerde hij zich binnen het VNV. Na de Tweede Wereldoorlog... Lees meer
, Tollenaere, Leo Wouters Wouters, Leo
Leo Wouters (1902-1987) was een radicaal Groot-Nederlandse VNV-politicus, die na de Tweede Wereldoorlog voor de Volksunie in Gent tot volksvertegenwoordiger (1961-1971) en senator (1971-1... Lees meer
en Luc Matthys Matthys, Luc
Luc Matthys (1902-1977) was een Vlaams-nationalistische politicus, schepen van Deinze en ondervoorzitter van de Oost-Vlaamse Provincieraad. Lees meer
). Als reactie op die ideologische overlap werd in Jong Dietschland (27 oktober 1933) gepleit voor een algehele verzoening, maar zonder resultaat. Anders dan het Verdinaso koos het VNV voor een pragmatische koers, die een deelname aan het democratische proces niet in de weg stond. Dat sprak vele Vlaams-nationalisten aan, waardoor de werfkracht van Van Severens beweging een grote klap kreeg. Overigens betekende niet alleen de stichting van het VNV een ernstige bedreiging voor het Verbond, ook uit vele andere hoeken kwamen kritiek en tegenwerking: van de liberale pers, over socialistische politici als Herman Vos (vanaf 29 november 1932) en Jef Rens Rens, Jef
Jef Rens (1905-1985) was een socialistische vakbondsleider en politicus, die onder meer als redacteur van de Vlaamsgezinde socialistische tijdschriften Schakels en Menschen een niet onbel... Lees meer
, socialistisch geïnspireerde auteurs als Max Lamberty Lamberty, Max
Max Lamberty (1893-1975) was een politiek en sociaal filosoof, die theoretisch werk over de grondslagen van de Vlaamse beweging leverde. Lees meer
, de katholieke Vlaamsgezinde schrijver André Demedts Demedts, André
André Demedts (1906-1992) was een Vlaamsgezinde auteur, voordrachtgever en inspirator van literaire organisaties. Zo werd hij in Vlaanderen een belangrijke cultuurdrager. Demedts gold bov... Lees meer
en nationalisten van linkse signatuur zoals Roza de Guchtenaere De Guchtenaere, Rosa
Rosa de Guchtenaere (1875-1942) was een Vlaams-nationalistisch activiste, onderwijzeres en feministe. Ze engageerde zich voor talrijke anti-Belgische comités en verwierf bekendheid als pr... Lees meer
, Boudewijn Maes Maes, Boudewijn
De vrijzinnige en sterk anti-Belgische Gentenaar Boudewijn Maes (1873-1946) was van 1919 tot 1921 Kamerlid namens de Frontpartij. Lees meer
, Gustaaf Doussy Doussy, Gustaaf
Gustaaf Doussy (1881-1941) was een Vlaamse arts die actief was in de Leuvense Vlaamsgezinde studentenbeweging, het daensisme en het democratisch Vlaams-nationalisme. Tijdens de Eerste Wer... Lees meer
, tot een Groot-Nederlandse drukkingsgroep als de Dietsche Bond Dietsche Bond
De Dietsche Bond (1917-1941) werd opgericht als activistisch gezind alternatief voor het neutrale Algemeen-Nederlands Verbond. De bond nam verschillende prominente activisten op in zijn ... Lees meer
en de christelijke arbeidersbeweging. Ook het Belgische establishment was vastbesloten het Verdinaso geen vrij spel te geven. Het kabinet Charles de Broqueville de Broqueville, Charles
Graaf Charles de Broqueville (1860-1940) was een katholiek politicus, regeringsleider (1911-1918) en minister van Oorlog (1912-1917). Hij werd na de oorlog nog enkele keren minister en wa... Lees meer
(22 oktober 1932-13 november 1934) nam drastische maatregelen, waaronder – naast de hierboven al genoemde ingrepen tegen de Dietsche Militie en het NAS – het verbod aan staatsambtenaren om lid te worden van het Verdinaso (november 1933). Het is tijdens deze regeerperiode dat Van Severen een spectaculaire wending uitvoerde, tactisch én ideologisch, die bekend kwam te staan als ‘de Nieuwe Marsrichting’.


<p>Het weekblad <em>Pourquoi Pas?</em> (27 oktober 1933) voerde Van Severen op als een &lsquo;Hitlertje&rsquo;. Omslagontwerp Jacques Ochs. (ADVN, VY1961)</p>

Het weekblad Pourquoi Pas? (27 oktober 1933) voerde Van Severen op als een ‘Hitlertje’. Omslagontwerp Jacques Ochs. (ADVN, VY1961)

De Nieuwe Marsrichting (1934)

Nadat in de zomer van 1933 al geruchten de ronde hadden gedaan over een grote koerswijziging die op handen was, sprak Van Severen voor het eerst formeel over de Nieuwe Marsrichting op 14 juli 1934 in Kemzeke, in aanwezigheid van Missoorten en Melis. De redevoering werd gepubliceerd in Hier Dinaso! Hier Dinaso!
Lees meer
van 21 juli. De reactie was matig, vele volgelingen begrepen de draagwijdte niet van de nieuwe boodschap. Een tweede toespraak, ditmaal in Izegem, op 20 augustus (gepubliceerd in Hier Dinaso!, 1 september) maakte meer indruk. De tekst werd in brochure uitgegeven: Van demoliberale volksverscheurdheid naar Dietschland en Orde door het Verdinaso.

Het belangrijkste en controversieelste aan Van Severens koerswijziging was dat hij afstapte van het radicale anti-belgicisme. Het Verdinaso zou zijn Groot-Nederlandse ideaal niet langer nastreven via de omverwerping van België, maar binnen het Belgische staatsbestel de macht grijpen. Het einddoel was een groter (en meertalig) Diets rijk dat zowel België als Nederland zou omvatten. Van Severen nam daarmee afstand van het romantische volksnationalisme en schakelde over op staatsnationalisme.

Het was een politieke wending van formaat, die niet zonder slag of stoot verliep. In de loop van 1933 en 1934 kwam het tot ernstige meningsverschillen met Wies Moens, die trouw wilde blijven aan ‘het organisch volksbeginsel, waarmede het Verdinaso staat of valt’. Nauwelijks een jaar later was de tegenstelling onoverbrugbaar geworden en trad de dichter in de zomer van 1934 uit het Verdinaso. De breuk met Moens vormde het begin van een langzame vervreemding aan de top van het Verdinaso. Van Severens gewezen luitenant slaagde er evenwel niet in om een scheuring teweeg te brengen. De overgrote meerderheid van de Dinaso’s schaarde zich achter Van Severen en beschouwde Moens als ‘verrader’.

De u-bocht van Van Severen is nog steeds onderwerp van historisch onderzoek. Ging het om een louter tactische koerswijziging, dan wel om een fundamentele ideologische ommekeer? De Verdinaso-leider besefte dat de vijandigheid van de regering zijn beweging in het hart kon treffen en wilde een dergelijk scenario te allen prijze vermijden. Door binnen het bestel zelf, in volkomen loyauteit, naar de staatsmacht te streven, hoopte hij het Belgische gezag zijn reden te ontnemen om het Verdinaso te vervolgen of buiten de wet te stellen. Deze ‘verovering van de staat’ hield echter geen terugkeer in naar de democratische principes. Het Verdinaso bleef autoritair en fascistisch. De beweging overwoog geen moment om de nationaal-solidaristische doctrine en het corporatisme op te geven.

Toch was de Nieuwe Marsrichting meer dan alleen een tactische kwestie. Ze viel niet los te zien van het diep verankerde verlangen naar een Groot Rijk, dat inherent was aan de Nieuwe Orde. Van Severen wilde hoe dan ook het perspectief verbreden. De Belgische ruimte, die hij aanvaardde, zag hij op harmonische wijze opgaan in de Nederlanden. Daarbij voorzag de Verdinaso-leider zijn nieuwe programma van een historisch fundament: het Bourgondische ideaal van de Zeventien Provinciën. Alles bij elkaar noemde hij de beslissing van 1934 een ‘progressie in politieke wijsheid’. Ze stelde hem in de gelegenheid uitspraken te doen over binnen- en buitenlandse politieke vraagstukken, waar nu met grotere aandacht naar geluisterd werd.


Een afgeladen Antwerps Sportpaleis voor de zesde Landdag van het Verdinaso, 29 augustus 1937. Een groot spandoek vatte de Nieuwe Marsrichting samen: ‘het Verdinaso, het Belgische rijk aanvaardend, wil dit rijk in feite (…) in het toekomstige rijk der Nederlanden inschakelen (…)’ (ADVN, VFD168)
Een afgeladen Antwerps Sportpaleis voor de zesde Landdag van het Verdinaso, 29 augustus 1937. Een groot spandoek vatte de Nieuwe Marsrichting samen: ‘het Verdinaso, het Belgische rijk aanvaardend, wil dit rijk in feite (…) in het toekomstige rijk der Nederlanden inschakelen (…)’ (ADVN, VFD168)

De pro-Belgische coup de théâtre van het Verdinaso verdiepte de kloof met het VNV. Samenwerking met de in 1933 opgerichte Vlaams-nationalistische partij was ook in de jaren daarvoor nooit echt een optie geweest. De enige vorm van toenadering tot het VNV die Van Severen interesseerde, was immers het opgaan van deze partij in het Verdinaso. Toen het Verbond zich met de Belgische staat verzoende en daarmee de facto het Vlaams-nationalisme de wacht aanzegde, lag het voor de hand dat het VNV de ‘vaandelvlucht’ van zijn politieke concurrent zou verketteren: volgens VNV-leider Staf de Clercq verkeerde het Verdinaso in ‘volle ontbinding’. Hoewel enkele Verdinaso-kopstukken, in het bijzonder Willem Melis, in 1934 en 1936 pogingen ondernamen om met de Vlaams-nationalisten een eventueel akkoord te onderhandelen (mede in de context van de gesprekken tussen het VNV en Rex Rex
Rex was een Belgische politieke partij (1935-1940) en een collaboratiebeweging in Franstalig België (1940-1944). Lees meer
), bleef het water tussen beide kampen veel te diep. Tegen 1938 rekende het Verdinaso de ‘separatisten’ tot zijn voornaamste vijanden (naast marxisten en vrijmetselaars), terwijl het VNV Van Severen en zijn volgelingen bij monde van Reimond Tollenaere uitmaakte voor Belgisch-nationalistische verraders.

Het Verdinaso en de Belgische politiek (1936-1940)

Van Severen zocht liever in het geheim toenadering tot geheel andere instanties dan het VNV. In oktober-november 1936 ontmoette hij herhaaldelijk de socialistische politici Hendrik de Man De Man, Hendrik
Lees meer
en Paul-Henri Spaak Spaak, Paul-Henri
Paul-Henri Spaak (1899-1972) was een Franstalige socialistische politicus die een rol speelde in talrijke communautaire kwesties. Lees meer
, wier ‘nationaal socialisme’ dichter bij zijn nationaal-solidarisme scheen aan te leunen. Op 22 november voerde Van Severen al even discreet gesprekken in de abdij van Zevenkerken (Loppem) met Belgische Franstalige adellijke politici zoals baron Eugène de Hermicourt de Grunne (1883-1940) en graaf Louis de Lichtervelde (1889-1959). Dat alles paste in de Nieuwe Marsrichting en Van Severens vaste voornemen om zich in te schrijven in een Belgisch loyale context. Het zette de Verdinaso-leider ertoe aan om een opening te creëren naar Walen en Franstalige Vlamingen. In juni 1936 verscheen L’Ordre Thiois L'Ordre Thiois
L'Ordre Thiois (1936-1937) was het Franstalige maandblad van het Verdinaso en voorloper van Pays-Bas Belgiques. Lees meer
(vanaf 1939 voortgezet als Pays-Bas Belgiques Pays-Bas Belgiques
Pays-Bas Belgiques (1939-1940) was het Franstalige tijdschrift van het Verdinaso en de opvolger van L'Ordre Thiois. Lees meer
), waaraan Frantz van Dorpe Van Dorpe, Frantz
Lees meer
, André Belmans Belmans, André
André Belmans (1915-2008) was notaris, afdelingsleider van Verdinaso-Brussel en betrokken bij diverse neo-Dinaso initiatieven. Lees meer
, Jacques Boseret (Brussel) en Jef van Bilsen redactioneel meewerkten. Toch kwam een Waalse organisatie eerder traag op gang. Boseret kreeg de steun van Louis Gueuning Gueuning, Louis
Louis Gueuning (1898-1971) was een leraar, leider binnen het Verdinaso en later oprichter van de Joris van Severen-Orde. Lees meer
, die net voor het uitbreken van de oorlog, op 4 mei 1940, leider van de Romaanse gouwen werd. Een sleutelmoment in deze ontwikkeling was de zesde Landdag te Antwerpen op 29 augustus 1937, waarop zowel de Nederlandse als de Belgische vlag werd gehesen en Van Severen de Walen en de Luxemburgers in het Frans toesprak. In zijn rede schoof hij staatsnationalisme binnen het Belgische kader naar voren als uitgangspunt voor het grote Dietse Rijk. Het francofone Brusselse milieu merkte deze toenaderingspogingen op. De Revue générale belge, (oktober 1938) publiceerde een artikel van Van Severens gesprekspartners De Lichtervelde met de veelzeggende titel ‘Le mouvement flamand et le retour à l’état belge.

Ondertussen zorgde de electorale opmars van de Belgische Werklieden Partij (zie Socialistische partij Socialistische partij
De socialistische partij werd in België in 1885 opgericht als de Belgische Werkliedenpartij (BWP), veranderde in 1945 haar naam in Belgische Socialistische Partij (BSP) en viel in 1978 u... Lees meer
) ervoor dat de Katholieke Partij Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&amp;V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
brood ging zien in een bundeling van katholieke en rechtse krachten (zie Vlaamsche Concentratie Vlaamsche Concentratie
Vlaamsche Concentratie (1935-±1940) was de naam voor de idee en de beweging die streefde naar de hergroepering van alle katholieke Vlamingen. Lees meer
). Er volgden pogingen om een bondgenootschap te smeden met Rex Rex
Rex was een Belgische politieke partij (1935-1940) en een collaboratiebeweging in Franstalig België (1940-1944). Lees meer
en het VNV. Hoewel Van Dorpe aanwezig was op het Leuvense Concentratiecongres van 19 juli 1936, bleef het Verdinaso tijdens deze onderhandelingen op de achtergrond. Nochtans had Van Severen op de vijfde Landdag te Male op 4 augustus 1935 zelf gewaarschuwd voor het linkse en communistische gevaar. Dat hij zich niettemin niet door het VNV liet overhalen tot gezamenlijke onderhandelingen met Rex (die leidden tot het akkoord van 6 oktober) had te maken met het feit dat de Verdinaso-leider en Boseret liever zelf in de Waalse achtertuin wilde jagen. Bovendien sprongen de besprekingen af doordat Van Severen de leiding opeiste.

Naderhand waren Melis en Van Dorpe wel tot toegevingen bereid. Precies van deze laatste twee ging een sterke impuls uit in de Vereeniging België-Nederland-Luxemburg, weliswaar een slechts schijnbaar politiek neutrale organisatie die in werkelijkheid volledig door Dinaso-kopstukken en -sympathisanten werd gepatroneerd. Maar ondertussen genoot het Verdinaso wel enige weerklank, zoals bleek uit de toegenomen aandacht voor Groot-Nederland bij uiteenlopende figuren en groepen ( Léon van der Essen Van der Essen, Léon
De Leuvense hoogleraar geschiedenis Léon van der Essen (1883-1963) was tijdens zijn studietijd Vlaamsgezind, ontwikkelde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog tot een Belgische ‘patriottard... Lees meer
, Louis de Lichtervelde, Jan Baptist Poukens en anderen), die zonder Van Severens beweging niet zo groot zou zijn geweest. De nieuwe richting die ze was ingeslagen oogstte bovendien lof bij De Courant, het dagblad van de autonoom geworden Vlaamse katholieke partij ( Katholieke Vlaamsche Volkspartij Katholieke Vlaamsche Volkspartij
De Katholieke Vlaamsche Volkspartij was de Vlaamse vleugel van het Blok der Katholieken van België, opgericht op 11 oktober 1936 met als Franstalige tegenhanger de Parti catholique social... Lees meer
), en bij Elckerlyc Elckerlyc
Elckerlyc (1935-1939) was een katholiek Vlaamsgezind weekblad dat werd opgericht door een groep rond de katholieke en flamingantische politicus Frans van Cauwelaert. Het verdedigde het mi... Lees meer
, het weekblad van Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
.

Ondertussen manifesteerde zich in de rangen van het Verdinaso en voornamelijk in de leiding een toenemende malaise. De invloed van Jef François nam voortdurend toe, wat kopstukken zoals Melis, Van Dorpe, Van Bilsen en gaandeweg zelfs Thiers verontrustte. Van 1937 af controleerde François niet alleen de financiën, maar ook de Dinaso Militanten Orde en het weekblad Hier Dinaso! Met de groeiende dominantie van François werd de basis gelegd voor de tweespalt die na 10 mei 1940 zou uitbreken.


De DMO op de Markt van Brugge, met Jef François naast de motorrijder, 9 augustus 1936. (ADVN, VFA1248)
De DMO op de Markt van Brugge, met Jef François naast de motorrijder, 9 augustus 1936. (ADVN, VFA1248)

De mobilisatie van 27 september 1938, naar aanleiding van de verslechterende internationale situatie, maakte de onderlinge contacten moeilijker. Binnen het Verdinaso ontstond onenigheid over de te volgen aanpak bij de parlementsverkiezingen van 2 april 1939. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 16 oktober 1938 werd voor het eerst de richtlijn om blanco te stemmen achterwege gelaten. Een halfjaar later drukten Van Severen en Thiers echter de oude lijn van het anti-parlementarisme en boycot door, wat niet naar de zin was van Van Dorpe, Van Bilsen en Paul Persyn Persyn, Paul
Na een prominente rol te hebben gespeeld in de Gentse studentenbeweging werd Paul Persyn (1912-1976) actief in het Verdinaso in Antwerpen, waar hij in toenemende mate een leidende functie... Lees meer
. Een bijna stuurloze beweging begon weer ledenverlies te lijden. Melis haakte af. Van Dorpe besliste bij het uitbreken van de oorlog op 3 september 1939 ontslag te nemen. Van Severen probeerde voor een nieuwe impuls te zorgen met hartstochtelijke sympathiebetuigingen aan het adres van Leopold III van Saksen-Coburg, Leopold III
Leopold III (1901-1983) werd aan de vooravond van en tijdens de Tweede Wereldoorlog het boegbeeld van een autoritaire stroming in de Belgische politiek. Zijn controversiële houding en mee... Lees meer
en een nadrukkelijke verdediging van de neutraliteitspolitiek.

De houding van het Verdinaso tegenover de grote internationale spanningen van 1938-1939 en de (nakende) oorlog was niet eenduidig. Enerzijds vond Van Severen het pacifisme Pacifisme
Lees meer
onzin. Hij was voorstander van een militaire alliantie met Nederland en Luxemburg. Anderzijds was er zijn hierboven al genoemde steun aan de Belgische neutraliteitspolitiek, die samenhing met zijn antidemocratische overtuiging en een verlangen naar een autoritair koninklijk regime. Namens het Verdinaso trad hij op 2 november 1939 toe tot het autoritair georiënteerde Verbond van Nationale Zelfstandigheid/Ligue Nationale de l’Indépendance’ van de Waalse senator Pierre Nothomb Nothomb, Pierre
Pierre Nothomb (1887-1966) was een Belgisch-nationalistisch politicus, schrijver en publicist. Hij groeide tijdens en net na de Eerste Wereldoorlog uit tot het boegbeeld van het Belgisch ... Lees meer
. Ook werd in Hier Dinaso! (cf. 15 juli 1939) het Hitlerregime aangeklaagd en vreesde het blad voor een inlijving van België door Duitsland. Het nam niet weg dat vele commentaren op de internationale gebeurtenissen een anti-geallieerde strekking hadden, wat misschien verklaart waarom het Verdinaso bij sommige regeringsleiders in een slecht daglicht bleef staan: in september 1939 volgden huiszoekingen bij Van Severen, een aantal vooraanstaanden en in Dinaso-huizen en op 10 februari 1940 werd het Verdinaso, in naam van de nationale veiligheid, op een lijst van onbetrouwbare verenigingen geplaatst, een maatregel die door senator Nothomb ongedaan werd gemaakt.

Het Verdinaso in Nederland

Op 17 november 1932 werd in De West-Vlaming voor het eerst voorgesteld om de werking van het Verdinaso uit te breiden naar Nederland. In de herfst van 1933 kwam Anton Mussert Mussert, Anton
Anton Mussert (1894-1946) was een Nederlandse politicus. Hij was de oprichter en leider van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB). Lees meer
, leider van de Nationaal-Socialistische Beweging Nationaal-Socialistische Beweging
De Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) was een Nederlandse politieke partij, op 14 december 1931 opgericht en geleid door Anton Mussert. Lees meer
(NSB) op bezoek in Sint-Michiels, maar deze gesprekken leidden tot niets. Datzelfde jaar echter vormden zich onder meer in Nijmegen en Amsterdam enkele studentengroepjes met Verdinaso-sympathieën, grotendeels afkomstig uit de kringen van het Dietsch Studentenverbond Dietsch Studentenverbond
Het Dietsch Studenten Verbond was een van oorsprong Nederlandse nationalistische studentenvereniging, die in de periode 1922-1941 actief was in Nederland en Vlaanderen. Op haar hoogtepunt... Lees meer
(DSV). Deze groepjes ondergingen de invloed van zowel de katholieke priester Wouter Lutkie Lutkie, Wouter
Wouter Lutkie (1887-1968) was een Noord-Brabantse katholieke priester die de Groot-Nederlandse gedachte verdedigde en voorstander was van het corporatisme en Italiaanse fascisme. Lees meer
en zijn tijdschrift Aristo Aristo
Aristo (1930-1964) was een conservatief-katholiek Nederlands maandblad, dat sympathiseerde met het Verdinaso en het Italiaanse fascisme. Lees meer
als de dominicaan Carlos van Sante Van Sante, Carlos
Carlos van Sante (1896-1947) was een Vlaamse dominicaan, die deel uitmaakte van het radicaal Vlaamsgezinde en pro-activistische milieu rond kapelaan Cyriel Verschaeve. Tijdens de Eerste ... Lees meer
en kenmerkten zich door een scherp integralistisch-katholieke houding. In 1932 kwam het tot een conflict met het Nederlandse episcopaat, dat nadien aanleiding zou geven tot Van Santes overplaatsing naar Duitsland. In zijn woonplaats Groesbeek richtte de beeldhouwer Ernst Voorhoeve Voorhoeve, Ernst
Lees meer
onder de verpauperde arbeidersbevolking eveneens een afdeling op. Van Sante had ondertussen de leiding op zich genomen van een nieuw Verdinaso-gezind initiatief: het antimodernistische en fascistisch geïnspireerde tijdschrift Christophore, waaraan ook Henri Bruning Bruning, Henri
Lees meer
, Ernest Michel Michel, Ernest
Lees meer
en Voorhoeve meewerkten.

Van Severen maakte snel werk van de organisatie van het Verdinaso in Nederland. Hij ontmoette onder meer Gerard van der Horst Van der Horst, Gerard
Lees meer
, die in zijn jeugd lid was geweest van de katholieke jongerenbeweging, en benoemde deze gedreven propagandist prompt tot ‘rijkssecretaris’ over de afdelingen Utrecht, Amsterdam, Delft en Den Haag. Nadat Van Severen en (een deel van) de redactie van Christophore een paar keer bij elkaar op bezoek waren geweest, benoemde de Verdinaso-voorman Michel tot propagandaleider en Voorhoeve tot organisatieleider, gevolmachtigde voor het Verdinaso in Nederland Nederland
Nederland is met Vlaanderen verbonden door de economische infrastructuur, de taal en de geschiedenis. Vanaf eind 18de eeuw kreeg die verbondenheid in taal en cultuur op uiteenlopende mani... Lees meer
. Spanningen leidden ertoe dat in de loop van 1935 Michel aan de kant werd geschoven. Daardoor kreeg Voorhoeve het alleen voor het zeggen. Van Severen, die in theorie de Verdinaso-leider was voor heel Dietsland, leefde te ver af om de zaken in de hand te houden en was overgeleverd aan de voorstellen van een zeer autoritair optredende Voorhoeve. De Groesbeekse beeldhouwer schaarde zich wel geheel achter de Nieuwe Marsrichting van Van Severen en Thiers, al ontstond in de Nederlandse afdelingen ook enige commotie daaromtrent. Het Verdinaso-Nederland had ook een eigen weekblad getiteld Ik zal handhaven.


<p>Proefnummer van <em>Dinaso Orde</em> (12 februari 1939), het weekblad van het Verdinaso-Nederland. (ADVN, 900000/1024)</p>

Proefnummer van Dinaso Orde (12 februari 1939), het weekblad van het Verdinaso-Nederland. (ADVN, 900000/1024)

In Nederland was de beweging dus onbeduidend. Het feit echter dat ze bestond had in Vlaanderen een propagandistische waarde die in de verschillende bladen van de beweging geregeld werd uitgespeeld. Van Severen en Voorhoeve overlegden voortdurend over hoe ze het Verdinaso in Nederland uit zijn geïsoleerde positie konden helpen (nadat de West-Vlaming in november 1934 bij een bezoek aan Groesbeek werd opgepakt en de grens overgezet, kwam Van Severen weliswaar niet meer naar Nederland, maar reisde Voorhoeve nog wel regelmatig af naar Vlaanderen). Het kon echter niet beletten dat het Verdinaso van Noord en dat van Zuid uit elkaar groeiden. De beweging onder leiding van Voorhoeve had haar hoogtepunt bereikt. In 1938 werd de afdeling Rijksnederland onafhankelijk gemaakt: ze zou nog slechts ‘vriendschappelijke relaties’ onderhouden met het Verdinaso in België. Dat had niet alleen te maken met de eigengereide werkwijze van Voorhoeve, maar meer nog met de maatregelen van de Nederlandse regering die elke beweging verbood zich door buitenlandse invloed te laten leiden. Als gevolg daarvan organiseerde Voorhoeve de ‘gebiedsdag’ voor Nederland vanaf dat moment in zijn eentje.

In die periode begon Voorhoeve uit te kijken naar samenwerking met andere fascistische organisaties. In juni 1939 wilde hij onder invloed van Bruning en van Michel, die teruggekeerd was, zowel met Mussert als met diens concurrent Arnold Meijer Meijer, Arnold
Arnold Meijer (1905-1965) was Nederlandse fascist en Groot-Nederlander. Hij was de oprichter van Zwart Front (1934-1940) en Nationaal Front (1940-1941). Lees meer
( Zwart Front Zwart Front
Het Zwart Front was een Nederlandse revolutionair-fascistische partij, op 5 mei 1934 door Arnold Meijer opgericht. De aanhang bleef grotendeels beperkt tot de provincie Noord-Brabant. Beg... Lees meer
) een gesprek aangaan. Er viel een akkoord uit de bus: op 29 oktober 1939 greep de fusie plaats tussen Verdinaso-Nederland en de ‘Nederlandsche Volkspartij’, die in het voorjaar van 1938 ontstaan was en haar connecties met Musserts NSB niet kon verdoezelen. Samen maakten zij nu het ‘Verbond der Nederlanders’ uit. Van Severen heeft niet meer gereageerd op deze laatste ontwikkeling. Ze kreeg een logische conclusie toen Verdinaso-Nederland op 9 november 1940 formeel gefuseerd werd met de NSB.

Het Verdinaso in volle crisis (1940-1941)

Na de gebeurtenissen van mei 1940 was de ontreddering in het Verdinaso groot. Van Severen Van Severen, Joris
Joris van Severen (1894-1940) is vooral bekend als de oprichter en leider van het fascistisch geïnspireerde Verdinaso (Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen). Medio jaren 1930 verru... Lees meer
werd als staatsgevaarlijk element opgepakt en weggevoerd naar Frankrijk, waar hij door een Frans militair werd vermoord op 20 mei (zie Spooktreinen Spooktreinen
Het begrip Spooktreinen verwijst naar de wegvoering van 2000 tot 3000 verdachten door de Belgische staatsveiligheid in mei 1940. De verdachten, waaronder een aantal prominente Vlaams-nat... Lees meer
). Ook Pol le Roy was op 13 mei naar Frankrijk weggevoerd (hij keerde in juli terug). De leiding kwam nu toe aan Emiel Thiers, die vanaf eind augustus 1940 met alle mogelijke instanties in het land moeizame gesprekken voerde om een nieuwe politiek-economische structuur op te bouwen. Hij was ervan overtuigd dat koning Leopold III de sleutel in handen had om een nieuwe orde te realiseren. In die optiek onderhandelde Thiers een akkoord met de Légion nationale van Paul Hoornaert, een kleine Belgisch-nationalistische en fascistische partij. Daarmee zette hij de Belgicistische politiek van de Nieuwe Marsrichting voort. De Duitse bezetter maakte dit akkoord echter al snel ongedaan.

Niets wees er op dat de Militärverwaltung een rol voor het Verdinaso voorzag. Het hielp alvast niet dat de organisatie niet erg vlot was in het hernemen van de activiteiten, behalve in Antwerpen, waar gouwleider Persyn erin slaagde een sterke dynamiek op gang te brengen en het ledenaantal weer op te drijven. Thiers, die het Verdinaso in zijn eentje leidde, besefte dan ook dat de beweging nood had aan een krachtiger kader en verzocht eind augustus Van Dorpe en Van Bilsen om toe te treden tot de Leiding. Ook de Raad van Leiding probeerde hij opnieuw te doen functioneren, maar de aanstelling van Le Roy (Dinaso-corporaties en sociale zaken), Persyn (Organisatie en Propaganda, Vlaams gebiedsleider), Louis Gueuning (opnieuw als gebiedsleider Romaanse gouwen), de opnieuw toegetreden Van Dorpe (persdienst), Van Herzeele (die administratie en financiën behield) en Ast Fonteyne (jeugdafdeling) had uiteindelijk weinig betekenis. De enige functie die telde, was die van leider van de DMO en die bleef vast in handen van Jef François. Het zou, in de eindfase van het Verdinaso, een sleutelpositie worden.

Op 22 augustus 1940 overhandigde Thiers een memorandum aan de Militärverwaltungschef, Eggert Reeder Reeder, Eggert
Eggert Reeder (1894-1959) leidde van 1940 tot 1944 het Duitse militaire bestuur. Hij was een van de centrale figuren in de Duitse Flamenpolitik van tijdens de Tweede Wereldoorlog. Lees meer
, getiteld über Entstehen und Entwicklung der Dietsch-Nationalsolidaristischen Bewegung. De tekst was enerzijds geschreven vanuit een volksnationalistisch perspectief en stelde anderzijds een koninklijke goedkeuring als voorwaarde tot medewerking. Wat Thiers nog niet wist, was dat Reeder in zijn Tätigkeitsbericht van 2 augustus aan Berlijn het Verdinaso al geheel had afgeschreven. Voor het naziregime was de beweging na 1934 volkomen oninteressant geworden. De Militärverwaltung had het VNV als handlanger gekozen en ondergeschikt daaraan mocht het Verdinaso hoogstens een dienende rol spelen.

Nadat Hier Dinaso! toelating had gekregen om opnieuw te verschijnen, formuleerde Persyn in het eerste oorlogsnummer (24 augustus 1940) een nauwelijks versluierde oproep tot samenwerking met de Duitse bezetter, op basis van het politiek-leopoldistisch programma. Hij begroette de vestiging van een Nieuwe Orde en zag die in een brede Europese context, waarbij hij er ook voor pleitte om de strijd tegen de Joden voort te zetten. Op het Davidsfondscongres van 1 september verklaarde Thiers nog dat er geen sprake kon zijn van aansluiting bij het VNV: het Verdinaso wilde zijn invloed onverminderd behouden. Drie weken na dit congres, 21 september, herhaalde Persyn zijn boodschap van 24 augustus. De tijd begon echter te dringen, de positie van het VNV werd steeds sterker. Op 15 oktober sloot het Verdinaso een akkoord met het Rex-Vlaanderen Rex
Rex was een Belgische politieke partij (1935-1940) en een collaboratiebeweging in Franstalig België (1940-1944). Lees meer
van Odiel Daem Daem, Odiel
Odiel Daem (1907-1956) was een Vlaams politicus en voorzitter van Rex-Vlaanderen van 1939 tot 1941. Na de oprichting van de Eenheidsbeweging-VNV werd hij benoemd tot schepen van Schone Ku... Lees meer
, maar door de toenemende verzwakking van de beweging had het weinig draagkracht. De situatie zorgde voor vertwijfeling en manoeuvres onder de kopstukken van de beweging: uit ongenoegen over de ‘besluiteloosheid’ en ‘groeiende tweespalt’ werkte Van Bilsen op eigen houtje een collaboratiestrategie en toekomstvisie voor het Verdinaso uit die hij voorlegde aan Melis, Van Dorpe en Julien Verplaetse, een internationaal befaamd rechtsgeleerde die betrokken was bij het Studiecentrum voor de Hervorming van de Staat. Het einddoel van zijn plan verschilde niet fundamenteel van dat van Thiers (een door Duitsland overheerst West-Europa, waarin Dietsland over cultuur en interne autonomie kon beschikken, onder het gezag van Leopold III en vanzelfsprekend met een prominente rol voor het Verdinaso), maar voor de weg ernaartoe werden wel andere mogelijkheden verkend. Na bij een bezoek aan Berlijn vast te stellen dat het ministerie van Buitenlandse Zaken van Joachim von Ribbentrop noch Rolf Wilkening van de Aussenstelle-West van de SS informatie kon of wilde lossen over de toekomstige politieke ordening in België, kwam Van Bilsen in overleg met Verplaetse en Maurits Naessens Naessens, Maurits
De van huis uit katholieke Maurits Naessens (1908-1982) engageerde zich tijdens zijn studietijd in de socialistische beweging en werd een volgeling van Hendrik de Man. Na de Tweede Werel... Lees meer
tot de conclusie dat Thiers vervangen diende te worden door Persyn en dat er samengewerkt diende te worden met Hendrik de Man De Man, Hendrik
Lees meer
. Een onderhoud met De Man, die Persyn niet vertrouwde, op 22 oktober 1940 leverde voorlopig echter geen resultaat op.

De leiding van de beweging die zich in juni rond Thiers had geschaard en die beschouwd werd als de ‘burgerlijke vleugel’ werd nu rechtstreeks uitgedaagd, niet alleen door het VNV, maar ook door de leiding van de DMO, de ‘militaire vleugel’, onder aanvoering van Jef François en Pol le Roy, die met het VNV en Algemeene-SS Vlaanderen onderhandelden. In de loop van de herfst van 1940 tekende zich een polarisatie af tussen de Gentse groep (François, Le Roy) die gewonnen was voor een onvoorwaardelijke collaboratie, geen belangstelling had voor de Belgische eenheid en terug wou naar een politiek Vlaams-nationalisme, en de Antwerps-Brusselse groep (Persyn, Van Dorpe, Van Bilsen, Van Herzeele) die vasthield aan de door Thiers en Persyn uitgezette lijnen. Thiers stond voor de moeilijke opdracht deze twee groepen samen te houden. Hij zou er niet in slagen. Eind januari 1941 kwam het tot een openlijke machtsstrijd. Leider Thiers ontsloeg zonder veel omhaal François en Le Roy uit hun functie, waarop een dubbele riposte volgde: Reeder legde met ingang van 28 januari een (voorlopig) verschijningsverbod van Hier Dinaso! op en François stelde een delegatie met Delafortrie, Seys, Poppe en nog twee DMO-leden samen om het ontslag ongedaan te maken. Thiers begreep dat zijn rol feitelijk was uitgespeeld, maar dat ook Persyn niet verder in aanmerking kwam. Hij benoemde François, die sterke troeven van Duitse zijde achter de hand had, tot Leider. Deze zette de beweging onmiddellijk naar zijn hand: hij zuiverde de Raad van Leiding door alle sleutelposten in handen te geven van DMO-figuren en verbrak de contacten met de Waalse dinaso-groep van Gueuning, waardoor hij er geen misverstand over liet bestaan dat het Verdinaso voortaan een integraal Vlaamse groep was.

De erfenis van Joris van Severen in stukken en brokken

In een laatste poging om de situatie te keren probeerde Persyn samen met Van Dorpe, Van Bilsen en Gueuning begin februari 1941 een tegenleiding op te richten. Dit ‘Directorium’ kantte zich tegen onvoorwaardelijke collaboratie, maar stelde zich niet anti-Duits op. De pogingen om de Militärverwaltung te vermurwen, boekten echter geen resultaat. Het kostte Persyn een door de Duitse bezetter opgelegde gevangenisstraf. Bovendien werd het Directorium geplaagd door interne onenigheid: Gueuning wilde een bondgenootschap aangaan met De Man, wat dan weer voor spanningen zorgde met Persyn. Ook toenaderingspogingen tot Nederlandse rechts-radicale bewegingen, Arnold Meijers Nationaal Front Nationaal Front
Het Nationaal Front (1940-1941) was een Nederlandse autoritair-nationalistische beweging die in april 1940 werd opgericht door Arnold Meijer als opvolger van het door hem geleide Zwart Fr... Lees meer
(de opvolger van Zwart Front) en de ‘Nederlandsche Unie’ van J. De Quaey, liepen op niets uit. De kring rond Thiers-Persyn delfde het onderspit. Hoogstwaarschijnlijk lag ze nog mee aan de basis van het zogenaamde Dietsch Eedverbond Dietsch Eedverbond
Het Dietsch Eedverbond was een informele en clandestiene organisatie die ijverde voor de prioritering van het Dietse streven. Lees meer
, een clandestiene groep die protest aantekende toen het VNV onder druk van de bezetter zijn Dietse programma liet vallen, maar dat was meteen ook haar laatste wapenfeit.

De groep van François had de overwinning naar zich toegehaald. De weg naar de onvoorwaardelijke collaboratie lag daardoor open, wat erop neerkwam dat het Verdinaso deel zou gaan uitmaken van de VNV-eenheidsbeweging zoals de bezetter die voor ogen had. In Hier Dinaso! van 1 en 15 februari 1941 werd gepleit voor een hechte samenwerking met het Duitse Rijk, het geloof in het nationaalsocialisme beleden én de strijd tegen de Belgische staat aangewakkerd. Daarmee positioneerde het Verdinaso zich ongeveer op dezelfde lijn als het VNV, maar tussen beide groeperingen gaapte nog steeds een kloof. Nog begin maart 1941 koesterde het Verdinaso de hoop dat het de spil zou vormen van de toekomstige concentratie, maar François werd in de volgende weken gedwongen tot lange en vernederende onderhandelingen met de groep van Staf de Clercq. Delafortrie schreef in Hier Dinaso! van 22 maart 1941 dat het Verdinaso bereid was zijn plaats in te nemen in de Eenheidsbeweging; de onderhandelingen raakten nu in een stroomversnelling. Op 15 april 1941 vond een ontmoeting plaats tussen François en Reimond Tollenaere over wat een cruciale machtsaangelegenheid was: het meesterschap over de militie. Tollenaere en het VNV haalden de slag thuis. Een week later protesteerde François nog eenmaal tegen de opslorping, maar de Militärverwaltung gaf geen duimbreed toe en legde op 5 mei een definitief akkoord op. François en De Clercq tekenden.


Op 5 mei 1941 gingen het Verdinaso en Rex-Vlaanderen op in de VNV-Eenheidsbeweging. (ADVN, VBRB1555)
Op 5 mei 1941 gingen het Verdinaso en Rex-Vlaanderen op in de VNV-Eenheidsbeweging. (ADVN, VBRB1555)

Door het akkoord werden het Verdinaso en Rex-Vlaanderen geïncorporeerd in en ondergeschikt aan het VNV. Le Roy en Daem kregen een zetel in de Leiding van de Eenheidsbeweging. François werd tweede in ‘de Dietsche Militie/Zwarte Brigade’, na Tollenaere. Voor Hier Dinaso! werd nog een hard gevecht geleverd. Le Roy bleef hoofdredacteur, gesecondeerd door de dinaso’s Albert Deckmyn Deckmyn, Albert
Albert Deckmyn (1915-1989) vestigde zich als advocaat in Kortrijk. Hij militeerde binnen het Verdinaso en sloot zich in mei 1941 aan bij de Eenheidsbeweging-VNV. In september 1941 werd hi... Lees meer
en Albert Derbecourt Derbecourt, Albert
Albert Derbecourt (1917-1944) was achtereenvolgens actief in het Légion Nationale en het Verdinaso. Hij werd in 1941 redactiesecretaris van De Nationaal-Socialist. Lees meer
, maar de politieke lijn van het blad werd bepaald door het VNV. De titel werd veranderd in De Nationaal-Socialist De Nationaal-Socialist
De Nationaal-Socialist (1941-1944) was het weekblad van de collaborerende Eenheidsbeweging-VNV. Lees meer
, ‘het officieele kamporgaan der Nationaal-Socialistische Eenheidsbeweging’ (vanaf 14 juni 1941). De redactie raakte echter onmiddellijk verdeeld: waar Le Roy het Groot-Germanendom en de nationaalsocialistische ideologie omarmde, zwoeren Deckmyn en Derbecourt bij Dietsland. Op de meeting van 22 juni in het Koninklijk Circus te Brussel sprak Deckmyn naast De Clercq, Elias en Finné. Niet veel later vertrok François met het eerste contingent van het Vlaamsch Legioen Vlaamsch Legioen
Het Vlaamsch Legioen (1941-1943) was een Vlaamse eenheid aan het oostfront tijdens de Tweede Wereldoorlog, die deel uitmaakte van de Waffen-SS. Lees meer
naar het Oostfront Oostfronters
Het begrip oostfronters duidt in de context van de geschiedenis van de Vlaamse beweging op Vlamingen die als vrijwilliger aan de zijde van Duitsland vochten tegen het Sovjetrussische Rod... Lees meer
. Le Roy verliet de Eenheidsbeweging in september 1941 om onderdak te zoeken in de Duitsch-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap (DeVlag).

Tot slot was er nog een kleine groep van overtuigden die na het definitieve terugtreden van Thiers op 6 februari 1941 ook niet meer konden geloven in de kansen van Persyn en zich radicaal afzetten tegen de collaboratie van François. Frantz van Dorpe en – na een laatste poging om aansluiting te vinden bij De Man, wiens Nationale Bond Vlaanderen echter te veel op federalisme inzette – Jef van Bilsen beslisten in het verzet Verzet
Het georganiseerde verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Vlaamse provincies was doorgaans altijd Belgisch verzet: zowel op het vlak van de ideologische oriëntatie, de motieven en he... Lees meer
te gaan. Daarnaast vervoegden ze Tony Herbert Herbert, Tony
Tony Herbert (1902-1959) was een aanvankelijk radicaal Vlaams-nationalistische en vanaf medio jaren 1930 Belgischgezinde ingenieur en textielindustrieel met autoritaire opvattingen. Hij ... Lees meer
in diens clandestiene acties en studiegroepen waarin in de lijn van Van Severens staatsidee werd nagedacht over de heropbouw van een naoorlogs, autoritair en corporatistisch België.

In de slagschaduw van de Leider

De dood van Joris van Severen en de tegenstrijdige ontwikkelingen binnen het Verdinaso werkten nog lang na. Zowel tijdens als na de oorlog werden de figuur en de beweging herdacht en verdedigd. Op 5 oktober 1940 werd in de schoot van het geschokte Verbond een ‘Herdenkingskomiteit’ samengesteld, onder leiding van François, met Fernand Pauwels, Honoré Debusschere Debusschere, Honoré
De Tieltse aannemer Honoré Debusschere (1883-1968) was een belangrijke financier van verschillende Vlaams-nationalistische bladen, van Joris van Severen en van het Verdinaso. Lees meer
, Frans van Dorpe, Leo Poppe Poppe, Leo
Leo Poppe (1911-1997) was eerst actief als journalist en werd vervolgens jeugdleider bij het Verdinaso. Tijdens de bezetting vervulde hij die functie binnen de Eenheidsbeweging-VNV. Na d... Lees meer
, Louis Beyaert als bestuursleden en Theo Hosten als penningmeester. Er werd afgesproken dit comité buiten alle (politieke) onderhandelingen te houden. Het initiatief werd op 11 oktober 1941, terwijl François aan het Oostfront was, omgeturnd in het Genootschap Joris van Severen Genootschap Joris van Severen
Het Genootschap Joris van Severen (1941-1944) was een organisatie die de nagedachtenis van de vermoorde Verdinaso-leider Joris van Severen trachtte levend te houden door herdenkingen, ond... Lees meer
. Voorzitter werd nu Constant van Raemdonck (een industrieel uit Sint-Niklaas), terwijl Luc Delafortrie, die in september uit de Eenheidsbeweging was getreden, de functie waarnam van secretaris. Het was duidelijk de bedoeling om de werking van het Verdinaso voort te zetten, maar zonder een rol te spelen in de collaboratie.

Moeilijkheden bleven echter niet uit. Toen François terugkeerde van het Oostfront, kwam het tot een botsing met Delafortrie. Waar laatstgenoemde elke vorm van politieke actie afwees, drong François aan op een aansluiting bij de Eenheidsbeweging en de SS. François werd met enkele medestanders tot lid van het Genootschap verkozen en eiste het voorzitterschap op. De raad van bestuur van 13 april weigerde daar echter op in te gaan. In juni 1942 werd ook vanuit de redactie van De Nationaal-Socialist door Deckmyn en Derbecourt kritiek uitgeoefend op het Genootschap en Delafortrie, die buiten de Duitse censuur om de brochure Van Severen en Wij had uitgegeven. Delafortrie werd gedurende een tweetal maanden in de gevangenis opgesloten en gedwongen zijn functie in het Genootschap neer te leggen. Hij werd opgevolgd door Julien Verplaetse, die nog tot de raad van Leiding van het Verdinaso behoord had. Verplaetse hield in het radiogebouw in Brussel op 30 mei 1943 een herdenkingsrede over Joris van Severen en Jan Ryckoort. In de loop van 1944, toen Honoré Debusschere, inmiddels lid geworden van de DeVlag, het voorzitterschap had overgenomen, viel de werking stil. Alleen in Brussel werd op 10 mei 1944 in een besloten vergadering nog een herdenkingstoespraak aan de vermoorde leider gewijd door Louis Gueuning. Hij had in november 1941 geprobeerd om een geheime vereniging op te richten in de geest van Van Severen en zou zichzelf voor de rest van zijn leven als diens voornaamste erfgenaam beschouwen.

De bevrijding van het land in september 1944 en het einde van de oorlog in Europa op 8 mei 1945 deden het Verdinaso niet verdwijnen. Van de Dietse jeugdbeweging (zie Vive le Gueux! Vive le Gueux!
Lees meer
, Het Pennoen Het Pennoen (1950-1977)
Het Pennoen was een Vlaamsgezind maandelijks opinieblad dat, geleid door Jan Olsen, verscheen tussen 1950 en 1977. Het evolueerde van een traditioneel jeugdblad naar een vernieuwend en la... Lees meer
, Staf Vermeire Vermeire, Staf
Staf Vermeire (1926-1987) was een Diets jeugdleider, uitgever en tijdschriftenredacteur. Hij is vooral bekend als de verbondsleider van het ADJV, maar onder andere ook als zaakvoerder van... Lees meer
, Algemeen Diets Jeugdverbond Algemeen Diets Jeugdverbond
Het Algemeen Diets Jeugdverbond (ADJV) was een Vlaams-nationalistische, Heel-Nederlandse jeugdvereniging die tussen 1949 en 1957 onder leiding van Staf Vermeire verschillende vendels en s... Lees meer
en dergelijke meer), over de eerste naoorlogse pogingen om een Vlaams-nationalistische partij (zie Vlaamse Concentratie Vlaamse Concentratie
De Vlaamse Concentratie was een naoorlogse Vlaams-nationale politieke partij (1949-1954) met Alex Donckerwolcke als voorzitter. Ze was voornamelijk anti-repressie. Lees meer
, eerste Volksunie Volksunie (1949)
Volksunie was een neo-Dinasobeweging die werd opgericht in 1949 en datzelfde jaar weer verdween. De groep gaf het tijdschrift De Voorpost uit, dat onder hoofdredactie stond van Herman Tod... Lees meer
) te vormen, tot radicaal-rechtse drukkingsgroepen als Karel Dillens Dillen, Karel
Karel Dillen (1925-2007) was, na een aanloop als radicaal Vlaams-nationalistisch spreker en publicist, de oprichter en eerste volksvertegenwoordiger van het Vlaams Blok. Hij zetelde in de... Lees meer
Jong-Nederlandse Gemeenschap Jong-Nederlandse Gemeenschap
De Jong Nederlandse Gemeenschap (1950-1963) was een radicaal Vlaams-nationalistische jongerengroep. Lees meer
en de op de DMO geïnspireerde Vlaamse Militanten Orde Vlaamse Militanten Orde (1950-1971)
De Vlaamse Militanten Orde was een Vlaams-nationale militantenorganisatie die werd opgericht in 1950, aanvankelijk ter ondersteuning van de Vlaams-nationale partijpolitiek. Lees meer
(VMO): het Nachleben van Van Severen en zijn beweging is een geschiedenis met vele gezichten. Het satirische Vlaams-nationalistische weekblad Rommelpot Rommelpot
Lees meer
van Daniël Merlevede Merlevede, Daniël
Daniël Merlevede (1911-2014) was als scholier en student en als jongvolwassene actief in het AKVS, de Jong Nederlandsche Gemeenschap, het DSV en de leiding van AKDS en DJV. Na de oorlog b... Lees meer
had het in zijn nummer van 6 mei 1946 over de kortstondige stilte over Van Severen na de oorlog en blikte vooruit op een eventuele voortzetting van diens gedachtegoed. Niet zonder scherpzinnigheid voorspelde de redacteur dat de kans op onenigheid, afsplitsing en scheuring uitermate groot zou zijn.

Werken

— P. le Roy, Wat is en wat wil het Dinaso? Een beknopt antwoord, Gent, 1932, 1933².
— J.E. de Langhe, De grondbeginselen van het Dietsche Nationaalsolidarisme, Gent, 1933, 1934².
— W. Moens, Een vlag waait open. Spreekkoor bij gelegenheid van den 2n Landdag van het Verdinaso, Gent, 1933.
— J. Van Severen, Van de demoliberale volksverscheurdheid naar Dietschland en Orde door het Verdinaso, Gent, 1934.
— J. Ryckoort, Van het Marxisme tot het Dinaso, Gent, 1934.
— J. van Severen, Drie redevoeringen, Gent, 1936.
— J. van Severen, Waarheen gaat het land? Het voorstel van den Leider van het Verdinaso aan al de leiders van al de groepen die in België willen samenwerken om de noodzakelijke nieuwe orde te vestigen, Gent, 1936.
Ligue des Nationalistes Solidaristes Thiois, [1936].
— P. le Roy, Orde in België, Gent, 1938.
— P. le Roy, Wij kiezen de corporatieve orde, Gent, 1938;
— P. le Roy, Le Verdinaso et le problème de l’ordre corporatif, Gent, 1938.
— J. van Severen, De Vlaamsche Beweging. België en de gebondenheid der Nederlanden. De Dietsche Rijksgedachte van het Verdinaso, Gent, 1938.
— W. Melis, De strijd om de Vereeniging der Nederlanden, Gent, 1938.
— W. Melis, Le Verdinaso. Son organisation. Ses buts. Sa méthode, Gent, 1939.
Zoo sprak de Leider. Verzameling van politieke geschriften en redevoeringen van Joris van Severen verschenen in ‘Hier Dinaso!’ 1933-1940, Gent, 1940.
— L. Delafortrie, Joris van Severen en wij, 1942.
— L. Gueuning, Joris van Severen, Vader des Vaderlands, Sint-Pieters-Leeuw, 1942.
— L. Gueuning, Duitsland en wij, 29 maart 1942 (vertaald door V. Eggermont, in Jaarboek Joris van Severen, jg. 23, 2019, pp. 166-184).
— A. Belmans, Joris van Severen, Brussel, 1945;
— L. Gueuning, Joris van Severen. Vader des Vaderlands, [1945].

Literatuur

— A. de Bruyne, Joris van Severen. Droom en daad, 1961.
— L. Delafortrie, Joris van Severen en de Nederlanden. Een levensbeeld, 1963.
— J. Willequet, Les fascismes belges et la seconde guerre mondiale, in: Revue d’histoire de la deuxième guerre mondiale, 1967, april 1967, pp. 85-109.
— A.W. Willemsen, Het Vlaams-nationalisme. De geschiedenis van de jaren 1914-1940, 19692.
— H.J. Elias, 25 jaar Vlaamse Beweging 1914-1939, 1969, dl. III-IV.
—L. Schepens, Joris van Severen: een raadsel, in: Ons Erfdeel, jg. 18, 1975, nr. 2, pp. 221-239.
— G. Provoost, Ward Hermans, 1977.
— R. vanden Bossche, De maatschappijleer van het Verdinaso in zijn katholieke achtergrond, 1977.
— I. Schoeffer, Het nationaal-socialistische beeld van de geschiedenis der Nederlanden. Een historiografische en bibliografische studie, 19782.
— E. Defoort, Charles Maurras en de Action Française in België, 1978.
— L. Schepens, Joris van Severen, in: NBW, 1979, dl. VIII.
— J. Poisson, De nieuwe marsrichting van Joris van Severen, RUG, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1980.
— P. de Groote, Collaboratieproblematiek bij het Verdinaso, VUB, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1981.
— H. Michel-Ypma, Levensbeeld van Ernest Michel, 1981.
— P. Janssens, Les Dinasos wallons 1936-1941, ULg, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1982.
— D. Vanhees, Het Verdinaso naar de collaboratie, in: WT, jg. 42, 1983, nr. 3, pp. 165-175.
— P. Renard, De ideologische en organisatorische problemen van het Vlaams-nationalisme in West-Vlaanderen 1919-1931, RUG, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1983.
— P. van Boxel, Het Diets nationaalsolidarisme in Nederland 1933-1940, in: Spiegel Historiael, 1984, nr. 2, pp. 97-102.
— J. Werkers, Het Diets nationaalsolidarisme in Nederland, in: Ter Waarheid over Joris van Severen, 1984, nr. 2, pp. 1-10.
— E. Verstraete (e.a.), Gedenkboek Wies Moens, 1984.
— P. Meeus en M. Cailliau, Joris van Severen. Plus est en vous, 1986.
— L. Saerens, Het Verdinaso en de Joden 1931-1940, in: WT, jg. 46, 1987, nrs. 3-4, pp. 155-180 en pp. 241-254.
— J. Creve, Recht en trouw. De geschiedenis van het Verdinaso en zijn milities, 1987.
— S. Verhaeghe, Tony Herbert. Een politieke biografie, RUG, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1988.
— L. Delafortrie, Het Genootschap Joris van Severen. Dinaso-acties tijdens de bezetting, 1989.
— L. Wils, Honderd jaar Vlaamse Beweging, 1985-1989, dl. II-III.
— M. Cailliau, Emiel Thiers. De man naast Van Severen, 1991.
— V. Eggermont, Jules Declercq, de vurige Vlaming, 1992;
— M. Cailliau, Joris van Severen en de Katholieke Actie, in: Ter Waarheid over Joris van Severen, 1993, nr. 3-4, pp. 2-35.
— P.J. Verstraete, Albert Derbecourt, pleiter voor de nieuwe orde, in: De Leiegouw, nr. 1, 1994, pp. 3-27.
— J. Werkers, Pater Van Sante, zijn ‘kerngroepen’ en het Verdinaso, in: Ter Waarheid over Joris van Severen, nr. 1, 1994, pp. 1-17.
— B. de Wever, Greep naar de macht. Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945, 1994.
— L. Wils, Joris van Severen. Een aristocraat verdwaald in de politiek, 1994.
— L. Delafortrie, Vermoorde Van Severen herleeft, 1994.
— R. Vanlandschoot, Het Van Severen-jaar voorbij, in: WT, jg. 54, 1995, nrs. 2-4, pp. 114-122 en pp. 230-240.
— A. van Severen, Joris van Severen (I), 1995.
— K. Ravyts, Het Verdinaso (Verbond van Dietse Nationaal-Solidaristen) in Tielt 1931-1941, in: De Roede van Tielt, jg. 27, 1996, nr. 3, pp. 110-176.
— P.J. Verstraete, Reimond Tollenaere, 1996.
— J. Creve, Jef Missoorten, de Vlaamse militie en het Verdinaso, in: Wetenschappelijke tijdingen, jg. 57, 1998, nr. 1, pp. 29-43.
— K. Ravyts, Van de “Benedictijner vrede” naar ‘Laat ze niet rotten, o Vlaanderland!”, in: Jaarboek Joris van Severen, jg. 2, 1998, pp. 47-98.
— S. van Clemen, Wouter Lutkie en het Verdinaso, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 2, 1998, pp. 99-106.
— R. Anthonissen e.a., Ast Fonteyne 1906-1991. Een kwestie van stijl, Leuven, 1999.
— L. Pauwels, De ideologische evolutie van Joris van Severen. Een hermeneutische benadering, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 3, 1999, pp. 5-272.
— J.M. Lermyte en A. van Severen, Juul Declercq, Vlaams voorman, Izegem, 2000.
— K. Ravyts en J. Rondas, Het Brugse 1940-1945. I. Collaboratie en verzet, Kortrijk, 2000.
— L. Saerens, Vreemdelingen in een wereldstad. Een geschiedenis van Antwerpen en zijn joodse bevolking (1880-1944), 2000.
—Ba. De Wever, De schaduw van de Leider. Joris van Severen en het naoorlogs Vlaams-nationalisme 1945-1970, in: Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste Geschiedenis, jg. 31, 2001, nr. 1-2, pp. 177-252; eveneens opgenomen in Jaarboek Joris van Severen, vol. 5, 2001, pp. 117-205.
— S. van Clemen, Jef van Bilsen als hoofdman van de Leuvense studentenafdeling van het Verdinaso 1932-1936, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 6, 2002, pp. 65-106.
— M. Cailliau, Het solidarisme als sociale leer en zijn katholieke achtergronden, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 6, 2002, pp. 145-160.
— F. Judo, De bronnen van het solidarisme en het corporatisme van Joris van Severen, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 7, 2003, pp. 165-178.
— E. Truyens, Het nationale socialisme van Hendrik de Man. Overeenkomsten en verschillen met het nationaal-solidarisme van Joris van Severen, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 7, 2003, pp. 179-204.
— R. Vanlandschoot, Van syndicalisme naar corporatisme. Juul Declercq (1897-1955). De lange weg van het ACW naar het Verdinaso 1918-1932, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 8, 2004, pp. 127-174; vol. 10, 2006, pp. 15-80.
— S. van Clemen, De houding van de Dietsche Bond tegenover Joris van Severen en het Verdinaso, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 8, 2004, pp. 175-184.
— P. Tommissen, Het Verdinaso gezien vanuit de optiek van “Schakels”’, in: Nieuwsbrief Joris van Severen, 2006, nr. 2, pp. 5-11, vervolledigd in Jaarboek Joris van Severen, 11, 2007, pp. 171-190.
— V. Eggermont, Joris van Severen als opvoeder in het Verdinaso als vormingsbeweging, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 10, 2006, pp. 5-14.
— K. Ravyts, Joris van Severen en de Sint-Andriesabdij te Zevenkerken, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 10, 2006, pp. 85-94.
— R. Bruijns, Dinaso-studentenactie in Nederland, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 11, 2007, pp. 93-132.
— Chr. Papin, De slag om Poperinge. De putch om de macht in het Vlaams Huis, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 11, 2007, pp. 133-170.
— R. Bruijns, Ernst Voorhoeve, Joris van Severen en het Verdinaso in Nederland, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 12, 2008, pp. 106-130.
— Maurits Cailliau, Het Verdinaso versus de katholieke leer, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 12, 2008, pp. 171-204.
— R. Bruijns, De nationale volkshulde aan Willem van Oranje en het Verdinaso, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 13, 2009, pp. 101-110.
— M. Cailliau, De Nederlanden “extra muros” in het perspectief van Joris van Severen en zijn beweging, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 13, 2009, pp. 111-140.
— R. Pauwels, Joris van Severen, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 13, 2009, pp. 193-205.
— P. Tommissen, Ontleende Joris van Severen zijn corporatismeconcept aan Landauer?, in: Nieuwsbrief Joris van Severen, vol. 14, 2010, nr. 3, pp. 13-16.
— R. Bruijns, Het streven naar een grootser Nederland, of het Verdinaso van de stad Utrecht, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 14, 2010, pp. 151-172.
—R. Bruijns, ‘Race tegen de tijd of de poging van het Verdinaso in de stad Utrecht, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 14, 2010, pp. 173-194.
— Br. Lein, Van Dinaso tot verzetsman. De handelingen van Jef van Bilsen tussen 1940-1941, licentiaatsverhandeling, KU Leuven, 2010.
— P.J. Verstraete, Cecilia de Langhe, “In geestdrift en vreugde”, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 15, 2011, pp. 123-140.
—G. Kerckhof en M. Cailliau, Van het Jong Dinaso tot “De Gemeenschap”, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 15, 2011, pp. 141-176.
— N. van Campenhout, De zoektocht van een katholieke intellectueel. Prosper Thuysbaert 1889-1965 en de vragen van zijn tijd, Sint-Niklaas, 2011.
— S. Remmerswaal, Henri Bruning van katholiek literator tot geëngageerd solidarist, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 16, 2012, pp. 163-188.
— R. Bruijns, Tussen rood en groen. Joris van Severen, het Verdinaso en de socialisten, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 17, 2013, pp. 159-188.
— J. Peeters en V. Eggermont, In de schaduw van Louis Gueuning 1898-1971, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 17, 2013, pp. 189-204.
— D. Luyten e.a., Colloquium Tony Herbert 1902-1959. Een veelzijdig leven, Kortrijk, 2013.
— G.J.A. Broek, Weerkorpsen. Extreemrechtse strijdgroepen in Amsterdam, 1933-1942, Universiteit van Amsterdam, doctoraatsverhandeling, 2014.
—L. Pauwels, Joris van Severen in het brede Europese perspectief, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 19, 2015, pp. 9-36.
—T. Cobbaert, Diets en Europees? Een onderzoek naar de Europese gedachte in het Verdinaso, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 19, 2015, pp. 37-66.
— L. Delafortrie, Verdinaso en collaboratie. Mijn aandeel, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 19, 2015, pp. 147-164.
— R. Bruijns, De Dinaso-militie in het historisch perspectief van het Interbellum, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 20, 2016, pp. 31-56.
— R. Bruijns, Joris van Severen in Nederland, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 20, 2016, pp. 57-72.
— M. Wallaard, In de ban van Joris van Severen. Ernest Michel, Henri Bruning en Ernst Voorhoeve – drie katholieke kunstenaars en hun passie voor de vlaamse fascistenleider, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 20, 2016, pp. 73-141.
— M. Cailliau, Omtrent Jan Ryckoort, in Jaarboek Joris van Severen, vol. 20, 2016, pp. 149-156.
— F. Martens, De verloren erfenis van het Verdinaso – Een overzichtsgeschiedenis van het naoorlogse Heel-Nederlandisme en solidarisme, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 20, 2016, pp. 157-202.
— M. Cailliau, Omtrent het Nationaal Studie- en Documentatiecentrum Joris van Severen, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 21, 2017, pp. 177-186.
—M. Cailliau, Het Nationaalsolidarisme versus Nationaalsocialisme in de optiek van Othmar Spann, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 22, 2018, pp. 57-70.
—R. Bruijns, Het Verdinaso in de Romaanse gouwen, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 22, 2018, pp. 97-124.
—M. Cailliau, Terechte Duitse argwaan, blijkend uit documenten; ten overstaan van het Verdinaso, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 23, 2019, pp. 85-126.
—R. Bruijns, Edmond Willem Pieter van Dam van Isselt, rusteloos ijveraar voor de Benelux, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 23, 2019, pp. 127-144.
—M. Cailliau, Enkele krachtlijnen in het denken van Joris van Severen, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 24, 2020, pp. 5-24.
— R. Bruijns, Joris van Severen en Pierre Nothomb, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 24, 2020, pp. 71-94.
— G. van Gorp en M. Cailliau, De briefwisseling tussen Joris van Severen en Ward Hermans, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 24, 2020, pp. 95-144.
— J. Werkers, Op zoek naar de wortels van de Joris van Severen Orde, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 24, 2020, pp. 145-168.
—T. Cobbaert, Het Verbond van Nationaal-Solidaristen in Nederland: de groep Sinclair en de opbouw van het Verdinaso in Nederland 1931-1933, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 25, 2021, pp. 49-113.
— R. Bruijns, De gebroeders Stolte en het Verdinaso, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 25, 2021, pp. 117-152.
— J. Creve, Jacques Boseret en de Waalse Dinaso’s, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 25, 2021, pp. 153-184.
— J. Creve, Frantz van Dorpe en het Verdinaso, 2021.
— L. Pauwels, Joris van Severen. Op leven en dood, letterlijk, 2021.
— V. Stuer, Hoogmoed. Van Verdinaso tot verzet, 2021.
— R. Bruijns, Gerard van der Horst en het Verdinaso Nederland, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 26, 2022, pp. 51-80.
— M. Cailliau, Het andere geluid: over de rol van Jef François in 1940-41, in: Jaarboek Joris van Severen, vol. 26, 2022, pp. 99-124.— F. Judo e.a., Frantz van dorpe (1906-1990) ondernemer, politicus en zoveel meer. Acta van het colloquium van 12 juni 2021, Antwerpen, 2022.
— D. Vandenbroucke, Frantz van Dorpe en ‘de plicht’ van iedere Dinaso. Kanttekeningen bij een verzetsman, in: WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 81, 2022, nr. 4, pp. 324-340.

Suggestie doorgeven

1975: Romain Vanlandschoot (pdf)

1998: Romain Vanlandschoot

2023: Romain Vanlandschoot

Databanken

Inhoudstafel