Poullet, Prosper

Persoon
Herwig De Lannoy (2023, herwerking), Herman Van Goethem (1998)

Hoewel hij afkomstig was uit een Franstalig aristocratisch milieu, realiseerde de katholieke burggraaf Prosper Poullet (1886-1937) mee de eentaligheid van Vlaanderen en leidde hij de eerste regering van katholieken en socialisten in Belgiƫ.

Volledige voornaam
Prosper Antoine Joseph Marie
Alternatieve naam
Poulet
Geboorte
Leuven, 5 maart 1868
Overlijden
Leuven, 3 december 1937
Leestijd: 11 minuten

Burggraaf Prosper Poullet (1886-1937) was een van de weinige politici uit het Franstalige aristocratische milieu die het Vlaams minimumprogramma Minimumprogramma
Het Minimumprogramma was de benaming voor het eisenpakket dat de Belgisch-loyale flaminganten, in het bijzonder inzake taalwetgeving, in de periode tussen de beide wereldoorlogen nastreef... Lees meer
voor een eentalig Vlaanderen onderschreef, wat veel beroering veroorzaakte bij de Fransgezinde conservatieven, ook in Vlaanderen. Hij was een boegbeeld van de Vlaamsgezinde christendemocraten en streefde onder andere naar beter Nederlandstalig onderwijs Onderwijs
Lees meer
en sociale bescherming van de arbeiders. Ondanks aanhoudende en zware tegenkanting van de Fransgezinde conservatieven was hij in de snel wisselende regeringen tijdens het interbellum vele jaren minister. Hij durfde politieke risicoā€™s nemen en werd eerste minister van de kortstondige maar haast mythische eerste regering van katholieken en socialisten in BelgiĆ« in 1925-1926.

Van Franstalig aristocraat tot Vlaamsgezind chrstendemocraat

Prosper Poullet stamde uit een aristocratische familie van magistraten en politici en groeide op in een door en door Franstalig milieu. Zijn grootvader langs moederzijde Antoine Ernst was minister en zijn vader Edmond was een befaamd hoogleraar en historicus. Prosper Poullet volgde middelbaar onderwijs bij de jozefieten in Leuven (1879-1884) en behaalde er in 1890 het doctoraat in de rechten. Hij trouwde in 1894 met burggravin Marie Louise de Monge, de dochter van de Leuvense hoogleraar LĆ©on de Monge. Hij vestigde zich als advocaat in Brussel, maar legde zich vooral toe op onderzoek in verband met de nationale geschiedenis, het publiekrecht en het internationaal privaatrecht. Hij werd docent (1893-1898) aan de School voor Politieke en Sociale Wetenschappen en hoogleraar (1898-1936) aan de Leuvense rechtsfaculteit. Poullet publiceerde onder meer in 1907 een baanbrekend werk over de Belgische instellingen tijdens het Franse bewind en in 1925 een handboek over Belgisch internationaal privaatrecht. In 1925 werd hij met de titel van burggraaf in de adelstand verheven.

Daarnaast was Poullet een veelzijdig politicus voor de katholieke partij Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
: hij was provincieraadslid van Brabant (1900-1908), gemeenteraadslid in Leuven (1904-1911), volksvertegenwoordiger (1908-1937), minister van Kunsten en Wetenschappen (1911-1918), Kamervoorzitter (1918-1919), minister van Spoorwegen en PTT (1919-1920), minister van Binnenlandse Zaken (1924-1925), eerste minister en minister van Economische Zaken (1925-1926) en tevens minister van Oorlog (1926), minister van Binnenlandse Zaken (1932-1933), minister van PTT (1932-1934), voorzitter van de Katholieke Unie (1934-1935), minister zonder portefeuille (1935-1936) en minister van Staat (reeds in 1926).

Als student maakte Poullet deel uit van de studiekring rond Victor Brants, waar sociaal-empirisch onderzoek werd verricht. De sociale belangstelling van Poullet sloot aan bij zijn familiaal milieu: een circuit van vooraanstaande ultramontaanse katholieken die, gedreven door godsdienstig-sociale bekommernissen, wegbereiders waren van de christendemocratie. Poullets belangstelling voor het sociale vraagstuk maakte van hem in de politiek een pleitbezorger van het onderwijs Onderwijs
Lees meer
en ook, vanaf de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
, van de Vlaamse kwestie.

In de Kamer van Volksvertegenwoordigers vestigde hij zijn faam als rapporteur van de wet op de beperkte persoonlijke dienstplicht (1909) en door zijn interventies ter verdediging van het wetsontwerp-Frans Schollaert uit 1911 op het lager onderwijs. Als minister van Kunsten en Wetenschappen in de regering- Charles de Broqueville de Broqueville, Charles
Graaf Charles de Broqueville (1860-1940) was een katholiek politicus, regeringsleider (1911-1918) en minister van Oorlog (1912-1917). Hij werd na de oorlog nog enkele keren minister en wa... Lees meer
(1911-1918) was hij tevens bevoegd voor onderwijs. Hij ijverde met succes voor de gelijkschakeling van het vrij en het officieel onderwijs door middel van subsidies en schoolplicht tot 14 in plaats van 12 jaar. Zijn verzoenende standpunten resulteerden in de wet op het lager onderwijs van mei 1914. In de tweede regering-LĆ©on Delacroix (1919-1920) trof Poullet als minister van Spoorwegen en PTT onder meer maatregelen om de achturendag toe te passen en nam hij een genuanceerd standpunt in ten aanzien van het stakingsrecht van het overheidspersoneel.

Het flamingantisme van Poullet was in menig opzicht apart en uitzonderlijk. Geheel in het Frans opgevoed, opgegroeid in het tweetalige Tweetaligheid
Lees meer
Leuven, had hij op eigen houtje Nederlands geleerd. Aanvankelijk behoorde hij tot de groep van gematigde Vlaamsgezinde katholieken die opkwamen voor een volledig uitgebouwde en correct toegepaste wettelijke tweetaligheid van Vlaanderen. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog week hij met de andere regeringsleden uit naar Le Havre. Door de oorlogsomstandigheden stapte hij af van zijn 19de-eeuwse Vlaamse taalstrijd en hij streefde voortaan, weliswaar soms aarzelend, naar een eentalig Vlaanderen binnen de unitaire staat Belgiƫ Belgiƫ
Geen Vlaamse beweging zonder Belgiƫ. Het is ook onmogelijk om Belgiƫ te begrijpen zonder de geschiedenis van de Vlaamse beweging erbij te betrekken. Tussen het ontstaan van een culturele ... Lees meer
, de kern van het Vlaamse minimumprogramma Minimumprogramma
Het Minimumprogramma was de benaming voor het eisenpakket dat de Belgisch-loyale flaminganten, in het bijzonder inzake taalwetgeving, in de periode tussen de beide wereldoorlogen nastreef... Lees meer
. Hij steunde het passivisme Passivisme
Het begrip ā€˜passivismeā€™ verwijst naar de Vlaamsgezinden die tijdens de Eerste Wereldoorlog verdere pogingen om de Vlaamse eisen te realiseren tot na het einde van het politiek-militair co... Lees meer
van Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
en de zijnen om de Vlaamse beweging uit de collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
te houden en de democratisering en vervlaamsing van Vlaanderen na de oorlog voor te bereiden.

Als oorlogsminister kon Poullet van nabij de evolutie van het activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiƫle... Lees meer
in het bezette gebied volgen. Ook lichtten zijn collega's AloĆÆs van de Vyvere Van de Vyvere, AloĆÆs
AloĆÆs van de Vyvere (1871-1961) was een advocaat en katholiek politicus. Hij zetelde twintig jaar in de Kamer en vervulde meerdere ministerfuncties. Hij werkte onder andere mee aan initia... Lees meer
en Joris Helleputte Helleputte, Joris
Joris Helleputte (1852-1925) heeft bijna een halve eeuw lang gewogen op de Belgische samenleving: als neogotisch architect, als gangmaker van sociale organisaties, inzonderheid de Belgisc... Lees meer
hem in over de taaltoestanden aan de IJzer. Het noopte Poullet tot een delicate evenwichtsoefening. Enerzijds bestreed hij het activisme en in 1915 ontsloeg hij vanuit onbezet gebied leraar RenƩ de Clercq De Clercq, RenƩ
Lees meer
vanwege diens activistische publicaties in het bezette Belgiƫ, wat een eerste breuk tussen de activisten en de regering betekende. Hij weerhield ook andere Vlaamsgezinden ervan tot het activisme toe te treden, zo bijvoorbeeld door Jules Persyn Persyn, Jules
Lees meer
te bezweren geen benoeming te aanvaarden aan de door de Duitse bezetter vernederlandste Gentse universiteit Universiteit Gent
Lees meer
. In een door hem mee ondertekend Koninklijk Besluit van 8 oktober 1916 werden de landgenoten die zulke benoeming wel hadden aanvaard, uit de nationale orden geschrapt. Anderzijds maakte de taalsituatie aan de IJzer een diepe indruk op Poullet. Zo ijverde hij, evenwel zonder succes, voor eentalige legereenheden om te beletten dat Nederlandstalige soldaten uitsluitend in het Frans geleid werden (zie Leger Leger
Lees meer
). Zoals Ludovic Moyersoen later terecht stelde, werd hij flamingant, niet vanuit een Vlaams romantisme dat hem volstrekt vreemd was, maar wel vanuit rechtvaardigheidszin en beredeneerde vaderlandsliefde.

In het rapport aan de koning bij het Koninklijk Besluit van 8 oktober 1916 poneerde Poullet dat Vlaanderen na de oorlog een Vlaamse universiteit zou krijgen en gelijkheid in rechte en in feite. Poullet hield tijdens de oorlog ook contact met de Frontbeweging Frontbeweging
Aan het IJzerfront manifesteerde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog flamingantisch verzet tegen de taaltoestanden in het leger. Naarmate het zich meer en meer organiseerde en groeide, vo... Lees meer
, zelfs toen ze tot de clandestiniteit gedwongen werd. Hij trachtte op de ministerraden de zeer uiteenlopende standpunten over de Vlaamse kwestie te verzoenen en te bemiddelen bij de legeroverheid.

Ophefmakende ā€˜bekeringā€™ tot het Vlaams minimumprogramma

In de eerste naoorlogse jaren nam Poullet als een van de politieke leiders van de christelijke arbeidersbeweging Christelijke arbeidersbeweging
In de christelijke arbeidersbeweging heeft steeds een uitgesproken belangstelling voor de Vlaamse kwestie bestaan. De groeiende invloed van deze beweging, in het kielzog van de democratis... Lees meer
, samen met Van de Vyvere, het voortouw in de Katholieke Vlaamsche Kamergroep. Poullet maakte geen deel meer uit van de eerste naoorlogse regering, waaruit de Vlaamsgezinden waren geweerd, maar werd kort na de Wapenstilstand Kamervoorzitter. Begin juni 1919 schreef hij aan kardinaal Mercier Mercier, DƩsirƩ
DĆ©sirĆ© Mercier (1851-1926) was van 1906 tot 1926 de kardinaal-aartsbisschop van het aartsĀ­bisdom Mechelen. Hij was een vurig propagandist van het Belgisch patriottisme en leefde tijdens ... Lees meer
dat hij ā€˜na rijp beraad, twee jaar langā€™, het Vlaamse minimumprogramma Minimumprogramma
Het Minimumprogramma was de benaming voor het eisenpakket dat de Belgisch-loyale flaminganten, in het bijzonder inzake taalwetgeving, in de periode tussen de beide wereldoorlogen nastreef... Lees meer
onderschreef. In augustus 1919 hield hij op een massabijeenkomst van de Katholieke Vlaamsche Landsbond Katholieke Vlaamse Landsbond (1919-1964)
De Katholieke Vlaamsche Landsbond (1919-1955) was de federatie van de Katholieke Vlaamsche Arrondissementsbonden, die als drukkingsgroep streed voor de vernederlandsing van Vlaanderen met... Lees meer
in Leuven een toespraak over zijn 'bekering' tot de Vlaamse beweging. Deze getuigenis maakte grote indruk en was een hart onder de riem van de nog vleugellamme beweging na de oorlog. Poullet ging zijn geloofsbelijdenis ook verkondigen in de toonaangevende Franstalige, vooral Brusselse milieus waar hij vroeger zo thuis was geweest. Zijn 'afvalligheid' werkte er echter niet inspirerend, maar leverde integendeel grote vijandigheid op en op een meeting in augustus 1919 werd hij met rotte appels bekogeld.

Ondanks zijn acties ten gunste van de Vlaamsgezinde christendemocraten en tegen de zin van de conservatieve katholieken rond Charles Woeste Woeste, Charles
Charles Woeste (1837-1922) was een conservatief politicus. Hij was voorstander van de fundamentele vrijheden, wars van staatsinterventie in maatschappelijke aangelegenheden en kantte zich... Lees meer
werd Poullet op 2 december 1919 minister van Spoorwegen, Posterijen en Telegrafie in de regering-Delacroix II van nationale unie (dus met katholieken, socialisten Socialistische partij
De socialistische partij werd in Belgiƫ in 1885 opgericht als de Belgische Werkliedenpartij (BWP), veranderde in 1945 haar naam in Belgische Socialistische Partij (BSP) en viel in 1978 u... Lees meer
en liberalen Liberale partij
De verhouding tussen de liberale partij en het partijpolitieke liberalisme in Belgiƫ enerzijds, en de Vlaamse beweging anderzijds levert een gevarieerd en ingewikkeld beeld op dat evoluee... Lees meer
), die al een jaar later viel. Bij de regeringsvorming in november 1920 kwam koning Albert van Saksen-Coburg, Albert I
Koning Albert I (1875-1934) werd aan de vooravond van en tijdens de Eerste Wereldoorlog geconfronteerd met een radicaliserende Vlaamse beweging. De communautaire kwestie groeide daardoor ... Lees meer
persoonlijk tussen om Poullet en andere Vlaamsgezinden uit de regering uit te sluiten en zo de realisatie van het Vlaamse minimumprogramma te beletten. Toch pleitte Poullet in de Katholieke Vlaamsche Kamergroep voor steun aan het nieuwe kabinet: de Walen en de Belgischgezinden zouden inzake de Vlaamse kwestie tot toegevingen bereid zijn uit vrees voor een regering van christendemocraten en socialisten. Die tactiek bleek uiteindelijk te werken en de taalwet Taalpolitiek en -wetgeving
Situaties van taalonderdrukking vindt men wereldwijd. Daarom besteedt deze bijdrage eerst aandacht aan gehanteerde taalpolitieke strategieƫn. Ook in Belgiƫ verzette een gedomineerde taalg... Lees meer
in bestuurszaken van 1921 werd door het belangrijke K.B. van 1922 afdwingbaar.

De aanhoudende aanvallen van de Franstalige conservatieven werkten bij Poullet een soms radicaal taalgebruik in de hand. ā€˜L'Heure est venue pour les Flamands d'en dĆ©coudre avec les Wallonsā€™, schreef hij in april 1923 nadat de Senaat het wetsvoorstel-Van Cauwelaert- August Huyshauwer Huyshauwer, August
Auguste Huyshauwer (1862-1926) was een journalist en katholiek politicus. Hij zetelde in de Kamer en was lid van de Vlaamsche Katholieke Kamergroep, tot hij er in 1913 gedwongen werd onts... Lees meer
over de vernederlandsing van de Gentse Rijksuniversiteit verworpen had. Poullet was in de Kamercommissie rapporteur geweest van dit wetsvoorstel. Mede door zijn toedoen was het zonder grote toegevingen door de Kamer geloodst. Eind juli 1923 raakte een halfslachtig compromis door het parlement en pas in april 1930 lukte de vernederlandsing van de Gentse Rijksuniversiteit.

Poullet kon de belangrijke ministerposten van Binnenlandse Zaken en Openbare Gezondheid opnemen bij de herschikking van de katholiek-liberale regering-Theunis in maart 1924. Dat had hij mee te danken aan de goedkeuring die hij gegeven had aan het handelsverdrag met Frankrijk Frankrijk & Vlaanderen
De verhouding tussen Vlaanderen en Frankrijk werd altijd gekenmerkt door een aanzienlijke dubbelzinnigheid. Hoewel er lange tijd een grote affiniteit met de Franse cultuur bestond, werd d... Lees meer
.

Eerste minister in de eerste Belgische regering van katholieken en socialisten

Op 17 juni 1925 werd Poullet na lange en moeizame onderhandelingen eerste minister van de eerste rooms-rode regering uit de Belgische geschiedenis. Het bewijst nogmaals dat hij zware politieke risicoā€™s durfde te nemen. Grote taalwetten konden in zijn regeerperiode niet tot stand komen omdat er geen parlementaire meerderheid te vinden was voor de eentaligheid van Vlaanderen. De regering trof wel een aantal kleinere maatregelen met verstrekkende gevolgen. Zo werden de administratieve tuchtstraffen tegen activistische ambtenaren herzien, werd de taalwet in het bestuur van 1921 van toepassing op de Spoorwegen en op de Nationale Bank, moest het personeel van de Vlaamse werkrechtersraden voortaan Nederlands kennen en voerde minister Huysmans een diepgaande vernederlandsing door in het lager en middelbaar rijksonderwijs. De regering kon afstappen van de eenzijdige anti-Duitse en op Frankrijk gerichte internationale politiek van BelgiĆ« van de voorgaande jaren. De controversiĆ«le Ruhrbezetting door Franse en Belgische troepen werd beĆ«indigd, zodat het land weer een neutraliteitspolitiek kon voeren. Bovendien kon de militaire dienstplicht verkort worden. Poullet nam de portefeuille van Landsverdediging zelf op zich omdat niemand anders daartoe bereid was.

Er brak echter een financiƫle crisis uit, waarbij de kapitaalkrachtige oppositie van conservatieve katholieken en liberalen, volop gesteund door veel industriƫlen en bankiers, weigerde een helpende hand toe te steken. De Belgische frank verloor snel aan waarde. Na 11 maanden viel de regering op 8 mei 1926. Poullet was bij de conservatieven in de rechterzijde bijzonder onpopulair geworden. Bij de Vlaamsgezinden en christendemocraten was zijn prestige wel groot gebleven en zijn regering kreeg ondanks haar korte bestaan nadien haast mythische allures. Poullet profileerde zich de volgende jaren als volksvertegenwoordiger in de debatten over de schoolkwestie en de taalwetten in het leger.

De moeilijke crisisjaren 1929-1937, ook voor Poullet

Van 1927 tot 1930 was Poullet voorzitter van de Bond der Vlaamsche Rechtsgeleerden Bond der Vlaamsche Rechtsgeleerden
De Bond der Vlaamsche Rechtsgeleerden (1885-ā€¦) werd opgericht als een overkoepelende vereniging van Vlaamsgezinde juristen uit alle disciplines. De vereniging zette zich in voor de verned... Lees meer
. Deze vereniging, die na 1918 quasi geĆÆmmobiliseerd was door zijn liberale voorganger Louis Franck Franck, Louis
De inzet van Louis Franck (1868-1937) voor de vernederlandsing van het middelbaar onderwijs en de Gentse universiteit bracht hem rond 1910 op het hoogtepunt van zijn Vlaams-liberale roem.... Lees meer
, ijverde voor nieuwe taalwetgeving in rechtszaken op basis van eentaligheid in Vlaanderen en Walloniƫ en tweetaligheid in Brussel. In mei 1931 kreeg Poullet opnieuw het premierschap aangeboden, maar hij wees het voorstel af om gezondheidsredenen. Anderhalf jaar later, in oktober 1932, aanvaardde hij opnieuw het ambt van minister van Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid in de katholiek-liberale regering-De Broqueville. Na de zoveelste regeringscrisis, ditmaal over de herziening van de tuchtstraffen voor gewezen activistische staatsambtenaren, werd Poullet op 10 januari 1934 in de regering vervangen door Hubert Pierlot.

Vlak voordien was Poullet in de Kamer onder meer verslaggever geweest van de commissie, belast met de voorbereiding van de taalwet voor het lager en middelbaar onderwijs (1932). Slechts na aarzelen nam hij het beginsel aan dat in de humaniora de streektaal de voertaal moest zijn voor alle vakken, zonder uitzondering. Hij vrijwaarde wel de Waalse beweging Waalse beweging
De Waalse beweging ontstond op het einde van de 19e eeuw en heeft zijn wortels in een culturele, politieke en taalkundige dimensie. Ze was verdeeld in verschillende stromingen, waarvan de... Lees meer
door zich te kanten tegen het opleggen van het Nederlands als verplichte tweede taal in de Waalse scholen. Ook bij de bespreking van de wet op het taalgebruik in rechtszaken uit 1935 bleek dat hij de logica van het beginsel streektaal-bestuurstaal niet steeds tot in het uiterste doortrok. Hij had moeite met de beperkingen aan de taalvrijheid van de advocaat, omdat hij van oordeel was dat dit de rechten van de verdediging kon schenden. Uiteindelijk nam het parlement een zeer ruime overgangsregeling aan.

Poullet werd in 1934 voorzitter van de Katholieke Unie en was tegelijk voorzitter van de rechterzijde, de katholieke fractie in de Kamer. In die hoedanigheden voerde hij in zijn eentje de onderhandelingen met formateur Paul van Zeeland Van Zeeland, Paul
Toen hoogleraar en bankier Paul van Zeeland (1893-1973) tussen 1935 en 1937 aan het hoofd stond van de Belgische regering, werden onder andere de taalwet in rechtszaken en een amnestiewet... Lees meer
bij de regeringsvorming in maart 1935 en hij werd minister zonder portefeuille in dat kabinet. Net als andere politici werd hij geviseerd door de nieuwe generatie katholieke partijleden. In de toenmalige maatschappelijke context stonden zij kritisch tegenover de parlementaire democratie en de volgens hen veel te ruime autonomie van de parlementsleden, die zichzelf met de beste postjes zouden bedienen. Hij moest ondervinden dat de nieuwe generatie Vlaamsgezinden niet langer tevreden was met de trage democratische weg van compromissen en hij ergerde zich eraan dat de Vlaams-nationalisten Vlaams-nationalistische partijen
Het partijpolitieke Vlaams-nationalisme brak door in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog en streefde een verregaande of volledige staatkundige verzelfstandiging van Vlaanderen na. De b... Lees meer
die in het verkiezingsjaar 1932 met aparte lijsten tegen de katholieke partij opgekomen waren, met veel enthousiasme in de katholieke partij geloodst werden. Bovendien slaagde hij er als voorzitter van de Katholieke Unie niet in om de aanslepende onenigheid tussen Frans van Cauwelaert en Gustaaf Sap Sap, Gustaaf
Gustaaf Sap (1886-1940) was een invloedrijk en controversieel katholiek politicus, die op verschillende momenten in zijn leven een ministerpost bekleedde en vanaf 1929 tot zijn overlijden... Lees meer
bij te leggen. Al in mei 1936 viel ook deze regering.

Poullets gezondheid ging daarna snel achteruit en hij overleed op 3 december 1937. Zijn documenten zijn te raadplegen in KADOC-KU Leuven en het Rijksarchief.

Werken

ā€“ De la situation lĆ©gale en Belgique des personnes morales Ć©trangĆØres, 1902.
ā€“ Les institutions franƧaises de 1795 Ć  1814. Essai sur les origines des institutions belges contemporaines. Parijs, 1907.
ā€“ Vereenigd! Geen onverzoenlijke verdeeldheid op taalgebied'. In: Het boekje van den Belgische Soldaat, 1918.
ā€“ La question flamande, in: Revue catholique des IdĆ©es et des Faits, 15 juli 1921.
ā€“ Le problĆØme des langues, in: Revue catholique des IdĆ©es et des Faits, 28 mei 1922.
ā€“ La situation politique, in: Revue catholique des IdĆ©es et des Faits, 6 april 1923.
ā€“ La situation politique et les points de rapprochement, in: Revue catholique des IdĆ©es et des Faits, 2 augustus 1929.

Voor een volledige bibliografie kunt u het volgende werk raadplegen: P. van Molle, Het Belgische Parlement 1894-1969, 1969.

Literatuur

ā€“ L. Moyersoen, Prosper Poullet en de politiek van zijn tijd, Brugge, 1946.
ā€“ L. Moyersoen, Prosper Poullet, in: Twintig eeuwen Vlaanderen. Deel 14. Vlaamse figuren II, pp. 29-32.
ā€“ E. Gerard, De Katholieke Partij in crisis. Partijpolitiek leven in BelgiĆ« (1918-1940), Leuven, 1985.
ā€“ H. van Goethem, Poullet, Prosper, in: NBW, dl. 13, 1990, pp. 663-670.
ā€“ L. Wils & E. Gerard, Het ACW, de katholieke partij en de taalwetgeving, 1929-1932, in: Wetenschappelijke Tijdingen, 1996, pp. 235-255, 1997, pp. 3-24.
ā€“ E. Gerard, De schaduw van het interbellum. BelgiĆ« van euforie tot crisis 1918-1939, 2017.
ā€“ S. Vynck, Prosper Poullet, geraadpleegd op 4 september 2023, op: http://www.odis.be/lnk/PS_10482.

Suggestie doorgeven

1975: Ludovic Moyersoen (pdf)

1998: Herman Van Goethem

2023: Herwig De Lannoy

Databanken

Inhoudstafel