Helleputte, Joris

Persoon
Leen Van Molle (2023, herwerking), Lode Wils (1998)

Joris Helleputte (1852-1925) heeft bijna een halve eeuw lang gewogen op de Belgische samenleving: als neogotisch architect, als gangmaker van sociale organisaties, inzonderheid de Belgische Volksbond en de Boerenbond, en als politicus. Vooral in de jaren 1890-1900 woog hij ook op de Vlaamse beweging.

Volledige voornaam
Georges Augustinus
Geboorte
Gent, 31 augustus 1852
Overlijden
Leuven, 22 februari 1925
Leestijd: 9 minuten

Biografie

Helleputte was de jongste zoon van een bakker. Hij ging naar school in het atheneum in Gent. Tijdens zijn ingenieursstudies aan de Gentse universiteit (1868-1873) liet hij zich opmerken als een briljant student en een strijdend katholiek. Zo engageerde hij zich in de ultramontaanse Confrérie de Saint-Michel (1875) en in de Nationale Unie voor het Herstel der Grieven (1884). Hij riep op tot het herstellen van een op het geloof gefundeerde sociale orde en propageerde, op tal van katholieke congressen, het corporatisme Corporatisme
Het corporatisme was in het interbellum, vooral in de crisisjaren 1930, een wijdverspreid, maar tegelijk vaag alternatief maatschappelijk en politiek model. Na de Tweede Wereldoorlog zou ... Lees meer
. Hij nam ook zelf het initiatief tot een concreet christelijk-corporatief project. In Leuven, waar hij, amper 22 jaar oud een eerste universitaire leeropdracht kreeg, richtte hij in 1878 de Gilde van Ambachten en Neringen op, een solidair en corporatief samenwerkingsverband van kleine ambachtelijke ondernemers en loonarbeiders, zij het met een paternalistische ondertoon. De Gilde realiseerde de bouw van het Justus Lipsiuscollege in neogotische stijl, de vormentaal van de ultramontanen. Helleputtes corporatief experiment kreeg navolging: in een tiental andere Belgische steden kwamen gilden van patroons en arbeiders tot stand.

Hijzelf was tot medio de jaren 1890 een van de meest productieve neogotische architecten van het land. Maar zijn maatschappelijke ambities reikten verder. Van 1889 tot 1924 zetelde hij in de Kamer als volksvertegenwoordiger voor het arrondissement Maaseik, later Tongeren-Maaseik. In 1890 was hij, samen met zijn zwager Frans Schollaert Schollaert, Franz
De Franstalige katholieke politicus Franz Schollaert (1851-1917) engageerde zich niet rechtstreeks in de Vlaamse beweging, maar als kamervoorzitter en eerste minister effende hij wel het... Lees meer
, de belangrijkste initiatiefnemer van de Belgische Boerenbond Belgische Boerenbond
De Boerenbond is een beroepsorganisatie van en voor landbouwers die tot ver in de 20ste eeuw sterke banden had met de Kerk en de katholieke partij, zich van meet af sterk engageerde in de... Lees meer
, waarvan hij tot aan zijn overlijden het voorzitterschap in handen hield. In 1891 riep hij ook de Belgische Volksbond in het leven. In 1895 nam hij echter ontslag als voorzitter, omdat hij het oneens was met de syndicaal geïnspireerde evolutie van deze organisatie, die indruiste tegen zijn corporatieve overtuiging. Tussen 1905 en 1918 vervulde hij verschillende ministerfuncties op technische departementen zoals Spoorwegen, Posterijen, Telegrafie en Telefoon, Landbouw en Openbare Werken.

Helleputte en de Vlaamse beweging

Gangmaker van sociale organisaties

Helleputtes flamingantisme sloot aan bij zijn ultramontaans engagement, stoelend op de verbinding tussen Vlaamse identiteit en geloof, in de lijn van onder meer Guido Gezelle Gezelle, Guido
Guido Gezelle (1830-1899) was een Vlaamse priester die de Vlaamse volkstaal verdedigde binnen het algemeen Nederlands. Hij verwierf grote bekendheid als lyrisch dichter van religieuze nat... Lees meer
. Als architect propageerde hij de neogotiek als ‘onze nationale kunst’, want ‘Wij zijn Christenen en Vlamingen. Dat onze kunst christen en Vlaams zij’.

In Leuven werd hij ondervoorzitter van het literaire en Vlaamsgezinde studentengenootschap Met Tijd en Vlijt Met Tijd en Vlijt
Met Tijd en Vlijt was een Vlaamsgezind Studentengenootschap dat in 1836 aan de Leuvense universiteit werd opgericht en bleef bestaan tot na de Tweede Wereldoorlog. Het speelde tot 1875 e... Lees meer
. In 1881 sprak hij er zich uit voor de vernederlandsing van het middelbaar onderwijs Middelbaar onderwijs
De geschiedenis van het middelbaar onderwijs is nauw verweven met die van de Vlaamse beweging. Tot diep in de 20ste eeuw bleef de middelbare school een grotendeels Franstalig bastion van ... Lees meer
. In 1886 verzette hij zich tegen de oprichting van een neutraal verbond van Vlaamsgezinde universiteitsstudenten, in de praktijk een samenwerking met de (antiklerikale) liberalen. Toen August Laporta Laporta, August
August Laporta (1864-1919) speelde een belangrijke rol in de katholieke Vlaamse studentenbeweging van het aartsbisdom Mechelen voor de Eerste Wereldoorlog. Hij was hoofdredacteur van De S... Lees meer
in 1890 het Katholiek Vlaamsch Studentenverbond Katholiek Vlaamsch Studentenverbond
Het Katholiek Vlaamsch Studentenverbond (1890-1892) was de tweede kortstondige nationale overkoepeling van de katholieke Vlaamse studentenbeweging. Lees meer
probeerde op te richten, zegde Helleputte zijn steun toe en liet hij zich erevoorzitter maken. Tegenover de clerus nam hij de verantwoordelijkheid voor deze Vlaamsgezinde scholierenkoepel op zich, maar het mocht niet baten: de Brugse bisschop Johannes Faict Faict, Johannes
Johannes Faict (1813-1889) was bisschop van Brugge (1864-1894). In het eerste decennium van zijn episcopaat steunde hij de katholieke Vlaamse beweging. Vanaf 1875 voerde hij een repressie... Lees meer
en aartsbisschop Petrus L. Goossens Goossens, Petrus
Petrus Goossens (1827-1906) was aartsbisschop van Mechelen. In 1891-92 nam hij maatregelen tegen de Katholieke Vlaamse Studentenbeweging. Hij vaardigde tegelijk richtlijnen uit voor een g... Lees meer
verboden leerlingen van bisschoppelijke colleges en seminaristen om mee te werken, zodat het verbond in 1892 ter ziele ging.

Enigszins verrassend weigerde Helleputte het voorzitterschap van de in 1890 opgerichte Vlaamsche Katholieke Landsbond Vlaamsche Katholieke Landsbond
Lees meer
, een conglomeraat van katholieke, in grote meerderheid Vlaamsgezinde (kies-)verenigingen die aanstuurden op wettelijke taalgelijkheid. Vreesde hij een te radicale koers? Helleputtes horizon was altijd Vlaams én Belgisch. In 1891 zegde hij wel toe om namens de Landsbond bij kardinaal Goossens voor de vernederlandsing van het vrij middelbaar onderwijs te pleiten, in 1893 woonde hij het congres van de Landsbond bij, in 1894 nam hij het voorzitterschap van het congres op zich en in 1895 fungeerde hij als erevoorzitter.

In de zomer van 1893 bemiddelde Helleputte tussen de Landsbond, die een kiesalliantie wilde aangaan met de Boerenbond en de Belgische Volksbond om met een gezamenlijk programma naar voren te treden en eigen kandidaten op de kieslijsten te eisen. Maar de Boerenbond noch de Volksbond hapten toe: de Volksbond wilde zijn Waalse afdelingen niet voor het hoofd stoten en in de Boerenbond rees verzet tegen een verregaand politiek engagement.

Datzelfde jaar wilden Brusselse, West- en Oost-Vlaamse flaminganten, onder wie toekomstige daensisten Daensistische beweging
Daensistische beweging is de verzamelnaam voor een geheel van feiten, opvattingen, organisaties, personen en strijdmiddelen die tijdens de late 19de en de vroege 20ste eeuw een onderdeel... Lees meer
, een Vlaams- en volksgezind dagblad lanceren in Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
. Ook hier bemiddelde Helleputte: hij slaagde erin om de Gentse antisocialistische krant Het Volk Het Volk
Het Volk (1891-2008) was de Gentse krant van de christelijke arbeidersbeweging. Lees meer
mee over de streep te trekken. In 1894 werd een samenwerkende vennootschap gesticht, Het Christen Drukwezen, die beide bladen zou uitgeven: enerzijds Het Volk met zijn syndicale inslag en anderzijds Het Vlaamsche Volk, dat zich tot een meer burgerlijk publiek richtte. Helleputte oefende op Het Vlaamsche Volk een remmende invloed uit, onder meer inzake de houding tegenover de conservatieve katholiek Charles Woeste Woeste, Charles
Charles Woeste (1837-1922) was een conservatief politicus. Hij was voorstander van de fundamentele vrijheden, wars van staatsinterventie in maatschappelijke aangelegenheden en kantte zich... Lees meer
. In 1895 leed Het Christen Drukwezen financieel schipbreuk en werd ontbonden. Het Vlaamsche Volk zelf kon nog tot april 1898 verschijnen, mee dankzij de hulp van onder meer Helleputte.

Politicus

Intussen was Helleputte volksvertegenwoordiger geworden (zie Katholieke partij Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
). Bij zijn aantreden had hij al de reputatie een overtuigd flamingant te zijn. Hij legde zijn eed in het Nederlands af, wat niet onopgemerkt voorbijging. In de Kamer mat hij zich onmiddellijk een flamingantisch profiel aan. In 1890 kon hij via een amendement bekomen dat niemand in het Vlaamse land nog benoemd kon worden voor een rechterlijk ambt zonder examen in het Nederlands over strafrecht en strafvordering (zie Gerecht Gerecht
Lees meer
). Op het einde van dat jaar fungeerde hij als mede-ondertekenaar van het wetsvoorstel- Edward Coremans Coremans, Edward (1835-1910)
Advocaat Edward Coremans (1835-1910) was politicus voor de Meetingpartij en voorzitter van de Nederduitsche Bond. Gedurende 42 jaar was Coremans als kamerlid een leidende figuur van de Vl... Lees meer
(1835-1910)
, dat leidde tot de creatie van een Nederlandstalige kamer bij het Hof van Beroep van Brussel en Luik (ten behoeve van processen uit Tongeren en Hasselt). Vanaf 1895 begon hij af en toe Nederlands te spreken in de Kamer, maar deed dat zeker niet frequent. Dat jaar ondertekende hij nog een ander wetsvoorstel van Coremans, dat uitmondde in de zogenaamde Gelijkheidswet (1898). Die bepaalde dat alle wetten, koninklijke en ministeriële besluiten en circulaires van algemeen belang voortaan in beide landstalen in het Staatsblad moesten verschijnen.

In 1898 aanvaardde Helleputte het voorzitterschap van het Davidsfonds Davidsfonds
Het Davidsfonds is een katholieke Vlaamse cultuurvereniging, die werd opgericht in januari 1875. Lees meer
, maar hij oefende er geen zichtbare invloed uit. In hetzelfde jaar trad hij toe tot de besloten kring Eigen Leven Eigen Leven
Eigen Leven was een genootschap dat werd opgericht door Marie-Elisabeth Belpaire om de katholieke Vlaamsgezinde krachten te bundelen, in het bijzonder op literair vlak. Als eerste project... Lees meer
, die door Marie Elisabeth Belpaire Belpaire, Marie-Elisabeth
Marie-Elisabeth Belpaire (1853-1948) was een welgestelde Vlaamsgezinde auteur die verschillende projecten realiseerde ter promotie van de literatuur (zoals het tijdschrift Dietsche Warand... Lees meer
was gesticht om de katholieke Vlaamse beweging een brede culturele dimensie te geven. Ook daarin speelde Helleputte geen rol van betekenis. Wel kwam hij nog tussen in het aanslepende conflict van de katholieke flaminganten met het episcopaat en de jezuïeten over het wetsvoorstel-Coremans uit 1901. Dat wilde de gedeeltelijke vernederlandsing van het officieel middelbaar onderwijs (wet van 1883) uitbreiden tot alle onderwijsinstellingen in Vlaanderen die wettelijke diploma’s uitreikten. Samen met Schollaert probeerde Helleputte afgezwakte versies van dat voorstel erdoorheen te krijgen, maar dat botste op een dubbel verzet: van de flaminganten die voet bij stuk hielden en van het episcopaat dat van geen wettelijke inmenging wilden weten. De Luikse bisschop Martinus-Hubertus Rutten Rutten, Martinus-Hubertus
Martinus-Hubertus Rutten (1841-1927) was een Vlaamsgezinde bisschop in Luik, die zich hoofdzakelijk bezighield met het vernederlandsen van het arbeidersmilieu en het onderwijs. Hij stond ... Lees meer
dreigde zelfs even de herverkiezing van Helleputte in Tongeren-Maaseik te bemoeilijken. In 1906 eiste de nieuwe aartsbisschop Désiré Mercier Mercier, Désiré
Désiré Mercier (1851-1926) was van 1906 tot 1926 de kardinaal-aartsbisschop van het aarts­bisdom Mechelen. Hij was een vurig propagandist van het Belgisch patriottisme en leefde tijdens ... Lees meer
dat de katholieke flaminganten zouden afzien van een wet en de vernederlandsing van het katholieke onderwijs aan de bisschoppen zouden overlaten. De toekomstige Vlaamsgezinde katholieke leider Frans van Cauwelaert Van Cauwelaert, Frans
Frans van Cauwelaert (1880-1961) was een Vlaamsgezinde katholieke politicus, die een hoofdrol speelde in de vernederlandsing van het openbare leven in Vlaanderen. Van Cauwelaert lag in 19... Lees meer
en Belpaire overwogen hem hierin te volgen, maar Helleputte hield voet bij stuk en probeerde het wetsvoorstel alsnog af te zwakken. Prompt lanceerde Eigen Leven, overtuigd van Helleputtes pleidooi tegen Merciers ‘mot d’ordre’, het weekblad Hooger Leven Hooger Leven (1906-1914)
Het weekblad Hooger Leven was van 1906 tot 1914 een belangrijke spreekbuis van het katholieke flamingantisme. Lees meer
, dat de strijd voor de vernederlandsing in het secundair en hoger onderwijs Hoger onderwijs
De evolutie van het Vlaamse hoger onderwijs werd gekenmerkt door een moeizame vernederlandsingspolitiek, gaande van het vroegste verschijnen van Nederlandstalig onderwijs tot de integrale... Lees meer
voortzette.

Ministerschap en terugwijken van Vlaamsgezind engagement

Van zodra Helleputte minister was, vanaf 1907, was er van zijn flamingantisme nog weinig te bekennen. Hij hield zich afzijdig in de verdere debatten over het wetsvoorstel-Coremans, wat hem door de katholieke flaminganten niet in dank werd afgenomen. In het Davidsfonds werd Helleputte tijdens zijn ministerschap ‘weggepromoveerd’ tot erevoorzitter. De finale wettelijke regeling rond de onderwijstaal in Vlaanderen, in 1910, kwam er zonder zijn inmenging.

Als minister van Spoorwegen, Posterijen, Telegrafie en Telefonie, van mei 1907 tot augustus 1910, liet Helleputte enkele kleinere wantoestanden op taalvlak rechttrekken. Zo richtte hij in zijn departement een Dienst van Toezicht op, die moest toezien op de naleving van de taalwetten en -reglementen en die tot na de Eerste Wereldoorlog is blijven functioneren. Hij lanceerde ook een tweetalige spoorgids en eiste tweetaligheid Tweetaligheid
Lees meer
van de loketbeambten in de Brusselse agglomeratie, wat op Franstalig verzet stuitte. Als minister van Landbouw en Openbare Werken, van augustus 1910 tot juni 1911 en van november 1912 tot aan het einde van de Eerste Wereldoorlog, heeft hij voor zover bekend geen vernederlandsingsinitiatieven meer genomen.

Tijdens de oorlog werd Helleputte in de Belgische regering in Le Havre de belangrijkste tegenspeler van zijn vroegere vriend Charles de Broqueville de Broqueville, Charles
Graaf Charles de Broqueville (1860-1940) was een katholiek politicus, regeringsleider (1911-1918) en minister van Oorlog (1912-1917). Hij werd na de oorlog nog enkele keren minister en wa... Lees meer
die lange tijd eerste minister en minister van Oorlog was. Via zijn secretaris Gustaaf Sap Sap, Gustaaf
Gustaaf Sap (1886-1940) was een invloedrijk en controversieel katholiek politicus, die op verschillende momenten in zijn leven een ministerpost bekleedde en vanaf 1929 tot zijn overlijden... Lees meer
liet Helleputte vertrouwelijke informatie lekken; zo spoorde hij de flamingantische pers aan om zich te verzetten tegen de uitbreiding van de regering met liberalen en socialisten, tegen een bondgenootschap met de geallieerden (dat wil zeggen: het opgeven van de Belgische neutraliteit), tegen het uitschakelen van het parlement, tegen herschikkingen in de regering (die zijn eigen positie ondergroeven) en pro het annexionisme (met name de economisch interessante aanhechting van het Rijnland).

Op 1 februari 1918 vergaderde de kroonraad over de intentie va de Duitse bezetter om een door activisten geleide Vlaamse regering te installeren en over de flamingantische onrust in het leger. Helleputte drong tevergeefs aan op de vorming van Vlaamse eenheden en Nederlandstalige bevelvoering.

Na de oorlog erkende hij, zoals de katholieke oud-ministers Aloïs van de Vyvere Van de Vyvere, Aloïs
Aloïs van de Vyvere (1871-1961) was een advocaat en katholiek politicus. Hij zetelde twintig jaar in de Kamer en vervulde meerdere ministerfuncties. Hij werkte onder andere mee aan initia... Lees meer
en Prosper Poullet Poullet, Prosper
Hoewel hij afkomstig was uit een Franstalig aristocratisch milieu, realiseerde de katholieke burggraaf Prosper Poullet (1886-1937) mee de eentaligheid van Vlaanderen en leidde hij de eers... Lees meer
, het leiderschap van Van Cauwelaert in de V.B. Maar binnen de Katholieke Vlaamsche Kamergroep remden deze oud-ministers meermaals diens radicalisme af. Omdat hij geen minister meer was, kon Helleputte wel opnieuw openlijk optreden als flamingant, in en buiten de Kamer. In 1923 overwoog de koning om hem nogmaals minister te maken, als tegenzet tegen Van Cauwelaerts eis voor Nederlandstalige legereenheden (zie Leger Leger
Lees meer
) en voor de vernederlandsing van de Gentse rijksuniversiteit. Dat ging niet door. Wel kon Helleputte, mede vanuit zijn functie als voorzitter van de Boerenbond, nog invloed uitoefenen op de oprichting van de Katholieke Unie als de federatie van standsorganisaties in de schoot van de katholieke partij. In mei 1924 nam hij, op 71-jarige leeftijd, ontslag uit het parlement. Negen maanden later is hij overleden.

Helleputte heeft bijna een halve eeuw lang gewogen op de Belgische samenleving. Met zijn volkse wortels, retorische talent en indrukwekkende netwerk wist hij op vele fronten een diepgaande invloed uit te oefenen, maar het tijdrovende werk – in de Boerenbond, de Landsbond en het Davidsfonds bijv. – liet hij aan anderen over. Zijn initiatieven en interventies vanaf de late jaren 1880 zijn essentieel geweest om de verbinding te realiseren en te consolideren tussen de katholieke Vlaamse beweging, de sociale organisaties van boeren, arbeiders en kleine middenstanders met de christendemocratie, telkens binnen de katholieke partij en de katholieke zuil.

Literatuur

— E. Gerard, De katholieke partij in crisis. Partijpolitiek leven in België (1918-1940), 1985.
— L. van Molle, Ieder voor Allen. De Belgische Boerenbond 1890-1990, 1990.
— J. de Maeyer en L. van Molle (red.), Joris Helleputte. Architect en politicus, 1998, 2 dln.
— L. Wils, Frans van Cauwelaert. Politieke biografie, 2017.

Suggestie doorgeven

1973: Xavier Smeesters (pdf)

1998: Lode Wils

2023: Leen Van Molle

Databanken

Inhoudstafel