Links-radicalisme

Begrip
Stefaan Marteel (2023)

De verhouding tussen de radicale linkerzijde in Vlaanderen en de Vlaamse beweging werd nauwelijks bestudeerd. De marginaliteit van deze linkerzijde is hier natuurlijk niet vreemd aan, maar verklaart ook niet alles. Tenslotte belette deze marginaliteit niet dat andere aspecten van radicaal-links wél bestudeerd werden. Veel heeft te maken met de ambivalente verhouding tussen de Vlaamse beweging en radicaal-links, die zorgde voor wisselende aandacht voor en deelname aan acties van flaminganten vanwege links-radicalen.

Alternatieve term
Radicaal-links
Links-extremisme
Extreem-links
Leestijd: 51 minuten

Breed genomen kunnen we, op basis van de wijze waarop de beide ideologieën gestructureerd en maatschappelijk ingebed waren, drie grote periodes onderscheiden: de periode tot de Eerste Wereldoorlog Eerste Wereldoorlog
De Vlaamse beweging is fundamenteel getekend door de Eerste Wereldoorlog. De oorlog maakte een verregaande democratisering onafwendbaar, met wezenlijke gevolgen voor het politieke draagv... Lees meer
, de periode tussen de twee wereldoorlogen, en de periode na 1945. De term radicaal-links slaat hier op alle politieke overtuigingen en bewegingen, al dan niet ‘extreem’ of revolutionair, die zich ter linkerzijde van klassiek-links bevonden, belichaamd door de traditionele socialistische partij Socialistische partij
De socialistische partij werd in België in 1885 opgericht als de Belgische Werkliedenpartij (BWP), veranderde in 1945 haar naam in Belgische Socialistische Partij (BSP) en viel in 1978 u... Lees meer
en de bijhorende zuil, ook al was die grens bij momenten poreus.

In de eerste periode was er, aan links-radicale noch flamingantische zijde, sprake van duidelijk afgebakende ideologieën of partijen, en ontwikkelden de beide erg gefragmenteerde bewegingen zich min of meer in de marge van de twee, later drie, partijen die het politieke landschap domineerden. Na de Eerste Wereldoorlog kwam hierin, na enkele politiek en ideologisch chaotische jaren, verandering met de oprichting van een communistische partij enerzijds, aangestuurd vanuit de Sovjet-Unie, en van de Vlaams-nationalistische Frontpartij Het Vlaamsche Front
Het Vlaamsche Front was een Vlaams-nationalistische partij, die werd opgericht in 1919 en ook bekend stond onder de couranter gebruikte officieuze benaming Frontpartij. Gesticht als een ... Lees meer
(opgevolgd door het Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
, VNV) anderzijds. Na de Tweede Wereldoorlog Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog werd in Vlaanderen getekend door de onvoorwaardelijke collaboratie van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV). De samenwerking met de bezetter en de bestraffing erva... Lees meer
brak er een derde periode aan waarin het Vlaams-nationalisme terug aansluiting vond met de liberale democratie en het links-radicalisme uit het keurslijf van de KPB brak, maar (opnieuw) erg gefragmenteerd raakte.

De periode 1830-1914

De teloorgang van het republikeinse radicalisme

De Belgische Revolutie Belgische Revolutie
De Belgische Revolutie is de naam van de opstand van 1830-1831 in de zuidelijke provincies van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden van koning Willem I. De opstand leidde tot de splits... Lees meer
van 1830 creëerde een politiek klimaat waar radicale republikeinen op in konden spelen, en tot 1848 kende België België
Geen Vlaamse beweging zonder België. Het is ook onmogelijk om België te begrijpen zonder de geschiedenis van de Vlaamse beweging erbij te betrekken. Tussen het ontstaan van een culturele ... Lees meer
een betekenisvolle radicaal-republikeinse beweging. In deze periode projecteerden ook verschillende Europese republikeinen hun hoop en verwachtingen op België, dat pas later de belichaming zou worden van de ideale liberaal-burgerlijke staat. De Belgische republikeinen hadden een sterke band met de Franse radicale beweging, zowel op het vlak van ideeën – de jakobijnse republiek van 1793-1794 bleef hét historische referentiepunt – als via netwerken waarin verbannen Franse revolutionairen circuleerden.

België bood veel radicalen onderdak als politieke vluchtelingen op voorwaarde dat ze zich gedeisd hielden; zo kon het dat de Duitse filosoof en econoom Karl Marx in Brussel zijn Communistisch Manifest (1848) schreef. Tussen zijn ideeën over een proletarische revolutie en die van de Belgische radicalen gaapte er echter een diepe afgrond, en het waren vooral de denkbeelden van ‘utopische socialisten’ als Claude Henri de Saint-Simon en Charles Fourier die verspreiding vonden. Daarnaast bleef, onder invloed van de Franse priester en filosoof Félicité de Lamennais, een deel van de Vlaamse lagere geestelijkheid in de ban van het democratische republicanisme. In deze kringen, met het priesterseminarie van het West-Vlaamse West-Vlaanderen
Lees meer
Roeselare als belangrijkste broeinest, bleef de herinnering aan de revolutionaire belofte van 1830 en de republikeinse geest nog in leven tot in de vroege twintigste eeuw.

Verschillende radicalen – zoals de Waalse ex-revolutionair Lucien Jottrand Jottrand, Lucien
Lucien Jottrand (1804-1877) was een progressieve, Vlaamsgezinde democraat. Hij ijverde voor het algemeen stemrecht, waarin volgens hem de sleutel voor een complete Waalse en Vlaamse geli... Lees meer
, een vertrouweling van Marx, de West-Vlaming Joseph Ferdinand Toussaint Toussaint, Jozef
Jozef Toussaint (1807-1895) was de auteur van één van de vroegste publieke protesten tegen de verfransingspolitiek van de regering. Hij werd volksvertegenwoordiger en ijverde in die func... Lees meer
en de Brusselaar Adolphe Levae van de radicale krant Le Belge – namen vanaf 1830, op een ogenblik dat de ‘taalminnaren’ nog niet van zich lieten horen, de verdediging op van de Nederlandse taal Taal
De ontwikkeling van het Nederlands vormde tot diep in de 20ste eeuw een fundamenteel aandachtspunt in de Vlaamse beweging. De wijze waarop het geschreven en gesproken Nederlands gehanteer... Lees meer
. Zij klaagden toen reeds aan dat de meerderheid van de bevolking op talig vlak werd gediscrimineerd door de dominantie van het Frans. Dat veel van deze radicalen, zoals Jottrand en de Vlaamse volksagitator Jacob Kats Kats, Jacob
Jacob Kats (1804-1886) was een Vlaams meetingleider, journalist, satiricus en theatermaker. Geïnspireerd door een ‘vroegsocialistische’ levensvisie zette hij zich in voor het ontstaan van... Lees meer
, Nederlandstalig onderwijs hadden genoten in de periode van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830), speelde hierbij ongetwijfeld een rol; bovendien lag de taalkwestie voor hen ook in het verlengde van hun aandacht voor het onderwijs Onderwijs
Lees meer
als een essentieel instrument om de gelijkheid te bevorderen, opvattingen die geïnspireerd waren door het gedachtegoed van Filippo Buonarroti.

Vooral de meer reformistische strekking binnen de republikeinse beweging, die in de loop van de jaren aan kracht won en een groeiend ongenoegen onder de middenklasse aansprak, sloeg een Vlaamsgezinde toon aan. In Antwerpen stichtte de dichter Theodoor van Rijswijck Van Ryswyck, Theodoor
Theodoor van Ryswyck (1811-1849) was een Vlaamse dichter die in dichtbundels, kranten en tijdschriften een omvangrijk literair oeuvre bij elkaar schreef. Met zijn gedichten gaf hij vorm a... Lees meer
het blad Vlaemsch België Vlaemsch België
Lees meer
, dat door Jottrand werd gefinancierd, en in Gent ging een groep rond hoogleraren François Huet Huet, François
Lees meer
en Henri Guillaume Moke dezelfde richting uit.

Het revolutiejaar 1848, waarin een golf van opstanden uitbrak in Europa, ging grotendeels aan België voorbij. Belgische bannelingen vielen vanuit het republikeinse Frankrijk Frankrijk & Vlaanderen
De verhouding tussen Vlaanderen en Frankrijk werd altijd gekenmerkt door een aanzienlijke dubbelzinnigheid. Hoewel er lange tijd een grote affiniteit met de Franse cultuur bestond, werd d... Lees meer
het land binnen in Risquons-tout (bij Moeskroen), maar deze gewapende groep van ongeveer 2000 personen werd eenvoudig verslagen; de relatieve rust elders in het land werd niet verstoord, in tegenstelling tot in de meeste andere Europese staten. In het klimaat van revolutionaire dreiging werd de republikeinse beweging echter het voorwerp van een harde repressie door de liberale regering, die met de uitbreiding van het stemrecht ook een wig dreef in de progressieve achterban van de radicalen. De repressie betekende het einde van deze beweging, maar ondertussen was wel de ideologische basis gelegd voor de latere ontwikkeling van sociaal-progressieve stromingen.


Belgische republikeinen trekken vanuit Frankrijk de grens over bij Risquons-Tout, s.d. (Koninklijk Legermuseum)
Belgische republikeinen trekken vanuit Frankrijk de grens over bij Risquons-Tout, s.d. (Koninklijk Legermuseum)

De Vlaamse beweging tegenover het socialisme

Terwijl de taalminnaren, die de ontluikende Vlaamse beweging droegen, voor 1834 nog enigszins aansluiting hadden gevonden bij het orangisme Orangisme
Het orangisme is de verzamelterm voor het verzet tegen de Belgische afsplitsing van het Koninkrijk der Nederland onder leiding van Willem I van Oranje. Lees meer
, ging de meerderheid van hen vanaf toen de patriottische toer op – ook al bleven er met het orangisme enkele belangrijke raakvlakken. Met de radicaal-republikeinse beweging waren er nauwelijks contacten en sommigen bewierookten zelfs de Belgische monarchie Monarchie
In deze bijdrage over de Belgische vorsten, van Leopold I tot en met Albert II (1831-2013), wordt gepeild naar hun oordeel over en aandeel in de ontwikkeling van de Belgische taalstrijd e... Lees meer
. Niettemin waren er na 1848 ook Vlaamsgezinden betrokken bij de beweging voor democratisering, en werkten ze actief mee aan de opbouw van de eerste verenigingen binnen de arbeiders- en boerenstand. In Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
zag in 1858 de prodemocratische vereniging Vlamingen Vooruit Vlamingen Vooruit
Vlamingen Vooruit was een Vlaamse en vrijzinnige organisatie in Brussel die in 1858 onder impuls van Eugène van Bemmel in Brussel werd opgericht. Het programma eiste de gelijkberechtiging... Lees meer
van flaminganten en progressieve liberalen het licht. Ook radicale intellectuelen, waaronder enkele professoren van de Université libre de Bruxelles en fouriëristen, sloten zich hierbij aan.

Een duidelijke breuklijn ontstond pas na de oprichting van de Eerste Internationale in 1864, en de toetreding van een Belgische afdeling in 1867. Dat zorgde voor zenuwachtigheid bij veel Vlaamsgezinden. Er groeide ook een scherpe tegenstelling tussen de Katholieke Kerk, die door Rome met de encycliek Quanta Cura van 1864 een intransigente richting werd ingestuurd, en de alsmaar militanter wordende vrijzinnigheid Vrijzinnigheid
Dit artikel belicht de relatie tussen de Vlaamse beweging en de vrijdenkersbeweging van de 19de eeuw tot nu. Lees meer
, die sterk stond in de proto-socialistische kringen. In de Vlaamse beweging vormden katholieken een meerderheid. Binnen de Eerste Internationale kwam het reeds in 1872 tot een breuk, die zich ook in België voltrok, tussen de marxisten, die aan de basis lagen van de sociaaldemocratische partijen, en de aanhangers van Michail Bakoenin, die aan de wieg stonden van de anarchistische groeperingen.

Dat een uiterst-linkse machtsgreep niet helemaal ondenkbaar was, bleek toen in de nasleep van de Frans-Duitse oorlog van 1870 een opstand in Parijs uitmondde in het radicaaldemocratisch zelfbestuur van de Commune. Na enkele maanden werd de stedelijke revolutie echter door het leger in opdracht van de ‘legitieme’ regering in Versailles op bijzonder bloedige wijze onderdrukt, waarna een ‘zwarte legende’ rond de Commune werd gecreëerd die in functie stond van het aanzwengelen van het repressieve potentieel van de staat. De legende, waarin de communards werden afgeschilderd als een soort autochtone barbaren, kende een grote weerklank in andere Europese landen – ook in België, waar de Commune de burgerij de daver op het lijf had gejaagd. Vlaamsgezinden gingen in het socialisme een beweging van antinationale vrijdenkers zien.

Veelal beschouwden de flaminganten taal als de belangrijkste of enige factor in het sociale emancipatieproces (hoewel er uitzonderingen bleven, zoals de liberale flaminganten van Vlamingen Vooruit Vlamingen Vooruit
Vlamingen Vooruit was een Vlaamse en vrijzinnige organisatie in Brussel die in 1858 onder impuls van Eugène van Bemmel in Brussel werd opgericht. Het programma eiste de gelijkberechtiging... Lees meer
); de kloof der klassen zou worden gedicht door een door hen geleid beschavingsoffensief, vooral via het onderwijs Onderwijs
Lees meer
in de moedertaal. Van het algemeen enkelvoudig stemrecht waren zij niet altijd vurige voorstanders. Omgekeerd stonden de socialisten afkerig tegenover het flamingantisme, ook al noemden ze zichzelf vaak ‘volbloed Vlaams’; taaleisen werden als rechtvaardig beschouwd, maar tevens als een bijzaak. Niettemin zou het socialistische tijdschrift De Werker De Werker
De Werker was een Antwerps socialistisch weekblad, dat werd opgericht in 1868 en in 1914 opging in Volksgazet. Lees meer
nog jaren later proberen om via de Commune aansluiting te vinden bij de Vlaamse beweging: ‘De Commune van Parijs huldigde de zelfstandigheid, de vrijheid der gemeenten’, schreef het tijdschrift in 1888; ‘een verheven beginsel, waarvoor ook onze vaderen, de Vlamingen van weleer, van Breydel [sic], De Coninck, Van Artevelde en anderen op de bres stonden.’

‘La nébuleuse anarchiste’

Het Belgische socialisme stelde zich, zeker na de stichting van de Belgische Werkliedenpartij Belgische Werkliedenpartij
Lees meer
(1885), overwegend reformistisch op; het wilde stapsgewijs werken aan de verbetering van de levensomstandigheden van de arbeiders, niet in het minst door zelforganisatie in een uitgebreide zuil met machtige coöperatieven en mutualiteiten. Links van het reformistische socialisme bleef niettemin een radicale vleugel bestaan die ‘vorst, eigendom en geloof’ wilde vernietigen en die schermde met termen als ‘communisme’ en ‘anarchisme’. Vooral het anarchisme baarde de gevestigde orde zorgen. In 1881 werd op een internationale conferentie van anarchisten in Londen officieel de doctrine van de ‘propaganda van de daad’ (een synoniem voor terrorisme) aangenomen, en sindsdien werden Europese steden geconfronteerd met een golf van terroristische aanslagen, zoals bomexplosies in de grote steden en moordaanslagen op staatshoofden.

In België bleef het vrij rustig, hoewel er tussen 1874 en 1914 zo’n honderd geplande terroristische aanslagen werden verijdeld. De meerderheid van de anarchisten bestond uit syndicalisten die een zogenaamde ‘proletarisch anarchisme’ voorstonden en zich beperkten tot vakbondsactiviteiten. Mechelen bleef tot aan de Eerste Wereldoorlog zowat het brandpunt van dit Vlaamse syndicaal-anarchisme, maar er bestond ook een kern in Gent. Deze kringen hadden een blad genaamd De Fakkel.

Ook binnen de Vlaamse culturele elite, die gevoelig was voor wat er zich over de landsgrenzen afspeelde, trok het anarchisme de aandacht. Vooral Brusselse burgerzonen als August Vermeylen Vermeylen, August
August Vermeylen (1872-1945) was een schrijver, literatuur- en kunsthistoricus, en socialistisch senator. In het tijdschrift Van Nu en Straks, waarvan hij de leiding had, publiceerde hij ... Lees meer
, die in 1893 het literaire tijdschrift Van Nu en Straks Van Nu en Straks
Van Nu en Straks (1893-1901) was een literair en cultureel tijdschrift, dat voor Vlaanderen vernieuwend was doordat het aansloot bij internationale eigentijdse denkrichtingen zoals het an... Lees meer
oprichtte, en Jacques Mesnil Dwelshauwers, Jacques
Jacques Dwelshauwers (1872-1940), ook wel bekend onder zijn pseudoniem Jacques Mesnil, werkte vanuit zijn links-anarchistische overtuiging mee aan Van Nu en Straks, zonder evenwel het Vla... Lees meer
(oorspronkelijk Dwelshauvers), auteur van Le Mouvement Anarchiste (1895), waadden in ‘de nevelen van het intellectuele anarchisme’ (naar een Franse uitdrukking). Ze werden intimi van de bekende Franse geograaf en anarchistisch schrijver Elisée Reclus, de ex-communard die zich vanaf 1894 in Brussel vestigde. Ook Max Stirner, Michail Bakoenin en Peter Kropotkin (in het bijzonder La Conquête du Pain) werden gretig gelezen. Een vrij grote sympathie vanwege de grondleggers van het anarchisme jegens klein-nationalistische bewegingen droeg er tegelijkertijd toe bij dat er in anarchistische kringen een zekere openheid bestond ten aanzien van de Vlaamse zaak. Zo kon het gebeuren dat een anarchist pur sang als Edward Joris Joris, Edward
Edward Joris (1876-1957) was een anarchiserende socialist en flamingant, die in 1905 betrokken was betrokken bij een aanslag op de Turkse sultan in Istanboel en zich tijdens de Eerste Wer... Lees meer
, die in 1905 betrokken was bij de Armeense aanslag op sultan Abdülhamit II, tijdens de Eerste Wereldoorlog een overtuigd Vlaams activist werd (zie Activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
).

Toch is het vooral August Vermeylen die getracht heeft de Vlaamse zaak met het links-anarchistisch gedachtengoed te verzoenen, onder meer in zijn Kritik der Vlaamsche Beweging (1896). ‘De Vlaamsche Beweging mag niet slechts een taalbeweging zijn, maar een maatschappelijk streven in den breedsten zin van ’t woord,’ schreef Vermeylen. Haar doel moest zijn: ‘De geesten omwoelen in alle standen van ons volk, buiten alle politiek om, het geweten wakker schudden … .’ Overigens stelde hij de vraag waarom flaminganten ‘het hedendaagse Pruisdom’ zouden moeten omarmen, waarmee hij aangaf dat de Vlaamse beweging maar beter uit het vaarwater kon blijven van de Duitse cultuur waar pangermanisten zich verwant mee voelden. Dit betekende overigens niet dat deze beweging helemaal immuun was voor de romantisch-flamingantische blauwvoetretoriek; geregeld stootte men in Van Nu en Straks op organisch-nationalistische denkpatronen.

In 1894 werd binnen het Antwerps Koninklijk Atheneum de literaire vereniging Elck wat Wils opgericht. Door het lezen van bladen als De Nieuwe Gids en Van Nu en Straks kwam de groep ook in de ban van anarchistische ideeën. Rond de eeuwwisseling diende De Kapel De Kapel
De Kapel (1890-?) was een vergaderplaats in Antwerpen van Vlaamsgezinde jongeren. Er vonden kunstavonden, lezingen en vormingscycli plaats. Lees meer
in Antwerpen als vergaderplaats van Vlaamsgezinde, door het anarchisme geïnspireerde jongeren, met het blad Ontwaking Ontwaking
Ontwaking (1896-1910) was een anarchistisch tijdschrift dat sympathiseerde met de Vlaamse beweging. Het blad kwam op voor de Vlaamse taal en de ‘in het volk gewortelde’ Vlaamse literatuur... Lees meer
als spreekbuis. Tussen 1909 en 1911 verscheen het kosmopolitische georiënteerde maandblad De Boomgaard, met André de Ridder De Ridder, André
André de Ridder (1888-1961) was hoogleraar statistiek en financiële wetenschappen, romanschrijver en een invloedrijk kunstcriticus en -promotor. Lees meer
en Paul Kenis Kenis, Paul
Lees meer
als bekendste redacteuren, dat het door Van Nu en Straks aangestoken vuur brandend wilde houden en waar nodig hoger oppoken. In een bijdrage uit 1911 voor het Antwerpse studentenblaadje De Blauwvoet De Blauwvoet (1910-1911)
De Blauwvoet (1910-1911) was een vrijzinnig letterkundig maandblad, orgaan van de oud-leerlingenbond van school 14 te Antwerpen, uitgegeven in Borgerhout. De doelstelling van De Blauwvoet... Lees meer
vergeleek ook Kenis de Vlaamse strijd met de sociale revolutie van de Parijse Commune.


De Antwerpse links-radicale intellectuelen vonden elkaar in De Kapel, een kring die literatuur aan flamingantisme en anarchisme koppelde. Van links naar rechts: Remy Six, Lode Baekelmans, Jef van Overloop en Willem Gijssels. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph5754)
De Antwerpse links-radicale intellectuelen vonden elkaar in De Kapel, een kring die literatuur aan flamingantisme en anarchisme koppelde. Van links naar rechts: Remy Six, Lode Baekelmans, Jef van Overloop en Willem Gijssels. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph5754)

Vermeylen, Kenis en andere anarchistische denkers lieten dus in vrijzinnige kringen een anarchistisch-flamingantische stem horen. Toch wees het grootste deel van de Vlaamsgezinden elke uiting van de uiterst-linkse gedachtestroming resoluut af. Radicaal-links was niet populair; haar aanhang was gering en bovendien versplinterd in kleine kringetjes van intellectuelen zonder achterban en syndicalisten die langzaam tussen de groeiende katholieke en socialistische zuilen fijngemalen werden. Anderzijds vormde de intellectueel-anarchistische beweging wel het uitgangspunt voor veel vernieuwende literatuur in Vlaanderen. Vermeylen had duidelijk gemaakt dat de oudere schrijvers als Hendrik Conscience Conscience, Hendrik
Hendrik Conscience (1812-1883) was de eerste auteur die het in België aandurfde een roman in het Nederlands te schrijven en te publiceren. Zijn oeuvre van zo’n 65 romans, dat ook een bred... Lees meer
en Albrecht Rodenbach Rodenbach, Albrecht
Albrecht Rodenbach (1856-1880) was een West-Vlaams studentenleider en dichter, die een sleutelrol speelde in het ontstaan van de Blauwvoeterij en de katholieke Vlaamse studentenbeweging. ... Lees meer
te veel waren blijven vasthouden aan het vormgeven van een Vlaamse ontstaansmythe, en dat symbolen in de Vlaamse literatuur Literatuur
De literatuur heeft een cruciale rol gespeeld in het ontstaan van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd en ook in de daaropvolgende fasen van de Vlaamse natiewording zijn schrijvers vaak richting... Lees meer
door hun erfenis belangrijker waren geworden dan de intellectuele en culturele ontwikkeling van het individu. De breuk die zich hierdoor in de literatuur voltrok, resulteerde op korte termijn onder meer in de expressionistische poëzie van Paul van Ostaijen.

Van de Eerste tot de Tweede Wereldoorlog (1914-1945)

De Eerste Wereldoorlog

De Eerste Wereldoorlog zorgde op sociaal en cultureel vlak voor een breuk. Binnen de arbeidersbeweging werden de oude gedachten en structuren gecontesteerd. Het failliet van het proletarisch internationalisme werd door vele, vooral jongere militanten aangeklaagd. De steun die de leiding van de Belgische Werkliedenpartij (BWP) verleende aan de Belgische oorlogsinspanningen, de zogenaamde godsvrede met de bourgeoisie, de slachtpartij aan het front, maar ook de ellende in de bezette gebieden creëerden een generatie van revolutionaire jongeren.

De eerste oppositiekernen tegen de deelname van de BWP aan de Belgische oorlogsinspanningen ontstonden in Vlaanderen, waar nog voor het uitbreken van de oorlog het flamingantische weekblad Carolus Carolus
Carolus, ‘het weekblad van de Vlamingen’, verscheen in Antwerpen van 5 januari 1911 tot 10 september 1914. Het werd uitgegeven en gedrukt door Edward Secelle (1876-1961), boek- en papierh... Lees meer
een eenzaam anti-oorlogsstandpunt innam. Het tijdschrift stelde het klassenverraad van de socialistische leiders aan de kaak, maar ook hun Belgisch-nationalistische, anti-Vlaamse oorlogspolitiek. Binnen de Antwerpse afdeling van de Socialistische Jonge Wacht (SJW) werd begin 1917 onder leiding van Jef van Extergem Van Extergem, Jef
Jef van Extergem (1898-1945) was een Vlaamsgezinde, eerst socialistische en later communistische politicus. Lees meer
de Vlaamsch Sociaal-Democratische Arbeidersgemeenschap Vlaamsch Sociaal-Democratische Arbeidersgemeenschap
De Vlaamsch Sociaal-Democratische Arbeidersgemeenschap (VSAG) was een activistische groep van jonge socialisten onder leiding van Jef van Extergem, die in december 1916 te Antwerpen ontst... Lees meer
(VSAG) en het militante tijdschrift De Socialistische Vlaming De Socialistische Vlaming
De Socialistische Vlaming was tijdens WOI het tijdschrift van de activistische Vlaams-Democratische Arbeidersgemeenschap. Lees meer
opgericht. ‘Wij zijn socialistische flaminganten,’ schreef Van Extergem in januari 1917, ‘en daar de officiële partij zich niet schijnt te willen uitspreken inzake flamingantisme hebben wij het nodig geacht ene afzonderlijke groep te stichten waarin plaats zou zijn voor alle socialistische actieve Flaminganten.’ De Socialistische Vlaming sprak zich ondubbelzinnig uit voor een activistische politiek en voor de erkenning van de Raad van Vlaanderen Raad van Vlaanderen (1917-1918)
De Raad van Vlaanderen (1917-1918) was een activistisch marionettenparlement tijdens de Eerste Wereldoorlog, dat onderdeel was van de Duitse plannen om in Vlaanderen een blijvende invloed... Lees meer
(zie Activisme Activisme
Het begrip activisme verwijst naar de fractie van flaminganten die tijdens de Eerste Wereldoorlog bereid was om politiek of anderszins samen te werken met de Duitse bezetter en financiële... Lees meer
). Ook de vernederlandsing van de Gentse universiteit kon op zijn steun rekenen (zie Hoger onderwijs Gent).

Verder verscheen van 23 juni 1917 tot 8 november 1918 in de Scheldestad De Nieuwe Tijd De Nieuwe Tijd (1917-1918)
De Nieuwe Tijd (1917-1918) was tijdens WOI het blad van de Antwerpse minderheidssocialisten. Het pleitte voor Vlaams zelfbestuur en wilde met steun van het Duitse bezettingsbestuur een p... Lees meer
, het orgaan van de ‘minderheidssocialisten’ die voorstander waren van een internationale vredesconferentie. Hun invloed op de BWP-achterban was aanzienlijk groter. Ook in Gent, in kringen van de eveneens hoofdzakelijk uit de SJW gegroeide Vredesgroep der Socialistische Partij rond het blad Roode Jeugd Roode Jeugd
Roode Jeugd (1917-1918) was een dissident Gents blad van de Socialistische Jonge Wacht (SJW) en de Vredesgroep der Socialistische Partij, dat een genuanceerd standpunt innam tegenover het... Lees meer
, ontstond een georganiseerde oppositie tegen de BWP-leiding. Anders dan bij de groep rond Van Extergem leidde het streven naar het herstel van de internationale arbeiderssolidariteit en van de vrede bij de Gentse Vredesgroep niet naar een socialistisch activisme. De Roode Jeugd beschouwde de Raad van Vlaanderen als een instrument van de Vlaamse burgerij en sprak zich uit voor het behoud van de eenheid van België.

Van links activisme tot de oprichting van de KPB

Na de oorlog ontstond uit deze groepen in Vlaanderen de Kommunistenbond, met de Oktoberrevolutie van 1917 in Rusland als lichtbaken en De Internationale De Internationale
De Internationale was het weekblad van de Kommunistische Bond in Vlaanderen, een onafhankelijke fractie Antwerpse socialisten, die sympathiseerde met het activisme. Het circuleerde vanaf... Lees meer
als spreekbuis. ‘Het Vlaamsch nationalisme is voor de Kommunistische beweging een niet te versmaden factor in haar strijd tegen het Belgisch imperialisme’, schreef De Internationale in januari 1920. Het was niet voldoende, zo werd geargumenteerd, dat het leger Leger
Lees meer
, de universiteit, het gerecht Gerecht
Lees meer
en de scholen vernederlandst werden: ‘Neen, al wat onderdrukt is moet vrij! Taal, volksaard, ras. Maar het kan niet vrij zijn zolang het kapitalisme de kulturele vrijheid tot een bedrog maakt door de ekonomische slavernij.’ Enkel een ‘federatieve radenrepubliek’, een socialistische republiek Vlaanderen verenigd met een socialistische republiek Wallonië, kon de nationale onderdrukking opheffen.

Naast deze uitgesproken politieke verenigingen bloeiden in het verwarde naoorlogse klimaat diverse intellectuele en culturele groepen en tijdschriften. Zij hadden hun afschuw voor de oorlogsgruwelen en het moreel verderf, en hun wil om de maatschappij te veranderen, gemeenschappelijk. Avant-gardetijdschriften zoals Ter Waarheid Ter Waarheid (1921-1924)
Ter Waarheid was een tijdschrift dat in 1921 werd opgericht door Joris van Severen en Achilles Mussche. Het zocht aansluiting bij het humanitaire expressionisme. Humanitaire en pacifistis... Lees meer
, Ruimte Ruimte
Lees meer
en Het Overzicht kenmerkten zich door een mengeling van flamingantisme, links-radicalisme en literair expressionisme. Daarmee traden ze in de voetsporen van jonge activistische schrijvers die tijdens de oorlog aan het studentenblad De Goedendag hadden meegewerkt, zoals Paul van Ostaijen, Victor Brunclair Brunclair, Victor
Victor J. Brunclair (1899-1944) was een avant-gardistische schrijver en journalist, die behoorde tot de groep rond Paul van Ostaijen. Hij ging de geschiedenis in als een van de weinige Vl... Lees meer
en Firmin Mortier Mortier, Firmin
Antwerpenaar Firmin Mortier (1899-1972) was tijdens WOI betrokken bij het activisme. Daarna militeerde hij in de Frontpartij en de BWP. Na WOII was hij directeur van de Koninklijke Neder... Lees meer
.


<p>Michel Seuphor en Jozef Peeters op de redactie van <em>Het Overzicht</em> in Antwerpen, 1923. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph54293)</p>

Michel Seuphor en Jozef Peeters op de redactie van Het Overzicht in Antwerpen, 1923. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhph54293)

Nadat ze waren uitgeweken naar Berlijn, probeerden Van Ostaijen en Mortier na de oorlog aansluiting te vinden bij de Duitse revolutionair-socialistische beweging. Mortier schreef een stuk voor Die Republik waarin hij het Vlaamse activisme voorstelde als een partner in de socialistische strijd (‘het activisme is wereldrevolutie in Vlaanderen’, aldus Mortier), terwijl Van Ostaijen reeds tijdens de oorlog de term ‘kultuur-internasionalisme’ had bedacht. Net zoals deze activistische ballingen geloofde de flamingantische avant-garde dat wereldburgerschap en (cultuur)nationalisme hand in hand gingen. Net als het activisme deelde ze echter met het vooroorlogse cultuurflamingantisme een uitgesproken elitair karakter.

Wat deze generatie in de eerste plaats leek te koesteren, was een antiburgerlijk, communautair ideaal, een geloof in een nieuwe, broederlijke samenleving die op de puinhopen van het staatsnationalisme, imperialisme en kapitalisme gecreëerd zou worden. Daarbij zette men zich tevens af tegen het kosmopolitisme, waar in hun ogen de vooroorlogse avant-garde, te beginnen met Van Nu en Straks, door besmet was geweest. ‘De kosmopolieten, deelachtig aan wereldkultuur, wilden deze inenten op de Vlaamsche kultuur, voordat deze organies-levensvatbaar was’, schreef Victor Brunclair in 1923 in Vlaamsche Arbeid. De nieuwe generatie kenmerkte zich hierdoor, ‘dat zij hun internationalisme stellen boven het vroeger wereldgevoel der kosmopolieten’. De afkeer was deels ook van politieke aard: men verweet de oude generatie, in de eerste plaats Vermeylen, zich voor de prijs van overheidsbaantjes met de Belgische imperialistische staatsstructuur te hebben verzoend, terwijl zij de prijs betaalden voor hun activistische voortvarendheid. Anderzijds namen sommige voormalige medewerkers van De Boomgaard na de Eerste Wereldoorlog allesbehalve afstand van het kosmopolitisme, en verenigden ze zich rond het nieuwe tijdschrift Het Roode Zeil. In romans, dichtbundels en essays schreven bijvoorbeeld André de Ridder en Paul-Gustave van Hecke Van Hecke, Paul-Gustave
Paul-Gustave van Hecke (1887-1967) was een Vlaamse schrijver, couturier en galeriehouder. Tijdens de Eerste Wereldoorlog flirtte hij met het activisme. Hij is vooral bekend als promotor v... Lees meer
op bewust provocerende wijze lofzangen op een amoreel en asociaal bestaan en vielen ze frontaal uit tegen de Vlaams-nationale monumentalisering van het verleden.

Het is tevens in dit naoorlogse klimaat dat de Clarté-groep Clarté-groep
De Clarté-groep (1919-1921) was een internationale groepering van pacifistische intellectuelen, die ook in Vlaanderen een afdeling had. In haar tijdschrift De Nieuwe Wereldorde werden uit... Lees meer
gesitueerd moet worden. Deze partijloze beweging was eerst in Frankrijk ontstaan als een vereniging van intellectuelen die zich tegen de oorlog verzetten, met Romain Rolland als inspirator en de romancier Henri Barbusse als vormgever. Deze laatste richtte in 1919 de Ligue de Solidarité Intellectuelle pour le Triomphe de la Cause Internationale op, waarvan het doel was om een nieuwe, vreedzame wereldorde te laten ontstaan. Ook in Vlaanderen kreeg de Clarté-beweging navolging. Hier dook onder meer Paul Kenis Kenis, Paul
Lees meer
opnieuw op, wiens naam prijkte op het ‘Manifest aan de Vlaamsche Intellektueelen’ dat op 1 november 1919 in het eerste nummer van Clarté-blad De Nieuwe Wereldorde verscheen. Na vier oorlogsjaren voor de regering in ballingschap te hebben gewerkt, identificeerde Kenis zich nu met het activisme en beschouwde hij de radicale flaminganten als de enige betrouwbare internationalisten (aan Paul van Ostaijen schreef hij in augustus 1920: ‘Persoonlijk ben ik hartstochtelijk flamingant en hartstochtelijk internationalist.’).

Op 11 juli 1920 werd tijdens een manifestatie van Het Vlaamsche Front Het Vlaamsche Front
Het Vlaamsche Front was een Vlaams-nationalistische partij, die werd opgericht in 1919 en ook bekend stond onder de couranter gebruikte officieuze benaming Frontpartij. Gesticht als een ... Lees meer
(ook wel de Frontpartij genoemd) de 19-jarige student Herman van den Reeck Van den Reeck, Herman
Herman van den Reeck (1901-1920) was een Vlaamsgezinde links-radicale student, die zich van 1916 tot zijn overlijden in 1920 engageerde in de activistische jongerenbeweging. Toen Van den ... Lees meer
, die lid was van de Clarté-groep en de Vlaamse secretaris van de Internationale Antimilitaristische Vereniging, door een politieagent dodelijk verwond. Na zijn overlijden eisten zowel frontisten als communisten de figuur van Van den Reeck als martelaar voor zich op. Later datzelfde jaar werd de Antwerpse Clarté-groep ontbonden en stapten heel wat leden over naar de Kommunistenbond; het blad De Nieuwe Wereldorde smolt samen met De Internationale. In 1921 stierf de Vlaamse Carté-beweging, samen met haar nieuwe blad Opstanding Opstanding (1920-1921)
Opstanding (1920-1921) was het orgaan van de Vlaamse Clarté-groep. Lees meer
, een stille dood. Sommigen zegden hun links-radicalisme en internationalisme vaarwel en maakten de overstap naar de Frontpartij of, zoals Paul Kenis, de Belgische Werkliedenpartij. De Kommunistenbond besloot op 25 december 1920 te fusioneren met de embryonale, tot de Derde Internationale (de vanuit Moskou aangestuurde Komintern) toegetreden communistische partij PCB rond War van Overstraeten.

Onder Franstalige communisten was de sympathie voor de Vlaamse zaak echter veel minder vanzelfsprekend. In augustus 1920 was in L'Ouvrier Communiste, het belangrijkste communistische orgaan, nog een hoofdartikel verschenen waarin de Vlaamsgezinde communisten fel werden aangevallen: ‘Alle stromingen en strevingen die wij in Vlaanderen bemerken, worden vooral gevoed door de burgerlijke ideologie en zijn bijgevolg crimineel gek.’ Ook L’Internationale Communiste, uitgegeven door het Uitvoerend Comité van de Komintern (EKKI), stelde in juni 1921 dat de eerste communistische groepen in Vlaanderen ‘helemaal gedomineerd worden door nationalistische ideeën’.

In september 1921 fusioneerde de communistische partij met Les Amis de l’Exploité onder leiding van Joseph Jacquemotte, een groep die tot mei 1921 binnen de BWP was blijven werken. Deze fusie, die plaatsvond op aandringen van de Komintern, gaf aanleiding tot de formele stichting van de Kommunistische Partij van België (KPB). Vanaf toen kwam de Vlaamse kwestie echter helemaal in de verdrukking. Les Amis waren bijna uitsluitend ingeplant in Brussel en Wallonië; Jacquemotte belichaamde de vaak onuitgesproken en vanzelfsprekend belgicistische houding van de vooroorlogse Werkliedenpartij waarin hij was opgegroeid. Ook getalsmatig domineerde de groep rond Jacquemotte en bevonden de Vlamingen zich in een absolute minderheidspositie.

In de discussie over de statuten op het stichtingscongres vroegen de Vlaamse afgevaardigden de oprichting van een Vlaamse federatie, maar Jacquemotte kantte zich tegen dit voorstel. Hij vreesde voor een splitsing van de communistische beweging. Wilhelm Koenen, de Duitse Komintern-afgevaardigde die het congres voorzat, stelde voor twee subcomités voor propaganda, een Vlaams en een Franstalig, te creëren. De Vlaamse afgevaardigden namen hiermee genoegen.

De nationale kwestie kwam in het programma van de eengemaakte KPB aan bod onder de titel ‘De talenkwestie’. Aan de ellende van het Vlaamse proletariaat en aan zijn analfabetisme kon volgens het programma enkel een einde worden gesteld door een proletarische revolutie. De Vlaamse beweging had daarentegen een kleinburgerlijk programma en haar strijd kon voor het Vlaamse proletariaat geen enkele meerwaarde hebben. Daaruit werd het volgende besluit getrokken: ‘De klassensolidariteit tussen de Vlaamse en de Waalse arbeiders is hun oneindig veel dierbaarder dan een eenheid met de ideologen van een burgerlijke flamingante politiek.’

Met aan de ene kant het ontstaan van de communistische KPB en, aan de andere kant, een ideologische ontwikkeling binnen de Frontpartij waarbij progressivisme en pluralisme toenemend in het defensief geraakten (sommige eertijdse ‘avant-gardisten’, zoals Joris van Severen Van Severen, Joris
Joris van Severen (1894-1940) is vooral bekend als de oprichter en leider van het fascistisch geïnspireerde Verdinaso (Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen). Medio jaren 1930 verru... Lees meer
, evolueerden in rechts-autoritaire richting), leken radicaal-links en de Vlaamse beweging definitief afscheid van elkaar te nemen.

Toenadering rond amnestie

Vóór de Eerste Wereldoorlog bestonden binnen de brede marxistisch-revolutionaire beweging met betrekking tot de benadering van het nationalisme en nationale bewegingen verschillende strekkingen: van de austromarxisten die ijverden voor nationale culturele autonomie tot de Duitse marxistische politica Rosa Luxemburg, die nationalisme reduceerde tot een bijproduct van het kapitalisme en die voor nationale zelfbeschikking geen enkele ruimte liet. Door de band genomen werd het basisuitgangspunt van het proletarische internationalisme, namelijk de solidariteit van alle verdrukten over de grenzen van naties en staten heen, doorkruist door een pragmatische houding. Bepaalde nationale bewegingen werden als progressief beoordeeld omdat ze de burgerlijke staatsstructuur verzwakten. Karl Marx was om die reden van oordeel dat het anti-Britse nationalisme in Ierland progressief was. Ook Vladimir Lenin, het latere staatshoofd van de Sovjet-Unie, aanvaardde tot op zekere hoogte het zelfbeschikkingsrecht; socialisme en imperialisme lieten zich niet rijmen, aldus Lenin.

De Sovjet-Unie werd in 1922 gesticht als een federatie van Sovjetrepublieken (Unie van Socialistische Sovjetrepublieken of USSR). Daartegenover stond dat binnen de partij alle nationale geledingen ondergeschikt werden gemaakt aan het Centraal Comité van de Russische Communistische Partij. Op het Tweede Congres van de Komintern was in juli 1920 reeds een resolutie aangenomen over de ‘nationale en koloniale kwesties’. De deelnemende communistische partijen kregen er drie vuistregels voorgeschreven om hun houding tegenover het nationalisme te bepalen. Ze moesten ten eerste de historische en economische context bestuderen waarin ze opereerden, ten tweede analyseren waar de belangen lagen van de verdrukte klassen, en ten derde de ‘onderdrukte’ naties van de anderen scheiden.

In de loop van de jaren twintig werd in België herhaaldelijk naar deze resolutie verwezen. Dit betekent echter geenszins dat de Vlaamse kwestie in die periode ook bovenaan de politieke agenda van de KPB stond. Pas op het Derde Partijcongres in 1925 werd enige aandacht besteed aan de nationale beweging in Vlaanderen. Bij die gelegenheid werd, overigens in Franstalige teksten, onderstreept dat de communisten ‘de kracht van de culturele traditie’ in Vlaanderen niet mochten negeren. De KPB zou de Vlaamse beweging steunen in haar streven naar culturele ontvoogding en politieke autonomie, maar dit diende steeds gekoppeld te worden aan de strijd tegen het kapitalisme. In elke concrete actie moest de partij een proletarisch standpunt innemen.

Vanaf 1926 leidde de verbeten strijd tussen Jozef Stalin en Leo Trotski in Moskou ook tot spanningen binnen de KPB (Trotski voerde een linkse oppositie aan tegen de bureaucratisering van het communistische regime en tegen de keuze voor de consolidering van het socialisme in één land ten nadele van de wereldrevolutie). Toen in maart 1928 in de Sovjet-Unie de breuk voltrokken werd, en de trotskisten uit de partij werden gezet, bleven er in Vlaanderen nog slechts een handvol militanten over. De SJW-groepjes, activisten en anarchisten die in Vlaanderen aan de wieg hadden gestaan van de KPB bevonden zich overwegend binnen het links-trotskistische kamp. Oorspronkelijk vormden ze dan ook een sterke Oppositiegroep, maar deze dunde na 1928 snel uit.

In de tweede helft van de jaren twintig was er niettemin sprake van enige toenadering tussen de Vlaamse communisten en Vlaams-nationale kringen. Dit gebeurde vooral in het kader van enkele amnestie Amnestie
Lees meer
acties ten voordele van de veroordeelde activisten via hun frontorganisatie de Internationale Rode Hulp (IRH). Het activisme was een strijd geweest voor de bevrijding van het Vlaamse volk uit de macht der Belgische dwingeland, schreef KPB-blad De Roode Vaan De Rode Vaan
Lees meer
in maart 1928, en was ten volle gerechtvaardigd vanuit het oogpunt van het zelfbeschikkingsrecht der volkeren. Partijvoorzitter War van Overstraeten ging op diverse amnestiemeetings het woord voeren samen met flaminganten.

Een brugfiguur tussen Vlaams-nationalisten en communisten in de amnestiestrijd was de op dat moment partijloze Jef van Extergem Van Extergem, Jef
Jef van Extergem (1898-1945) was een Vlaamsgezinde, eerst socialistische en later communistische politicus. Lees meer
. Als veroordeelde activist gaf Van Extergem vanaf 1921 het blad Het Zelfstandig Vlaanderen Het Zelfstandig Vlaanderen
Het Zelfstandige Vlaanderen was een communistisch geïnspireerd blad onder leiding van Jef van Extergem dat werd uitgegeven van 1921 tot 1925. Lees meer
uit, waarin hij zich inzette voor de amnestiebeweging. De in 1919 ter dood veroordeelde August Borms Borms, August
August Borms (1878-1946) speelde een prominente rol in de activistische collaboratie tijdens de Eerste Wereldoorlog en groeide nadien uit tot hét symbool van de amnestiebeweging, die een ... Lees meer
, voor wie Van Extergem veel bewondering had, werd de centrale figuur in die campagne. Tussen 1925 en 1928 belandde Van Extergem, die als veroordeelde activist de voorwaarden van zijn in vrijheidstelling had geschonden, eveneens in de gevangenis, wat hem als martelaar van de Vlaamse zaak bekendheid bezorgde. Bij zijn vrijlating werd een erecomité opgericht waarin zowel Vlaamsgezinden als trotskisten en communisten zaten. De Frontpartij distantieerde zich echter.


Het Van Extergem-Komiteit roept Vlamingen en arbeiders op om Van Extergem te huldigen en amnestie te eisen voor August Borms, juni 1928. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhps2316)
Het Van Extergem-Komiteit roept Vlamingen en arbeiders op om Van Extergem te huldigen en amnestie te eisen voor August Borms, juni 1928. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhps2316)

In het najaar van 1928 leek onverhoopt een doorbraak mogelijk. Door het overlijden van een liberale volksvertegenwoordiger werden in Antwerpen tussentijdse verkiezingen uitgeschreven. Katholieken en socialisten beslisten, zoals gebruikelijk was, de eer te laten aan een liberale kandidaat, maar zowel de trotskisten als de communisten beslisten een lijst in te dienen. De KPB vroeg Van Extergem, die zich net in Moskou bevond op uitnodiging van de IRH, terug te keren naar Antwerpen. Van Extergem aanvaardde KPB-kandidaat te zijn en trad tot de partij toe. Toen de Frontpartij evenwel op de valreep Borms naar voren schoof als kandidaat, besloot Van Extergem in samenspraak met de partijleiding om zijn kandidatuur in te trekken; zijn naam kon echter niet meer van de kieslijsten worden gehaald.

De KPB riep op om voor Borms te stemmen en Van Extergem voerde een intensieve campagne voor zijn opgesloten vriend. De partij stelde zelfs een eenheidsfront voor aan de Frontpartij, mits zij haar standpunten over het socialisme als oplossing voor het nationale vraagstuk en de betekenis van de Sovjet-Unie daarin kon verdedigen. Bepaalde leden van het Politiek Bureau van de KPB stonden weliswaar kritisch tegenover deze opening en vonden dat de trotskisten, door hun kandidatuur te handhaven, de ‘correcte Leninistische lijn’ hadden gevolgd. De Frontpartij wees het aanbod hoe dan ook af. Uiteindelijk behaalde Borms 83.000 stemmen, tegen 44.000 voor de liberale tegenkandidaat (zie Bormsverkiezing Bormsverkiezing
De Bormsverkiezing – de verkiezing van de onverkiesbare, in de gevangenis verblijvende ex-activist August Borms tot Kamerlid bij tussentijdse verkiezingen in 1929 – was een politiek feit ... Lees meer
). Van Extergem kreeg ondanks zijn terugtrekking nog 2.615 stemmen achter zich, terwijl de trotskistische kandidaat 3.083 stemmen behaalde.

In Moskou was er inmiddels een andere wind gaan waaien. Het Zesde Congres van de Komintern in de nazomer van 1928 legde de partijen een revolutionaire lijn op, in de overtuiging dat de instorting van het kapitalisme nakend was. Met de ‘klasse tegen klasse’-politiek werd gekozen voor een radicale vlucht vooruit, die de communistische partijen, ondanks de economische crisis, nog meer isoleerde van de brede publieke opinie. De socialisten werden in hun ogen sociaal-fascisten, maar ook in de nationale kwestie werd voortaan iedere partiële eis als burgerlijk en reformistisch verworpen.

In januari 1929 kreeg het Politiek Bureau van de KPB een lange brief van het EKKI, waarin de nationale kwestie en de positionering in de Bormsverkiezing uitgebreid ter sprake kwam. De keuze om Borms, de kandidaat ‘van de werkende massa’s’, te steunen werd niet in vraag gesteld, maar met het voorstel voor een eenheidsfront met de Frontpartij was de KPB te ver gegaan. De Frontpartij was immers een burgerlijke partij die zich uiteindelijk onvermijdelijk zou laten verleiden tot compromissen met de Belgische staat. De communisten dienden niet alleen een proletarisch alternatief aan te bieden voor de Frontpartij, ze moesten die partij ook in Vlaams-nationaal radicalisme overtreffen. Het ordewoord ‘Voor het zelfbeschikkingsrecht van Vlaanderen tot aan de afscheuring van België’ diende voortaan onafscheidelijk verbonden te zijn met het ordewoord ‘Voor de arbeiders- en boerenrepubliek Vlaanderen, voor de arbeiders- en boerenrepubliek Wallonië’.

In dezelfde periode drongen Vlaamse partijleden erop aan de naam van de partij te veranderen naar ‘Kommunistische Partij in België’ omdat zij de Belgische staat niet erkenden. Het rapport dat hierover werd opgesteld, werd door de Komintern naar de prullenmand verwezen, omdat er in hun ogen veel te weinig aandacht was besteed aan de revolutionaire dimensie. Volgens de Komintern hield de positie van de KPB in de Vlaamse kwestie het gevaar in van een ‘rechtse afwijking’. In een daaropvolgende brief aan het Centraal Comité van de KPB maakte het EKKI duidelijk dat de Vlaamse eisen inzake leger, administratie of onderwijs, indien ze op zichzelf stonden, als ‘nationaal-burgerlijk-reformistisch’ te veroordelen waren. De Vlaamse beweging radicaliseren en de nadruk leggen op de sociale aspecten ervan: daaruit bestond de taak van de Belgische communisten. Slaagde men daar niet in, zo waarschuwde Moskou, dan zou de Vlaamse beweging een ‘nationaal-fascistische inslag’ krijgen, waarvan de arbeiders en de communisten de slachtoffers zouden worden.

De brief van het Centraal Comité werd in september 1929 zo goed als integraal gepubliceerd in De Roode Vaan, als een vorm van zelfkritiek. Het afblokken van de politiek die de Vlaamse communisten inzake de nationale kwestie wilden voeren, gaf geen aanleiding tot dissidentie.

Elders leidde de verstrakking van de ‘klasse tegen klasse’-lijn nochtans wel tot scheuringen binnen de communistische partij, bijvoorbeeld in de Elzas. Het Elzasser communisme was geworteld in de Duitse sociaaldemocratie en vanaf 1925 volgde de Parti Communiste Français (PCF) er een duidelijke autonomistische koers, tegen het Franse ‘imperialisme’ en voor de gelijkberechtiging van Duitssprekende Elzassers. In 1926 zocht de partij toenadering tot de katholiek geïnspireerde nationalisten en dat leverde enkele opmerkelijke verkiezingssuccessen op – in de hoofdstad Straatsburg werd onder meer een communist tot burgemeester verkozen. In 1928 werden politieke allianties met de burgerlijke nationalisten door Moskou echter taboe verklaard, wat leidde tot een scheuring in de PCF van de Elzas. Het merendeel van de partijleden viel de orthodoxe tendens af.

In België gebeurde niets van dat alles. In Vlaanderen was de partij zo goed als onbestaande en in de rest van het land telde ze nog enkele honderden leden. Op 1 mei 1930 marcheerden goed en wel 200 personen in de partijoptocht achter de slogan ‘Leve de arbeiders- en boerenrepublieken van Vlaanderen en Wallonië’. De KPB was een sectair clubje geworden.

In de schaduw van de fascistische dreiging

In mei 1931 stond op het Vijfde Partijcongres van de KPB de nationale kwestie opnieuw op de agenda. In de voorbereidende teksten werd nogmaals gesteld dat de partij in het verleden de Vlaamse zaak te zeer had genegeerd. De Vlaamse kwestie was niet langer, zoals vroeger door de communisten weleens werd gesteld, een landbouwkwestie. Het zelfbeschikkingsrecht van het Vlaamse volk werd bevestigd, maar de strijd voor louter culturele autonomie in het kader van de Belgische (kapitalistische) staat werd verworpen. Een dergelijke strijd kon slechts het Belgische imperialisme consolideren. Sommige leden, vooral in Wallonië, wensten de Vlaamse en de Waalse kwestie op gelijke voet te plaatsen (zie Waalse beweging Waalse beweging
De Waalse beweging ontstond op het einde van de 19e eeuw en heeft zijn wortels in een culturele, politieke en taalkundige dimensie. Ze was verdeeld in verschillende stromingen, waarvan de... Lees meer
). Daar ging de partij echter tegenin, met het argument dat de ‘Waalse kwestie’ niet bestond: ‘Het Waalse volk wordt door geen enkel ander volk onderdrukt.’

In augustus 1931 waren enkele KPB-militanten present op de jaarlijkse IJzerbedevaart IJzerbedevaarten
De IJzerbedevaart is een jaarlijkse herdenking van de Vlaamse gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog, die ontstond omstreeks 1920. Dit voor de Vlaamse beweging erg symbolische gebeur... Lees meer
, met een speciaal propagandablad onder de titel Diksmuide dat opriep tot de onafhankelijkheid van Vlaanderen. Behalve tot enkele incidenten met rechtse nationalisten leidde dit nergens toe.

Sinds 1930 was de economische crisis ook in België in volle hevigheid losgebarsten. Bij vele communisten groeide de overtuiging dat de analyses van de Komintern over de nakende ineenstorting van het kapitalistische systeem bewaarheid zouden worden. In de zomer van 1932 telde de partij iets meer dan duizend leden, ongeveer evenveel als in 1928, voor de afscheuring van de trotskistische oppositie. In dezelfde periode brak in de Borinage een spontane stakingsbeweging uit waarin de communisten voor het eerst in hun tienjarige bestaan een rol van betekenis speelden. Het leverde hun, hoewel regionaal ongelijk verdeeld, heel wat ledenwinst op. Tegen 1934 was het ledental echter opnieuw op tweeduizend teruggevallen.

Inmiddels was de partij met de nationale kwestie al evenmin opgeschoten. In mei 1932 had het Centraal Comité beslist een Vlaams Bureau op te richten met de Antwerpenaar René Dillen als verantwoordelijke, iets waar de Vlaamse communisten reeds in 1921 om hadden gevraagd. Na de verkiezingen van november 1932, die in Wallonië toch enige progressie lieten zien (nationaal van 1,9% naar 2,8%), drongen de Vlaamse leden van het Centraal Comité eens temeer aan op meer aandacht voor Vlaanderen. De partij bleef op een extreem standpunt staan, hoewel de stelling dat alles ondergeschikt was aan de proletarische revolutie enigszins werd genuanceerd.

In 1933 kwamen in Duitsland Adolf Hitler en de nazipartij (NSDAP) aan de macht en werd in België het Vlaamsch Nationaal Verbond Vlaamsch Nationaal Verbond
Het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) (1933-1945) was een rechts-radicale Vlaams-nationalistische partij die tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitse nationaalsocialistis... Lees meer
(VNV) opgericht. De communisten konden er niet blind voor blijven dat het grootste deel van de Vlaamse beweging een extreemrechts pad insloeg. In oktober 1933 stelde het EKKI in een nieuwe brief aan het Centraal Comité van de KPB vast dat in Vlaanderen de fascistische beweging aan belang had gewonnen; het Verdinaso Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen
Het Verbond van Dietsche Nationaal Solidaristen (Verdinaso) (1931-1941) was een fascistisch geïnspireerde beweging onder leiding van Joris van Severen, die een staats- en maatschappijherv... Lees meer
en het VNV bereidden de fascistische dictatuur voor onder het mom van de strijd tegen de nationale verdrukking. Moskou verzocht de Belgische communisten nogmaals meer aandacht te besteden aan Vlaanderen en aan de ‘nationale onderdrukking’ van de Vlaamse bevolking.

De dreiging van extreemrechts gaf een nieuw politiek elan aan de linkerzijde en in de Sovjet-Unie werd een koerswijziging voorbereid. Op het Zevende Congres van de Komintern in juli-augustus 1935 werd de nieuwe volksfrontlijn geconsacreerd. De KPB had reeds in april 1935 een Nationale Conferentie bijeengeroepen in Charleroi, waar met de nodige impulsen uit Moskou nieuwe bakens waren uitgezet. Er zouden openingen komen naar de socialistische linkerzijde en de interne partijwerking zou worden gedemocratiseerd. Tegen eind 1936 telde de KPB achtduizendvijfhonderd leden, een verviervoudiging sinds 1934. Bij de parlementsverkiezingen van mei 1936 sprong ze van 2,8% naar 6%, maar het verschil tussen de Vlaamse (2,3%) en de Waalse (9,4%) kantons bleef erg groot.

Ook de nationale kwestie werd door de Komintern-leiding niet vergeten. Op het congres van 1935 verklaarde Georgi Dimitrov, de nieuwe secretaris-generaal van de Komintern: ‘Het proletarische internationalisme moet zich in ieder land om zoo te zeggen aanpassen om in de vaderlandsche bodem diepe wortels te kunnen schieten.’ De communisten zouden voortaan de smalle weg tussen nationaal nihilisme en burgerlijk nationalisme bewandelen. In de Belgische resolutie die het EKKI reeds op 21 maart 1935 naar Brussel stuurde, werd de partij opgedragen concrete nationale eisenbundels uit te werken en op zoek te gaan naar een eenheidsfront van alle anti-imperialistische en antifascistische elementen in Vlaanderen. De Komintern-leiding wenste dat het Vlaams Bureau de leiding en volledige verantwoordelijkheid kreeg voor deze opdracht en voortaan onafhankelijk de inhoud van het Vlaams partijorgaan kon bepalen.

Op het Zesde Partijcongres van de KPB in november 1936 stelde partijsecretaris Georges van den Boom een rapport voor onder de titel ‘Voor de gelijkheid en de autonomie van de volkeren van Vlaanderen en Wallonië in een Vrij België’. Daarin spraken de communisten zich uit voor een Vlaams zelfbestuur maar tegen separatisme. In de lijn die door Dimitrov was aangegeven, steunden de communisten de ‘rechtmatige’ Vlaamse eisen als een element in de ideologische strijd tegen het VNV-fascisme. Aansluitend bij de nieuwe visie werd besloten een Vlaamsche Kommunistische Partij Vlaamsche Kommunistische Partij
De Vlaamse Kommunistische Partij (1937-1945) was een onderafdeling van de Kommunistische Partij. Ze verdedigde een federaal standpunt en gaf het tijdschrift Het Vlaamsche Volk uit. ... Lees meer
(VKP) op te richten, die volgens de nieuwe partijstatuten in Vlaanderen autonoom werd maar integraal deel bleef uitmaken van de KPB. De VKP voerde de beslissingen van het Congres van de KPB uit en ‘paste ze aan de bijzondere omstandigheden in Vlaanderen aan’. In de uitoefening van haar activiteiten bleef de VKP ‘onder de controle van het Centraal Comité van de KPB’.

Op 24 januari 1937 hield de VKP haar stichtingscongres in Gent. Van den Boom, die aan het hoofd kwam te staan, stelde dat de volkeren van Vlaanderen en Wallonië één front moesten vormen tegen het Hitler-fascisme. De ‘los van Frankrijk Frankrijk & Vlaanderen
De verhouding tussen Vlaanderen en Frankrijk werd altijd gekenmerkt door een aanzienlijke dubbelzinnigheid. Hoewel er lange tijd een grote affiniteit met de Franse cultuur bestond, werd d... Lees meer
’-eis van de Vlaams-nationalisten (die de communisten voorheen nog hadden gesteund) werd verworpen omdat hij in de kaart speelde van Duitsland Duitsland & Vlaanderen
Van de eerste helft van de 19de eeuw tot 1945 stond het Duitse beeld van Vlaanderen in het teken van etnisch-culturele verbondenheid. Die romantische perceptie leefde vooral bij een beper... Lees meer
. De VKP stelde een federaal België voor, waarin Vlaanderen en Wallonië elk hun eigen parlement konden kiezen en hun eigen regering aanduiden. Onderwijs, cultuur en economie Economie
Dit artikel gaat over de relatie tussen economie en Vlaamse beweging. Daarmee beoogt deze tekst geen economische geschiedenis te schetsen van wat we vandaag Vlaanderen noemen. Integendee... Lees meer
zouden door de regio’s worden beheerd, terwijl de buitenlandse politiek en de landsverdediging federaal bleven. De federale regering zou paritair samengesteld worden uit Vlamingen en Walen. Verder werd gepleit voor de vastlegging van een taalgrens Taalgrens
Het begrip ‘taalgrens’ verwijst in het algemeen naar een grens die twee bevolkingsgroepen die een verschillende taal spreken van elkaar scheidt en in het bijzonder naar de grens tussen he... Lees meer
en een tweetalig Tweetaligheid
Lees meer
Brussels gewest. Van den Boom riep tenslotte de Vlaamse socialisten, christendemocraten, liberalen en democratische Vlaams-nationalisten op een ‘Vlaamsch Volksfront’ te vormen.

In zijn rapport aan Dimitrov van februari 1937 vermeldde Komintern-afgevaardigde Andor Bereï, die had deelgenomen aan de stichting van de VKP, dat hij kritisch stond tegenover de tendens bij de Vlaamse verantwoordelijken om de activiteit van de nieuwe partij meer te concentreren op de strijd tegen de Belgische staat dan tegen het fascisme. Een maand later bevestigde een resolutie van het EKKI dat de belangrijkste taak van de VKP erin bestond het Vlaamse volk te overtuigen van het Duitse gevaar. Om dat gevaar te keren was de eenheid tussen Vlamingen en Walen onontbeerlijk. Daarom ook vormden de twee andere secretarissen van de KPB (Xavier Relecom en Julien Lahaut) een ‘blok’ tegen Van den Boom wanneer hij zich ‘te nationalistisch’ opstelde.

De Vlaamse communisten stelden immers niet enkel hun strategie bij; ook hun taalgebruik en symboliek ondergingen een verandering. Van den Boom stelde reeds in zijn voordracht op het VKP-stichtingscongres: ‘Wij zijn geen volksvreemden, alles wat ons volk is, leeft in ons.’ De Vlaamse strijdvlag kreeg een plaats naast de rode vlag, bij samenkomsten werd naast De Internationale ook De Vlaamse Leeuw De Vlaamse Leeuw
De Vlaamse Leeuw (1847) is een nationaal Vlaams lied op tekst van Hippoliet van Peene en muziek van Karel Miry. Op 11 juli 1985 werden tekst en muzikale notatie officieel vastgelegd als V... Lees meer
gezongen, en op 11 juli werd er een landdag georganiseerd. De figuren van Tijl Uilenspiegel Tijl Uilenspiegel
Tijl Uilenspiegel is een personage uit een laatmiddeleeuws Duits volksboek, dat van de 19de eeuw tot diep in de 20ste eeuw door uiteenlopende politieke bewegingen in België en Vlaanderen ... Lees meer
en van Lamme Goedzak werden graag gebruikte symbolen als ‘nationale vrijheidshelden’. In Van den Booms rede op de eerste landdag (Antwerpen, juli 1937) kreeg de Guldensporenslag Guldensporenslag
De Guldensporenslag was een veldslag op de Groeningekouter nabij Kortrijk op 11 juli 1302. Hierbij werd het Franse ridderleger verslagen. De slag kreeg in de Vlaamse beweging een symbolis... Lees meer
van 1302, ‘één van de roemrijkste bladzijden van de bevrijdingsstrijd van ons Volk’, een prominente plaats. Verwijzingen naar het middeleeuwse Vlaanderen waren ook aanwezig in de campagne gericht op het ronselen van vrijwilligers voor de Spaanse burgeroorlog.


In 1939 prediken de communisten de noodzaak van eenheid tussen Vlamingen en Walen om het gevaar van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) te keren. Zij leggen de nadruk op de ideologische verwantschap tussen het VNV en het nationaal-socialisme in Duitsland. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhps3959)
In 1939 prediken de communisten de noodzaak van eenheid tussen Vlamingen en Walen om het gevaar van het Vlaamsch Nationaal Verbond (VNV) te keren. Zij leggen de nadruk op de ideologische verwantschap tussen het VNV en het nationaal-socialisme in Duitsland. (Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis, tglhps3959)

In februari 1937 verscheen het eerste nummer van het nieuwe weekblad van de Vlaamse communisten, de opvolger van De Roode Vaan, met als veelzeggende titel Het Vlaamsche Volk (1937-1939). Het blad riep dat jaar op opnieuw naar Diksmuide te trekken, maar in 1938 was het enthousiasme voor de IJzerbedevaart, vanwege de stijgende invloed van het VNV, alweer verdwenen.

De KPB verwelkomde in deze periode ook een aantal jonge Vlaamsgezinden uit burgerlijke milieus, waarvan het flamingantisme onder invloed van de economische crisis op korte tijd in sociaaleconomische en maatschappijkritische richting was geradicaliseerd. Een bijkomende drijfveer was dat men zich af wenste te zetten tegen de fascistische verwording van het Vlaams-nationalisme sinds het begin van de jaren dertig, wat ook iets weg had van een generatieconflict. In het geval van Bert van Hoorick Van Hoorick, Bert
Bert van Hoorick (1915-2000) was een Vlaamsgezind communistisch en later socialistisch politicus. Hij was antimilitaristisch en zat tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet. Hij was v... Lees meer
, de bekendste onder hen, kwam het er ook op aan de restanten van het Aalsterse daensisme Daensistische beweging
Daensistische beweging is de verzamelnaam voor een geheel van feiten, opvattingen, organisaties, personen en strijdmiddelen die tijdens de late 19de en de vroege 20ste eeuw een onderdeel... Lees meer
aan het VNV te ontrukken.

In oktober 1937 kwam in Antwerpen een Vlaamsch Blok voor Zelfbestuur en Demokratie Vlaamsch Blok voor Zelfbestuur en Democratie
Het Vlaamsch Blok voor Zelfbestuur en Demokratie (1937-1938) was een Antwerps samenwerkingsverband tussen verschillende links en democratisch georiënteerde groeperingen. Lees meer
tot stand, een afkooksel van wat de communisten met een ‘Vlaamsch Volksfront’ hadden beoogd. Behalve de communisten ondertekenden enkele kleine groeperingen, het Federalistisch Volksfront Federalistisch Volksfront
Het Federalistisch Volksfront werd op 7 juli 1936 in Antwerpen opgericht onder impuls van de voormalige liberale parlementariër Leo Augusteyns, die tijdens de Eerste Wereldoorlog was betr... Lees meer
, de Radicale Partij en de Collectivistische Orde het Memorandum van het Vlaamsch Blok. De twee promotoren ervan waren Jef van Extergem en Leo Augusteyns Augusteyns, Leo
Lees meer
. Augusteyns bemiddelde begin 1938 ook om Het Vlaamsche Front, wat in Antwerpen nog restte van de Frontpartij na de stichting van het VNV, bij het Vlaamsch Blok te betrekken. Het Vlaamsche Front weigerde omdat het bleef vasthouden aan zijn traditioneel godsvrede Godsvrede
Godsvrede is een middeleeuws begrip dat een schorsing van de vijandelijkheden tussen verschillende partijen inhoudt. In de geschiedenis van de Vlaamse beweging werd het begrip op verschil... Lees meer
standpunt. Het Vlaamsch Blok nam in 1938 deel aan de gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen, maar boekte daarbij slechts een matig succes. Ondertussen was door Hendrik de Man De Man, Hendrik
Lees meer
binnen de BWP een eigen Vlaamse dynamiek op gang gebracht, en bleven de Antwerpse syndicalisten van oudsher tegen het communisme gekant.

In de amnestiekwestie werd een bocht van honderdtachtig graden genomen. Begin 1938 verzette de VKP zich ‘als enige partij in Vlaanderen’ tegen de benoeming van Adriaan Martens Martens, Adriaan
Lees meer
in de Koninklijke Vlaamse Academie voor Geneeskunde van België Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België
De Vlaamse Academie voor Geneeskunde van België, werd in 1938 door Frans van Cauwelaert opgericht vanuit een streven naar Vlaamse culturele autonomie. De Academie kende even moeilijkhede... Lees meer
. Martens was een oud-activist en rond zijn benoeming ontstond een heuse communautaire rel die leidde tot de val van de regering. Aan Vlaamse zijde voerde het VNV een felle campagne en ondertekenden enkele vooraanstaande katholieken en socialisten het zogenaamde Manifest van Antwerpen. De communisten veroordeelden de katholieke en socialistische actie omdat ze de belangen van het VNV diende en het land verdeelde. Op dezelfde manier had de VKP zich eind 1937 reeds verzet tegen een mogelijke amnestie voor August Borms, Raf Verhulst Verhulst, Raf
Raf Verhulst (1866-1941) was een Vlaamsgezinde schrijver, journalist en docent, die tijdens de Eerste Wereldoorlog een prominente rol opeiste in het activisme. Lees meer
en Antoon Jacob Jacob, Antoon
Antoon Jacob (1889-1947) was een atheneumleraar en later hoogleraar in Hamburg en Gent. Hij was actief bij activistische tijdschriften, nadien in de amnestiebeweging en later de culturele... Lees meer
.

De Vlaamse communisten namen het in etnisch nationalisme gedrenkte discours van de Vlaams-nationalisten dus grotendeels over, terwijl ze, in reactie op de verrechtsing van de Vlaamse beweging en de dreiging van het nazisme, het uitgesproken separatisme van voor 1935 achter zich lieten. Zelfs Van Extergem, eens een radicale flamingant en activist, ontpopte zich als een gematigde flamingant en een verzoener op het Belgische niveau. In 1928 had hij geschreven dat het activisme een strijd was geweest ‘voor de bevrijding van het Vlaamsche volk uit de macht van den Belgischen dwingeland’; in februari 1939 veroordeelde hij het separatisme in Het Vlaamsche Volk als ‘een zware fout tegen het werkende volk en tegen het socialisme’. ‘Wij werden liever als Vlamingen goede Belgen,’ bevestigde hij enkele maanden later, ‘om ons 100% paraat te houden ter verdediging tegen den dreigenden Hitleroverval.’

De Tweede Wereldoorlog

Tijdens de periode vanaf augustus 1939 (toen het niet-aanvalspact van de nazi’s en de sovjets van kracht was) tot de invasie van de Sovjet-Unie door nazi-Duitsland in juni 1941 benaderden de communistische partijen in de door Duitsland en Italië bezette gebieden de wereldoorlog als een conflict tussen imperialistische mogendheden. In het tijdschrift Uilenspiegel Uilenspiegel (1918)
Uilenspiegel was een activistisch weekblad, dat werd uitgegeven door de Vlaamsche Gouwbond van Leuven en omgeving. Het verscheen van 3 februari tot 3 november 1918. Lees meer
, uitgegeven in opdracht van Van Extergem door onder meer de voormalige activist Victor Brunclair Brunclair, Victor
Victor J. Brunclair (1899-1944) was een avant-gardistische schrijver en journalist, die behoorde tot de groep rond Paul van Ostaijen. Hij ging de geschiedenis in als een van de weinige Vl... Lees meer
, werden de ‘ploetokratische’ Engelse en Franse mogendheden aangevallen. De KPB nam tot nader order in het conflict een neutrale positie in ‘omdat de arbeidersklasse geen kamp moet kiezen voor het ene of andere imperialisme’. Niettemin namen reeds heel wat militanten in die periode deel aan de embryonale verzetskernen.

Na de inval van nazi-Duitsland in de Sovjet-Unie engageerden de communistische partijen zich volop in de strijd tegen de nazi-bezetting. Opnieuw werd gekozen voor de strategie van het volksfront, maar nu versterkt met de patriottische dimensie van een strijd voor de nationale bevrijding. Tegenover het fascisme en de Duitse bezetting werd het vaderland België voorgesteld als de incarnatie van de vrijheid en het recht. De verzetsorganisatie waarin de KPB een overheersende rol speelde, het Onafhankelijkheidsfront (OF), ontwikkelde een alliantiepolitiek met zelfs (veelal Franstalige) liberalen en een kleine groep christendemocraten. Van Extergem werd uiteindelijk in 1943 aangehouden en stierf in 1945 nabij het concentratiekamp Mittelbau-Dora aan ontbering.

De periode 1945-2023

Communistische vaderlandsliefde

Na de oorlog traden in heel wat landen in West-Europa de communisten toe tot regeringen van nationale eenheid. In België wierp de KPB zich met succes op als politieke vertegenwoordiger van de weerstand en verwierf ze zo een belangrijke plaats in het politieke bestel. De communisten namen deel aan de regeringen waarin naast socialisten ook liberalen en christendemocraten aanwezig waren. Om de verworven positie niet in gevaar te brengen, wilde men de alliantie met unitaristische en patriottischgezinde bondgenoten niet hypothekeren met een duidelijk standpunt in de nationaliteitenkwestie. Gedurende een periode van bijna tien jaar hield de KPB een patriottische koers aan.


Het eerste naoorlogse congres van de KPB in Leuven, met André de Smet als spreker en achteraan Ferdinand Minnaert en Edgard Lalmand. (Amsab-ISG, fo022276)
Het eerste naoorlogse congres van de KPB in Leuven, met André de Smet als spreker en achteraan Ferdinand Minnaert en Edgard Lalmand. (Amsab-ISG, fo022276)

Begin jaren vijftig kende de KPB een massale terugval van haar ledenaantal van honderdduizend naar twintigduizend. In Vlaanderen waren het naoorlogse succes en de daaropvolgende terugval minder uitgesproken. Sommige KPB-kaderleden weten de relatief zwakke doorbraak in Vlaanderen aan het ‘patriotardisme’ van de partij. Volgens Jef Turf Turf, Jef
Jef Turf (1932-2022) was een Vlaamsgezinde communist. Hij was onder meer politiek directeur van De Rode Vaan en Vlaams voorzitter van de Kommunistische Partij. Hij wilde de democratische ... Lees meer
, de Vlaamsgezinde communist die later onder meer politiek directeur werd van De Rode Vaan De Rode Vaan
Lees meer
, verloor de partij er ‘haar wortels in de volkse bodem’ door.

In Wallonië isoleerde de KPB zichzelf door zich af te keren van het Renardisme, de Luikse syndicalistische beweging rond André Renard die voor een Waals-federalistische richting koos. Die stond immers haaks op het naoorlogse Belgische chauvinisme van de KPB en haar steun voor het herstel van de burgerlijke rechtsstaat. Aangezien de partij eerder afzijdig stond van de sociale spanningen na de oorlog namen de anarcho-syndicalistische stromingen hierin het voortouw. De focus van de partij lag vanaf het begin van de jaren vijftig steeds meer op de strijd tegen de ‘vazalisering’ van België door het Amerikaanse imperialisme.

De snelle achteruitgang van de KPB vormde de aanleiding voor het congres van Vilvoorde in 1954. De Franstalige leiding, met Jean Terfve en Edgar Lalemand, werd opzijgeschoven en er werd afstand genomen van een aantal stellingen en praktijken. Naast het hernieuwde gebruik van de notie van ‘Vlaamse volk’ verscheen in de politieke woordenschat ook die van het ‘Waalse volk’. In de politieke actie veranderde er evenwel weinig, althans tot de Leuvense studentenrevolte in 1966.

Opschudding binnen links

Een aantal ontwikkelingen vanaf de tweede helft van de jaren vijftig schudden de linkerzijde op. Vooreerst was er een toenemend ongenoegen over de positionering van de Belgische Socialistische Partij (BSP), die uitdrukking kreeg in tendensbladen als Links Links
Lees meer
en La Gauche. De aandacht van klassiek links ging immers vooral uit naar het bestrijden van de katholieke invloed via een onderwijshervorming, wat in een schoolkwestie uitmondde, terwijl een alliantie met de liberale partij leidde tot immobilisme op sociaal vlak. Politiek mede gestuwd door het ‘entrisme’ van de trotskisten wist de links-socialistische zijde aan invloed te winnen in de Franstalige Jeune Garde Socialiste en binnen het syndicalisme. Met het rapport Holdings en economische democratie werkte het Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV) in 1956 een plan uit voor ‘structuurhervormingen’.

Vervolgens was er de staking tegen de Eenheidswet die gedurende de winter van 1960-1961 het land in een prerevolutionaire situatie bracht. Naast de actieve boycot van het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV) van Gust Cool stond ook het nationale ABVV van Louis Major op de rem. Zo kon André Renard het initiatief naar zich toetrekken en kreeg de staking een Waalse leiding die de eisen van democratisch federalisme en antikapitalistische structuurhervormingen populariseerde. De staking mondde in Wallonië dan ook uit in een splitsing binnen de socialistische arbeidersbeweging en de oprichting van de Mouvement Populaire Wallon. Uit deze Waalse federalistische massabeweging ontstond later het Rassemblement wallon Rassemblement Wallon
Lees meer
.

Ten derde werd, nu het unitaire België voortaan vanuit beide landsdelen werd betwist (ook aan Vlaamse zijde werd federalisme Federalisme
Sinds het begin van de 20ste eeuw behoort federalisme tot het programma van eerst de Waalse en vervolgens ook de Vlaamse beweging. Vanaf 1970 is de transformatie van België van unitaire t... Lees meer
een centraal programmapunt), voor de linkerzijde (opnieuw) duidelijk dat een progressieve doorbraak en een maatschappelijke omwenteling ook een institutionele dimensie omvatten. Hierover ontspon zich in de kolommen van het tijdschrift Links in 1964 een interessante discussie die aansloot bij een artikelenreeks van Ernest Mandel in La Gauche (het Franstalige zusterblad van Links). Onder de titel ‘La Belgique entre néo-capitalisme et socialisme’ had deze de historische socialistische afkerigheid ten aanzien van de Vlaamse ontvoogdingsstrijd veroordeeld.

De redacteur van Links, Mark de Kock, stelde in een eigen artikelenreeks dat de strijd tegen het sociaaleconomische onrecht moest worden verbonden met een strijd tegen de overheersing van de economie door de hogere Franstalige holdingbourgeoisie. Ook moesten contacten worden gelegd met het wallingantisme en de nadruk moest komen te liggen op federalisme en antikapitalistische structuurhervormingen. De angst voor een minorisering in een steeds autonomer Vlaanderen beantwoordde De Kock door te wijzen op de groeiende radicalisering van de Vlaamse jeugd en van katholieke arbeidersorganisaties zoals de Kristelijke Werknemersbeweging (KWB). De objectieve voorwaarden voor een ‘doorbraak’ waren dus aanwezig.

De Kocks stellingen werden betwist door de trotskist François Vercammen, die erop wees dat de strijd tegen de unitaire staatsvorm niet automatisch een antikapitalistische strijd was: ‘Men mag niet over het hoofd zien dat een gedeelte van ons patronaat nog typisch regionalistisch is en een ander gedeelte in belangrijke mate geïncorporeerd is in het internationaal monopolisme. [...] Bovendien is er een stijgende inmenging in ons ekonomisch en dus politiek leven van de buitenlandse kapitalisten.’ Vercammen vreesde vooral dat federalisme in Vlaanderen het ontluikende klassenbewustzijn zou afremmen. Een socialistische oplossing van de sociale taalbarrière lag voor hem in ‘Arbeiderszelfbeheer in heel België’. De marxistische flamingant Antoon Roosens Roosens, Antoon
Antoon Roosens (1929-2003) was een flamingantisch en links georiënteerd denker, opiniemaker, publieke intellectueel en (para)politicus, die zijn hele leven consequent heeft geprobeerd om ... Lees meer
, een van de voortrekkers van de Marsen op Brussel Marsen op Brussel
De Mars(en) op Brussel waren twee flamingantische massabetogingen die in Brussel op 22 oktober 1961 en 14 oktober 1962 werden georganiseerd. Lees meer
en Antwerpen van begin jaren zestig, argumenteerde daarentegen dat de politieke macht van de bourgeoisie weldegelijk verbonden was met de unitaire structuur en het federalisme een bedreiging inhield voor die macht. Hij wees bovendien op de onmogelijke eenheid van Vlaamse en Waalse arbeiders: ‘De wet van de ongelijkmatige ontwikkeling schept steeds nieuwe divergenties tussen Vlaamse en Waalse gewesten.’

Deze laatste interventie was een illustratie van het ontluiken van een ‘sociaal flamingantisme’ binnen de Vlaamse beweging zelf. Voor geëngageerde schrijvers als Achilles Mussche Mussche, Achilles
Achilles Mussche (1896-1974) was een socialistisch en flamingantisch geïnspireerde leraar en dichter, die zich in zijn jonge jaren engageerde in het activisme en begin jaren 1920 mee aan ... Lees meer
belichaamde de arbeidersklasse de Vlaamse belangen: ‘Als onze Vlaamse arbeiders, bedienden en ingenieurs zelf hun bedrijven beheren, wordt het bedrijfsleven uiteraard vervlaamst; met de geldmuur stort ook de taalmuur ineen.’ Flaminganten als Roosens en Daniël Deconinck Deconinck, Daniël
Daniël Deconinck (1921-2004) was een Vlaamsgezind politicus. Zijn poging om van de Volksunie een brede sociaal-flamingantische beweging te maken leidde in 1965 tot een breuk met de partij... Lees meer
keken met belangstelling naar wat er zich ten zuiden van de taalgrens afspeelde, en bepleitten naast de klassieke Vlaamse eisenbundel ook sociaaleconomische structuurhervormingen. Renard werd omschreven als een ‘opstandige figuur die tot de verbeelding spreekt in een land waar leiders van het volk sinds vele jaren vervangen zijn geworden door verenigingsvoorzitters’. Het maandblad Het Pennoen Het Pennoen (1950-1977)
Het Pennoen was een Vlaamsgezind maandelijks opinieblad dat, geleid door Jan Olsen, verscheen tussen 1950 en 1977. Het evolueerde van een traditioneel jeugdblad naar een vernieuwend en la... Lees meer
van Jan Olsen Olsen, Jan
Jan Olsen (1924-2012) was een Dietsgezinde jeugdleider en tijdschriftuitgever- en redacteur, voornamelijk bekend als de man achter het blad Het Pennoen. Vanaf de late jaren 1950 tot aan z... Lees meer
stelde haar kolommen voor deze nieuwe stemmen open, net als het in 1964 door Mark Grammens Grammens, Mark
Mark Grammens (1933-2017) was van het begin van de jaren 1960 tot enkele jaren vóór zijn overlijden een Vlaamsgezinde opiniemaker in Vlaanderen: aanvankelijk via het weekblad De Nieuwe, l... Lees meer
opgerichte weekblad De Nieuwe De Nieuwe
De Nieuwe was een links flamingantisch weekblad dat werd uitgegeven van april 1964 tot augustus 1986. Mark Grammens was meestal - behalve tijdens enkele intermezzo’s in het midden van de... Lees meer
. Als ‘ Vlaamse Demokraten Vlaamse Demokraten
De Vlaamse Demokraten was de naam van een groep rond Antoon Roosens, Staf Verrept en Roger Bourgeois. Ze kwamen uit de sociaal-flamingante, niet-partijpolitieke Vlaamse beweging en probee... Lees meer
’ ondernam deze groep midden de jaren zestig een aantal pogingen om via samenwerking met de Volksunie Volksunie
Tussen 1954 en 2001 bepaalde de Volksunie (VU) als Vlaams-nationalistische partij mee de politieke evolutie in België, van unitaire staat tot federaal koninkrijk. Ze groeide uit tot de tw... Lees meer
(VU) tot de vorming van een breed Vlaams front te komen, maar dat draaide op niets uit.

Gedurende deze periode had de KPB weinig aandacht voor de Vlaamse kwestie, en stelde de partij zich terughoudend op wat gezamenlijke frontvorming met Vlaamse progressieven betrof. In navolging van de staking van 1960-1961 en de Vlaamse marsen, waar de communisten niet aan deelnamen, werden de eisen voor federalisme en structuurhervormingen weliswaar in het KPB-programma overgenomen, maar de partij benadrukte dat in de eerste plaats de eenheid van de Vlaamse en Waalse arbeiders geboden was. Voor het overige werden de discussies binnen de KPB toen vooral gedomineerd door de pro-Chinese dissidentie van Jacques Grippa, die een deel van de Brusselse federatie achter zich kreeg.

Links-radicalisme en ‘Leuven Vlaams’

Eind jaren zestig had de Leuvense kwestie (‘Leuven Vlaams’) een grote impact op zowel de Vlaamse beweging als de radicale linkerzijde (zie Hoger onderwijs Leuven Hoger onderwijs in Leuven
De Franstalige Katholieke Universiteit Leuven werd vanaf 1910 geleidelijk vernederlandst. De strijd voor ‘Leuven Vlaams’ leidde in 1968 tot een splitsing, het ontstaan van twee autonome L... Lees meer
). In heel Vlaanderen kwam een jeugdradicalisering op gang en het protest oversteeg zeer al snel de eis ‘Walen buiten’. Enerzijds werd de beweging gestuwd door een eis voor studenteninspraak, anderzijds groeide de verzuchting van een democratisering van het universitaire onderwijs. Het studentenverzet hanteerde daarbij ook steeds uitdrukkelijker een democratisch-federalistisch vertoog. Tijdens de januari-revolte van 1968 werden gaandeweg contacten gelegd met de werkers van de Limburgse Limburg
Lees meer
mijnen en met de arbeiders van Herstal en Cockerill te Luik. Contacten werden ook gelegd met Waalse federalistische kringen en Franstalige studenten van de Université Libre de Bruxelles kwamen hun solidariteit betonen met de Vlaamse democratische eisen.


Studentenprotest in Leuven. De rijkswacht treedt hard op tegen de acties van de revolterende studenten, 1963. (Universiteitsarchief KU Leuven, AMVS)
Studentenprotest in Leuven. De rijkswacht treedt hard op tegen de acties van de revolterende studenten, 1963. (Universiteitsarchief KU Leuven, AMVS)

Hoe verliepen de contacten tussen deze democratische en flamingantische jeugdradicalisering en de toenmalige radicale linkerzijde? Op het ‘Congres der Onverenigbaarheden’ van de BWP was het in december 1964 tot de uitsluiting uit de partij gekomen van de Mouvement populaire wallon en van de links-trotskistische oppositie rond La Gauche en Ernest Mandel (terwijl de groep rond Links ervoor koos om binnen de sociaaldemocratie te blijven). In 1965 werd in Brussel door dissidenten de Socialistische Beweging Vlaanderen (SBV) opgericht (waarmee de Vlaamse Demokraten in 1968 versmolten), in een confederaal verband met de Franstalige Parti wallon des travailleurs (PWT) en de Union de la Gauche Socialiste (UGS). De Socialistische Stem, het weekblad van de SBV, nam in mei-juni 1966 een radicaal-flamingant, pro-federalistisch en antiklerikaal standpunt in. Het trotskisme had echter weinig wortels in Vlaanderen en de groep wist niet goed hoe ze de studentenrevolte precies moest benaderen, ook omwille van de vaak provinciaal-katholieke achtergrond van de studentenleiders. Uit deze groep ontstond in 1971 de Revolutionaire Arbeidersliga (RAL), met onder meer François Vercammen en Eric Corijn, die als Belgische sectie toetrad tot de trotskistische Vierde Internationale.

De KPB ondernam via haar in 1966 gestichte Vlaams Marxistisch Tijdschrift Vlaams Marxistisch Tijdschrift
Het Vlaams Marxistisch Tijdschrift (1966-2017) was een driemaandelijks blad, dat voor het eerst verscheen in maart 1966. Samen met het tijdschrift Meervoud fungeerde het lange tijd als e... Lees meer
(VMT)
en het Frans Masereelfonds Masereelfonds
Het Masereelfonds (1971) werd gesticht door de Kommunistische Partij van België. Het ijverde voor een democratisch pluralistisch Vlaanderen. Lees meer
verschillende pogingen om een brug te slaan naar de studentenrevolte. Niet alleen hadden Jef Turf en Jan Debrouwere Debrouwere, Jan
Jan Debrouwere (1926-2009) was een communistisch politicus, redacteur en journalist. Hij maakte deel uit van het politieke kader van de Kommunistische Partij en was redacteur bij het dagb... Lees meer
in 1966 en 1967 verschillende artikels gepubliceerd over de relatie tussen de arbeidersbeweging en de Vlaamse kwestie, ook gaven zij de studentenleider Paul Goossens Goossens, Paul
Lees meer
een tribune. In 1967 werd tevens het Demokratisch Aktiekomitee Vlaanderen Demokratisch Aktiekomitee voor Vlaanderen
Lees meer
opgericht, een eenheidsfront waar behalve KPB-kopstukken en studentenleiders zich ook vertegenwoordigers van de Vlaamse Demokraten en van de SBV en verder enkele academici en publicisten bij aansloten. De KPB zou er echter evenmin in slagen een fusie tussen (partijpolitiek) radicaal-links en de studentenrevolte tot stand te brengen. De gebeurtenissen van de Praagse lente en ‘mei 68’ in Frankrijk ondermijnden de reputatie van de communisten. In het ene geval werd door de Sovjettanks een einde gemaakt aan een democratische opstand in Tsjecho-Slowakije, in het andere ondersteunde de Parti communiste français de Grenelle-akkoorden met de Franse president Charles de Gaulle en werden de 10 miljoen stakende arbeiders aangezet tot werkhervatting. De DAK werd in juni 1968 ontbonden.

De radicale elementen binnen de ‘groep van Leuven’ maakten, via de Studenten Vakbeweging (SVB) aangestuurd door Ludo Martens, een eigen ontwikkeling door in marxistisch-leninistische of maoïstische richting. Vele studentenleiders van Leuven werden kaders van AMADA (Alle Macht aan de Arbeiders), in 1979 opgevolgd door de Partij van de Arbeid van België (PVDA-PTB). Radicaaldemocratische en flamingantische eisen kwamen daarbij al snel in de verdrukking.

Wel ontstond aan het einde van de jaren zestig, in de schoot van de Vlaamse Volksbeweging Vlaamse Volksbeweging
De Vlaamse Volksbeweging (VVB) was een Vlaams-nationalistische drukkingsgroep, die werd opgericht in 1952 en tot het begin van de jaren 1970 een breder publiek mobiliseerde voor Vlaamsge... Lees meer
, de Werkgroep De Witte Kaproenen Werkgroep De Witte Kaproenen
De Werkgroep De Witte Kaproenen (DWK), meestal kortweg Witte Kaproenen genoemd, was een Antwerpse studiegroep die in 1967-1968 ontstond in de schoot van de Vlaamse Volksbeweging (afdeling... Lees meer
(DWK), dat een Vlaams-nationalistische en marxistische inslag had en dat net als eerdere linkse flaminganten een spreekbuis vond in Het Pennoen. In 1969 werd het essay Kolonialisme in Vlaanderen gepubliceerd, waarin een lans werd gebroken voor een Vlaamse socialistische, zichzelf besturende republiek. Vlaanderen was een semi-kolonie van de Brusselse franskiljonse bourgeoisie en het multinationaal kapitaal; ‘de strijd voor de nationale vrijheid’ moest ‘één worden met de strijd voor het democratisch socialisme’ (zie Kolonialisme). In 1972 ontstond vanuit de jongerenwerking van Were Di Were Di
Were Di vzw was een radicaal Vlaams-nationalistische actiegroep die vooral met haar tijdschrift Dietsland Europa het rechts-nationalistische gedachtengoed verspreidde in de jaren 1960 tot... Lees meer
, en in reactie op de rechtse koers van deze vereniging, de Werkgroep Arbeid Werkgroep Arbeid
Werkgroep Arbeid was een linkse, flamingantische groep die in 1972 werd opgericht door Paul van Caeneghem. Lees meer
(vanaf 1977 Vlaams-Socialistische Beweging), een denktank die vooral aanhang had binnen de universitaire wereld. Deze groepjes hebben de bedding gegraven van de ‘links-nationalistische denk- en actiegroep voor een soeverein Vlaanderen’ rond het maandblad Meervoud Meervoud (1992-)
Meervoud is zowel de naam van een groep van linkse flaminganten als van hun tijdschrift. Het blad is vernoemd naar het driemaandelijks blad over nationale minderheden dat de Werkgroep Arb... Lees meer
, dat in 1992 zou worden opgericht.


In de jaren 1970 groeperen jonge links-radicale flaminganten zich in de Werkgroep Arbeid (Vlaamse Socialistische Beweging), een uitloper van het studentenprotest en de maatschappijkritiek van de jaren 1960. Ontwerp affiche: Philippe Soulas. (ADVN, VAFA299)
In de jaren 1970 groeperen jonge links-radicale flaminganten zich in de Werkgroep Arbeid (Vlaamse Socialistische Beweging), een uitloper van het studentenprotest en de maatschappijkritiek van de jaren 1960. Ontwerp affiche: Philippe Soulas. (ADVN, VAFA299)

Van het Egmontpact tot de val van de Muur

Na jaren van toenemende communautaire polarisatie – mede versterkt door de electorale groei van de Volksunie, het Front démocratique des francophones Démocrate féderaliste indépendant
Lees meer
(FDF) en het Rassemblement wallon – ondernam het politieke establishment eind jaren zeventig een eerste poging om een duurzame staatshervorming door te voeren. Het Egmont-Stuyvenberg-akkoord (of Gemeenschapspact Gemeenschapspact
Het Egmontpact of Egmontakkoord maakt samen met de Stuyvenbergakkoorden deel uit van het zogenaamde Gemeenschapspact, dat de definitieve pacificatie van de communautaire problemen tot doe... Lees meer
) legde de basis voor een asymmetrische federalisering van België. De loskoppeling van de persoons- en cultuurgebonden materies van de ‘grondgebonden’ (economische) aangelegenheden maakte de vorming van specifieke gewest- en gemeenschapsraden mogelijk, wat tegelijkertijd een dam moest opwerpen tegen een Vlaamse of Waalse staatsvorming.

Begin 1978 werd ter linkerzijde het initiatief genomen tot de oprichting van een Komitee voor een Demokratisch Federalisme Komitee voor een Democratisch Federalisme
Lees meer
(KDF). Dit comité trachtte in reactie op het rechts-nationalistische anti-Egmontverzet een progressief anti-Egmontfront op de been te brengen. Het KDF benadrukte zowel de ‘volstrekt ondemocratische wijze’ waarop het akkoord tot stand was gekomen als ‘het feit dat de voorgestelde gewestvorming geenszins leidt naar een verdere democratisering van de gehele samenleving’. De initiatiefnemers stelden een staatshervorming voor waarbij culturele en sociale ontvoogding in combinatie met economisch zelfbeheer verwezenlijkt zouden worden. Verder klaagden ze de machtshonger aan ‘van Vlaamse elites die tot elk compromis met de oudere economische en financiële oligarchieën bereid waren’.

Het KDF werd gedragen door een breed links front van verschillende organisaties en partijen. Vanuit geografisch oogpunt had het KDF haar zwaartepunt in Brussel Brussel
In de geschiedenis van de Vlaamse beweging speelde Brussel een unieke rol vanwege haar hoofdstedelijke functies, economische aantrekkingskracht en als symbool van verfransing, die zich v... Lees meer
en de Rand Vlaamse Rand
De Vlaamse Rand omvat de negentien gemeenten grenzend aan Brussel of aan een faciliteitengemeente. De relatie tot Brussel leidt er tot specifieke uitdagingen. Lees meer
, maar het beschikte tevens over een breed vertakt netwerk in de rest van Vlaanderen. Vooral binnen de christelijke arbeidersbeweging Christelijke arbeidersbeweging
In de christelijke arbeidersbeweging heeft steeds een uitgesproken belangstelling voor de Vlaamse kwestie bestaan. De groeiende invloed van deze beweging, in het kielzog van de democratis... Lees meer
had zich een radicalisering voorgedaan. Ondanks een brede weerklank was het KDF echter een zeer kort leven beschoren. Terwijl de militanten volop actief waren in andere syndicale, feministische en ecologische actiefronten, slaagde het KDF er niet in wortel te schieten op haar eigen actieterrein.

In 1984 werden binnen de KPB opnieuw Vlaamse en Franstalige vleugels opgericht met een relatief grote autonomie. Dit werd in Vlaanderen bereikt onder impuls van de ‘eurocommunistische’ stroming, die een pluralistische visie van het communisme uitdroeg: communistische partijen moesten onafhankelijk van Moskou (of Peking) hun eigen koers kunnen bepalen. Een grotere autonomie voor de ‘Vlaamse gemeenschap’ werd opnieuw als een na te streven ideaal voorgesteld en er werd getracht banden te smeden met de links-flamingantische stroming voortkomend uit Het Pennoen en De Witte Kaproenen. De Vlaamse KPB ondernam een aantal acties, zoals een bloemenhulde in mei 1985 aan de Pax-poort in Diksmuide, waar ze zich naar goede gewoonte liet verjagen door Voorpost Voorpost
Voorpost is een Vlaams-Nederlandse uiterst-rechtse actiegroep, opgericht in 1976 door Luc Vermeulen. Met straatacties in Vlaanderen en Nederland strijdt Voorpost vooral tegen België en m... Lees meer
. Aan de andere zijde van de taalgrens nam in de jaren tachtig de Franstalige KPB een wallingantische bocht en riep op een gegeven moment zelfs op om voor José Happart Happart, José
Lees meer
te stemmen.


Affiche van de KPB naar aanleiding van de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap, s.d. (Amsab-ISG, af002597)
Affiche van de KPB naar aanleiding van de feestdag van de Vlaamse Gemeenschap, s.d. (Amsab-ISG, af002597)

Ondertussen ondernam de trotskistische RAL een koerswijziging. Herdoopt tot Socialistische Arbeiderspartij-SAP hoopte ze in de verkiezingen van 1988 de radicalisering van de syndicale sociaaldemocratische achterban te capteren. Het nationaliteitenvraagstuk speelde in de politieke agitatie niet langer een rol; op dit punt waren er nauwelijks nog verschillen met de PVDA, dat pleitte voor een ‘unitair en ondeelbare republiek waar alle demokratische rechten van Nederlandstaligen, Franstaligen, Duitstaligen en van de bevolkingen van buitenlandse afkomst volop gegarandeerd zijn’. Georganiseerd op Belgisch niveau werd de eenheid van alle werkers naar voren geschoven als internationalistisch antwoord op het rechts-nationalisme en de communautaire centrifugale dynamiek.

Op het eind van de jaren tachtig werd met het ‘Regenboog’-initiatief terug tijdelijk een samenwerking aangegaan tussen de SAP en de KPB, aangevuld met linkse christenen en radicale groenen. Ten aanzien van de derde fase in de staatshervorming Staatshervorming
Tussen 1970 en vandaag werden zes staatshervormingen doorgevoerd die België omvormden van een unitaire in een federale staat met drie gewesten, het Vlaamse, het Waalse en het Brussels Hoo... Lees meer
(1988-1989) werd opnieuw, zoals bij het Egmontpact Gemeenschapspact
Het Egmontpact of Egmontakkoord maakt samen met de Stuyvenbergakkoorden deel uit van het zogenaamde Gemeenschapspact, dat de definitieve pacificatie van de communautaire problemen tot doe... Lees meer
, een radicaaldemocratische kritiek geuit. Men klaagde vooral het centralistische keurslijf ervan aan, onder meer op het vlak van de financieringswet, evenals het onvolmaakte karakter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Door het mislukken van dit en andere experimenten om het spectrum links van de Socialistische Partij (SP) en AGALEV Groen
In 1982 werd onder de naam AGALEV in Vlaanderen een ecologische partij opgericht, die zich later Groen! noemde en vandaag Groen. Lees meer
te herschikken, belandden KPB en SAP, zeker na de val van de Sovjet-Unie, in een compleet marginale positie.

Een definitieve breuk tussen Vlaams-nationalisme en links-radicalisme?

Begin jaren negentig werd door VU-politicus Maurits Coppieters Coppieters, Maurits
De progressieve Vlaams-nationalist en christelijke humanist Maurits Coppieters (1920-2005) was vanaf het midden van de jaren 1960 een van de boegbeelden van de Volksunie (VU). Lees meer
en SP-politicus Norbert de Batselier De Batselier, Norbert
Norbert de Batselier (1947) was een Vlaamsgezinde socialistische politicus, die verschillende ministerposities bekleedde en van 1995 tot 2006 voorzitter was van het eerste rechtstreeks ve... Lees meer
een project opgestart, ‘Het Sienjaal’, met het oog op een politieke vernieuwing en een progressieve krachtenbundeling in Vlaanderen. De aanzet van het project was, na de politieke aardverschuiving van 24 november 1991, een ‘Beieren aan de Noordzee’ te vermijden. De oprichting van een nieuw Vlaams Parlement Vlaams Parlement
Het Vlaams Parlement is de parlementaire vergadering van de Vlaamse deelstaat in het federale België. Zijn geschiedenis kent drie grote fasen: de periode van de Cultuurraad voor de Neder... Lees meer
en een Vlaamse Executieve bij de laatste staatshervorming maakte immers een duurzame centrumrechtse machtswissel mogelijk. Als antwoord hierop streefde Het Sienjaal een samenwerking van de SP, het ABVV, AGALEV, het ACV en de Volksunie na. De naam werd ontleend aan de titel van Paul van Ostaijens tweede dichtbundel Het sienjaal uit 1918; met deze verwijzing naar het flamingantische avant-gardisme van rond de Eerste Wereldoorlog hoopte men de vernieuwingsbeweging historisch te legitimeren. Met het uitblijven van een rechtse verruiming rond de Vlaamse Liberalen en Democraten (VLD) en het standhouden van de SP tijdens de verkiezingen in 1995 verdween echter de objectieve bestaansreden voor het project.

De redactieraad van het manifest Het Sienjaal, dat in 1996 verscheen, bestond onder anderen uit een reeks intellectuelen met een eurocommunistisch verleden (zoals Koen Raes en Ludo Abicht Abicht, Ludo
De marxistische literatuurwetenschapper en filosoof Ludo Abicht (1936) is een van de boegbeelden van het links-flamingantisme. Als kritische publicist en essayist over diverse thema’s is ... Lees meer
) die zich inzake de Vlaamse kwestie op dezelfde lijn als Coppieters bevonden. Hun gematigde, federalistische opstelling werd bekritiseerd vanuit links-radicale flamingantische hoek, meer bepaald door Antoon Roosens en Jef Turf in het tijdschrift Meervoud. Zij stonden de onafhankelijkheid van Vlaanderen voor, dat noodzakelijk werd geacht om de bestaande culturele en klassenverhoudingen binnen de Belgische staat te veranderen. Ook verweten ze Het Sienjaal de kritiekloze aanvaarding van de Europese Europa
Lees meer
eenmaking en het Verdrag van Maastricht, en betoogden dat enkel de natie een tegenmacht kon vormen tegen economische mondialisering en de macht van multinationals. Meervoud zou echter, naast het deelnemen aan betogingen onder de slogan ‘Vlaanderen tegen racisme’, haar aandacht vooral blijven richten op eisen die vergelijkbaar waren met die van traditionele Vlaamse drukkingsgroepen, zoals de strikte toepassing van de taalwetgeving in Brussel.

Sinds de doorbraak van de uit de Volksunie ontstane Nieuw-Vlaamse Alliantie Nieuw-Vlaamse Alliantie
De N-VA is op electoraal vlak de meest succesvolle Vlaams-nationalistische partij ooit en slaagde er ook in om de grootste Belgische partij te worden. Ze zit bijna 20 jaar in de Vlaamse R... Lees meer
(N-VA), een anti-Belgische partij die een rechts-conservatief ideeëngoed uitdraagt, en het standhouden van het radicaal-rechtse Rechts-radicalisme
De rechts-radicale traditie begon toen het Vlaams-nationalisme in het interbellum koos voor Nieuwe Orde en collaboratie. Na de oorlog evolueerde radicaal-rechts in Vlaanderen van nostalgi... Lees meer
Vlaams Blok Vlaams Belang
Vlaams Belang is een radicaal-rechtse Vlaams-nationalistische partij, die in 1978 ontstond onder de naam ‘Vlaams Blok’, als verkiezingskartel van de Vlaamse Volkspartij en de Vlaams Natio... Lees meer
(vanaf 2004 Vlaams Belang, VB), is ter (radicaal-)linkerzijde van toenaderingen tot het flamingantisme nauwelijks nog sprake. In 2008 werd door diverse Vlaamse intellectuelen en kunstenaars de zogenaamde Gravensteengroep gevormd, waartoe onder meer filosofen Etienne Vermeersch en Tinneke Beeckman behoorden. Deze denktank pleitte voor verdere stappen in de staatshervorming op basis van het territorialiteits- en het gelijkheidsbeginsel en verzette zich tegen een monopolisering van het Vlaamse autonomiestreven door (radicaal-)rechtse krachten en tegen de ‘belgicistische’ koers van klassiek links. De groep kon echter nooit het imago afschudden de ‘discursieve linkerflank van de N-VA’ te vormen. Sindsdien vonden nog een aantal kleinere initiatieven plaats met de bedoeling sociaalprogressief Vlaanderen weer op de kaart te zetten, zoals de oprichting van de ‘netwerkgroep’ Vlinks Vlinks
Vlinks is een initiatief van gelijkgestemden die zich Vlaamsgezind voelen, maar zich niet kunnen vinden in de rechtse(re) koers die de Vlaamsgezinde partijen en de Vlaamse beweging de jo... Lees meer
in 2015 en de partij Vista in 2021.

Aan de zijde van het partijpolitieke links-radicalisme, dat met de electorale successen van de PVDA-PTB in de jaren 2010 aan een comeback bezig is, wordt elke vorm van Vlaams-nationalisme en verdere stappen in de staatshervorming afgewezen. Op hun website verzet de PVDA zich tegen de plannen van de zogenaamde V-partijen ‘om ons land in 2024 verder op te splitsen en Brusselaars, Walen en Vlamingen tegen elkaar op te zetten’ en wordt eenduidig de kaart van het federale België getrokken.

Literatuur

– M. Sertyn, Avondlandstemming bij de jonge avant-garde in Vlaanderen na 1918: inspiratiebron voor purito-flaminganten en marginale wereldverbeteraars, in: BTNG, jg. 5, 1974, nr. 3-4, pp. 547-580.
– R. van Doorslaer, De Kommunistische Partij van België en het Sovjet-Duits niet-aanvalspact (1939-1941), 1975.
– M. Sertyn, Het socialistisch aktivisme tijdens de Eerste Wereldoorlog, in BTNG, jg. 7, 1976, nr. 1-2, pp. 169-195.
– E. Gubin, Bruxelles au XIXe siècle: berceau d'un flamingantisme démocratique 1840-1873, 1979.
– N. de Beule, Het Belgisch Trotskisme: de geschiedenis van een groep oppositionele kommunisten 1925-1940, 1980.
– C. Dutoit, Jef Van Extergem en de Vlaamse Beweging, 1983.
– J. Gotovitch, Du Rouge au Tricolore. Parti Communiste et résistance, 1992.
– J. Gotovitch, Le Parti Communiste Belge pendant la guerre, 1994.
– G. Vanschoenbeek, Het gloeien van het morgenrood. De lokroep van het communisme anno 1920, in: Wetenschappelijke Tijdingen – Colloquiumnummer Herman van den Reeck, jg. 55, 1996, pp. 83-108.
– G. Deneckere, Sire, het volk mort. Sociaal protest in België 1831-1918, 1997.
– J. Gotovitch en R. van Doorslaer, ‘Les communistes et la question nationale, 1921-1945’, in: BEG 3, 1997, pp. 257-276.
– L. Boeva e.a., Jef Van Extergem: medestanders, tegenstanders?, 1998.
– H. Defoort e.a., Jef Van Extergem en zijn tijd, 1998.
– S. Vincké, Werkgroep De Witte Kaproenen (1967-1985) en Werkgroep Arbeid (1972-1989). Een progressieve poging tot het beëindigen van de historische dichotomie Vlaams-Links. Universiteit Gent, ongepubliceerde masterproef, 2002-2003
– M. Beyen, “Epater l’Avant-Garde”. De strijd van de Van Nu en Straks-erfgenamen tegen het etnocentrisme, in: R. de Bont e.a. (red.), Niet onder één vlag. ‘Van nu en straks’ en de paradoxen van het fin de siècle, 2005, pp. 265-282.
– C. Dutoit e.a., De rode tong van de leeuw. Antoon Roosens (1929-2003), analyse en strategie van een links flamingant, 2005.
– G. Buelens en M. de Ridder, Nawoord. “’t Is allemaal een boeltje.” Over activisme, frontisme, zaktivisme, arrivisme, neo-activisme, Vlaamsch idealisme, jusqu’auboutisme, Nieuw-Aktivisme, postactivisme en naoorlogs activisme, in: G. Buelens e.a. (red.), De Trust der Vaderlandsliefde. Over literatuur en Vlaamse Beweging 1890-1940, 2005, pp. 162-198.
– M. de Ridder, “Persoonlijk ben ik hartstochtelijk flamingant en hartstochtelijk internationalist.” Paul Kenis: flamingant, communist, anarchist, naoorlogse activist en socialist, in: G. Buelens e.a. (red.), De Trust der Vaderlandsliefde. Over literatuur en Vlaamse Beweging 1890-1940, 2005, pp. 62-91.
– M. Reynebeau, Het besef om de ijdelheid. Paul van Ostaijen en de postactivistische subcultuur, in: G. Buelens e.a. (red.), De Trust der Vaderlandsliefde. Over literatuur en Vlaamse Beweging 1890-1940, 2005, pp. 92-113.
– M. van Ginderachter, Het Rode Vaderland: de vergeten geschiedenis van de communautaire spanningen in het Belgische socialisme voor WO I, 2005.
– J.W. Stutje, Ernest Mandel: rebel tussen droom en daad, 2007.
– J. Verdure, En men zou niet fier zijn Vaderlander te wezen? Sociaal-democratie en nationale identiteit voor WOI. Een casusstudie van Antwerpen en Luik. Universiteit Gent, ongepubliceerde masterproef, 2007.
– M. de Ridder, Staatsgevaarlijk! De activistische tegentraditie in de Vlaamse letteren (1912-1933), ongepubliceerde doctoraatsscriptie, Universiteit Antwerpen, 2009.
– C. de Spiegeleer, Een blauwe progressist. Charles Potvin (1818-1902) en het liberaal-sociale denken van zijn generatie, 2011.
– E. Schandevyl, Tussen revolutie en conformisme: het engagement en de netwerken van linkse intellectuelen in België 1918-1956, 2011.
– R. Hemmerijckx, Bert Van Hoorick: van flamingantisme naar communisme. Deel 1, in: WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 62, 2013, nr. 2, pp. 98-111.
– R. Hemmerijckx, Bert Van Hoorick: van flamingantisme naar communisme. Deel 2, in: WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 63, 2013, nr. 3, pp. 163-176.
– D. Vandenbroucke, “De leer van de Daad”. Het Vlaamse activisme en Duitse Aktivismus tussen nationalisme en kosmopolitisme, in: WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging, jg. 72, 2013, nr. 2, pp. 176-192.
– I. Maly, De Gravensteengroep, de discursieve linkerflank van N-VA, in: SAMPOL, jg. 21, 2014, nr. 1, pp. 4-11.
– D. Vandenbroucke, Dansen op een vulkaan. Victor J. Brunclair: schrijver in een bewogen tijd, 2014.
– L. Stynen, Paul Kenis: flamingant tussen commune en socialisme, in: ZL: literair-historisch tijdschrift, jg. 14, 2015, nr. 4, pp. 105-122.
– V. Scheltiens, Met dank aan de overkant. Een politieke geschiedenis van België, 2017.
– M. van Ginderachter, Edward Joris. Caught between Continents and Ideologies?, in: A. Houssine e.a. (red.), To Kill a Sultan: A Transnational History of the Attempt on Abdülhamid II (1905), 2017, pp. 67-97.
– W. de Ridder, The Legacy of Abstinence from Revolution in Belgium, in: D. Moggach e.a. (red.), The 1848 Revolutions and European Political Thought, 2018, pp. 185-215.
– H. de Smaele, Catholic Republicanism Revisited, in: J. de Maeyer e.a., World views and worldly wisdom: religion, ideology and politics, 1750-2000 - Visions et expériences du monde: religion, idéologie et politique, 1750-2000, 2016, pp. 53-73.
– H. van Velthoven, Bevriende vijanden. Hoe de Belgische socialisten uit elkaar groeiden, 2019.
– E. Witte, Belgische republikeinen. Radicalen tussen twee revoluties, 2020.
– J. Wambacq, Kats! Of hoe in de vroege negentiende eeuw een Brusselse theatermaker aan de wieg van het socialisme stond, 2021.
– E. de Maesschalck, Marx in Brussel, 2023.
– E. Min, Zwart licht. Anarchisten in België rond 1900, 2023.
– M. de Ridder, Paul van Ostaijen. De dichter die de wereld wilde veranderen, 2023.

Suggestie doorgeven

1998: Stephen Bouquin / Rudi Van Doorslaer / Luc Vandeweyer

2023: Stefaan Marteel

Databanken

Inhoudstafel