Klein Seminarie van Sint-Niklaas

Organisatie
Robbe Devriese (2023, herwerking), Bert Woestenborghs (1998)

Het Klein Seminarie van Sint-Niklaas, gesticht in 1808 en sinds de fusie met het Sint-Jozefinstituut in 1950 herdoopt tot Sint-Jozef-Klein-Seminarie, had lange tijd de reputatie een broeihaard van flamingantisme te zijn.

Alternatieve naam
Klein Seminarie Sint-Niklaas
Oprichting
1808
Leestijd: 14 minuten

Het Klein Seminarie van Sint-Niklaas werd lange tijd met flamingantisme geassocieerd, al manifesteerde dit zich in verschillende periodes in verschillende mate bij zowel het lerarenkorps als de leerlingenverenigingen.  Onder superior Antoine Stillemans Stillemans, Antoine
Geestelijke Antoine Stillemans (1832-1916) voerde als superior van het Klein Seminarie van Sint-Niklaas een Vlaamsgezind beleid. Na zijn benoeming als bisschop van Gent kwam hij in confli... Lees meer
was het college een voorloper in het gebruik van het Nederlands. Voor en tijdens het interbellum waren in en rond de school Vlaamsgezinde verenigingen actief als de Klauwaerts, 't Soete Waeslant en de Waassche Studentenkring, die gaandeweg aansluiting vonden bij het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond
Het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (1903-1935) was de organisatorische vormgeving van de katholieke Vlaamse studentenbeweging: een jeugdbeweging met plaatselijke bonden van ka... Lees meer
(AKVS). In de naoorlogse periode belichaamde met name priester-dichter Anton van Wilderode Coupé, Cyriel
Cyriel Coupé (1918-1998), beter bekend onder zijn pseudoniem Anton van Wilderode, was priester, auteur, dichter en classicus. Lees meer
het flamingantisme op het college.

Gesticht in 1808 als bisschoppelijk college, vervolgens tweemaal gesloten door het conflict tussen bisschop Maurice de Broglie de Broglie, Maurice
Maurice de Broglie (1766-1821) was bisschop van Gent. Hij verzette zich tegen het regime van Napoleon en later tegen dat van Willem I. Lees meer
en Willem I der Nederlanden, Willem I
Willem I (1772-1843) was koning der Nederlanden van 1815 tot 1840, en dus ook tussen 1815 en 1830 (de jure tot 1839) van het zuidelijke deel daarvan. Zijn beleid inzake de nationale taal ... Lees meer
, tot de definitieve heropening in januari 1830. Vanaf 1846 werd een afdeling filosofie toegevoegd waardoor het officieel een klein seminarie werd. Als voorbereidende afdeling werd in 1839 het Sint-Jozefinstituut (Institution Saint-Joseph) met een daaraan verbonden normaalschool opgericht, dat later tot zelfstandige schooleenheid evolueerde. Ruim honderd jaar later, in 1950, werd de afdeling filosofie afgeschaft en versmolten beide scholen tot het Sint-Jozef-Klein-Seminarie (SJKS).

Het taalonderwijs en -regime

Na 1830 was het onderwijs Onderwijs
Lees meer
nog sterk Latijns getint. Pas halverwege de jaren 1840 drukte het Frans nadrukkelijk zijn stempel op het schoolgebeuren, vanaf 1850 waren zowel onderwijs als administratie integraal Frans. In de beginjaren na de heropening stonden Latijn, geschiedenis, aardrijkskunde, Frans en rekenkunde op het curriculum. In 1818 werd een vrije cursus Grieks ingevoerd die in 1823 verplicht werd. Het ‘Vlaams’ (lingua belgica) werd voor het eerst geïntroduceerd in 1822, aanvankelijk enkel in de lagere klassen, vanaf 1825 ook in de hogere. Mogelijk speelde de  invloed van de flamingantische poësisleraar tussen 1830-1836 Constant Duvillers Duvillers, Constant
De Vlaamsgezinde priester Constant Duvillers (1803-1885) bracht tussen 1839 en 1851 een aantal publicaties uit waarin hij de (officiële) verwaarlozing van het Nederlands aanklaagde. ... Lees meer
daarbij een rol. Het Nederlands (lingua flandrica genoemd in de eerste drie jaren, lingua belgica in de syntaxis) werd in 1837 in de eerste drie jaren en vanaf 1842 in alle klassen algemeen onderwezen. (Hiermee liep het Klein Seminarie voor op vele andere colleges, maar ook op het Rijksonderwijs, waar het vak Nederlands voorgeschreven werd in 1850.) Eerder al, vanaf 1834, bestonden facultatieve cursussen Engels, Duits en Italiaans en kregen alle studiejaren Frans. De bewaarde palmaressen geven een indicatie van het taalgebruik: tot 1850 volledig in het Latijn, vanaf dan volledig in het Frans. In 1907 werden voor het eerst vakken en klasnamen in het Nederlands aangeduid. In 1921 vervoegde een Nederlandstalig titelblad het Franse en in 1930 was het palmares volledig Nederlands.

In de vroege jaren werd nog gebruik gemaakt van het signum linguae Signum linguae
Het Signum Linguae diende in de Vlaamse middelbare scholen om de verfransingsdruk onder de leerlingen te vergroten. Het werd in 1895 en 1906 officieel verboden. Lees meer
om het gebruik van het Nederlands onder scholieren te ontmoedigen. Toch werd al in 1836 voor het eerst een Vlaams blijspel met flamingantische en democratische inslag opgevoerd, geschreven door Duvillers. In de jaren 1840 publiceerde leraar F. van de Velde over de Nederlandstalige letterkunde in België. Jan Basiel Martens Martens, Jan
Kanunnik Jan Martens (1828-1900) publiceerde een aantal veel verkochte Nederlandstalige populair-wetenschappelijke en letterkundige boeken. Lees meer
gaf vanaf 1849 als leraar wis- en natuurkunde en voorzitter van de Société Littéraire (1868-1899) gedurende meer dan 50 jaar les vanuit een Vlaamsgezinde inspiratie en ook zijn vulgariserende werken in het Nederlands bleken invloedrijk. Vanaf 1867 werden bij de prijsuitreikingen voor werken van de Société Littéraire zowel werken in het Latijn, Frans als Nederlands bekroond en na verloop van tijd werden ook steeds meer Nederlandse bijdragen ingediend. Vanaf 1870 werden Nederlandstalige cantates opgevoerd bij proclamaties.

Het Nederlands werd lange tijd aangeleerd door middel van de handboeken van Jan Baptist David David, Jan-Baptist
Jan-Baptist David (1801-1866) was een katholiek priester, en vanaf 1834 hoogleraar nationale taal, letterkunde en geschiedenis aan de Katholieke Universiteit in Mechelen en Leuven. Hij sp... Lees meer
, hoewel de verwante Normaalschool het in haar tijdschrift De Katholieke School opnam voor taalparticularistische visie van Guido Gezelle Gezelle, Guido
Guido Gezelle (1830-1899) was een Vlaamse priester die de Vlaamse volkstaal verdedigde binnen het algemeen Nederlands. Hij verwierf grote bekendheid als lyrisch dichter van religieuze nat... Lees meer
. Bij de Nederlandstalige literatuur die aan bod kwam tijdens het curriculum gedurende de 19de eeuw waren schrijvers uit de romantische Vlaamse beweging goed vertegenwoordigd: de leerlingen lazen Karel Lodewijk Ledeganck Ledeganck, Karel L.
Karel Lodewijk Ledeganck (1805-1847) was een Vlaams ambtenaar, politicus, jurist en dichter uit Eeklo. Hij was een cultuurflamingant en schreef een dichterlijke trilogie die in de Vlaamse... Lees meer
en Hendrik Conscience Conscience, Hendrik
Hendrik Conscience (1812-1883) was de eerste auteur die het in België aandurfde een roman in het Nederlands te schrijven en te publiceren. Zijn oeuvre van zo’n 65 romans, dat ook een bred... Lees meer
; aan het einde van de eeuw kwamen ook auteurs als Jan Frans Willems Willems, Jan Frans
Jan Frans Willems (1793-1846), de “vader van de Vlaamse beweging”, was dichter, polemist, filoloog, tekstediteur en initiatiefnemer of lid van tal van academies en genootschappen in binne... Lees meer
en Hugo Verriest Verriest, Hugo
De Vlaamsgezinde en progressieve priester en letterkundige Hugo Verriest (1840-1922) was een van de belangrijkste intellectuele inspirators van de katholieke flamingantische scholieren- e... Lees meer
aan bod. De bibliotheek van het Klein Seminarie bevatte werken van zowel Zuid- als Noord-Nederlandse schrijvers.

Het Klein Seminarie werd zowel in de parlementaire debatten over de taalwet voor het officieel onderwijs in 1882-1883 (door onder meer volksvertegenwoordiger Louis De Sadeleer en senator Jules Lammens) als in het studententijdschrift De Student De Student
De Student was een katholiek scholieren- en studententijdschrift dat verscheen van 1881 tot in 1930. Het was voor 1914 het meest gezagvolle orgaan van de Katholieke Vlaamse Studentenbeweg... Lees meer
geloofd voor zijn Vlaamsgezinde houding en als voorbeeld van hoe het Nederlands een rol van betekenis kon spelen in het onderwijs. Het Klein Seminarie van Sint-Niklaas speelde zo een voortrekkersrol in de vernederlandsing die in 1890 door de bisschoppen ingevoerd werd. In 1894 verordonneerde bisschop Antoine Stillemans Stillemans, Antoine
Geestelijke Antoine Stillemans (1832-1916) voerde als superior van het Klein Seminarie van Sint-Niklaas een Vlaamsgezind beleid. Na zijn benoeming als bisschop van Gent kwam hij in confli... Lees meer
(voormalig superior van het Klein Seminarie) het gebruik van het ‘Vlaams’ in de Oost-Vlaamse colleges. Vanaf 1910 verliepen de lessen Engels, Duits, aardrijkskunde en geschiedenis in het Nederlands. Vijf jaar later werd het Nederlands de voertaal buiten de lessen en bij de prijsuitdeling. De volledige vernederlandsing volgde in 1932 door de wet van 14-15 juli, waar het Klein Seminarie in de feiten veelal op vooruit gelopen had.

Het verenigingsleven tot 1914

In 1846 stichtte filosofiestudent Désiré Cooreman een Société chorale waar ook eigen composities opgevoerd werden, aanvankelijk allemaal in het Frans, al kwamen wel Vlaamse thema’s aan bod. Zo stonden onder meer de cantates Les Flamands avant la Bataille de Courtrai en Chant de triomphe après la Bataille de Courtrai op het repertoire. Een eerste jubelzang in de Vlaamse taal werd opgevoerd in 1856. Onder impuls van bisschop Lodewijk-Jozef Delebecque werd in 1848 in het Klein Seminarie een Société littéraire opgericht. Onder toezicht van leraars droegen leerlingen voor uit eigen werk, aanvankelijk alleen in het Frans, maar de teksten handelden vaak wel over de Vlaamse taal en geschiedenis.

Vanaf halverwege de jaren 1850 bedienden de leerlingen zowel in de lettergilde als in het Klein Seminarie zelf zich regelmatiger van het Nederlands en kwamen steeds meer Vlaamsbewuste thema's aan bod. Naast de eerder vermelde Martens werd deze ontwikkeling volop gedragen door oud-leerling Antoine Stillemans, eerst als leraar, later als superior (1867-1888). Herhaaldelijk plaatste hij het Nederlands als moedertaal op de voorgrond, maar tegelijk benadrukte hij de kennis van het Frans als noodzakelijk voor de algemene intellectuele vorming. Hij liet toe dat de jaarlijkse feestcantate vanaf 1870 in het Nederlands werd opgesteld, hechtte zijn goedkeuring aan de Vlaamse onderwerpen die in het schooltoneel werden behandeld en haalde al in 1874 Lodewijk de Koninck De Koninck, Lodewijk
Lodewijk de Koninck (1838-1924) was een Vlaamsgezinde onderwijzer en romantische taalflamingant, die sympathiseerde met het West-Vlaamse taalparticularisme van Gezelle en zich inzette voo... Lees meer
naar het Klein Seminarie om hem te laten voordragen uit diens Menschdom verlost. (De Koninck zou op zijn beurt het gedicht ‘Lof aan de jeugd’ opdragen aan het Sint-Niklase college.) Bovendien was hij in 1875 medestichter van de Davidsfonds Davidsfonds
Het Davidsfonds is een katholieke Vlaamse cultuurvereniging, die werd opgericht in januari 1875. Lees meer
afdeling in Sint-Niklaas. Er ging ook een grote invloed uit van een andere medestichter van het Davidsfonds, Hendrik Claeys Claeys, Hendrik
Hendrik Claeys (1838-1910) was een Vlaamsgezinde priester-leraar, schrijver en redenaar, die in 1875 betrokken was bij de oprichting van het Davidsfonds. Lees meer
, die in 1869 werd aangesteld als leraar van de poësis. Deze bekende flamingantische redenaar was een van de eersten die tijdens zijn lessen Nederlandstalige werken liet voordragen.

Wellicht spontaan gegroeid uit de lettergilde en gesteund door de positieve houding van directie en leerkrachten ontstond begin jaren 1870 ook in het Klein Seminarie van Sint-Niklaas een studentenbond, de Klauwaerts, die onder impuls van leerling Amaat Joos Joos, Amaat
Amaat Joos (1855-1937) was een katholiek priester-leraar, pedagoog en taalkundige. Hij was actief en leidinggevend in de Vlaamse katholieke scholierenbeweging en richtte zich als pedagoog... Lees meer
(later directeur van de bisschoppelijke normaalschool) een bloeiende werking kende. Er werden contacten gelegd met de studentenwerking in Mechelen, onder leiding van Pol de Mont De Mont, Paul
Paul de Mont (1895-1950) was toneelschrijver, journalist en hoofdredacteur van verschillende kranten. Als leidende figuur van Rex-Vlaanderen zette hij zich voor in voor de samenwerking va... Lees meer
die bevriend was met Eugeen de Lepeleer, leraar aan het Klein Seminarie in Sint-Niklaas. Dat resulteerde in de uitgave van een bundel literaire bijdragen en samenkomsten in de vakanties. De Groote Stooringe in het Klein Seminarie van Roeselare werd actief opgevolgd, wat zich uitte door de veelvuldige bijdragen voor het studentenblad De Vlaamsche Vlagge De Vlaamsche Vlagge (1875-1933)
De Vlaamsche Vlagge (1875-1933) was een West-Vlaams scholieren- en studententijdschrift onder wisselende redactie van seminaristen, universiteitsstudenten en priester-leraars. Het ademde ... Lees meer
. In de periode 1895-1906 leverden studenten van het Sint-Niklase Klein Seminarie 206 bijdragen, het grootste aantal na West-Vlaanderen. De ingezonden teksten handelden over het Vlaamse katholieke geloof, taal en zeden en werden bijna alle ondertekend met de eigen naam.

Albrecht Rodenbach Rodenbach, Albrecht
Albrecht Rodenbach (1856-1880) was een West-Vlaams studentenleider en dichter, die een sleutelrol speelde in het ontstaan van de Blauwvoeterij en de katholieke Vlaamse studentenbeweging. ... Lees meer
complimenteerde de bond uit Sint-Niklaas met haar gedegen werking. De ambities van De Mont, Joos en Rodenbach leidden in de paasvakantie en in september 1877 tot de organisatie van de eerste studentenlanddagen in Gent waarop de Sint-Niklase studenten de overgrote meerderheid uitmaakten. Nog op 30 april 1878 organiseerde Joos, ondertussen al naar het Grootseminarie in Gent vertrokken, een gewestelijke landdag in Puurs voor het Waasland, Antwerpen en Mechelen. In augustus 1886 werd in Sint-Niklaas onder impuls van Hector Lebon Lebon, Hector
De Vlaamsgezinde en maatschappelijk bewogen advocaat Hector Lebon (1863-1935) begon zijn politieke loopbaan in de daensistische beweging, maar stapte later over naar de katholieke partij.... Lees meer
een gouwdag voor de Oost-Vlaamse studentenwerking georganiseerd die volledig in het teken van de vernederlandsing van het onderwijs stond. Met steun van Stillemans kwam dat jaar een Vlaamsgezinde leerlingengilde tot stand die op het einde van het schooljaar meer dan honderd leden telde.

In 1885 wees Claeys er tijdens een Davidsfonds-jubileum op dat in het Klein Seminarie een geest heerste die ‘geheel en gansch onverbasterd Vlaamsch’ was. Door het meevoelende beleid van superior Stillemans leidde dit in Sint-Niklaas, in tegenstelling tot in sommige andere colleges, niet tot ‘stooringen’. Stillemans’ opvolger Charles Massez (1888-1901), was de Vlaamse zaak echter minder genegen. Dit blijkt uit een brief uit 1897 aan de ondertussen tot bisschop benoemde Stillemans waarin Massez deze aanspoorde om te reageren tegen de katholieke Vlaamse studentenbeweging en de toenemende vernederlandsing in de scholen. Hieruit valt af te leiden dat er op de schoolbanken nog steeds een grote Vlaamsgezindheid bestond die moeilijk te beteugelen viel.

Vanaf 1908 leverden de leerlingen uit het Klein Seminarie geen bijdragen meer voor De Vlaamsche Vlagge. Wel werd een intra-muroswerking opgezet, 't Soete Waeslant geheten, met een min of meer geheim karakter maar vanaf 1895 oogluikend toegestaan. De belangrijkste activiteit bestond uit het rondgeven van een geïllustreerd schrijfboek in handschrift met bijdragen van scholieren (onder anderen Filip de Pillecyn De Pillecyn, Filip
Filip De Pillecyn (1891-1962) was schrijver en journalist. Hij was actief in de Frontbeweging, werkte voor De Standaard en De Tijd en stichtte het satirisch weekblad Pallieter. Tijdens de... Lees meer
en Edward Poppe Poppe, Ward
Edward Poppe (1890-1924) was een Vlaamsgezinde priester die in 1999 zalig werd verklaard door Paus Johannes Paulus II. Lees meer
). Gaandeweg zocht 't Soete Waeslant aansluiting bij het Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond Algemeen Katholiek Vlaamsch Studentenverbond
Het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond (1903-1935) was de organisatorische vormgeving van de katholieke Vlaamse studentenbeweging: een jeugdbeweging met plaatselijke bonden van ka... Lees meer
(AKVS), waarvan oud-leerling Leo van Puyvelde Van Puyvelde, Leo
Leo van Puyvelde (1882-1965) richtte als student aan de Leuvense universiteit in 1903 mee het Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond op en was tot 1914 erg bedrijvig binnen het kathol... Lees meer
een medestichter was. Wat de extra-muroswerking betrof, werd in 1893 de Waassche Studentenkring gesticht met een eigen blad Waassche Strijd. Deze stadsbond bleek snel succesvol en legde meer een nadruk op het sociale vraagstuk: onder het voorzitterschap van Hendrik Heyman Heyman, Hendrik
Hendrik Heyman (1879-1958) engageerde zich in de christelijke vakbeweging en in de katholieke partij. Hij was onder meer de voorzitter van het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV) en va... Lees meer
organiseerde deze in 1909 een Vlaamsche Sociale Studentenweek en werden lezingen rond het thema gegeven door onder anderen Prosper Thuysbaert Thuysbaert, Prosper
Jonkheer Prosper Paul Thuysbaert (1889 - 1965) was notaris in en burgemeester van zijn geboortestad Lokeren en hoogleraar aan de Leuvense universiteit. Wat de Vlaamse kwestie betreft spee... Lees meer
.

Het verenigingsleven tussen 1914-1940

Van de 477 studenten die zich tussen 1916 en 1918 inschreven aan de Vlaamsche Hoogeschool, de door de Duitse bezetter vernederlandste Gentse universiteit, volgden er 21 hun middelbaar aan het Klein Seminarie. Verschillenden onder hen engageerden zich binnen het activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
; bijna allen waren lid van het Gentsch Studentencorps Gentsch Studentencorps
Het Gentsch Studenten Corps (GSC) was de overkoepelende vereniging van de Vlaamse studenten aan de Rijksuniversiteit Gent in de jaren 1930. Lees meer
Hou ende Trou Gentsch Studentencorps Hou ende Trou
Hou ende Trou – officieel het Gentsch Studentencorps Hou ende Trou (GSC) – was de overkoepelende studentenvereniging aan de door de Duitse bezetter vernederlandste Gentse universiteit (19... Lees meer
. De meesten hadden een Vlaamsgezinde achtergrond en waren lid geweest van 't Soete Waeslant of de Waassche Studentenkring. Uitgesproken voorstanders van de Vlaamsche Hoogeschool binnen de stadsbond waren voorzitter Marcellijn Dewulf Dewulf, Marcellijn
Marcellijn Dewulf (1898-1980) behaalde tijdens de Eerste Wereldoorlog een kandidaatsdiploma wis- en natuurkunde aan de door de Duitse bezetter vernederlandste Gentse universiteit. In zijn... Lees meer
en Emiel van Haver Van Haver, Emiel
De Vlaamsgezinde katholiek Emiel van Haver (1899-1966) was van midden mei 1940 tot begin september 1944 burgemeester van Sint-Niklaas. Lees meer
. Ook collegebond-voorzitter Gerard van de Steen trok naar Gent. De stadsbond onderhield contact met vooraanstaande activisten als Reimond Speleers Speleers, Reimond
Lees meer
en Karel Heynderickx Heynderickx, Karel
Karel Heynderickx (1875-1962), die zich tijdens zijn rechtenstudie aan de Leuvense universiteit bijzonder actief betoonde in de katholieke flamingantische studentenbeweging, was vanaf 190... Lees meer
. Die laatste was medeoprichter van de Waassche Studentenkring en fungeerde in Gent als aanspreekpunt voor studenten uit Sint-Niklaas. Ook oud-leerling August Borms Borms, August
August Borms (1878-1946) speelde een prominente rol in de activistische collaboratie tijdens de Eerste Wereldoorlog en groeide nadien uit tot hét symbool van de amnestiebeweging, die een ... Lees meer
wierf voor de Vlaamsche Hoogeschool, wat onder meer Gerard de Paep De Paep, Gerard
Arts en chirurg Gerard de Paep (1898-1985) was ook erg bedrijvig als Vlaams-nationalistisch politicus, met name in zijn geboortestreek, het Land van Waas. Tijdens het interbellum was hij ... Lees meer
inspireerde om zich in te schrijven. Het lerarenkorps was intussen minder opgezet met de vernederlandste universiteit. Dewulf werd door retoricaleraar Albert de Beer verzocht ‘in naam van alle leraars nooit geen voet meer in het College te zetten’.

In 1919 kwam er een doorstart van de collegebond. Nog steeds vormden de driemaandelijkse bijdragen voor het collegeschrift de hoofdmoot van de werking en ook nu werden de publicaties van 't Soete Waeslant oogluikend toegestaan. Zoals overal had de oorlog de zaken meer op scherp gesteld. Met name in de filosofie-afdeling was een deel actieve flaminganten. Zij zagen zich zelfs gesteund door geestelijk directeur August Nobels Nobels, August
Priester en beeldend kunstenaar August Nobels (1884-1938) behoorde tijdens de Eerste Wereldoorlog aan het IJzerfront tot het zowel Vlaams- als Belgischgezinde milieu rond de krant De Bel... Lees meer
, een voormalig frontaalmoezenier die met zijn leerlingen onder meer toneelwerk van Lodewijk Dosfel Dosfel, Lodewijk
Lodewijk Dosfel (1881–1925) was een jurist die in de Vlaamse beweging bekendheid verwierf door zijn engagement in de Vlaamse katholieke studentenbeweging en in de campagne voor Vlaamse ta... Lees meer
bracht. Sporadisch manifesteerden de leerlingen hun Vlaamse overtuiging. Zo werd bij het spelen van het Belgisch volkslied niet rechtgestaan, terwijl De Vlaamse Leeuw De Vlaamse Leeuw
De Vlaamse Leeuw (1847) is een nationaal Vlaams lied op tekst van Hippoliet van Peene en muziek van Karel Miry. Op 11 juli 1985 werden tekst en muzikale notatie officieel vastgelegd als V... Lees meer
uit volle borst werd meegezongen. Een leeuwenschildje op de vestkraag of Vlaamse protestliederen tijdens schaarse buitenschoolse activiteiten werden door de leerkrachten stilzwijgend getolereerd. Nochtans verschenen in het collegeschrift ook uitdrukkelijk politiek geladen stukken en gedichten, bijvoorbeeld over het uitblijven van de vernederlandsing van de universiteit of de dood van Herman van de Reeck Van den Reeck, Herman
Herman van den Reeck (1901-1920) was een Vlaamsgezinde links-radicale student, die zich van 1916 tot zijn overlijden in 1920 engageerde in de activistische jongerenbeweging. Toen Van den ... Lees meer
. De leerlingen lijken over het algemeen echter weinig tegenwerking te hebben ondervonden. -

Vanaf 1927 spoorde bisschop Honoré Jozef Coppieters Coppieters, Honoré
Honoré Coppieters (1874-1947) was vanaf 1927 bisschop van Gent. Hij verzette zich tegen het activisme en 'buitensporigheden van het Vlaams-nationalisme', maar steunde de Vlaamse taaleisen... Lees meer
(zelf een oud-leerling) superior Felix Vercruysse Vercruyssen, Felix
Felix Vercruyssen (1892-1952), priester van het bisdom Gent, was professor wijsbegeerte en vervolgens superior aan het Klein Seminarie van Sint-Niklaas. Als diocesaan proost van de kathol... Lees meer
n
(1926-1936) aan een Katholieke Actie-werking voor studenten uit te bouwen. Dat resulteerde in 1929 in de opheffing van de intra-murosbond en de overgang naar de Katholieke Studentenactie Katholieke StudentenActie
De Katholieke Studentenactie (KSA) was een (jeugd)beweging rond Katholieke Actie. Ze was gericht op scholieren en beschouwde zichzelf als een erfgenaam van de Katholieke Vlaamse Studenten... Lees meer
(KSA). Hoewel Vercruyssen in zijn jeugd nog AKVS-leider geweest was, trad hij vanaf dan op tegen scholieren die het AKVS-gedachtegoed bleven verspreiden. Ook met de Waassche Studentenkring – ondertussen aangesloten bij het AKVS – kwam het bijna tot een breuk, ondanks bemiddelingspogingen van priester-toneelcriticus Aloïs de Meyer.

Toch bleef een aantal leerlingen AKVS-standpunten verspreiden. In publicaties als Bardis (Kath. Vlaamsch-Nationaal tijdschrift voor Oost-Vlaamsche Jongstudenten) verschenen polemieken gericht tegen superior Vercruyssen, die geprobeerd zou hebben studenten te doneren voor missiewerk of een huldebrief aan de koning te ondertekenen. In 1930 werd het Klein Seminarie een verzetshaard tegen de beslissing van de bisschop om studenten te verbieden lid te zijn van niet bij de KSA aangesloten jeugdgroeperingen. Een oud-leerling sprak twintig jaar later over ‘de geest der Blauwvoeterie Blauwvoeterij
Blauwvoeterij is de benaming voor de eerste fase van de katholieke Vlaamse studentenbeweging, vanaf de ‘Groote Stooringe’ in 1875 in het Klein Seminarie van Roeselare tot omstreeks 1880, ... Lees meer
en het gemis aan begrip tegenover de jeugd waarvan meer dan een blijk werd gegeven’. In 1935 werd het geradicaliseerde AKVS ontbonden en werden nieuwe generaties leerlingen zonder meer lid van de KSA. Eerder dan de oude tegenstelling tussen KSA en AKVS won nu de tegenstelling tussen KSA en de veeleer belgicistisch geachte scouts aan belang.

De naoorlogse periode

In 1947 besloot bisschop Coppieters om de afdeling wijsbegeerte na iets meer dan een eeuw opnieuw af te scheiden van het middelbaar onderwijs. Zijn opvolger Karel Justinus Calewaert nam vervolgens de beslissing om de leerlingen van het Sint-Jozef-Instituut over te brengen naar de nu leegstaande klassen van het Klein Seminarie, wat de basis werd voor het nieuwe SJKS. Na het vertrek van de filosofie bleef slechts een kleine groep van 196 leerlingen achter. De hoofdmoot van de scholieren werd nu geleverd door Sint-Jozef (608). Deze kwamen vaak uit een ander milieu en de fusie kende initieel dan ook enkele jaren van groeipijnen.

Over het scholieren- en verenigingsleven aan het naoorlogse college dient nog verder onderzoek te gebeuren. Alleszins lijkt het erop dat er van een uitgesproken politiek karakter, zoals tijdens het interbellum, minder sprake was. Toch vangen we occasioneel glimpen op van Vlaamsgezindheid onder de leerlingen. Bij sommigen leefde een enthousiasme voor de standaardtaal Standaardtaal
De standaardtaal is het product van renaissancistische opvattingen over taal en het resultaat van een reeks concrete taalinterventies. In het Nederlandse taalgebied leidde dit naar een St... Lees meer
: een groep organiseerde zich in een zogenaamde ABN-kern ABN-kernen
Vereniging van en voor scholieren met het oog op de verspreiding van het Algemeen Beschaafd Nederlands-ABN (1951-1982). Lees meer
en richtte een voordrachtwedstrijd in om te beoordelen wie als beste het ‘algemeen beschaafd Nederlands’ onder de knie had.  De voorgedragen gedichten droegen daarbij vaak een flamingantische stempel, met werk van onder meer Cyriel Verschaeve Verschaeve, Cyriel
Cyriel Verschaeve (1874-1949) was een West-Vlaamse priester, literair auteur, kunstbeschouwer en publicist, die bekend werd als icoon van de Frontbeweging en het opkomende Vlaams-national... Lees meer
, Wies Moens Moens, Wies
Lees meer
, Rodenbach en Verriest.

Mogelijk zien we hier de invloed van priester-dichter Cyriel Coupé Coupé, Cyriel
Cyriel Coupé (1918-1998), beter bekend onder zijn pseudoniem Anton van Wilderode, was priester, auteur, dichter en classicus. Lees meer
, beter bekend onder zijn schrijverspseudoniem Anton van Wilderode. Deze was de belangrijkste auteur van flamingantisch geïnspireerde poëzie van zijn generatie en maakte als leraar Latijn en Nederlands in de poësis tussen 1946 en 1982 geen geheim van zijn overtuigingen. Hoewel te jong om zelf lid geweest te zijn, noemde hij het AKVS ‘de beste studentenbeweging die er ooit in Vlaanderen heeft bestaan: idealistisch, belangloos, vooruitstrevend, sociaal’. Op het SJKS beïnvloedde Van Wilderode een nieuwe generatie schrijvers, al hielden die er soms radicaal andere politiek-ideologische opvattingen op na: met name Tom Lanoye Lanoye, Tom
Tom Lanoye (1958) is sinds de jaren 1980 een van de meest spraakmakende en bestverkopende schrijvers van het land, actief in alle literaire genres en via een niet aflatende stroom columns... Lees meer
zou, hoewel altijd lovend voor diens kwaliteiten als schrijver en leraar, zich meermaals kritisch uitlaten over het gedachtegoed dat Van Wilderode propageerde. Die was immers ook een apologeet van de collaboratie Collaboratie
Collaboratie verwijst naar de samenwerking met de bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog, in casu van het Vlaams-nationalisme en een deel van de Vlaamse beweging. Lees meer
en schuwde de controverse niet: nadat de Vlaamse Militanten Orde Vlaamse Militanten Orde (1950-1971)
De Vlaamse Militanten Orde was een Vlaams-nationale militantenorganisatie die werd opgericht in 1950, aanvankelijk ter ondersteuning van de Vlaams-nationale partijpolitiek. Lees meer
het lijk van Cyriel Verschaeve overbracht uit Solbad Hall droeg hij een homilie op in de Collegekerk.

Ook een andere prominente collaborateur, oud-leerling August Borms Borms, August
August Borms (1878-1946) speelde een prominente rol in de activistische collaboratie tijdens de Eerste Wereldoorlog en groeide nadien uit tot hét symbool van de amnestiebeweging, die een ... Lees meer
, werd nog lange tijd geëerd op het SJKS: in 1967 vond een eerste herdenking plaats in de Collegekerk, georganiseerd door de Bormswerkgroep met sprekers als Gerard de Paep, Amedee Verbruggen Verbruggen, Amedee
De Vlaams-nationalist Amedee Verbruggen (1886-1980) was in zijn geboorteplaats Bazel vanaf 1921 gemeenteraadslid en van 1941 tot 1944 schepen. Lees meer
, Maurits Coppieters Coppieters, Maurits
De progressieve Vlaams-nationalist en christelijke humanist Maurits Coppieters (1920-2005) was vanaf het midden van de jaren 1960 een van de boegbeelden van de Volksunie (VU). Lees meer
en Nelly Maes Maes, Nelly
Nelly Maes (1941) was een Belgische politica voor de Volksunie en na 2001 voor het links-liberale Spirit. Haar uitgesproken politiek activisme manifesteerde zich vooral op het vlak van vr... Lees meer
. De jaarlijkse zielenmis voor Borms op palmzondag werd, ook na zijn pensioen, voorgegaan door superior Daniël de Smet (1974-2000). In 1984 vond in het SJKS een driedaagse plaats ronds Borms met een ‘vormingsdag’ en een tentoonstelling van de Kruisweg van Flor de Raet De Raet, Flor
Flor de Raet (1911-1995) was een textieltekenaar en ontwerper, die op latere leeftijd naam maakte als schilder en houtsnijder. In Vlaamsgezinde kringen werd hij vooral bekend om de kruisw... Lees meer
in de Calfac-zaal. Een jaar eerder organiseerde de Gebroeders Van Raemdonck Gebroeders van Raemdonck
De broers Edward en Frans van Raemdonck waren twee Vlaamsgezinde soldaten in het Belgische leger, die door hun gezamenlijke dood op het slagveld symbool gingen staan voor zowel de ideale ... Lees meer
kring in de Calfac een tentoonstelling met de titel Meer op weg voor Vlaanderen. Bezoekers konden er kennis maken met de werking van verschillende lokale flamingantische en Vlaams-nationalistische verenigingen, die voor de gelegenheid de onderlinge verschillen opzij zetten. In tegenstelling tot de vooroorlogse periode, toen de superiors politieke uitingen trachtten te onderdrukken ten voordele van een strikt religieuze moraliteit, manifesteerden het politieke en religieuze zich na de oorlog harmonieus onder invloed van katholieke Vaamsgezinden als De Smet en Van Wilderode.

Literatuur

— G. Faelens, Histoire du Petit Séminaire de St. Nicolas 1808-1908, 1908.
— De Vlaamsche Studentenbeweging te Sint-Niklaas, in: De Kerel. Gildeblad uitgegeven door den “Waassche Studentenkring”, jg. 1, 1924, nrs. 2-6.
— F. de Graeve, Rodenbach en de Vlaamse studentenbeweging in Waasland, in: Kruis en Leeuw in het Waasland, jg. 4, 1956, nr. 3, pp. 4-13.
— G. Bruynincx, Honderdvijftig jaar! St-Jozef-Klein-Seminarie te St.-Niklaas 1808-1958. Geschiedkundige schets, 1958.
— L. Collin, Antoine Stillemans (°1832) XXIVe bisschop van Gent, 1890-1916. Biografie tot 1893, KUL, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1977, 2 dl.
— J. Florquin, Anton van Wilderode, Dorpvaart 58bis, 9080 Moerbeke-Waas, in: Ten huize van..., dl. 14, 1978, pp. 9-59.
— L. Gevers, Kerk, onderwijs en Vlaamse Beweging. Documenten uit kerkelijke archieven over taalregime en Vlaamsgezindheid in het katholiek middelbaar onderwijs, 1830-1900, 1980.
— L. Vos, Bloei en ondergang van het AKVS: Geschiedenis van de Katholieke Vlaamse Studentenbeweging 1914-1935, 1982, 2 dl.
— L. Collin, Antoine Stillemans (1832-1916) en de Vlaamse studentenbeweging aan het Klein Seminarie te Sint-Niklaas (1860-1888), in: Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, jg. 86, 1983, pp. 45-65.
— L. Gevers, Bewogen Jeugd: Ontstaan en ontwikkeling van de katholieke Vlaamse studentenbeweging (1830-1894), 1987.
— P. Heyrman en R. van Wassenhove, De Katholieke Studentenactie te Sint-Niklaas 1927-1987. 60 jaar jeugdbeweging in het Waasland, 1987.
— H. van Overmeire, Het pedagogisch leefklimaat in het Klein Seminarie te Sint-Niklaas tijdens het Interbellum, KUL, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 1987.
— N. van Campenhout en J. Blomme, Honderd jaar taaltoestanden in het Sint-Jozef-Klein-Seminarie te Sint-Niklaas’, in Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, jg. 93, 1990, pp. 329-333.
— B. Woestenborghs, De Katholieke Studentenactie in Oost-Vlaanderen 1928/1992, 1992.
— R. Weemaes, De Katholieke Vlaamse Scholieren- en Studentenbewegingen in het Land van Waas (ca. 1830-ca. 1930): van Antoon Stillemans tot Felix Vercruyssen, in: Annalen van de Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas, jg. 105, 2002, pp. 361-406.
— L. Marien, Prosopografie van de studenten van het kleinseminarie te Sint-Niklaas 1879-1940, UGent, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 2004.
— D. van Royen en T. de Paepe (red.), Bouwen op stevige fundamenten: 200 jaar Sint-Jozef-Klein-Seminarie, 2008.
— K. Loocks, Gent, het beloofde land? Collegeleerlingen naar de Vlaamse Hogeschool (1916-1918), in: Ic Hou, nr. 98, 2014, pp. 42-43.

Suggestie doorgeven

1998: Bert Woestenborghs

2023: Robbe Devriese

Inhoudstafel