Van der Essen, Léon

Persoon
Nico Van Campenhout (2023, herwerking), Sebastiaan Derks / Bas Reijnen (1998)

De Leuvense hoogleraar geschiedenis Léon van der Essen (1883-1963) was tijdens zijn studietijd Vlaamsgezind, ontwikkelde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog tot een Belgische ‘patriottard’ en was later een aanhanger van het Heelneerlandisme, dat een intensieve samenwerking tussen België en Nederland voorstond.

Alternatieve naam
Leo Van der Essen
Geboorte
Antwerpen, 12 december 1883
Overlijden
Leuven, 10 februari 1963
Leestijd: 19 minuten

Léon van der Essen was de zoon van een Antwerpse schilder-behanger en decorateur, die in de Scheldestad de woningen van de gefortuneerde burgerij en de stedelijke aristocratie verfraaide, maar die door een arbeidsongeluk vroegtijdig verlamd geraakte. Van zijn vader erfde hij, naast een levenslange Antwerpse tongval, een onmiskenbaar teken- en schildertalent. Na kleuter- en lager onderwijs bij de Zusters Maricollen doorliep hij de klassieke humaniora aan het in 1889 opgerichte Sint-Jan Berchmanscollege in het Antwerpse stadscentrum.

Studietijd in Leuven en in Italië

Van 1901 tot 1905 studeerde Van der Essen geschiedenis aan de Leuvense universiteit, waar hij het einddiploma behaalde met grootste onderscheiding. Vanaf zijn eerste studiejaar was hij werkend lid en tijdens zijn doctoraatsjaren bestuurslid van het Vlaams voelende literair-culturele studentengenootschap Met Tijd en Vlijt Met Tijd en Vlijt
Met Tijd en Vlijt was een Vlaamsgezind Studentengenootschap dat in 1836 aan de Leuvense universiteit werd opgericht en bleef bestaan tot na de Tweede Wereldoorlog. Het speelde tot 1875 e... Lees meer
. Van der Essen werkte daarnaast mee aan het Leuvense flamingantische studententijdschrift Ons Leven Ons Leven
Ons Leven (1888) is een Leuvens studententijdschrift en het blad van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond (KVHV). Lees meer
, dat vanaf 1902 het blad was van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond
Lees meer
(KVHV). In dat milieu, waar hij ‘Leeuw Van der Essen’ werd genoemd, leerde hij onder anderen latere Vlaamsgezinde politici als Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
, Edmond van Dieren Van Dieren, Edmond
Edmond van Dieren (1879-1961) was een advocaat en een gematigd Vlaams-nationaal en onafhankelijk politicus. Hij was een pleitbezorger van de hereniging van Vlaamse katholieken en Vlaams-n... Lees meer
en Philip van Isacker Van Isacker, Philip
Philip van Isacker (1884-1951) was een Vlaamsgezind historicus, advocaat, katholiek minister en bankier. Hij drukte mee de democratisering en vervlaamsing van de katholieke partij en van ... Lees meer
kennen. In de herfst van 1902 verzorgde hij voor Met Tijd en Vlijt een lezing over ‘het historisch verschil tusschen Walen en Vlamingen’.

Van der Essen eindverhandeling, Etude critique et littéraire sur les Vitae des saints mériovingiens de l’ancienne Belgique, werd in 1907 in boekvorm uitgegeven en bekroond door het prestigieuze Institut de France, dat onder meer de Académie française overkoepelt.

Ondertussen was van der Essen laureaat van de interuniversitaire reisbeurzenwedstrijd geworden en had zijn leermeester kanunnik Alfred Cauchie (1860-1922), die in 1902 het Belgisch Historisch Instituut in Rome had opgericht, hem naar Italië gestuurd. Tussen 1906 en 1910 verrichte Van der Essen opzoekingen in het Vaticaans archief in Rome en in de staatsarchieven van Parma en Napels. Dat onderzoek resulteerde tussen 1933 en 1937 in zijn vijfdelige opus magnum over Alexander Farnese (1545-1592), hertog van Parma, die vanaf 1578 landvoogd was van de Nederlanden (en Franche-Comté). Vanaf 1580 stond deze Italiaanse legeraanvoerder in Spaanse dienst aan het hoofd van de veldtocht tegen de opstandelingen in de Nederlanden, die leidde tot de herovering van de zuidelijke provincies en in 1585 ook van de stad Antwerpen. In een vraaggesprek voor de Vlaamse televisie Televisie
Als geen ander massamedium heeft de televisie bijgedragen aan de vorming van de Vlaamse ‘verbeelde gemeenschap’. Terwijl de staatshervormingen zich voltrokken, werd de Vlaamse natie dagel... Lees meer
in de reeks Ten huize van… van Joos Florquin Florquin, Joos
Germanist Joos Florquin (1916-1978) was medewerker van de BRT. Hij werd bekend met de door hem gepresenteerde reeks Ten Huize Van. Daarnaast was Florquin bestuurslid van Dietsche Warande ... Lees meer
verklaarde Van der Essen eind 1960 in dat verband ietwat badinerend het volgende: ‘In feite is het waarschijnlijk te danken aan Farnese dat België bestaat zoals het nu is, vermits hij door zijn veldslagen de Noord-Nederlanders uit onze gewesten heeft verdreven’. Van der Essen behield levenslang een bijzondere waardering voor zijn mentor  Cauchie, die hij ook overdroeg op opeenvolgende generaties Leuvense studenten.

Hoogleraar aan de Leuvense universiteit

In 1910 werd Van der Essen aan de Leuvense universiteit aangesteld als docent, in 1912 als  buitengewoon en in 1919 als gewoon hoogleraar, wat telkens gepaard ging met een uitbreiding van zijn lesopdracht. In 1922 nam Van der Essen bovendien de functie van adjunct-secretaris-generaal van de Leuvense universiteit op zich en in 1930 promoveerde hij tot secretaris-generaal, een functie die hij behield tot 1961. In 1939 werd hij lid van de pas opgerichte Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België
Lees meer
. Toen hij in 1954 emeritus werd, werd hij als jonkheer in de adelstand verheven. Hij bleef nog een paar vakken doceren tot en met het academiejaar 1955-1956, ondanks het feit dat een beroerte hem in 1955 tijdelijk het spreken en schrijven onmogelijk had gemaakt en kort voordien zijn echtgenote Gabrielle Callebert (1884-1955) was overleden. Van der Essen was iemand die, ondanks de toenmalige veeleer afstandelijke en hiërarchische omgangsvormen, gemoedelijk en zeker in de latere jaren vaderlijk omging met de studenten en die het als zijn plicht beschouwde om voor een bovengemiddeld aantal eindverhandelingen en dissertaties op te treden als promotor.

Vanaf 1911 doceerde van der Essen, behalve in het Frans, ook in het Nederlands. Hij was aan de Leuvense universiteit een van de eersten die dat deed, afgezien van de sinds Jan Baptist David in het Nederlands gedoceerde cursus Geschiedenis van de Nederlandse letterkunde, enkele vakken in de rechten vanaf 1889 en in de in 1898 opgerichte studierichting Germaanse filologie. Tijdens het academiejaar 1905-1906 had Met Tijd en Vlijt, waarvan ook oud- en niet-studenten deel uitmaakten en waarvan Van der Essen toen eerste secretaris was, hem intussen gehuldigd als “den vlijtigen vlaamsgezinde, die een der eersten den weg had gekozen van de wetenschappelijke Vlaamsche Beweeging”. Hoewel hij tot de jaren 1930 als historicus meestal in het Frans schreef en pas daarna ook meer en meer in het Nederlands, was Van der Essens eerste historische publicatie in boekvorm, Het ontstaan van Antwerpen (1905), in het Nederlands gesteld.

Tijdens het laatste academiejaar vóór de Eerste Wereldoorlog verzorgde Van der Essen voor Met Tijd en Vlijt, waarvan hij ondertussen ondervoorzitter was geworden, een causerie over het in 1913 verschenen boek La nation belge van de voormalige Luikse hoogleraar geschiedenis Godefroid Kurth Kurth, Godefroid
Godefroid Kurth (1847-1916) was een invloedrijke Belgische historicus die pleitte voor de verdediging van de Vlaamse en Duitse volkstaal. Hij hield er een uitgesproken rooms-katholieke ov... Lees meer
(1847-1916). Op die manier demonstreerde hij zijn belangstelling voor de Belgische nationaliteitenproblematiek, een thema dat een constante in zijn verdere leven en werk zou blijven. Hij steunde in die tijd ook de campagne voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit, nam van bij het begin in 1910 deel aan de Vlaamse Filologencongressen, trad op als spreker voor de Katholieke Vlaamse Hogeschooluitbreiding Katholieke Vlaamsche Hogeschooluitbreiding
De Katholieke Vlaamse Hogeschooluitbreiding is een vormings- en nascholingsorganisatie die in 1898 werd opgericht in Antwerpen. Later werden op diverse plaatsen in Vlaanderen afdelingen o... Lees meer
(KVHU), verzorgde tijdens de zomervakanties in Leuven Nederlandstalige bijscholingen voor leerkrachten uit het middelbaar onderwijs en publiceerde in het toonaangevende Vlaamse literair-culturele tijdschrift Dietsche Warande en Belfort Dietsche Warande en Belfort
Dietsche Warande en Belfort was een Vlaams tijdschrift voor literatuur- en geestesleven. Het ontstond in 1900 door de samensmelting van de tijdschriften Dietsche Warande en Het Belfort.... Lees meer
.

De Eerste Wereldoorlog

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
vluchtte Van der Essen na de ontbinding van de Burgerwacht, waarvan hij in zijn woonplaats Leuven deel uitmaakte, naar Groot-Brittannië. Hij doceerde er achtereenvolgens in Oxford en Londen. In 1915-1916 verbleef hij gedurende zeven maanden in Chicago. Via (universitaire) lessenreeksen en lezingen probeerde hij er in opdracht van de Belgische regering in ballingschap sympathie te winnen voor ‘poor little Belgium’, dat in 1914 het slachtoffer was geworden van de Duitse (‘Teutoonse’) agressie. Een en ander resulteerde in het boek A short History of Belgium, waarvan de eerste editie in 1915 werd uitgebracht door de University of Chicago Press. In een promotioneel maar tegelijk genuanceerd idioom presenteerde de auteur, onder meer geïnspireerd door de Histoire de Belgique van Henri Pirenne Pirenne, Henri
Henri Pirenne (1862-1935) was een van de invloedrijkste Belgische historici uit de 20ste eeuw. Zijn werk, met name zijn zevendelige Histoire de Belgique, reflecteerde een Belgisch-nationa... Lees meer
, België België
Geen Vlaamse beweging zonder België. Het is ook onmogelijk om België te begrijpen zonder de geschiedenis van de Vlaamse beweging erbij te betrekken. Tussen het ontstaan van een culturele ... Lees meer
daarin als een land dat in de loop der tijden altijd een ontmoetingsplaats was geweest tussen de Germaanse en de Romaanse cultuur en dat behoorde te blijven. Na een eeuwenlange genese, met een belangrijke rol voor de Bourgondische hertogen in de late middeleeuwen, was uiteindelijk in 1830 een onafhankelijke Belgische staat tot stand gekomen, zo concludeerde hij.

Nadat hij zich bij zijn terugkeer uit de VSA had aangemeld als militair, werd van der Essen in 1916 door het Ministerie van Oorlog onder de leiding van regeringsleider graaf Charles de Broqueville de Broqueville, Charles
Graaf Charles de Broqueville (1860-1940) was een katholiek politicus, regeringsleider (1911-1918) en minister van Oorlog (1912-1917). Hij werd na de oorlog nog enkele keren minister en wa... Lees meer
gedetacheerd naar het Bureau de Documentation belge in Londen. Toen de katholieke edelman in augustus 1917 de overstap maakte naar Buitenlandse Zaken, benoemde hij hem tot hoofd van zijn politiek kabinet en verhuisde Van der Essen van de Britse hoofdstad naar Saint-Adresse, de verblijfplaats van de regering vlakbij het Franse Le Havre.

De Vlaamse beweging in 1914-1918

Vrijwel onmiddellijk na zijn benoeming tot kabinetschef nam van der Essen contact op met een aantal Vlaamsgezinde politici, onder meer Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
, die hij kende uit zijn Leuvense studietijd en die hij in 1915 nog bijdragen had toegestuurd voor diens blad voor Vlaamse vluchtelingen in Nederland Vrij België Vrij België
Vrij België was een weekblad van de Belgisch loyale flamingantische vluchtelingenpers, uitgegeven in Den Haag (1915-1918), onder hoofdredactie van de katholiek Frans van Cauwelaert en de ... Lees meer
. Van der Essen ontpopte zich tijdens de volgende maanden als de verbindingsman tussen De Broqueville en de flaminganten aan en achter het IJzerfront, inclusief de Frontbeweging en haar krant Ons Vaderland. Hij fungeerde als secretaris en sturende figuur van de door De Broqueville, mede op zijn instigatie opgerichte Studiecommissie voor de Taalkwestie, die tussen 10 april en 11 mei 1918 zes keer bij elkaar kwam. Het hele initiatief maakte deel uit van een welbepaalde machtspolitieke strategie, waarmee de regeringsleider zijn positie ten opzichte van zijn collega-ministers en koning Albert I van Saksen-Coburg, Albert I
Koning Albert I (1875-1934) werd aan de vooravond van en tijdens de Eerste Wereldoorlog geconfronteerd met een radicaliserende Vlaamse beweging. De communautaire kwestie groeide daardoor ... Lees meer
hoopte te versterken door zich te verzekeren van de steun van de Vlaamsgezinde opinie. Tot concrete resultaten leidde het echter niet. Na het ontslag van De Broqueville uit de regering op 24 mei 1918, die onder meer een gevolg was onenigheid tussen de drie partijen die er deel van uitmaakten over de taalproblematiek, werd de commissie onmiddellijk ontbonden. Intussen had Van der Essen aan het in 1916 in Nederland uitgegeven Ons Leven-Hoogstudent. Oorlogsnummer 1914-1915-1916 meegewerkt met een bijdrage getiteld De beteekenis der Vlaamsche Beweging voor de historische rol van België.

Tot het einde van de Eerste Wereldoorlog was de Leuvense hoogleraar vervolgens werkzaam bij de militaire censuur en nadien tot 1922 als adjunct-directeur van het Office de Propagande belge van het ministerie van Buitenlandse Zaken. In die functie trad hij in 1919 op als historisch adviseur van de Belgische delegatie op de vredesconferentie van Versailles. Tegelijk was hij actief in het hyper-patriottische Comité de Politique Nationale, dat - met de steun van Buitenlandse Zaken - ageerde voor de annexatie door België van Zeeuws-Vlaanderen en Nederlands-Limburg.

Belgische nationalist

Hij keerde zich toen en in de volgende jaren in woord en geschrift bovendien fel tegen het Vlaams-nationalisme, waarin het anti-Belgisch discours al snel dominant was geworden. Eén van die toespraken, voor een publiek van hoofdzakelijk studenten in Leuven op 24 maart 1920, werd in brochurevorm gepubliceerd onder de programmatische titel Pour la Belgique. Contre le séparatisme. Datzelfde jaar werd in een aan België gewijd Franstalig themanummer van de Britse krant The Times een bijdrage van hem opgenomen over de (geschiedenis van de) Vlaamse beweging. In 1923 en 1924 bracht hij twee studies uit over het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden uit, respectievelijk La Belgique dans le Royaume des Pays-Bas 1814-1830 en La révolution belge et les origines de notre indépendance 1814-1830.

In de flamingantische publieke opinie werd hij ondertussen al enige tijd weggezet als een renegaat, die zijn vooroorlogse Vlaamsgezinde verleden te grabbel had gegooid. Dat was nog meer het geval nadat hij in de zomer van 1922 als getuige à charge was opgetreden tijdens het proces tegen Adiel Debeuckelaere Debeuckelaere, Adiel
Adiel Debeuckelaere (1888-1979) was een Vlaams-nationalistisch politicus. Hij zou zijn imago vooral opbouwen dankzij zijn leidende rol in de Frontbeweging. Lees meer
, de leider van de Frontbeweging Frontbeweging
Aan het IJzerfront manifesteerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog flamingantisch verzet tegen de taaltoestanden in het leger. Naarmate het zich meer en meer organiseerde en groeide, vo... Lees meer
.

Betekenisvol was wat Van der Essen begin 1927 schreef aan zijn Leuvense collega-hoogleraar Lodewijk Scharpé Scharpé, Lodewijk
Lodewijk Scharpé (1869-1935) was een taalkundige die aan het begin van de 20ste eeuw bijdroeg tot de vernederlandsing van de Leuvense universiteit. Na de Eerste Wereldoorlog zette hij zic... Lees meer
, die de Vlaamsgezinde studentenbeweging actief en openlijk steunde: ‘Ik sta niet op uw Vlaamsch standpunt: ik voel of denk niet nationalistisch’ (bedoeld is Vlaams-nationalistisch), ‘dat weet ge genoeg. Gij waart meer Belg, al zo doende, dan duizend patriottards. En ik zal dat nooit vergeten’, waarmee hij verwees naar de bijzondere inzet van Scharpé voor Leuven en de Leuvenaars tijdens de Eerste Wereldoorlog. Vanuit zijn wetenschappelijke integriteit en eerlijkheid aarzelde Van der Essen tegelijk niet om in 1929 de kandidatuur van de getalenteerde historicus Hendrik Elias Elias, Hendrik
Hendrik Elias (1902-1973) was een historicus en Vlaams-nationalistisch politicus die als leider van het Vlaamsch Nationaal Verbond collaboreerde met de Duitse bezetter tijdens de Tweede W... Lees meer
, een uitgesproken Vlaams-nationalist en zoon van een activist, voor een professoraat aan de Leuvense universiteit nadrukkelijk te ondersteunen.

Heelnederlander en Verdinaso-sympathisant

Van der Essens langlopend historisch onderzoek betreffende de Nederlanden tijdens de 16de eeuw leidde in de jaren 1930 tot wat men vandaag omschrijft als voortschrijdend inzicht. Hij raakte er als historicus van overtuigd dat de zelfstandigheid van de Republiek der Verenigde Provinciën enerzijds en het Spaans blijven van de Zuidelijke Nederlanden anderzijds in de eerste plaats het gevolg waren geweest van de uitkomst van militaire handelingen. Het gewapende conflict was bovendien, zo erkende hij, sterk beïnvloed geworden door de wisselvalligheden en de toevalligheden van de internationale ontwikkelingen buiten het gebied waar de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) zich afspeelde. Voor van der Essen bracht dat implicaties mee voor zowel zijn werk als historicus als zijn politiekmaatschappelijke positionering, met name inzake de nationaliteitenkwestie in België.

In 1935 werd Van der Essen ‘geheim lid’ van het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen
Het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) (1931-1941) was een fascistisch geïnspireerde beweging onder leiding van Joris van Severen, die een staats- en maatschappijherv... Lees meer
(Verdinaso). Zowel politiek-maatschappelijk als wat betreft de (inter)nationale verhoudingen zaten Van der Essen en het Verdinaso aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog op dezelfde lijn. Het maatschappelijk profiel van de Leuvense hoogleraar paste trouwens helemaal in de verruimingsoperatie die het Verdinaso aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog voor ogen stond. In het verlengde daarvan trad hij  met ingang van 20 mei 1939 op als eerste voorzitter van de nieuw opgerichte Vereniging België-Nederland-Luxemburg, een mantelorganisatie van de beweging van Joris van Severen Van Severen, Joris
Joris van Severen (1894-1940) is vooral bekend als de oprichter en leider van het fascistisch geïnspireerde Verdinaso (Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen). Medio jaren 1930 verru... Lees meer
, die sinds de zogeheten Nieuwe Marsrichting van 1934 bezig was haar vroegere anti-Belgisch grootneerlandisme om te zetten in een Belgisch-loyale houding. Daarbij werd teruggegrepen naar de Bourgondische staatsconstructie van de late middeleeuwen om een nauwere samenwerking tussen de buurlanden België, Nederland en Luxemburg te bepleiten. In dezelfde periode maakte van der Essen een evolutie door waarin hij, onder meer geïnspireerd door de bevindingen van het historisch onderzoek, zijn gehechtheid aan zowel Vlaanderen, België als de voormalige historische Nederlanden (‘Heel-Nederland’) in een alomvattend concept probeerde te integreren en op die manier eveneens uitkwam bij een prefiguratie van de naoorlogse Benelux Benelux
Het begrip Benelux verwijst naar de intergouvernementele samenwerking tussen België, Nederland en Luxemburg na de Tweede Wereldoorlog. Het concept kon op verschillende tijdstippen op bijz... Lees meer
.

Tegelijk trad Van der Essen in 1938 toe tot de redactie van het nieuw opgerichte Vlaams-Nederlandse historisch tijdschrift Nederlandsche Historiebladen, waarvan de Nederlandse Groot-Nederlandse historicus Pieter Geyl Geyl, Pieter
Pieter Geyl (1887–1966) was een Nederlandse historicus met uitgesproken Groot-Nederlandse opvattingen, die een belangrijke rol speelde in het Vlaams-nationalisme tijdens het interbellum.... Lees meer
de gangmaker was. In het eerste nummer werd zijn toespraak voor de dinaso-mantelorganisatie Comité voor Politieke en Sociaal-economische Voorlichting over de Historische gebondenheid der Nederlanden, die hij in maart dat jaar had verzorgd in Sint-Niklaas, gepubliceerd. Daarin schetste hij hoe de Nederlandse gewesten onder de Bourgondiërs en de Habsburgers langzaam tot een aaneengesloten territoriaal complex waren gegroeid en hoe dit proces van toenemend gemeenschapsgevoel in de daaropvolgende eeuwen weer geleidelijk werd afgebroken. . Vrijwel gelijktijdig werd deze tekst door de feitelijke organisator van deze lezing, de Sint-Niklase advocaat en Verdinaso-prominent Willem Melis Melis, Willem
Willem Melis (1907-1984) was een advocaat, ambtenaar en journalist, vooral bekend als Verdinaso-lid, als directeur van de Dienst pers en propaganda van de Nationale Landbouw en Voedingsco... Lees meer
, samen met die van de andere sprekers (Louis de Lichtervelde, Tony Herbert Herbert, Tony
Tony Herbert (1902-1959) was een aanvankelijk radicaal Vlaams-nationalistische en vanaf medio jaren 1930 Belgischgezinde ingenieur en textielindustrieel met autoritaire opvattingen. Hij ... Lees meer
, Frans van Cauwelaert en Joris van Severen), uitgegeven in een aparte brochure, getiteld Nieuwe richtlijnen. De Vlaamsche Beweging, België en de gebondenheid der Nederlanden.

Rex en Léon Degrelle

In de omfloerste bewoordingen van de Leuvense theoloog Jozef Coppens (1896-1981), verteerde Van der Essen in de jaren 1930 moeilijk ‘de traagheid, de verdeeldheid en de petieterigheid van vele politieke mandatarissen’. ‘Geen wonder dat hij bekoord werd om af en toe een wellicht minder passende uiting van sympathie te betuigen aan bewegingen die beweerden de miswassen van de democratie te bestrijden’, aldus de jarenlange president van het Leuvense Pauscollege.

Mede onder de invloed van zijn oudste zoon Pierre, die - na een tijd lid te zijn geweest van de Leuvense studentenafdeling van het Verdinaso - een adept was geworden van Léon Degrelle Degrelle, Léon
Léon Degrelle (1906-1994) was de leider van Rex, initieel een Belgische, extreemrechtse nationalistische beweging, nadien omgevormd tot partij, die na 1936 radicaliseerde in fascistische ... Lees meer
en Rex Rex
Rex was een Belgische politieke partij (1935-1940) en een collaboratiebeweging in Franstalig België (1940-1944). Lees meer
, sprak van der Essen in het midden van de jaren 1930 inderdaad zowel privé als publiekelijk zijn sympathie uit voor deze extreemrechtse partijformatie en was hij ook aanwezig op (verkiezings)manifestaties. Het was een stellingname die – zoals de eerder genoemde Coppens in zijn  necrologie memoreerde – de Leuvense academische overheid niet bepaald apprecieerde.

Volgens de Vlaamsgezinde classicus en pedagoog Marcel Grypdonck Grypdonck, Marcel
Lees meer
had Degrelle een grote bewondering voor zijn oud-professor en koesterde Van der Essen weliswaar tot op zekere hoogte waardering voor de Rex-leider, maar beschouwde hij hem tegelijk als een politieke avonturier. Dat belette Degrelle evenwel niet, zoals blijkt uit documenten in het archief van het Koninklijk Paleis, om Van der Essen in 1936 aan koning Leopold III van Saksen-Coburg, Leopold III
Leopold III (1901-1983) werd aan de vooravond van en tijdens de Tweede Wereldoorlog het boegbeeld van een autoritaire stroming in de Belgische politiek. Zijn controversiële houding en mee... Lees meer
voor te stellen als minister, mocht zijn partij toetreden tot een regering. Datzelfde jaar zou van der Essen hebben bemiddeld bij de rexistische journalist Paul Colin Colin, Paul
De Brusselse intellectueel en kunsthistoricus Paul Colin (1895-1943) doorliep een contrastrijk intellectueel parcours dat hem tussen 1918-1919 en 1940-1943 van extreem pacifistisch links ... Lees meer
om een Franstalige editie tot stand te brengen van de meerdelige Geschiedenis van Vlaanderen (1936-1939), waaraan hij zelf meewerkte. Hij maakte ook een tijdlang deel uit van de raad van bestuur van de uitgeverij Société nouvelle d’Editions, waarvan Colin afgevaardigd beheerder was. Met Charles Terlinden (1878-1972), Emile Lousse en Van der Essen telde de opleiding geschiedenis aan de Leuvense universiteit kort vóór de Tweede Wereldoorlog drie professoren die aanhangers waren van een autoritair, conservatief, katholiek en corporatistisch regime.

De Tweede Wereldoorlog en daarna

Kort na 10 mei 1940 vluchtte Van der Essen naar Zuid-Frankrijk, waar hij gedurende een maand verbleef bij zijn vakgenoot en vriend Augustin Fliche (1884-1951), hoogleraar geschiedenis aan de universiteit van Montpellier. Na de Franse capitulatie op 17 juni 1940 keerde hij terug naar België. Hij leunde aan bij het rechts-katholiek en royalistisch verzet, bleef doceren animeerde een discussiegroep van vooral Franstalige studenten en  kwam af en toe tussen bij de bezettende overheid ten voordele van personen die waren opgepakt. Zijn afwijzing van de Duitse bezetting belette hem niet om - net zoals heel wat andere academici - in 1941 mee te werken aan het verzamelwerk 100 Grote Vlamingen, dat werd uitgebracht onder de leiding van zijn collaborerende oud-student Robert van Roosbroeck Van Roosbroeck, Rob
Robert van Roosbroeck (1898-1988) was een onderwijzer, publicist en historicus. Hij was betrokken bij het activisme en de collaboratie, onder andere als schepen van Antwerpen en lid van d... Lees meer
.

In de lijn van zijn Belgische vaderlandsliefde en verkleefdheid aan de monarchie, die hij altijd vooropstelde, manifesteerde Van der Essen zich tijdens de tweede helft van de jaren 1940 als een militante en rücksichtloze aanhanger van de autoritair opererende Leopold III. Hij trad ook op als spreker bij meetings ter ondersteuning van de persoon en het politieke optreden van de vorst tijdens en na de Tweede Wereldoorlog.

Na de bevrijding maakte van der Essen deel uit van een vijfkoppige Commissie Oorlogsmisdaden, die in november 1944 was opgericht door de Belgische regering. In 1946 zetelde hij in een Commissie van Voorlichting die op vraag van koning Leopold III een rapport opmaakte en in 1947 uitbracht, met de bedoeling diens optreden in de jaren 1940-1944 te documenteren en vooral te verdedigen. In 1946 getuigde hij als enige Belg op het proces van Neurenberg tegen de kopstukken van het naziregime.

Onder de invloed van de heropleving van het Belgisch patriottisme onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog, en zich misschien bewust van het feit dat hij nogal nadrukkelijk in de richting van een Groot-Nederlandse interpretatie van de Belgische geschiedenis was geëvolueerd, keerde Van der Essen enigszins terug op zijn vooroorlogs Bourgondisch en Heelnederlands historiografisch concept. Zo publiceerde hij in de tweede helft van de jaren 1940 een aantal vulgariserende historische overzichten van de Belgische geschiedenis, meestal in het Frans en soms ook in het Nederlands, vanuit een uitdrukkelijk Belgisch perspectief.

Tegelijk was hij een van de gangmakers vanuit Vlaanderen voor de 12-delige, vanaf 1949 verschijnende Algemene Geschiedenis der Nederlanden, waarvoor hij ook twee uitvoerige bijdragen schreef.  Tot 1960 bleef hij ook redactielid van het tijdschrift Bijdragen voor de Geschiedenis der Nederlanden, de naoorlogse voortzetting van de Nederlandsche Historiebladen.

Na de Tweede Wereldoorlog bleef Van der Essen in contact met zijn oud-studenten Hendrik Elias en Robert van Roosbroeck. Hoewel die alle twee waren veroordeeld wegens hun prominente rol in de collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog, aarzelde hij niet om hun kwaliteiten als historicus publiekelijk te prijzen. Allicht vormt die houding mede een verklaring voor het feit dat de voormalige Vlaams-nationalistische parlementariër Hendrik Borginon in een brief aan Pieter Geyl op 22 november 1957 stelde dat van der Essen, mocht hij toen niet bijna 74 jaar zijn geweest, zich misschien bereid zou hebben getoond om de coördinatie van een project voor een geschiedenis van de Vlaamse beweging op zich te nemen.

Het archief van Léon van der Essen wordt bewaard in het archief van de Université Catholique de Louvain (UCL) in Louvain-la-Neuve, waar zijn zoon Alfred (1914-2005) buitengewoon hoogleraar geschiedenis was. Hij werd, zoals tal van Leuvense professoren, begraven op het kerkhof van de Parkabdij in Heverlee.

Literatuur

– Personnalités et personnages. Léon van der Essen, in: Revue Générale, 1937, pp. 125-128.
Miscellanea historica in honorem Leonis Van der Essen. Universitate catholicae in oppidio Lovaniensis iam annos XXXV professoris (2 dln.), 1947.
Trial of the Major War Criminals before the International Military Tribunal Nuremberg, 14 November 1945-1 October 1946, 1947, pp. 533-553.
– NN., Professor Léon van der Essen, in: De Nieuwe Gids, 5 december 1948.
– J. A. van Houtte, Leuvense figuren. Professor Dr. Leo van der Essen, in: Onze Alma Mater. Orgaan van de “Vlaamse Leergangen” te Leuven, 1950, nr. 2, pp. 20-24.
– Idem, Léon van der Essen, in: ORBIS. Bulletin International de Documentation Linguistique, 1957, nr. 2, pp. 575-581.
BRT-televisieprogramma Ten huize van… Léon Van der Essen, 19 december 1960 (typoscript bewaard in KADOC Leuven/Archief Joos Florquin).
– R. van Roosbroeck, Jonkheer L. Van der Essen. Herinneringen aan een Vlaams hoogleraar, in: De Standaard, 13 februari 1963.
– J. Coppens, ‘Secretaris-generaal Leo van der Essen’ en J. A. van Houtte, ‘Leeuw van der Essen’, in: De Spectator. Weekendhuis van De Nieuwe Gids, 16-17 februari 1963, pp. 19-21 en 20-21.
– L. Meerts, Een groot geleerde en een edel man, in: Gazet van Antwerpen, 11 februari 1963.
– M. Dierickx, Prof. L. Van der Essen, in: Streven, april 1963, pp. 679-682.
– H. van Waeyenbergh, Hulde aan de trouwe vriend. In Memoriam Prof. Dr. Jhr. L. van der Essen, in: Onze Alma Mater, 1963, nr. 2, pp. 1-2.
– Idem, Professor Leo van der Essen van de Faculteit der Wijsbegeerte en Letteren, Secretaris-Generaal der Katholieke Universiteit, in: Jaarboek Katholieke Universiteit te Leuven 1962-1963, pp. XVII-XX.
– R. Aubert, Notice nécrologique de Léon Van der Essen, in: Revue d’Histoire Ecclésiastique, 1963, nr. 1, pp. 291-292.
– P. Lefèvre, Louvain est en deuil. Léon Van der Essen, in: Bulletin de l’Association des Amis de l’Université de Louvain, 1963, nr. 2, pp. 37-38.
– C. Terlinden, Léon-Jean van der Essen (1883-1963), in: Belgisch Tijdschrift voor Filologie en Geschiedenis, 1963, pp. 359-360.
– Idem, Eloge funèbre de Léon-Jean van der Essen, 1883-1963, in: Bulletin van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 1963, pp. 49-56.
– J. Scheerder, ‘In Memoriam Prof. Dr. Jhr. L. van der Essen’, ‘Getuigenis’ en ‘Bibliografie van Prof. Dr. Jhr. L. van der Essen’, in: Tijdingen uit Leuven. Bulletin van de Historische Kring en van de Vereniging Historici Lovanienses, september 1963, pp. 1-5.
– J. A. van Houtte, In memoriam Prof. Emer. Jhr. L. van der Essen (12 december 1883 - 10 februari 1963), in: Jaarboek 1963 van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, pp. 288-294.
– Idem, In memoriam Prof. Emer. Jhr. L. van der Essen, in: Bijdragen voor de Geschiedenis der Nederlanden, 1964, pp. 19-22.
– L. Schepens, Koning Albert, Charles de Broqueville en de Vlaamse Beweging tijdens de Eerste Wereldoorlog, 1982.
– R. de Schryver, Leo van der Essen (1883-1963), in: Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 1984, pp. 81-89.
– J. Tollebeek, Geyl en Van der Essen, in: Ex Officina. Bulletin van de Vrienden van de Leuvense Universiteitsbibliotheek, 1986, nr. 3, pp. 140-151.
– P. van Hees, Van Nederlandsche Historiebladen tot Bijdragen voor de Geschiedenis der Nederlanden, in: Tijdschrift voor Geschiedenis, 1986, nr. 3-4, pp. 476-506.
De Universiteit te Leuven 1425-1985, 1988.
– P. Blaas, De visie van de Grootnederlandse historiografen: aanleiding tot een nieuwe historiografie?, in: J. Craeybeckx, F. Daelemans en F. Scheelings (red.), 1585: op gescheiden wegen… Handelingen van colloquium over de scheiding der Nederlanden, gehouden op 22-23 november 1985 te Brussel, 1988, pp. 197-220.
– O. Coomans de Brachène, Etat présent de la noblesse belge. Annuaire 1988, 1988, p. 156.
– J. Tollebeek, Uitgedaagd door historische gebondenheid. De belangstelling voor de (Noord-)Nederlandse geschiedschrijving in het Belgische historische onderwijs en onderzoek, in: Ex Tempore, 1990, pp. 373-391 (overgenomen in Idem, De ijkmeesters. Opstellen over de geschiedschrijving in Nederland en België, 1994, p. 75-91).
– H. Haag, Le comte Charles de Broqueville, Ministre d’Etat et les luttes pour le pouvoir (1910-1940), 1990.
– B. de Groof, Alexander Farnese and the Origins of Belgium, in: Bulletin van het Belgisch Historisch Instituut te Rome, 1993, pp. 195-221.
– L. Wils, De zogenaamde Grootnederlandse geschiedschrijving, in: Idem, Vlaanderen, België, Groot-Nederland. Mythe en geschiedenis. Historische opstellen, en gebundeld en aangeboden aan de schrijver bij het bereiken van zijn emeritaat als hoogleraar aan de K.U. Leuven, 1994, pp. 384-428.
– S. Derks, Viribus Unitus, 1900-1949. Denken over historische gebondenheid in de Belgisch-Nederlandse geschiedschrijving, Katholieke Universiteit Nijmegen, onuitgegeven doctoraalscriptie, 1997.
– M. Beyen, “Een werk waarop iedere Vlaming fier kan zijn”? Het boek 100 Groote Vlamingen (1941) als praalfaçade van het Vlaams-nationale geschiedenisbouwwerk, in: J. Tollebeek, G. Verbeeck en T. Verschaffel (red.), De lectuur van het verleden. Opstellen over geschiedenis van de geschiedschrijving aangeboden aan Reginald De Schryver, 1998, pp. 411-440.
– Idem, Oorlog & Verleden. Nationale geschiedenis in België en Nederland, 1938-1947, 2002.
– C. Bruneel, van der Essen Léon, in: Nouvelle Biographie Nationale, 2003, pp. 357-360.
– G. Janssens (red.), Léon Van der Essen. El Ejérito Espanol en Flandes 1567-1584 (met bijdragen van S. Derks, G. Janssens, J. Roegiers en V. Sioen), 2008.
– F. Mirguet, Archives de Léon Van der Essen concernant les sources utilisées lors de ses recherches sur l’époque farnésienne, 2008.
– E. Witte, Voor vrede, democratie, wereldburgerschap en Europa. Belgische historici en de naoorlogse politiek-ideologische projecten (1944-1956), 2009.
– A. van Nimmen, Rob Van Roosbroeck en tijdgenoten. Het verdriet van Vlaanderen, 2014.
– W. Dolderer, Leo van der Essen en de franc-tireurskwestie van 1914, in: Ex Officina, 2015, nr. 1, pp. 8-9.
– J. Creve, Frantz Van Dorpe en het Verdinaso, 2021.
– V. Stuer, Hoogmoed. Van Verdinaso tot verzet, 2021.
– L. Pauwels, Joris van Severen. Op leven en dood, letterlijk, 2021.

Suggestie doorgeven

1973: Reginald De Schryver (pdf)

1998: Sebastiaan Derks / Bas Reijnen (pdf)

2023: Nico Van Campenhout

Databanken

Inhoudstafel