Debeuckelaere, Adiel

Persoon
Luc Vandeweyer (2023, aanvulling), Luc Vandeweyer (1998, aanvulling)

Adiel Debeuckelaere (1888-1979) was een Vlaams-nationalistisch politicus. Hij zou zijn imago vooral opbouwen dankzij zijn leidende rol in de Frontbeweging.

Pseudoniem
Ruwaard
Alternatieve naam
Odiel
De Beuckelaere
Geboorte
Handzame, 12 december 1888
Overlijden
Ninove, 15 februari 1979
Leestijd: 10 minuten

Voor de oorlog

Adiel Debeuckelaere studeerde aan het Sint-Vincentiuscollege in Ieper en groeide op in de Rodenbachtraditie Rodenbach, Albrecht
Albrecht Rodenbach (1856-1880) was een West-Vlaams studentenleider en dichter, die een sleutelrol speelde in het ontstaan van de Blauwvoeterij en de katholieke Vlaamse studentenbeweging. ... Lees meer
. In de scholierenbeweging Scholierenbeweging
Deze bijdrage onderzoekt de invoed die de scholierenbeweging in het officieel onderwijs heeft gehad op de Vlaamse beweging. Lees meer
in Ieper leerde hij mensen kennen als Berten Pil Pil, Berten
De scheikundige Albert ‘Berten’ Pil (1892-1940) was oud-strijder van de Eerste Wereldoorlog en lag mee aan de basis van het Verbond der Vlaamse Oud-Strijders (VOS). Pil was erg actief in ... Lees meer
, Jules Callewaert Callewaert, Jules
Dominicaan Jules Laurentius Callewaert (1886-1964) verwierf bekendheid als flamingantisch predikant. Zijn sympathie voor het VNV deed hem aan het begin van de Tweede Wereldoorlog de colla... Lees meer
en Dries Devos Devos, Dries
Dries Devos (1894-1960) speelde tijdens de jaren 1920 en begin jaren 1930 een prominente rol in het politieke Vlaams-nationalisme. Eind jaren 1930 en tijdens de Tweede Wereldoorlog was hi... Lees meer
. Daarna trok hij naar de Rijksuniversiteit Gent, waar hij in 1911 afstudeerde in de klassieke filologie op een proefschrift over de hagiografische teksten betreffende Constantijn de Grote. Hij was een beloftevolle student en in 1912 was hij laureaat van de Interuniversitaire Wedstrijd, van de Cumontprijs en van de Internationale Wedstrijd voor Reisbeurzen. Hij was bedrijvig in katholiek-flamingantische studentenorganisaties en zou dat ook na zijn afstuderen blijven.

Debeuckelaere werd leraar en – zoals gebruikelijk – begon hij zijn carrière als invaller aan de athenea van Gent, Ath en Verviers. Toen hij in Ath en daarna in Verviers les gaf, kon hij zich tevens bezig houden met dialect- en taalgrensonderzoek. Hij deed dat in samenwerking met zijn collega Jozef Goossenaerts Goossenaerts, Jozef
Jozef Goossenaerts (1882-1963) was een Vlaams-nationalistische duivel-doet-al, die gedurende meer dan een halve eeuw betrokken was bij uiteenlopende socioculturele, (partij)politieke en i... Lees meer
en met het Davidsfonds Davidsfonds
Het Davidsfonds is een katholieke Vlaamse cultuurvereniging, die werd opgericht in januari 1875. Lees meer
. Zo leerde hij ook andere taalgrensmilitanten zoals Philip van Isacker Van Isacker, Philip
Philip van Isacker (1884-1951) was een Vlaamsgezind historicus, advocaat, katholiek minister en bankier. Hij drukte mee de democratisering en vervlaamsing van de katholieke partij en van ... Lees meer
en Staf de Clercq De Clercq, Staf
Staf de Clercq (1884-1942) was een Vlaams-nationalistische politicus, die zijn politieke carrière begon als kamerlid voor de Frontpartij. Hij staat vooral bekend als stichter en eerste l... Lees meer
kennen. Vooral in het Land van Herve en Voeren Voeren
Lees meer
verlegde hij in 1912 de grenzen in de kennis. In april 1913 kreeg hij een vaste benoeming als leraar aan het atheneum in Gent, dankzij politieke druk door de Antwerpse volksvertegenwoordigers Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
en Alfons van de Perre Van de Perre, Alfons
Lees meer
. Debeuckelaere studeerde gedurende korte periodes in Marburg, Leiden en Rijsel en stond klaar om naar Rome te vertrekken, toen de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
begon.

De Eerste Wereldoorlog

Debeuckelaere had zijn legerdienst volbracht in de zogenaamde ‘universitaire compagnie’ van het 2de Linieregiment tijdens zijn studententijd. Hij had, net als de overgrote meerderheid van dienstplichtigen, erg weinig ervaring met het soldatenleven. Toen de Duitse invasie dreigde, werd hij opgeroepen als reservist. Eenmaal aan het IJzerfront kreeg hij allerlei opdrachten in de achterhoede. Hierdoor beschikte hij over veel meer bewegingsvrijheid dan de gewone infanteristen, wat zijn inzet voor de Vlaamse beweging in de legerrangen vergemakkelijkte. Als prominent lid van het Katholiek Vlaamsch Oud-Hoogstudentenverbond Katholiek Vlaams Oud-Hoogstudentenverbond
Lees meer
behoorde hij tot de intellectuelen die aan het IJzerfront overgingen tot sociaal-culturele actie met de frontsoldaten als doelgroep. Die actie was sterk katholiek getint en beoogde de flamingantische Flamingant
Flamingantisme is een term die met verschillende betekenissen wordt toegekend aan actoren binnen de Vlaamse beweging en het Vlaams nationalisme. Lees meer
opinie onder de soldaten te versterken, waardoor ze ook een politieke inhoud kreeg. Debeuckelaere trad toe tot de redactieraad van De Belgische Standaard De Belgische Standaard
Lees meer
en in 1916 voerde hij besprekingen om dit blad voor een radicaler Vlaams standpunt te winnen. Dit bleef zonder resultaat, waarna hij onderhandelde met de uitgever van Ons Vaderland Ons Vaderland (1914-1922)
Lees meer
, het dagblad dat de spreekbuis van de radicale Vlaamsgezinde soldaten werd. Debeuckelaere was verder ook nog medeondertekenaar van de oproep voor Heldenhulde Heldenhulde
Het comité Heldenhulde wilde tijdens de Eerste Wereldoorlog de gesneuvelde Vlaamse frontsoldaten eren door het plaatsen van stenen grafzerken met een Keltisch kruis, het Vlaamsgezinde ops... Lees meer
en begon in de herfst van 1916 met de organisatie van de Frontbeweging Frontbeweging
Aan het IJzerfront manifesteerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog flamingantisch verzet tegen de taaltoestanden in het leger. Naarmate het zich meer en meer organiseerde en groeide, vo... Lees meer
. Daarin speelde hij een leidende rol. Debeuckelaere overlegde voor de bepaling van de acties voornamelijk met zijn ‘secretarissen’ Filip de Pillecyn De Pillecyn, Filip
Filip De Pillecyn (1891-1962) was schrijver en journalist. Hij was actief in de Frontbeweging, werkte voor De Standaard en De Tijd en stichtte het satirisch weekblad Pallieter. Tijdens de... Lees meer
en Hendrik Borginon Borginon, Hendrik
Hendrik Borginon (1890-1985) was lid van de leiding van de Frontbeweging en Vlaams-nationalistisch politicus in de Frontpartij en het Vlaamsch Nationaal Verbond. Tijdens de bezetting fung... Lees meer
en de zogenaamde ‘Legervergadering’, die vertegenwoordigers uit elke legerdivisie telde. Het doel van de frontbeweging was om een politieke drukkingsgroep op touw te zetten om regering en legerleiding te beïnvloeden. De top bestond uit figuren met nauwe bindingen met de flamingantische volksvertegenwoordigers van de katholieke partij Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
. Debeuckelaere was in 1917 opsteller van de eerste Open Brief van de Frontbeweging Open Brieven van de Frontbeweging
De Open Brieven van de Frontbeweging waren gestencilde of gedrukte clandestiene manifesten die tussen 11 juli 1917 en 11 juli 1918 aan het front werden verspreid. Daarbij mogen ook een aa... Lees meer
aan de koning der Belgen, Albert I van Saksen-Coburg, Albert I
Koning Albert I (1875-1934) werd aan de vooravond van en tijdens de Eerste Wereldoorlog geconfronteerd met een radicaliserende Vlaamse beweging. De communautaire kwestie groeide daardoor ... Lees meer
. Het was eveneens Debeuckelaere die in de lente van 1918, in naam van de Legervergadering, aan Jules Charpentier Charpentier, Jules
Jules Charpentier (1893-1982) liep in april-mei 1918 als een van de zogenoemde ‘sublieme deserteurs’ over naar het Duitse leger, om op vraag van de Frontbeweging contact te zoeken met de ... Lees meer
vroeg naar de Duitse linies over te lopen met een opdracht van de Frontbeweging. Dit had de zaak van de zogenaamde Sublieme Deserteurs Sublieme Deserteurs
De zogenaamde ‘Sublieme Deserteurs’ waren overlopers die in het voorjaar van 1918 door de Frontbeweging naar de Duitse linies werden gestuurd om contact op te nemen met het activisme. ... Lees meer
tot gevolg.

Debeuckelaere weigerde de officiersopleiding te volgen en bleef korporaal. Toen de agitatie van de Frontbeweging de legerleiding irriteerde, kreeg het regimentscommando uiteindelijk de wenk van de Militaire Veiligheid om Debeuckelaere weer in de rangen van de strijdende onderdelen van het regiment te plaatsen. Hij werd weer infanterist in de loop van 1918. Op 18 september 1918 namen de Duitsers hem krijgsgevangen bij Bikschote. Dankzij inlichtingen van Vlaamse overlopers wisten wie ze hij was. Debeuckelaere weigerde zich te laten inschakelen in de Duitse Flamenpolitik Flamenpolitik
Met het begrip ‘Flamenpolitik’ wordt verwezen naar de politiek die de Duitse bezetter voerde ten aanzien van de Vlaamse beweging tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog. Sommige aute... Lees meer
. De militaire krachtsverhoudingen zagen er ondertussen totaal anders uit dan in het voorjaar en hij besefte dat de Duitsers de oorlog zouden verliezen. Hij hield de boot af, ook tegenover de activisten die door de Duitsers op de hoogte waren gebracht van hun vangst ( activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
).Hij maakte de activisten duidelijk dat hun politiek momentum voorbij was en dat hij verkoos naar het krijgsgevangenenkamp in Göttingen Göttingen
In Göttingen, gelegen in de hedendaagse Duitse deelstaat Nedersaksen, bestond tijdens de Eerste Wereldoorlog een activistisch propagandakamp voor krijgsgevangen Vlamingen. Lees meer
gevoerd te worden. Hij wilde na de oorlog nog een belangrijke rol kunnen spellen en wilde zich niet laten compromitteren. De Duitsers brachten hem daarna over naar Duitsland.

Het begin van zijn leven als politicus

Als krijgsgevangene werd hij na de wapenstilstand veel sneller dan gebruikelijk gedemobiliseerd. Op 1 februari 1919 werd hij leraar aan het atheneum in Brugge. In september 1919 nam hij hier ontslag omdat hij bezoldigd secretaris werd van de nieuwe partij Het Vlaamsche Front Het Vlaamsche Front
Het Vlaamsche Front was een Vlaams-nationalistische partij, die werd opgericht in 1919 en ook bekend stond onder de couranter gebruikte officieuze benaming Frontpartij. Gesticht als een ... Lees meer
. Hij sprak op de officiële stichtingsvergadering van de Brusselse afdeling (22 juli 1919), op de grote meeting in Antwerpen (30 augustus 1919) en op het provinciaal congres in Gent (28 september 1919) en stelde zich kandidaat voor de volgende parlementsverkiezingen.

Op 10 november 1919 werd hij in arrondissement Antwerpen tot Kamerlid verkozen. Hij zou dit blijven tot in 1921 en studeerde ondertussen voor een diploma rechten. Op 9 mei 1920 schreef hij zich in aan de universiteit in Leuven en promoveerde op 7 juli 1921 tot doctor in de rechten. Dat zou hem meer armslag geven op beroepsvlak. Door zijn partijpolitieke keuze hoefde hij immers niet meer te rekenen op steun van figuren uit de katholieke partij. Ondertussen woonde hij in het Ninove van zijn echtgenote en werd daar advocaat.

Na de oorlog was Debeuckelaere aanvankelijk ook nog in de katholieke Vlaamse studentenbeweging Katholieke Vlaamse studentenbeweging
De Katholieke Vlaamse Studentenbeweging was de georganiseerde deelname van de katholieke studerende jeugd aan de Vlaamse beweging. Ze leverde daartoe met haar grote aanhang van ca. 1875 t... Lees meer
actief. Hij sprak op de eerste naoorlogse studentengouwdagen van het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond
Het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (1903-1935) was de organisatorische vormgeving van de katholieke Vlaamse studentenbeweging: een jeugdbeweging met plaatselijke bonden van ka... Lees meer
(AKVS) (hulde van Firmin Deprez Deprez, Firmin
Firmin Deprez 1890-1916) speelde vóór de Eerste Wereldoorlog een belangrijke rol in de katholieke Vlaamsgezinde scholieren- en studentenbeweging. Hij sneuvelde in 1916 aan het IJzerfront ... Lees meer
, Torhout, 23 april 1919) en op de landdag voor de scholieren (Gent, 27-29 augustus 1923). Hij behoorde ook tot de stichters van het Verbond der Vlaamsche Oud-strijders Verbond VOS
Het Verbond der Vlaamse Oud-Strijders (VOS), opgericht in 1919, was een flamingantische vereniging voor oud-strijders van de Eerste Wereldoorlog, die in de loop van het interbellum tot ee... Lees meer
(VOS).

Debeuckelaere zag Het Vlaamsche Front niet louter als een anti-Belgisch wapen maar als een middel om op de Belgische politiek te wegen in pro-Vlaamse zin. Daardoor kwam hij al snel in botsing met Vlaams-nationalisten die uitsluitend aan anti-Belgische agitatie wilden voeren.

Het proces

Zijn politieke rol aan het IJzerfront was de Belgische nationalisten echter niet ontgaan. Op 10 november 1921, tien dagen voor de nieuwe wetgevende verkiezingen waarin Debeuckelaere kandidaat voor het arrondissement Brugge zou zijn, werd hij gearresteerd op beschuldiging van samenwerking met de Duitsers en aansporing tot defaitisme. Aanleiding was de publicatie van Duitse documenten uit de oorlogstijd betreffende de ondervragingen van de krijgsgevangen Debeuckelaere. Zij werden opgenomen in het Brusselse dagblad Le Soir en in het boek Flamenpolitik van Armand Wullus Wullus, Armand
Armand Wullus (1893-1969) publiceerde na WOI als tegenstander uitgebreid over de Flamenpolitik en het activisme. Lees meer
, dat uitvoerig en goed gedocumenteerd inging op de invloed van het activisme op de Frontbeweging. Op basis van dit materiaal trad de Belgische justitie op. De beschuldiging luidde hoogverraad omdat zijn geheime organisatie deserties en overloperij zou hebben aangemoedigd.

Vele Vlaamsgezinden waren ervan overtuigd dat het proces om politieke redenen werd gevoerd en de Fronters wilde compromitteren. Dit standpunt werd door de verdediging en door de leiding van de Frontbeweging algemeen verspreid. Na negen maanden voorarrest in de gevangenis van Vorst kwam er een proces voor de krijgsraad in Brussel. De verdediging werd waargenomen door de advocaten Hendrik Picard Picard, Hendrik
Hendrik Picard (1883-1946) was een advocaat en Vlaams-nationalistisch politicus. Lees meer
en Edmond van Dieren Van Dieren, Edmond
Edmond van Dieren (1879-1961) was een advocaat en een gematigd Vlaams-nationaal en onafhankelijk politicus. Hij was een pleitbezorger van de hereniging van Vlaamse katholieken en Vlaams-n... Lees meer
, beiden oud-strijders. De thesis luidde dat Debeuckelaere geen enkele verantwoordelijkheid droeg voor de feiten die hem ten laste werden gelegd. Meerdere leden van de Frontbeweging en ook Frans van Cauwelaert en de minister van staat Prosper Poullet Poullet, Prosper
Hoewel hij afkomstig was uit een Franstalig aristocratisch milieu, realiseerde de katholieke burggraaf Prosper Poullet (1886-1937) mee de eentaligheid van Vlaanderen en leidde hij de eers... Lees meer
kwamen in zijn voordeel getuigen. Niemand van de getuigen die meer wist over de interne keuken van de Frontbeweging, praatte zijn mond voorbij. Het proces eindigde op 24 augustus 1922 met de vrijspraak. In Debeuckelaeres persoonlijke militaire dossier zat niets compromitterends. Hieruit blijkt dat zijn chefs - tot de regimentsbevelhebber toe – hem systematisch de hand boven het hoofd hielden. De korporaal werd zeker niet verafschuwd door de officieren binnen zijn regiment.

De systematische ontkenningen tijdens het proces zouden vele activisten tegen de borst stuiten. Zij maakten de vergelijking met het heel andere gevoerde proces van August Borms Borms, August
August Borms (1878-1946) speelde een prominente rol in de activistische collaboratie tijdens de Eerste Wereldoorlog en groeide nadien uit tot hét symbool van de amnestiebeweging, die een ... Lees meer
. In hun ogen kwam Debeuckelaere er slecht uit.

Opnieuw verkiesbaar voor Het Vlaamsche Front

Debeuckelaeres parlementaire carrière verliep met horten en stoten. Zijn mandaat had, mede door de electorale zwakheid van de Vlaams-nationalistische partij, geen continuïteit. Bovendien was zijn aanzien bij de partijleden die voortbouwden op de activistische erfenis eerder laag omdat de Frontbeweging na de wapenstilstand zo krachteloos was gebleken. De anti-Belgische vleugel beschouwde hem steeds als een zwakkeling. Later behoorde Debeuckelaere nog tot de ondertekenaars van het Federaal Statuut dat op 25 maart 1931 in de Kamer werd ingediend.

Toen Staf De Clercq en zijn medestanders in 1933 het Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
(VNV) oprichtten en tot dominante politieke partij binnen het Vlaams-nationalisme konden opbouwen bleef Debeuckelaere aan de zijlijn. Hij oefende een tijdje geen politiek mandaat uit. In 1939 werd hij als senator gecoöpteerd, waarmee hij weer in het parlement zat terwijl de oorlogsdreiging sterk toenam.

De Tweede Wereldoorlog

In mei 1940 was Debeuckelaere het enige Vlaams-nationalistische parlementslid dat de Belgische regering naar Frankrijk volgde. Hij nam, na de overgave van Leopold III van Saksen-Coburg, Leopold III
Leopold III (1901-1983) werd aan de vooravond van en tijdens de Tweede Wereldoorlog het boegbeeld van een autoritaire stroming in de Belgische politiek. Zijn controversiële houding en mee... Lees meer
en het Belgische leger, deel aan de bijeenkomst van de parlementsleden in Limoges en keurde de motie tegen de koninklijke en militaire overgave goed. De overgrote meerderheid van de militanten van zijn partij juichten de overgave echter toe. Debecukelaere werd wegens deze stap uit het IJzerbedevaartcomité IJzerbedevaartcomité
Lees meer
gezet. Het comité beschouwde het namelijk als een pleidooi voor de voortzetting van de oorlog aan de zijde van de geallieerden en dus het opofferen van Vlaams bloed voor vreemde belangen. Debeuckelaere werd persona non grata in VNV-kringen. Tijdens de bezetting hield hij zich zoveel mogelijk op de achtergrond.

Bij de bevrijding, in september 1944 werd zijn huis geplunderd en de inboedel vernield. Het feit dat inwonend zoon Jan in het uniform van de Dietsche Militie - Zwarte Brigade Dietsche Militie – Zwarte Brigade
De Dietsche Militie-Zwarte Brigade was de militie van de Eenheidsbeweging-VNV (1941-1943), in november 1943 herdoopt tot Dietsche Militie (1943-1944). Lees meer
rondliep was hier niet vreemd aan. Jan Debeuckelaere werd nadien tot 20 jaar hechtenis veroordeeld. Vader Adiel werd geïnterneerd op 4 september 1944. Hij ontkende elke betrokkenheid bij het VNV tijdens de bezetting. Hij had meteen na terugkeer uit Frankrijk zijn ontslag gegeven en bleef heel de bezetting buiten de politiek. Dat standpunt kon hij hard maken. Als advocaat koos hij Jaak van Waeg Van Waeg, Jaak
Lees meer
, de schoonzoon van Hendrik Borginon. Hij kreeg trouwens steun van hogerhand en vanuit andere partijen. Op de vergadering van de Senaat op 7 november 1944 had senator August de Boodt De Boodt, August
August de Boodt (1895-1986) was landbouwingenieur. Als Vlaamsgezind katholiek senator stelde hij de uitwassen van de repressie aan de kaak. Verder was hij lid van een groep CVP-parlements... Lees meer
al protest aangetekend tegen zijn internering omdat hij er van overtuigd was dat Debeuckelaere niet had gecollaboreerd. De voorzitter van de Senaat verklaarde toen dat hij de invrijheidstelling al had gevraagd. Debeuckelaere werd in vrijheid gesteld op 24 december 1944 op bevel van de minister van Justitie en na advies van de Consultatieve Commissie in Brussel. De Senaat besliste in vergadering op 29 december 1944 de parlementaire onschendbaarheid niet op te heffen en dit werd door het krijgsauditoraat geïnterpreteerd als een buiten vervolgingstelling. Die kwam er officieel op 31 mei 1946.

Na de oorlog

Debeuckelaere oefende geen directe politieke activiteit meer uit, maar was bedrijvig in het zakenleven. Hij was van 1963 tot 1968 voorzitter van de Eural-Groep, een financiële instelling. In 1969 was hij medeoprichter van het bedrijf Eural-Co.

Hij zette zich voornamelijk in voor de herleving van de IJzerbedevaarten IJzerbedevaarten
De IJzerbedevaart is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog, die ontstond omstreeks 1920. Dit voor de Vlaamse beweging erg symbolische gebeur... Lees meer
. Van 14 juni 1952 tot 3 april 1971 was hij ondervoorzitter van het IJzerbedevaartcomité. Vanuit die functie kon hij mee de herinnering aan de Frontbeweging vorm geven. In interviews probeerde hij een zo positief en progressief mogelijk imago van de frontbeweging op te hangen. Daarnaast nam hij deel aan de actie voor amnestie Amnestie
Lees meer
. In 1958 werd hij voorzitter van een amnestiecomité en in 1959 organiseerde hij een amnestiebetoging. In 1969 werd hij voorzitter van het Komitee voor Gemeenschappelijke Amnestie.

Literatuur

– J. Wullus-Rudiger, Flamenpolitik. Suprême espoir allemand de domination en Belgique, 1921.
– H. Gravez, De Vlaamsche Frontbeweging. Herinneringen, in: Tijdingen van de Raad van Vlaanderen, 1933, pp. 55-93.
– Hildebrand P. Het Vlaamsgezinde dagblad De Belgische Standaard van de kapucyn Ildefons Peeters 1915-1919, 1957.
– L. Devliegher en L. Schepens, Front 14/18, 1968.
– H.J. Elias, 25 jaar Vlaamse Beweging 1914-1939, 1969, dl. 1.
– A. de Bruyne, Jules Charpentier. Afgezant van de Frontbeweging, 1989.
– D. Vanacker, De zending van Charpentier, in: Wetenschappelijke Tijdingen, jg. 48, 1989, nrs. 3-4, pp. 129-151 en pp. 195-209.
– B. de Wever, Greep naar de macht. Vlaams- nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945, 1994.
– J. Monballyu, Deserteurs voor de Vlaamse zaak. Over de Vlaamsgezinde militairen die naar de vijand overliepen, 2012.
– R. Vanlandschoot, Van Frontbeweging naar Frontpartij. De beginjaren van het politieke Vlaams-nationalisme (1915-1923), 2023.

Suggestie doorgeven

1973: Miet Ureel (pdf)

1998: Luc Vandeweyer (pdf)

2023: Luc Vandeweyer

Databanken

Inhoudstafel