Goossens, Petrus

Persoon
Lieve Gevers (2023, aanvulling), Lieve Gevers (1998)

Petrus Goossens (1827-1906) was aartsbisschop van Mechelen. In 1891-92 nam hij maatregelen tegen de Katholieke Vlaamse Studentenbeweging. Hij vaardigde tegelijk richtlijnen uit voor een gedeeltelijke vernederlandsing van het katholiek middelbaar onderwijs.

Volledige voornaam
Petrus Lambertus
Geboorte
Perk, 18 juli 1827
Overlijden
Mechelen, 25 januari 1906
Leestijd: 8 minuten

Petrus Goossens (1827-1906) was kardinaal-aartsbisschop van Mechelen van 1884 tot 1906. Goossens kreeg te maken met een sterke opbloei van de katholieke Vlaamse studentenbeweging Katholieke Vlaamse studentenbeweging
De Katholieke Vlaamse Studentenbeweging was de georganiseerde deelname van de katholieke studerende jeugd aan de Vlaamse beweging. Ze leverde daartoe met haar grote aanhang van ca. 1875 t... Lees meer
in zijn bisdom. Die bracht een landdagbeweging Landdagbeweging
De Landdagbeweging, die zich ontwikkelde vanaf de vroege jaren 1860, vormde tot aan de Eerste Wereldoorlog de aanzet tot een reeks al dan niet succesvolle initiatieven tot samenwerking va... Lees meer
op gang met het oog op het afdwingen van een vernederlandsing van het middelbaar onderwijs. Goossens ergerde zich aan de bemoeiing van leken met zijn onderwijs, maar was zich bewust van de belangrijke steun van de Vlaamse beweging voor de katholieke partij. In 1891-1892 vaardigde hij, op advies van zijn collegedirecteurs, verbodsmaatrege­len uit tegen de scholierenbeweging in het aartsbisdom. Hij gaf tegelijk, tegemoetkomend aan de wet van 1883 op het officieel onderwijs, richtlijnen voor een gedeeltelijke vernederlandsing van de katholieke middelbare instellingen in zijn bisdom. Bij de strijd tegen het zoge­heten ‘ongrondwettelijke’ wetsvoorstel Coremans Coremans, Edward (1835-1910)
Advocaat Edward Coremans (1835-1910) was politicus voor de Meetingpartij en voorzitter van de Nederduitsche Bond. Gedurende 42 jaar was Coremans als kamerlid een leidende figuur van de Vl... Lees meer
van 1901 betreffende het taalregime in het onderwijs hield Goossens zich, tot ongenoegen van de Jezuïeten, op de vlakte.

Mandaten

Petrus Goossens werd na zijn opleiding aan het Klein Seminarie van Mechelen Klein Seminarie van Mechelen
Het Klein Seminarie van Mechelen was een belangrijke onderwijsinstelling van het aartsbisdom Mechelen met humaniora en filosofieafdeling voor priesterstudenten. Ze speelde in de 19de eeuw... Lees meer
en het Grootseminarie van Mechelen op 25 december 1850 tot priester gewijd. Goossens was in Mechelen achtereenvolgens tewerkgesteld als leraar aan het pensionaat in den Bruul (1851-1855), onderpastoor van de Sint-Romboutsparochie (1855-1856), secretaris (1856-1878) en vicaris-generaal (1878-1883) van het aartsbisdom. Nadat hij gedurende bijna een jaar bisschop was geweest in Namen werd hij op 24 maart 1884 benoemd tot aartsbisschop van Mechelen. Op 24 mei 1889 volgde zijn creatie tot kardinaal.

In deze functie zette hij zich in voor het behoud van de eenheid in de katholieke partij Katholieke partij
De katholieke partij, later CVP (vanaf 1945) en CD&V (vanaf 2001) speelde een cruciale rol in de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De partij had een belangrijk aandeel in onder m... Lees meer
, die kort na zijn benoeming tot aartsbisschop aan de macht kwam en verdeeld dreigde te raken door de sociale en de Vlaamse kwestie. Zijn voornaamste zorg betrof het katholiek onderwijs. Hij werd gepercipieerd als een tactvolle, diplomatische beleidsman en een verzoener. Hij was eveneens een man van overleg, die zijn beslissingen trof na consultatie van de betrokken verantwoordelijken.

Verhouding tot de Katholieke Vlaamse Studentenbeweging

Goossens kreeg vanaf het begin van zijn episcopaat in Mechelen te maken met een sterke opbloei in zijn diocees van de Katholieke Vlaamse Studentenbeweging Katholieke Vlaamse studentenbeweging
De Katholieke Vlaamse Studentenbeweging was de georganiseerde deelname van de katholieke studerende jeugd aan de Vlaamse beweging. Ze leverde daartoe met haar grote aanhang van ca. 1875 t... Lees meer
. Vlaamsgezinde scholieren en studenten brachten vanaf 1883, met steun van de Nederduitsche Bond Nederduitsche Bond
De Nederduitsche Bond (1861-1914) was een Antwerpse kiesvereniging die flamingantische katholieken en liberalen verenigde. De Bond was een invloedrijke machtsfactor binnen de Meeting, voo... Lees meer
van Antwerpen, een Landdagbeweging Landdagbeweging
De Landdagbeweging, die zich ontwikkelde vanaf de vroege jaren 1860, vormde tot aan de Eerste Wereldoorlog de aanzet tot een reeks al dan niet succesvolle initiatieven tot samenwerking va... Lees meer
op gang met het oog op het afdwingen van de vernederlandsing van het katholiek middelbaar onderwijs, in navolging van de in 1883 goedgekeurde wet- Edward Coremans Coremans, Edward (1835-1910)
Advocaat Edward Coremans (1835-1910) was politicus voor de Meetingpartij en voorzitter van de Nederduitsche Bond. Gedurende 42 jaar was Coremans als kamerlid een leidende figuur van de Vl... Lees meer
- Julius de Vigne De Vigne, Julius
Julius de Vigne (1844-1908) was een Gentse advocaat en een Vlaamsgezind liberaal politicus. Hij was actief in talrijke Gentse Vlaamsgezinde liberale verenigingen. In het belang van de lib... Lees meer
op de gedeeltelijke vernederlandsing van het officieel onderwijs. De aartsbisschop ergerde zich over de bemoeiing van leken met het katholiek onderwijs. Anderzijds kon hij, gezien de belangrijke steun van de Vlaamse beweging voor de katholieke partij, de eisen van de Landdagbeweging niet zonder meer negeren. In januari 1886 legde hij een verklaring af waarin hij de katholieke Vlaamsgezinden verzekerde van de goede wil van de bisschoppen om aan hun verzuchtingen tegemoet te komen. Hij stelde voor het volgende jaar 'afdoende' maatregelen in het vooruitzicht.

In afwachting hiervan vroeg de bisschoppelijke inspectie in een circulaire aan de collegedirecteurs om voorstellen te formuleren in functie van de verbetering van het moedertaalonderricht. Op 1 mei 1886 richtte Goossens zich tot de religieuze oversten van de meisjesscholen met het dringende verzoek om het catechismusonderricht te vernederlandsen. In de bisschoppelijke colleges van het aartsbisdom werden vervolgens, behalve voor de vernederlandsing van het godsdienstonderricht, inspanningen geleverd voor onder meer de versterking van het moedertaalonderwijs en de verbetering van het Nederlands vakonderricht voor Waalse leerlingen. In 1888 voerden de bisschoppen ook een Nederlandstalige leergang strafrecht in aan de Leuvense universiteit.

Deze maatregelen beantwoordden niet aan de hooggespannen verwachtingen van de katholieke flaminganten. Die grepen daarop naar het middel van de wettelijke taaldwang. Het amendement dat Coremans daartoe in 1889 indiende werd het volgende jaar verworpen. Nadat op het einde van 1890 de uitbreiding van het kiesrecht in het vooruitzicht werd gesteld, werd de positie van de Vlaamsgezinden in de katholieke partij evenwel nog versterkt. Katholieke Vlaamsgezinden bundelden dat jaar hun krachten in de Vlaamsche Katholieke Landsbond Vlaamsche Katholieke Landsbond
Lees meer
, terwijl scholieren en studenten zich gelijktijdig verenigden in het Katholiek Vlaamsch Studentenverbond Katholiek Vlaamsch Studentenverbond
Het Katholiek Vlaamsch Studentenverbond (1890-1892) was de tweede kortstondige nationale overkoepeling van de katholieke Vlaamse studentenbeweging. Lees meer
. De kardinaal kwam daardoor verder onder druk te staan. Beide verenigingen – het Studentenverbond via het Mechelse scholierentijdschrift De Student De Student
De Student was een katholiek scholieren- en studententijdschrift dat verscheen van 1881 tot in 1930. Het was voor 1914 het meest gezagvolle orgaan van de Katholieke Vlaamse Studentenbeweg... Lees meer
– spraken met grote verontwaardiging over de verwerping van het amendement-Coremans door toedoen van de katholieke voorman Charles Woeste Woeste, Charles
Charles Woeste (1837-1922) was een conservatief politicus. Hij was voorstander van de fundamentele vrijheden, wars van staatsinterventie in maatschappelijke aangelegenheden en kantte zich... Lees meer
. Zij wezen kerkelijke en politieke leiders in scherpe bewoordingen terecht voor de sociale kloof die zij door de verfransing van het onderwijs in stand hielden.

Repressieve maatregelen en gedeeltelijke vernederlandsing

Naar aanleiding van een dergelijke rebellerende bijdrage in de augustusaflevering 1891 van Vlaamsgezinde maandblad Het Belfort Het Belfort
Het Belfort was een Vlaams katholiek tijdschrift ‘toegewijd aan Letteren, Wetenschap en Kunst’. Het verscheen van 1886 tot 1899. Lees meer
trof Goossens repressieve maatregelen tegen de Katholieke Vlaamse Studentenbeweging in zijn bisdom. Laatstgenoemd blad werd verboden lectuur op het Grootseminarie en Klein Seminarie van Mechelen. Op 5 augustus kregen de seminaristen, de belangrijkste dragers van de Vlaamsgezinde scholierenwerking, bovendien te horen dat ze niet meer mochten deelnemen aan land-, gouw- en gemeentedagen, studentenvergaderingen en andere Vlaamsgezinde bijeenkomsten. Het conflict escaleerde toen de redactie van De Student op dit optreden reageerde met het scherpe pamflet Recht door Zee. Joseph Feskens Feskens, Joseph
Joseph Feskens (1869-1942) was betrokken bij de oprichting van het Katholiek Vlaamsch Studentenverbond in 1890. Op verdenking van medewerking aan het pamflet Recht door Zee werd hij wegge... Lees meer
werd daarop weggestuurd van het Grootseminarie van Mechelen omdat hij ervan werd verdacht aan de publicatie te hebben meegewerkt.

In 1892 organiseerde Goossens vervolgens een nieuwe consultatieronde bij de collegedirecteurs van zijn bisdom. Hij legde hen daarin de vraag voor welke voorstellen zij suggereerden zowel betreffende de vernederlandsing van het middelbaar onderwijs als betreffende de Vlaamsgezinde scholierenbeweging in het aartsbisdom. Op basis van deze adviezen werkte de kardinaal een reeks maatregelen uit die hij uitvaardigde op 4 en 7 april 1892.

Het eerste schrijven bevatte richtlijnen ter vernederlandsing van de bisschoppelijke colleges. Ze stelden een verbetering voor van het moedertaalonderricht, erkenden de mogelijkheid tot het invoeren van een beperkt aantal eentalig Nederlandse lessen (Nederlands, Duits, Engels en catechismus) en bevorderden de evolutie naar tweetalige lessen in de meer verfranste colleges van grotere steden en taalgrensgemeenten (tweetalige vakterminologie in de lessen wiskunde, wetenschappen, aardrijkskunde en geschiedenis, Nederlandse vertalingen uit Latijn en Grieks). Deze richtlijnen brachten vele diocesane colleges van het aartsbisdom op nagenoeg hetzelfde vernederlandsingsniveau als de officiële instellingen. De normale omgangstaal in de colleges moest evenwel het Frans blijven. Tegemoetkomend aan de voortdurende verzuchting van de flaminganten dat de leerlingen, met het oog op de bestrijding van het socialisme, onvoldoende het woord en de pen in de moedertaal leerden te hanteren, drong Goossens er bovendien bij de directeurs op aan om lettergilden op te richten in instellingen waar ze nog niet bestonden en bijzondere aandacht te besteden aan Nederlandstalige voordrachtoefeningen.

Goossens’ herderlijke brief van 7 april 1892 beoogde anderzijds, eveneens op algemeen advies van de collegedirecteurs, een verdere beteugeling van de Katholieke Vlaamse Studentenbeweging. De scholieren van de katholieke middelbare onderwijsinstellingen van het aartsbisdom mochten voortaan geen deel meer uitmaken van verenigingen buiten het college of aanwezig zijn op vergaderingen door die verenigingen belegd. Het werd hen ook verboden Vlaamsgezinde publicaties (in het bijzonder De Student) te lezen of er zich op te abonneren. De maatregelen hadden tot gevolg dat de werking van het Katholiek Vlaamsch Studentenverbond in feite werd lamgelegd omdat dat zijn sterkste basis had in de provincies Antwerpen en Brabant. Het kerkelijk optreden lokte in de katholieke Vlaamsgezinde opinie verontwaardigde reacties uit. In het bijzonder Pierre van Ballaer Van Ballaer, Pierre
Lees meer
, de directeur van het Mechelse Sint-Romboutscollege, wekte veel kwaad bloed toen hij in december 1892 enkele leerlingen aan de deur zette omdat zij de verbodsbepalingen zouden hebben overtreden. De bisschoppelijke maatregelen boetten mede daardoor al na enkele jaren aan kracht in.

Na 1895 kwam er weer vaart in de studentenbeweging van het aartsbisdom. In 1903 volgde de succesvolle oprichting van het nationaal overkoepelende Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond
Het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (1903-1935) was de organisatorische vormgeving van de katholieke Vlaamse studentenbeweging: een jeugdbeweging met plaatselijke bonden van ka... Lees meer
(AKVS). Niettemin had Goossens op 3 april 1897 opnieuw een rondschrijven aan de collegedirecteurs gericht met de vraag om tot nader order bij het begin van de vakanties aan de leerlingen opnieuw zijn brief van 7 april 1892 voor te lezen. Dit gebeurde wellicht omdat hij ervoor beducht was dat de studerende jongeren in daensistisch vaarwater zouden terechtkomen. Het effect van dit bisschoppelijk schrijven bleef evenwel beperkt. In de volgende jaren deden zich in het aartsbisdom geen noemenswaardige conflicten tussen de kerkelijke overheid en de Katholieke Vlaamse Studentenbeweging meer voor.

Ook met betrekking tot de strijd van de Vlaamse beweging voor de vernederlandsing van het katholiek onderwijs hield Goossens zich voortaan op de vlakte. Toen Coremans in 1901 een nieuw voorstel indiende om zowel het vrij als het officieel onderwijs aan de toepassing van de wet van 1883 in zijn zuivere vorm (met weglating van artikel 5 dat voorzag in de mogelijkheid tot oprichting van Waalse afdelingen) te onderwerpen, namen de jezuïeten het voortouw in de strijd tegen dit 'ongrondwettelijke' voorstel. Ze deden vruchteloos een beroep op de bejaarde aartsbisschop om zich openlijk achter hun campagne te scharen. ‘Le cardinal reste toujours silencieux’, beklaagde jezuïet Jules Verest zich in november 1904 in een brief aan zijn provinciaal Joseph de Vos. Goossens’ opvolger, Désiré Mercier Mercier, Désiré
Désiré Mercier (1851-1926) was van 1906 tot 1926 de kardinaal-aartsbisschop van het aarts­bisdom Mechelen. Hij was een vurig propagandist van het Belgisch patriottisme en leefde tijdens ... Lees meer
, greep integendeel onmiddellijk de teugels nadat hij in februari 1906 de aartsbisschoppelijke zetel besteeg. Sindsdien namen de bisschoppen het initiatief in de strijd tegen een wettelijke taalregeling in het katholiek middelbaar onderwijs.

Literatuur

– J. Muyldermans, Zijne Eminentie Kardinaal Petr. Lamb. Goossens XVe aartsbisschop van Mechelen. Zijn leven en zijne werken, 1922.
– A. Simon, Goossens (Pierre-Lambert), in: Biographie Nationale, 1962, pp. 412-416, dl. 31.
– L. Gevers, Kerk, onderwijs en Vlaamse beweging. Documenten uit kerkelijke archieven over taalregime en Vlaamsgezindheid in het katholiek middelbaar onderwijs, 1830-1900, 1980.
– L. Gevers, Bewogen Jeugd. Ontstaan en ontwikkeling van de katholieke Vlaamse studentenbeweging (1830-1894), 1987.
– L. Gevers, Jezuïeten, bisschoppen en flaminganten. Documenten uit kerkelijke archieven over de controverse rond het taalregime in het katholiek middelbaar onderwijs, 1900-1906, 2008.
– J. de Maeyer, ‘De wending van de kerk naar het volk (1884-1926), in: Het aartsbisdom Meche­len-Brussel. 450 jaar geschiedenis. Dl. II. 1802-2009, pp. 101-171.

Suggestie doorgeven

1973: Robrecht Boudens / Lieve Gevers (pdf)

1998: Lieve Gevers

2023: Lieve Gevers

Databanken

Inhoudstafel