Encyclopedie van de Vlaamse Beweging

Publicatie
Andreas Stynen (2023, aanvulling), Jo Tollebeek (1998)

De tweedelige Encyclopedie van de Vlaamse beweging verscheen in 1973-1975 en gold jarenlang als het voornaamste naslagwerk met betrekking tot de geschiedenis van de Vlaamse beweging.

Volledige titel
Encyclopedie van de Vlaamse Beweging
Periode
1973 -
1975
Leestijd: 9 minuten

Het initiatief voor een Encyclopedie van de Vlaamse Beweging kwam eind jaren 1960 van schrijver Gaston Durnez Durnez, Gaston
Lees meer
, die zich bij zijn journalistiek werk voor De Standaard De Standaard (1914-)
Het eerste nummer van het dagblad De Standaard verscheen op 4 december 1918. De krant was gedurende vele decennia hét blad bij uitstek van de katholieke Vlaamse beweging in al haar varian... Lees meer
geconfronteerd zag met een tekort aan betrouwbare informatie omtrent Vlaamsgezinde figuren en initiatieven. In zijn plan voor een encyclopedisch werk verzekerde hij zich van de steun van Jozef Deleu Deleu, Jozef
Jozef Deleu (1937) richtte in 1957 het tijdschrift Ons Erfdeel en in 1970 de gelijknamige Vlaams-Nederlandse stichting op. Vooral vanaf de jaren 1980 manifesteerde hij zich als een publie... Lees meer
(stichter en hoofdredacteur van Ons Erfdeel Ons Erfdeel
De Vlaams-Nederlandse vzw Ons Erfdeel werd opgericht in 1957 en informeert via haar tijdschrift over uiteenlopende ontwikkelingen in het Nederlandse taalgebied. De titel van het gelijknam... Lees meer
) en Ludo Simons Simons, Ludo
Ludo Simons (1939) is emeritus hoogleraar en stond aan het hoofd van het Letterenhuis, de Antwerpse Stadsbibliotheek en de Antwerpse universiteitsbibliotheek. Lees meer
(adjunct-conservator van het AMVC Letterenhuis
Het Letterenhuis in Antwerpen werd in 1933 opgericht en is verantwoordelijk voor het conserveren en ontsluiten van het literaire erfgoed in Vlaanderen. Het archiveert literaire nalatensch... Lees meer
). Vooral op aandringen van die laatste werd de redactie vervolledigd met een professioneel historicus: Leuvens hoogleraar Reginald de Schryver De Schryver, Reginald
De Leuvense hoogleraar geschiedenis Reginald de Schryver (1932-2012) publiceerde – behalve over internationale historiografie en culturele en diplomatieke geschiedenis – vanaf het midden... Lees meer
, die om zijn brede (culturele) kennis en zijn ruim netwerk de voorkeur genoot boven Lode Wils Wils, Lode
Lode Wils (1929) is een emeritus hoogleraar eigentijdse geschiedenis. Hij publiceerde voornamelijk over het katholieke flamingantisme en is een van de belangrijkste geschiedschrijvers van... Lees meer
, die al veel over de geschiedenis van de Vlaamse beweging had gepubliceerd. Ook de administratieve coördinatie was met Mia Vanmaele in handen van een historica, die nauw samenwerkte met redactiesecretaris Johan Ducheyne, haar directeur bij Uitgeverij Lannoo Lannoo
Uitgeverij Lannoo werd in 1909 in Tielt opgericht. Aanvankelijk was er inhoudelijk een christelijk en Vlaams profiel met een prominente plek voor het werk van Stijn Streuvels. Later kreeg... Lees meer
. Die zou de encyclopedie publiceren met de financiële steun van het Noordstarfonds Noordstarfonds
Het Noordstarfonds (1935) ontstond als culturele stichting in de schoot van de verzekeringsmaatschappij Noordstar. Het fonds ondersteunde flamingante culturele initiatieven. Na verloop va... Lees meer
, de culturele stichting van de Vlaamsgezinde verzekeringsmaatschappij De Noordstar Noordstar
Lees meer
en Boerhaave.

Twee andere historici traden op als adviseurs van de redactie: enerzijds de oud-leider van het Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
(VNV) en historicus Hendrik Elias Elias, Hendrik
Hendrik Elias (1902-1973) was een historicus en Vlaams-nationalistisch politicus die als leider van het Vlaamsch Nationaal Verbond collaboreerde met de Duitse bezetter tijdens de Tweede W... Lees meer
, anderzijds de Nederlandse historicus Arie W. Willemsen, leerling van Pieter Geyl en auteur van een studie over het Vlaams-nationalisme in de periode 1914-1940. De betrokkenheid van Elias, die wegens collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
veertien jaar in de cel had doorgebracht, lag gevoelig en daarom werd afgesproken dat hij zich op bijdragen over de 19de eeuw zou toespitsen en zich van ideologische commentaar zou onthouden. Niettemin leidde zijn positie tot de weigering van onder meer Ger Schmook Schmook, Ger
Lees meer
, socialistisch flamingant en oud-conservator van het AMVC, om een officiële rol als medewerker op te nemen; achter de schermen stond Schmook de redactie nochtans bij, onder meer in de zoektocht naar geschikte auteurs. Ook decennia later zou de aanwezigheid van Elias nog worden ingeroepen als argument om de EVB als tendentieus af te schrijven.

Opzet en receptie

De uiteindelijk meer dan tweeduizend bladzijden tellende encyclopedie was opgezet als een monumentaal referentiewerk inzake de geschiedenis van de Vlaamse beweging. Circa 430 auteurs verzorgden het 'corpus' van 2600 lemmata, gewijd aan personen, organisaties (culturele genootschappen, politieke en militaire formaties, op economische belangenbehartiging gerichte verenigingen...), periodieke en andere publicaties, historische symbolen en mythen (als de Guldensporenslag), gebeurtenissen... In een zestigtal overzichtsartikelen werden historische (activisme, collaboratie...), geografische (Antwerpen, West-Vlaanderen...) en thematische (federalisme, openbare bibliotheken, taalwetgeving...) aspecten van de geschiedenis van de Vlaamse beweging uitgebreider behandeld. Het illustratiemateriaal was grotendeels afkomstig uit de verzamelingen van het AMVC, waar ook de wetenschappelijke assistenten van het project (achtereenvolgens Greet Plomteux en Janine Beyers-Bell) hun vaste werkplek hadden. Voor de selectie van de trefwoorden ging de redactie uit van een zo ruim mogelijke omschrijving van de Vlaamse beweging; blijkens haar ‘Woord vooraf’ begreep zij die niet alleen als een taalstrijd, maar ook als een nationale beweging en een beweging voor de geestelijke en materiële opgang van het Vlaamse volk. Zij benadrukte de heterogeniteit van de Vlaamse beweging: die was de resultante van een ‘dialectisch samenspel van politieke, sociale, economische en culturele factoren’, was gedragen door zeer verschillende groepen en figuren (met zeer uiteenlopende levensbeschouwingen) en had zowel in tijd als in ruimte zeer diverse vormen aangenomen. Het ging de redactie om de vele gezichten van de Vlaamse beweging.

De ontvangst na verschijning was overwegend positief: de EVB werd algemeen gewaardeerd als een belangrijk naslagwerk voor de kennis van (de geschiedenis van) de Vlaamse beweging. Maar tegelijkertijd klonk ook scherpe kritiek. De redactie werd al te grote fixatie op de actualiteit en al te geringe aandacht voor de sociale component van de Vlaamse beweging verweten. Van Vlaams-nationalistische zijde werd het ontbreken van een aantal historici uit eigen rang op de lijst van medewerkers betreurd, de vermeend selectieve literatuuropgave aangeklaagd en er werd verongelijkt – maar ten onrechte – opgemerkt dat ‘linkse’ themata door ‘linkse’ auteurs waren behandeld, terwijl het ‘rechtse’ auteurs niet was toegestaan de eigen onderwerpen te belichten. Anderen meenden dat men in de ‘recuperatie’ van het historisch erfdeel van de Vlaamse beweging door de politieke families, met name aan katholieke zijde, te ver was gegaan, weer anderen dat de redactie en haar medewerkers al dan niet bewust een te eenzijdig beeld van het flamingantisme hadden opgeroepen. Ten slotte werd de schizofreen genoemde houding ten aanzien van de collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de kaak gesteld: in vele bijdragen waren, zo schreef Marc Reynebeau Reynebeau, Marc
Marc Reynebeau (1956) is journalist, publicist en historicus. Als redacteur van Knack en later De Standaard ontpopte hij zich tot een gezaghebbend intellectueel die zich uitgesproken krit... Lees meer
later, ‘de collaboratiefeiten zelf verdonkeremaand’, maar waren ‘de beweegredenen van de collaborateurs vergoelijkt en zelfs verheerlijkt’.

Product en spiegel van de Vlaamse beweging

Uit tal van artikelen sprak inderdaad een duidelijk engagement. Veel auteurs van de EVB waren onmiddellijk bij de door hen beschreven gebeurtenissen betrokken geweest. De redactie gaf aan zich bewust te zijn van de risico’s, maar vaak geen alternatief te hebben en waar nodig streng te zullen ingrijpen. Hoe dan ook bemoeilijkten dergelijke medewerkers het streven van de redactie, die haar taak ‘met de koele blik van de registrator’ zei te hebben aangevangen, om een onpartijdig overzicht van de geschiedenis van de Vlaamse beweging te bieden. Vanzelfsprekend toonde het engagement zich het sterkst daar waar het de collaboratie (en repressie Repressie
Lees meer
) betrof. In vele bijdragen werd het collaboratieverleden verontschuldigd of bleven de jaren 1940-1945 ‘witte plekken’. Het artikel ‘amnestie’ besloot met een onomwonden pleidooi ‘de oorlogsproblematiek door amnestiemaatregelen op te ruimen’.

Het engagement had echter ook een veel bredere strekking. De EVB verscheen op een moment dat de Belgische staatshervorming Staatshervorming
Tussen 1970 en vandaag werden zes staatshervormingen doorgevoerd die België omvormden van een unitaire in een federale staat met drie gewesten, het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoo... Lees meer
in een stroomversnelling was geraakt. In 1971 was de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap
Lees meer
geïnstalleerd. De Vlaamse beweging had weliswaar nog niet al haar doelen bereikt, maar zij kon wel haar zegeningen tellen. De jarenlange strijd had vruchten afgeworpen; de zelfverzekerdheid groeide. De EVB hield een reflectie op die strijd in, maar was tevens een symptoom van het triomfalisme dat de Vlaamse beweging nu kenmerkte – en dat niet alleen met het geel-zwarte omslag. In de brief die de intekenaars in oktober 1975 van de uitgever ontvingen (en waarin zowel de verschijning van het tweede deel als een prijsverhoging werden aangekondigd), luidde het: ‘De “Encyclopedie van de Vlaamse Beweging” is een deel van de trots van Vlaanderen, het eremerk van de mensen die eraan hebben meegewerkt, het bezit van allen die Vlaanderen liefhebben.’ Ook de redactie zelf sprak van een ‘belijdenis’. Deze motivatie was niet in tegenspraak met de wetenschappelijke ambities: net in het ondersteunen van kritische journalistiek en de geschiedwetenschap lag het dienst- en eerbetoon aan de Vlaamse natie. Pas later, met de verdere verwetenschappelijking van het onderzoek naar de Vlaamse beweging, zou deze tweeledigheid een contradictie vormen.

Het brede engagement met de autonomer wordende ‘Vlaamse natie’ ging gepaard met een epische voorstelling van de geschiedenis van het Vlaamse volk: dat volk had zich ontwikkeld ‘van een verpauperde, slavende massa van hele of halve analfabeten tot een welvarende en zelfbewuste natie’. In dat perspectief werd de Vlaamse beweging een emancipatiebeweging die de Vlaamse natie uit haar diepe slaap had gewekt, een militante voorhoede die het oude vaderland van zijn – Belgische – ketens had bevrijd. Terwijl het programmatische eerste artikel van de encyclopedie – ‘Een beknopte geschiedenis van de Vlaamse Beweging’ door Elias – eender welk Belgisch gevoel nog onvermeld liet, kwam de anti-Belgische gedachte het meest expliciet tot uiting in het overzichtsartikel dat Frans van der Elst over de verhouding tussen België en Vlaanderen schreef. Hij besloot zijn bijdrage met de woorden: ‘De verhouding van de Vlaamse beweging tot de Belgische staat is steeds – of men dit erkende of loochende – een conflictsituatie geweest: zij heeft steeds tegen de Belgische staat moeten vechten.’ Dat was een bondige samenvatting van de Vlaams-nationalistische historiografie Historiografie
Lees meer
over de Vlaamse beweging, zoals die vanaf 1918 was gegroeid en tussen 1958 en 1969, onder meer in het werk van Elias, vaste vorm had gekregen.

Toch ging het niet louter om de bevestiging en canonisatie van het bestaande beeld van de geschiedenis van de Vlaamse beweging. De EVB werd gepubliceerd in de jaren die als het breukvlak binnen de geschiedschrijving van de Vlaamse beweging kunnen worden aangeduid. Omstreeks 1970 was een interpretatiedebat over de belangrijkste themata en gebeurtenissen uit de geschiedenis van de Vlaamse beweging ontstaan (onder meer over de aard van het 19de-eeuwse nationaal besef, het ‘natuurlijke’ karakter van het activisme en de merites van de Vlaams-nationalisten en van de Belgisch-loyale flaminganten uit het interbellum). Ook dat debat werd in de EVB weerspiegeld, onder meer door de grote aandacht voor de passivisten Passivisme
Het begrip ‘passivisme’ verwijst naar de Vlaamsgezinden die tijdens de Eerste Wereldoorlog verdere pogingen om de Vlaamse eisen te realiseren tot na het einde van het politiek-militair co... Lees meer
en minimalisten Minimalisten
De zogenaamd minimalistische flaminganten probeerden het eisenprogramma voor de Vlaamse beweging, dat tijdens de Eerste Wereldoorlog onder de leiding van Frans van Cauwelaert was tot stan... Lees meer
, wier rol in de Vlaamse beweging in de oudere historiografie zo vaak was veronachtzaamd of gehekeld. Tegelijkertijd illustreerde de EVB de verwetenschappelijking die zich eveneens omstreeks 1970 aan de universiteiten had ingezet. Als referentiewerk werd zij een deel van de infrastructuur die deze verwetenschappelijking de volgende kwarteeuw zou schragen. De meer ‘partisane’ geschiedschrijving, met directe banden met de Vlaamse beweging, verdween onder deze invloed evenwel niet, maar transformeerde zich: waar de Vlaamsgezinde overtuiging zich vroeger in expliciete apologetiek uitte, deed zij dat almaar vaker in het schrijven van een biografie als middel tot herinnering.

De impuls voor verder onderzoek die van de encyclopedie uitging, impliceerde meteen ook dat de EVB stelselmatig achterhaald raakte. Om deze veroudering op te vangen overwoog de redactie al spoedig een supplement dat aanvullingen en correcties zou bieden; om commerciële redenen ging dit plan niet door, en al zeker niet de tienjaarlijkse herhaling die Simons voorstelde. Eind jaren 1980 inspireerden de verdere verwetenschappelijking en de reeks staatshervormingen tot een meer radicale ambitie: een geheel nieuwe uitgave. Met het verschijnen van die Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse beweging (NEVB)
De opvolger van de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging zocht bij het verschijnen in 1998 expliciet afstand tot zijn voorganger door de verwetenschappelijking van het historisch onderzoek... Lees meer
in 1998 was de rol van de EVB helemaal uitgespeeld: zowel recensenten als redactieleden presenteerden de opvolger als de definitieve breuk met nationalistisch geïnspireerde historiografie, waarmee de EVB respectvol doch resoluut als verouderd opzij werd geschoven. Enkel Vlaamsgezinden in radicaal-rechtse Rechts-radicalisme
De rechts-radicale traditie begon toen het Vlaams-nationalisme in het interbellum koos voor Nieuwe Orde en collaboratie. Na de oorlog evolueerde radicaal-rechts in Vlaanderen van nostalgi... Lees meer
hoek gaven nog aan de oude boven de nieuwe encyclopedie te verkiezen.

Literatuur

– Allerhande documentatie en knipsels bewaard in Antwerpen, ADVN, DA 226/8.
– Besprekingen van F. van der Elst, E. Witte, A. de Bruyne (onder verschillende pseudoniemen), K. Dillen en H. van Velthoven in respectievelijk Wij (24 november 1973 en 18 december 1975), Links (12 januari 1974), ’t Pallieterke (10 januari 1974 en 8 januari 1976), Dietsland-Europa, jg. 19, nr. 1, 1974, pp. 15-18 (zie ook jg. 21, nr. 5, 1976, pp. 31-32) en BTNG, jg. 5, 1974, pp. 258-260.
– W. Blockmans, De Vlaamse Beweging als bestseller, in: De Vlaamse Gids, jg. 57, 1973, pp. 84-88.
– L. Schepens, ‘Bestaat de Vlaamse Beweging niet?’, in: Ons Erfdeel, jg. 17, 1974, pp. 65-74.
– L. Huyse, De Vlaamse Beweging in buckramlinnen band met goud-opdruk, in: De Nieuwe Maand, jg. 18, 1975, pp. 193-198.
– L. Simons, Vlaamse Beweging en maatschappijvisie, in: id., Cultuur en verdraagzaamheid. Blauwdruk voor praktische tolerantie, Tielt, 1976, pp. 65-94.
– H. Balthazar, De identiteit van het flamingantisme, in: F. Boenders e.a., Het boek van België. Een controversieel portret van cultureel België, Hasselt, 1980, pp. 156-179.
– M. Reynebeau, Apollo's klacht. Over cultuur in Vlaanderen en elders, Leuven, 1988, pp. 113-123.
– B. de Wever, Vlaams-nationalisme en rechts-radicalisme, in: Vlaanderen Morgen, nr. 1, 1994, pp. 5-12.
– M. Beyen, Een uitdijend verhaal. De historiografie van de Vlaamse beweging, 1995-2005, in: WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 64, 2005, bijzonder nummer, pp. 18-33.
– L. Simons, Een standaardwerk in perspectief. De Encyclopedie van de Vlaamse Beweging na 50 jaar. In memoriam Reginald de Schryver (1932-2012) en Gaston Durnez (1928-2019), in: WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 79, 2020, nr. 2, pp. 140-169.
– A. Fuhrmann, ‘The Encyclopaedic Nation’, onuitgegeven lezing op ‘ASEN Conference on nationalism and media, Antwerpen, 5-7 april 2022.

Suggestie doorgeven

1998: Jo Tollebeek (pdf)

2023: Andreas Stynen

Inhoudstafel